lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
No, 16.
1918.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
ö7ste Jaargang.
Zondag 24 Februari.
DE NÜTSAVOND.
BINNENLAND.
Een crisisministerie van Productie en een
van Distributie.
Bolsvardsclie Courant
VOOR
Afzonderlijke
monogaan,
in de
van
van
naar
dan volgde de
feestelijkheid
de bruid. Speel-
speelnoten versierden haar huis en
bruidskroon te prijk
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 62r/2 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
in dien tijd misschien mooi gevonden, in
onzen tijd zou men ze zoo ongepast vinden,
maar men was toen niet zoo fijngevoelig.
Op onderhoudende wijze werden vele bijzon
derheden uit die oude tijden van onze voor
ouders verhaald, en interessante mededeelingen
kreeg men te booren, over de huwelijkspen-
ningen, de onmondigheid der vrouwen enz.
om toch ten slotte tot de conclusie te komen
dat de vrouwen in ons land ook in dien tijd
zich dikwijls wel wisten te doen gelden, en
tevens dat in die tijden over ’t algemeen de
huwelijken gelukkig waren te noemen, en
echtscheiding eigenlijk nooit voorkwam. Met
eenige. aanhalingen uit de werken van Cats
en Vondel werd het eerste deel der rede
besloten.
Wanneer evenwel de aanstaande bange
maanden doorgeworsteld kunnen worden, dan
volgen daarna weer nieuwe tijden, waarin ook
gegeten moet worden. Die tijden zullen spoedig
genoeg zijn aangebroken en daarom heeft het
ons veibaasd, dat aan de zorgen, die dan
komen, niet reeds thans meer aandacht wordt
geschonken.
Nu ja, er wordt gesproken van het scheuren
van grasland, maar men mag wel haast zeggen
dat het bij spreken blijft.
Wat beteekent toch het luttel aantal
hectaren, dat ten behoeve onzer voedselvoor
ziening wordt omgebroken?
Hetgeen dienaangaande vernomen wordt,
is in hooge mate ontmoedigend. In Friesland
waar de toestand bevredigend zou zijn, wanneer
15000 hectaren werden omgebroken, wordt
pas het tiende deel van die oppervlakte
gescheurd; op 1 Januari was in Gelderland
1977 hectaren grasland gescheurd, dat voor
een premie in aanmerking komt; en wat men
uit andere provinciën verneemt, is waarlijk
niet beter. Het is ons dan ook een volkomen
raadsel, hoe onder dergelijke omstandigheden
de bovenbedoelde Memorie van Antwoord
kan gewagen van „de goede resultaten”,
welke de genomen maatregelen aanvankelijk
beloven.
Wij hebben er in ons blad reeds vroeger
op gewezen, dat de taak, welke op de schouders
van den tegenwoordigen Minister van Land
bouw is gelegd, te zwaar is. Ook in de Kamer
is deze opmerking gemaakt en uit hetgeen
door de Regeering daarop is geantwoord,
wordt de indruk gewekt, dat ook zij dezelfde
meening is toegedaan.
Zelfs is door den ministerraad in beginsel
aangenomen, dat een crisisministerie zal worden
ingesteld.
Wij meenen, dat men een stap verder zal
moeten gaan.
Uit hetgeen wij tot dusver hebben gezien
van onzen distributieminister want onze
Minister van Landbouw is blijkbaar door de
distributiemaatregelen het zwaarst belast
blijkt van welk een reusacbtigen om vang
een goede distributie der waren is. Dit
gedeelte der taak van den huidigen landbouw
minister blijkt o.a. uit het zeer groot aantal
commissiën en vereenigingen, welke door hem
voor speciale artikelen zijn ingesteld.
Al deze lichamen zijn uit den aard der
zaak tijdelijke instellingen en het meerendeel
is betrokken bij de distributie. De eigenlijke
productie der benoodigde artikelen is wel
niet vergeten, maar blijkbaar is tot dusver
de behoefte aan eene goede verdeeling meer
gevoeld dan die eener toereikende voortbrenging.
Bij den stand der zaken, zooals die tot
dusver is geweest, moge zulks natuurlijk
schijnen, voor de toekomst kan, meenen wij,
deze toestand niet zonder gevaar bestendigd
worden. In de tijden, die vóór ons liggen,
is niet meer de verdeeling der waren het
eerste, waaraan moet worden gedacht, voorop
moet worden gesteld de zorg voor eene toe
reikende productie.
Dit gedeelte der regeeringszorg is waarlijk
niet van geringer beteekenis en zal van niet
geringeren omvang blijken dan dat der ver
deeling.
Wij meenen er daarom met klem op te
moeten aandringen, dat ten spoedigste worde
overgegaan tot de instelling van niet één,
maar van twee crisisdepartementen, n.l. een
voor de productie en een voor de distributie.
