No. 27. Verschijnt Donderdags en Zondags 57ste Jaargang. lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1918. Donderdag 4 April. VOOR OER DITTEN EN DATTEN. HET AGRARISCH BEGINSEL. BINNENLAND. r Frisia. Bolswardsclie Courant lil 2e. boter den enkeling en dat het niet bestaan der massa te laten den toevalligen uitslag van het om een~zoo groot mogelijke ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. De kermissen in Schot er land. Heerenveen, 30 Maart. Er gaat een bericht door de pers, dat #de gemeenteraad van Schoterland verleden jaar besloot de kermis sen niet te laten doorgaan, maar dat ze dit jaar wel gebonden zullen worden.” Zooals het er staat, is het waar, maar het is niet de geheele waarheid en kan daardoor een verkeerden indruk wekken ten opzichte van den Scholerlandschen gemeenteraad. In ’t begin van den oorlog, toen we meer dan later vreesden dat ons land in den wereld- strijd zou worden betrokken, werd op de vraag of de kermissen al dan niet moesten doorgaan, geantwoord: Z/Doorgaan natuurrijk, opdat het publiek niet redeneert: ons land loopt zeker weer meer gevaar, want de ker mis in Heerenveen wordt ook al afgelast.” Toen hadden we het, bij al de ellende om ons heen, nog vrij goed. Maar allengs ging de druk der economische zorgen zwaarder wegen en in 1917 achtte de gemeenteraad den toestand zoodanig, dat h?t kermisgewoel daarbij niet zou passen en allerminst een ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden. Franco per post 621/2 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. De oorlog heeft heel wat verandering gebracht: hij beeft tot vermogende lieden gemaakt personen, die te voren het tegen gestelde van kapitaalkrachtig waren, terwijl tal van menschen, die voorheen zich verheugden in het bezit van een grooter of kleiner inkomen uit in Russische effecten belegd kapitaal, deze bron van inkomsten hebben zien opdrogen; hij heeft de waarde van ’t geld teruggebracbt tot een aanmerkelijk lager peil en daarentegen die van alles, wat voor de instandhouding van het leven en van de productie noodig is, belangrijk verhoogd. Bij de zorg voor de verkrijgbaarstelling van levensbehoeften heeft hij de maatregelen der Regeering alles doen omvatten, wat in het leven onmisbaar is. Het lag voor de hand, dat in de eerste tijden van den oorlog de Regeering ingreep. Immers, zij had te waken tegen de nadeelige gevolgen van overdreven angst of overdreven egoïsme der menschen, dat zoo licht er toe komt te vergeten, dat de belangen der gemeenschap niet mogen worden opgeofferd aan die van aangaat het afhangen van streven der meesten portie van den kleinen beschikbaren voorraad voor zich alleen te bemachtigen. ffEr zal^in Nederland geen honger worden geleden” heeft eens onze vorige Minister van Landbouw gezegd, en om dit woord waar te maken was ingrijpen door de overheid onmisbaar. Het lag in den aard der zaak, dat hierbij in de eerste en voornaamste plaats gedacht werd aan den kleinen man voor hem mocht de gelegenheid niet worden weggenomen om zijn deel van het benoodigde levensonderhoud te verkrijgen. De tegenwoordige Minister van Landbouw heeft die zorg eveneens tot de zijne gemaakt. Daar het hierbij de belangen der consumenten betrof en deze niet steeds parallel liepen met die der producenten, zocht de Minister naar een stelsel van maatregelen, waarbij deze tweeërlei belangen elkander in evenwicht hielden, althans die der producenten niet door die der consumenten in het gedrang werden gebracht. Het stelsel van Minister Posthuma bestaat in groote trekken hierin, dat ten behoeve van de belangen der consumenten door Staat en Gemeente groote sommen worden besteed, terwijl