Het eerste zal zich uitsluitend kunnen
bezighouden met de vermeerdering der productie
en hoewel het in een dicht bevolkt land als
bet onze niet gemakkelijk is zooveel voedsel
voort te brengen, dat de bevolking daarvan,
zij het niet rijkelijk, dan toch tamelijk vol
doende kan worden gevoed, twijfelen wij geens
zins aan de mogelijkheid. De moeilijkheid
is vooral gelegen in het verkrijgen van de
medewerking der landelijke bevolking, in het
bijzonder van de boeren. Dit vraagstuk eischt
de volle belangstelling.
Wij willen op deze zaak thans niet verder
ingaan; ons doel was slechts te wijzen op
de noodzakelijkheid van de instelling van een
Crisis-Departement van Productie, dat evenals
een dergelijk departement van distributie,
los moet staan van het tegenwoordige Depar
tement van Landbouw, Nijverheid en Handel.
De Zuivelcourant.
Sneek, 21 Febr. In ons vorig nummer
deelden we mee, dat de slagers hier niet eer
hartverlamming had plotseling het
een liefhebbend vader en echtgenoot,
’t dorp een uitstekend schoolhoofd benomen.
Franekeradeel. Door den heer Burgemeester
dezer gemeente zijn deze week een viertal
geslachte varkens in beslag genomen, afkomstig
huisslachting. Toen de eigenaar hoorde
het verbod van huisslachting ging hij,
hij meende in alle stilte, des nachts 4
krulstaarten afmaken, waarvan het vleeesch
naar een naastbijgelegen familielid werd
vervoerd. De politie kreeg er echter de lucht
van, met gevolg als bovenvermeld. Het vleesch
zal nu onder de ingezetenen worden gedistri
bueerd. Fran. Ct.
Lemmer. De booten van de Holland-
Frieslandlijn zullen tijdelijk slechts drie dagen
per week varen, n,l. Dinsdags, Donderdags
en Zaterdags.
Oppenhuizen, 20 Febr. Heden middag
had het ijs ook hier bijna een slachtoffer ge-
ëischt. De 10 jarige W. v. d. Z. geraakte
door het ijs en werd door toegesnelde hulp
met veel moeite bewusteloos uit het water
gehaald. Gelukkig slaagde men er
levensgeesten weder op te wekken.
N. Sn. Ct.
Toen Woensdagmorgen halfacht B.
Dijkstra in zijn wagentje op den Leeuwarderweg
nabij Goënga reed, zag hij in ee.n opvaart iets
dat hem verdacht voorkwam. Hij kroop uit
zijn wagentje en klom op een hek vanwaar
hij ontdekte, dat iemand met slede en al in
het water lag. D. begon om hulp te roepen
aan een nabijzijnden boer. Twee mannen
gingen er nu met touwen heen en het gelukte
hun den drenkeling te redden. Het was
iemand, die over ijs had getracht veevoeder
te halen. Hij had wel 25 minuten in het
water gelegen. De man werd bij den boer
binnengebracht. Had Dijkstra hem niet opge
merkt, dan zou de man zeker verdronken zijn.
N. Sn. Ct.
Broodvervalsching.
Er worden nogal eens klachten geuit over
vervalsching bij de samenstelling van 't brood.
Met dat murmureeren alléén komt men er
niet. Indien twijfel bestaat over de deugdelijk
heid van brood,- sture men een monster van
dat brood, met vermelding van den naam van
den bakker, aan bet Centraal Broodkantoor
te ’s-Gravenhage, dat dan een deskundig
onderzoek doet instellen naar de samenstelling.
Zooals men weet, bevat op dit oogenbhk
de regeeringsbloem (wittebrood) 60 pCt.
tarwe- en (of) roggebloem, 30 pCt. aardappel
meel en 10 pCt. Amerikaansche bloem, terwijl
het regeeringsmeel (bruinbrood) uit 70 pCt.
ongebuild tarwe- en (of) roggemeel, 25 pCt.
aardappelmeel en 5 pCt. gries en (of) grind
bestaat, met dien verstande, dat er ten hoogste
35 pCt. roggemeel in mag zijn,
De vleeschvoorziening
Door den minister van landbouw is aan de
burgemeesters verzocht het in hunne gemeenten
aanwezige vee te inventariseeren en hem
uiterlijk 23 Februari een schriftelijke opgave
van het bij de veehouders aanwezige vee te
verstrekken.
Daarna zullen controleurs bet vee taxeeren
en zal in nader te bepalen gevallen, tot
inbezitneming worden overgegaan.
Meer en meer dringt zich de ernst aan
het voedsel vraagstuk op.