ten behoeve der producenten bepaalde prijzen worden vastgesteld, waarvoor verschil lende landbouwproducten door hen moeten worden afgestaan. Tot de landbouwproducten, waaraan de Minister in het bijzonder zijn zorg heeft gewijd, bebooren de melk- en zuivelproducten. De maatregelen, welke ten opzichte dezer artikelen werden getroffm, hadden ten doel zoodanige regeling in het leven te roepen, dat le. de productie van melk voor de con sumptie niet zou achteruit gaan; in de binnenlandsche behoefte aan en kaas voldoende werd voorzien en bovendien export dezer artikelen kon plaats hebhen. De maatregelen, welke ter bereiking van dit doel zijn genomen, en die bij de lezers vanz dit blad bekend mogen worden ver ondersteld, waren in het algemeen gebaseerd op den grondslag^ dat aan de producenten terugbetaling der productiekosten benevens een redelijke winst verzekerd werd. De groote moeilijkheid, welke dit stelsel meebracht, bestaat in de beantwoording der vraag: hoe hoog zijn de productiekosten? Die moeilijkheid wordt vooral hierdoor ver oorzaakt, dat allerlei factoren, welke op dit cijfer invloed uitoefenen, in rekening moeten worden gebracht en een tot in finesses afdalende kennis noodig is, om al die factoren en hunne onderlinge waardeverhouding nauwkeurig aan te geven. De Minister heeft, teneinde te kunnen vaststellen hoe boog de gemiddelde jaarprijs der melk moet zijn, drie factoren in rekening gebracht, nl. een zomerprijs, een winterprijs en de verhouding tusschen zomer- en winter- duur. Op zich zelf beschouwd kan een berekening uitgaande van deze factoren, zeer nauwkeurig zijn, doch zekerheid, dat zij dit is, heeft men niet zoolang niet vaststaat, dat de cijfers, welke aangeven den zomer- en den winterprijs zelve op betrouwbare en volledige gegevens berusten. geldverspilling, waartoe menigeen zich allicht zou laten verlokken. Ook het voorkomen van nekkrampgemallen bier te lande en het gevaar van besmetting werd in aanmerking genomen. Echter kwam in den Raad niet alleen de vraag ter sprake of men, met het oog op de omstandigheden voorloopig voor één jaar de kermis zou op schorten, maar werd ook de beginselkwestie naar voren geschoven, of men niet voor altijd de kermis naar het ver leden zou bannen. Toen deze vraag eenmaal zij ’t dan misschien op een wat ongelegen tijdstip was gesteld, werd ze ook als beginselkwestie, afgescheiden van zakelijke bijmotieven, beantwoord en de kermis werd finaal afgescbaft. De ingebrachte bezwaren tegen dit besluit, o.a. een loopend contract met een caroussel- houder, en protesten van neringdoenden, wogen echter bij Ged. Staten zoo zwaar, dat zij in overweging gaven het Raadsbesluit te herzien. Dit gebeurde en de kermis werd opnieuw ingesteld, al ging zij dan het loo- pende jaar over. Zonder een nieuw Raadsbesluit gaat het instituut der kermissen dus weer zijn gewo nen gang en het is zeker den Raad niet al te kwalijk te nemen, hoewel er nu veel meer nog dan ’t vorig jaar reden zou zijn om de kermis verre te houden, dat daartoe thans geen besluit wordt genomen. Roordahulzum, 30 Maart. Aan een koe van een onzer veehouders werden als bij voer aardappelschillen gegeven. Veel profijt werd hiermee evenwel niet geoogst; bet dier werd ziek, kon niet meer slikken en werd toen afgemaakt. In de keel van het dier vond men... een aardappelschillersmesje. Leeuwarden, 31 Maart. Op de klok zien kan vrijwel iedereen, doch op een afstand van 7 8 kilometer den juisten tijd van een wijzerplaat te lezen, dat zal den meesten wel onmogelijk schijnen. De heer G. G. Schaafsma, opzichter bij de gemeentewerken te dezer stede, is in het bezit van een vernuftig instrument, waarmee hij dit technisch wonder weet op te lossen. Aan de hand van dit instrument wist hij zijn personeel duidelijk zichtbaar te toonen, dat de zonbestraalde wijzerplaat der Tietjerkstertoren vijf minuten voor half 6 aanwees. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Den Haag, 2 April. In den ouderdom van 73 jaar is te Den Haag plotseling over leden de oud-minister van binnenlandsche zaken, Mr. W. H. de Beaufort, lid der Tweede Kamer voor het district Amersfoort. Amsterdam, 2 April. Naar wij vernemen, zal de aanvoer van kolen uit Duitschiand morgen worden stop gezet. Achlum. De „nije tiid” is hwer yn oantocht. Sneintonacht slacht de klok in fire oer. It scil ds nou al ris léste, as it ek hwer sa giet as forlinne simmer. De doarpsklok, dy lette lyk als altiid, dos neffens de aide tiid, mar hja sloeg op ’e nije tiid. Inkelde ljue hiene de klok thiis op ’e nije tiid, dochs oer it algemien woene de measten der neat fen witte Sommigen hiene yn ’e bfis de nije, thiis de aide tiid. Inkele alderwetske ljue tinke, det de nije tiid in Godslastering is. It is oars wol whet jammer det min yn ’e boere-oarden net arbeidsje wol neffens ’e nije tiid, det is in fire earder op ’e klok, mar neffens de sinne op ’e selde tiden as gewoanlijk. Den wier alles yn oarder. Fen it boerefolk wirdt net ferge om moarns earder to begjinnen, mar allinnich om lyk as alle oaren de klok in fire foariit to setten. For hjar seis scoe dit net nedig wêze, mar for in hopen oaren wol. Fran. Ct. Inbraken te Amersfoort. Hedennacht te halfvijf is ten huize van den heer R. Wöhrmann op den Amersfoort- schen Berg iugebroken. De inbreker(s) hebben zich door insnijding van een keukendeurruit toegang' tot hét perceel weten te verschaffen daarna de telefoon onklaar gemaakt en toen twee rijwielen gestolen, verder een en ander overhoop gehaald, twee gouden manchetknoo- pen, een winterjas en een demi-saison, eenige sigaren, een pince-nez en alle broodkaarten medegenomen. Een uur te voren was in de onmiddellijke nabijheid ingebroken bij den heer Waghto, oogarts, vermoedelijk door dezelfde daders. In den laatsten tijd komen veelvuldige inbraken op den AmersfoOrtschen Berg voor. Alg. H. De Maertmoanne hat fêst bang west dat de minsken al to oerdwealsk wirde scoene fen 't moaije waer, en it liket wol, dat er de ljue tasprekt: minskén bikom mar in byteje, hwent tink er om, myn namme is wintermoanne, en nou kin 'k my wol ris tige moai foardwaen, sadat ik wol hwet op simmermoanne lykje, mar dat is samarefkes, en om te toanen dat er wintermoanne wie, waerden de simmerdagen mar gau wer fordreaun, en krioelden fen ’e wike de wiete snieflokken, en wie ’t sa kald, dat de minsken stiene to hanbfitsjen, en de ljue dy ’t de foarige wike, alhiel oanstitsen fen ’t moaije waer, de kachel fen ’e flier brocht hiene, sieten nou yn ’e hfis to tnljen fen ’e kjeld, en bigounen der sterk oer to tinken om de kachel noch mar ris wer to setten. Yn dat stik fen saken binne de ffige.ls yn ’t fjild wer hiel oars, to minsen dy balde hjarren as binne' se fen ’t kalde snijerige waer alhiel net fen ’e wize, en de Ijippen, nou ’t se ienris oan ’t lizzen binne, nou balde se ek faesje, en it mei dan snije ef frieze, de Ijipkes lizze troch. De foarige wike, do ’t de kranten it nijs brochten, dat it earste Ijipaei foun wie, do wie dat for in hopen in hiele tsjin- faller, hwent de foarige Freed, wiene der wit ho folie, dy ’t in aei foun hiene, en elk tocht by him seis dat dit it earste wie en mannicbien wie fen doel der wit hwerearne mei hinne to gean, do 't de Freedtojouns de kranten al dy fiuers oan ’t forslfin brochten, dat se op ien nei earst wieme, en it die al gau bliken dat er