Langen tijd is het geweest, dat bij de
bevolking omtrent de voorraden onzekerheid
bestond, een toestand, waaronder men zich
allesbehalve gerust gevoelde. Immers verschil
lende maatregelen der Regeering deden reeds
voorlang vermoeden, dat het er met onze
voedselvoorziening slecht voorstond, terwijl
bovendien af en toe zekere berichten den
volke kond deden, dat de aanwezige hoeveel
heden bij nadere inventarisatie nog weer waren
tegengevallen.
Het was dan ook met een zekere spanning
dat menigeen de lijvige Memorie van Antwoord
van den Minister van Landbouw ter hand
nam om kennis te nemen van hetgeen volgens
dezen bewindsman aan voedselvoorraad aan
wezig was.
Bemoedigend is hetgeen de Memorie dien
aangaande mededeelt niet: er blijkt uit, dat
wij bezig zijn het laatste restje op te maken.
Niemand, die ernstig over den toestand
heeft nagedacht, zal er zich over hebben
verwonderd dat de voorraad niet grooter is
dan er in wordt aangegeven. Zelfs boorden
wij iemand de verzuchting slakenals dat
er dan inderdaad nog maar is en als het
maar niet eerlang weer blijkt, dat de hoeveel
heid nog geringer is dan thans wordt opge
geven.
De nog al beangstigende vraag dringt
zich op waarvan het volk gevoed zal worden
wanneer dit restantje binnenkort zal zijn
opgebruikt, terwijl de nieuwe oogst nog niet
ter beschikking zal zijn, of men ondanks de
opgedane ervaringen, toch nog hoop heeft,
dat eenige aan voer uit andere landen zal
plaats hebben? Wij zijn niet in staat te beoor-
deelen in hoeverre zulke verwachtingen recht
van bestaan hebben. Hoe dit echter zij, het
komt ons gewaagd voor iets anders te ver
wachten, dan dat wij een hoogst zorgelijke
toekomst tegemoet gaan.
Wij zullen er ons van onthouden na te
gaan of niet" door tijdig ingrijpen iets gedaan
had kunnen worden, waardoor wij de komende
maanden met eenige meerdere gerustheid
konden tegemoet gaan. De zaken zijn nu
eenmaal zooals ze zijn en voor het moment
is daar niets aan te veranderen.
tot het slachten van rundvleesch zouden
overgaan, of de Minister moest een maximum
prijs voor den inkoop van rundvee vaststellen.
Aangezien ZE. echter dien prijs reeds heeft
vastgesteld, maar h.i. te hoog in verband met
den maximum-verkoopprijs, verkiezen onze
slagers dat de Minister dien verkoopprijs
hooger zal stellen.
Sneek, 21 Febr. Gebouwen en inventaris
van de Coöp. Gebruiks- en productievereeniging
alhier, zijn voor f 18500 onderhands verkocht
aan den bakker E. W. Schaap, alhier.
Sneek, 21 Febr. Hoe broos het leven is,
daarvan deelt men ons hoogst treurig nieuws
uit Nijland mee.
’t Hoofd der Chr. School aldaar, de heer
Straatsma, gehuwd en vader van eenige
kinderen, kwam Zaterdagavond jl. per fiets
van Bolsward.
’t Was juist dien dag de verjaardag van
zijn echtgenoote, en deze wachtte haar man
met de gereed zijnde chocolademelk. De heer
S. kwam koud binnen, ging even bij de kachel
staan om zich te verwarmen, en op het
zelfde oogenblik zakte de man ineen en was
een lijk.
Een
gezin
Na de pauze werd een groot aantal licht
beelden vertoond, -’t Begon met het nog in
wezen zijnde fraaie huis te Edam, thans als
museum ingericht, dat uit- en inwendig een
ongerept beeld geeft van de inrichting,
meubileering enz. van een deftig burgerhuis
uit de 17e eeuw. Met betrekking tot de
leefwijze, gebruiken, feestelijkheden enz. onzer
vaderen kreeg men menig kiekje onder oogen,
waarbij door den Spreker telkens verklaringen
werden gegeven betrekkelijk de costumes, de
eigenaardigheden en gewoonten die in de 17e
en 18e eeuw beerschend waren in 't bijzonder
werden historische opmerkingen gemaakt ten
opzichte verloving, bruiloften en ’t huwelijks
leven uit dien tijd, meestal naar aanleiding
van platen uit die dagen, die nu vergroot op
bet doek werden vertoond.
Alles wat te zien en te hooren werd gegeven
te vermelden zou te vee) plaatsruimte vorderen,
waarom wij ons er toe bepaalden in algemeenen
vorm iets uit de rede en de lichtbeelden aan
te slippen. Een warm applaus bewees dat men
met belangstelling had geluisterd en gekeken,
en de Voorzitter bracht als tolk der aanwezigen
den Spreker dank voor zijn talrijke mede
deelingen en den heer Alt voor diens hulp
bij de vertooning der lichtbeelden.
niet gunstig was, en
in tel waren, waarvan
geheel geen rechten hadden.
De reformatie bracht eenige verandering
in de beteekenis van het huwelijk door voor
te schrijven, dat het voltrekken in ’t open
baar moest geschieden en vooraf moest worden
afgekondigd. Het burgerlijk huwelijk werd
wet, en bruiloftsfeestelijkheden ontstonden om
de gewichtige gebeurtenis luister bij te zetten.
Was de oudste vorm van ’t huwelijk de
roof, later kwam meer de bruidkoop. In
Friesland had men toen de knoopdoek
(knotte), waarin de bruidschat tegenover ’t
geen de man meebracht, werd vergeleken.
Ook wijst de historie op zoogenaamde vrijster-
markten, waar de gegadigden zich kwamen
presenteeren, o.a. was bekend die te Scher
merhorn. Veel werd toen bij de onderhan-
delingen gebruik gemaakt van makelaars, in
Friesland waren ’t meestal vrouwen die deze
affaire uitoefenden. Door oogenspel, maar
ook door teekens, bloemen op de borst of op
de kloppers van de voordeur, door’t brengen
van serenades werd eerst onderzocht of er
kans van slagen was. Bij hezoek dat dan
volgde waren koffiekan, koek, pijp ook teekenen
of men in den smaak viel en zoo niet,
dan was ’t opnemen van de tang door het
meisje een antwoord van een blauwe scheen.
Ten plattenlande bleven die gebruiken lang
in zwang, in de steden ging’t al wat deftiger
toe. Daar was een zang of serenade onder
het raam der uitverkorene meestal de eerste
toenadering, maar ook de kerk, vooral de
orgelconcerten bij avond waren gelegenheden
om elkander te ontmoeten, en natuurlijk ook
de wandelingen naar huis waren dan bijzonder
geschikt om kennis’ te maken. Was een
maal een jong paar in die vorige eeuwen
verloofd, dan was dit een veel vaster
verbond dan in onze tijden, en ’t voerde bijna
zeker tot een huwelijk. De huwelijkscontracten
werden onder de gegoede burgerij meestal door
een notaris opgemaakt en
ondertrouw, wat een tijd was van
en bezoek ten huize van
jonkers en
zij moest dan onder een
d.i. te pronk zitten. Elke feestelijkheid werd
gewoonlijk met een stevigen maaltijd besloten,
terwijl eerst bruidsuikers en bruidstranen
gepresenteerd werden.
Twee dagen voor ’t huwelijk begon het
palmknoopen, dat is, werd, het huis opnieuw
versierd. Dan kwamen de versierde bruidegoms-
pijp en het trouwkistje voor ’t licht. Zondag
en Dinsdag waren de beste dagen om te
trouwen, Maandag en Vrijdag golden als
ongeluksdagen.
Bij de voltrekking van het huwelijk liep
een bruidsleider voorop met ontbloot zwaard,
ten teeken van onderwerping moest de bruid
onder dit zwaard doorgaan. Na de plechtige
voltrekking kwam nog een bruiloft, waarbij
vertooningen en dansen aan de orde van den
dag waren. Ook veel liedjes werden gezongen,
Donderdag werd in „de Doele” de laatste
Nutsavond in dit seizoen gehouden, en daarbij
trad prof. BBUGMANS op met het voor
velen misschien wat vreemd voorkomende
onderwerp: „Van vrijen en trouwen in den
ouden tijd”. De belangstelling was tamelijk
goed te noemen, de zaal was wel niet vol,
maar toch was er een behoorlijk getal opge
komen.
Na een kort openingswoord van den Voor
zitter Ds. Kossen, begon de spreker met op
eenvoudige en duidelijke wijze zijn onderwerp
uit te werken door in ’t algemeen te wijzen
op de belangrijkheid eh beteekenis van het
huwelijk ten opzichte van de maatschappij
en van het menschdom in het particulier en
individueel leven. De oudste vorm van ’t
samenwonen van man en vrouw was onder
de volkeren der oudheid de roof. Er werden
toen in werkelijkheid veroveringen gemaakt
bij dq vrouwen.' Na de stichting van Rime
leest men dan ook nog van de Sabijnsche
maagdenroof. In die oude tijden was ook
poligami geoorloofd, één man mocht meer
dere vrouwen hebben, en ook in ’t oude
testament vindt men sporen daarvan, ’t werd
daar patriarchaat genoemd, iets wat bij den
Islam nog in gebruik is.
Het Christendom bracht het
het enkel huwelijk mee, hoewel in de mid
deleeuwen de beschouwing over de vrouwen
zij eigenlijk geheel niet
i ’t gevolg was, dat zij