fyftich earste Ijipaijen wierne. De oare deis, wie ien aei neat gjin bisünders, hwent do waerden sa mar trije yn ien nést foun, en dat gyng fen ’e wike sa troch, al ho finlijich as ’t ek yp ’t lan wie, in omstan- nichheid der ’t de ffigels lichter oer tille as de aeisikers, dy ’t foar dei en dauwe it fjild yn stekke, en mei heukerjeo en kjeld Jijen in deihierke witte to biskarreljen. Op simmige plakken wirdt it for de jonges, dy ’t ek al folie om aeien it fjild yn stekïe, rommer, trochdat biropsaeisikers hjar bidriuw der op oer joegen, trochdat se, yn dizze djfire tiden, mei aeisiikjen nel ta bjar doel komme kinne en nou wirk dogge dat hjar mear ynkomsten jowt, hwent it is nou ienkear sa, dat in hopen wirk, mear as helte mear fortsjinst jowt as alearen, towyl een Ijipaei, noch al sa hwet de selde prns jildt, liken as dat altiid it gefal wie. Oer fortsjinsten spritsen. Hwet binne faken de boerefeinten biklage, omdat se, wiene hja ienris troud, in takomst fen earmoede foar bjar lizzen hiene, hwent boere- arbeider wêze, wie in libben fen lijen en ilinde sa 't men sei. Né hjer: dan diene de Aiders wiis dy ’t hjar jonges leare lieten for skoalmaster, ef for klerk, sokke jonges koenen er hjar nei sette dat se letter minhear waerden. Mar de fortsjinsten. Yn ’e tsjin- wirdige tiid binne der arbeiders dy ’t hjar for in hiel jier by de boer bistelle for tritich gonne yn ’e wike, en dan hawwe se yn ’e fiugetiid ek nog in boerd fol sfipen brij ta altiid, as dat er dan nog is. Sadwaende is arbeider wêze noch net fen ’t minste. Het verdient de aandacht, dat het streven tot uiting komt om den gemiddelden jaar- productieprijs der melk voortdurend hooger gesteld te krijgen. Dit streven wordt vooral gemotiveerd door de hooge kosten van het krachtvoeder, de hooge arbeidsloonen en de hooge veeprijzen. Inderdaad zijn dit factoren, welke van groote beleekenis op de productieprijzen zijn. Toch komt het ons voor, dat, bij name in Friesland, het gevaar voor overschatting van de beteekenis dezer factoren niet is buiten gesloten en dat het alleszins aanbeveling verdient zich daarvoor in acht te nemen. De productiekosten worden nog door een anderen factor beïnvloed, welker beteekenis naar het ons voorkomt, wel eens uit het oog wordt verloren wij bedoelen de pachtwaarde van den grond. Die pachtwaarde is in niet mindere mate dan de andere factoren afhankelijk van vraag en aanbod. Nu is bet wel opmerkelijk, dat sommige der eerstgenoemde factoren, b. v. de prijzen van het vee en van het veevoeder door de Regeering zijn geregeld. Wat dit betreft heeft de Regeering het volkomen in hare hand invloed uit te oefenen op den productieprijs der melk en zij heeft niet verzuimd dit middel toe te passen. Ten opzichte van de zeer belangrijke factor de pachtwaarde van den grond, heeft de Regeering tot dusver nagelaten in te grijpen. Hierin schuilt meenen wij, een groote fout. Waarom, zoo mag men vragen, moest de Regeering hare handen afhouden van deze zaak, terwijl zij zich wel bemoeide met andere, waarvan de invloed niet verder reikt? Men zal zeggener is onderscheid tusschen b. v. veevoeder en grond, had de Regeering niet ingegrepen in de prijzen van het eerste, dan zou eene fabelachtige opdrijving er van stellig niet zijn uitgebleven en daardoor de melk productie voor een goed deel onmogelijk gemaakt. Wij willen dit gevaar niet miskennen, hoewel het ons voorkomt, dat het door sommigen overschat wordt. Maar wanneer men met dit argument zou willen te kennen geven, dat door het niet ingrijpen inzake de pacht waarde de melkproductie niet in ongunstigen zin is beïnvloed, zijn wij ’t daarmede niet eens. Het is een verschijnsel, hetwelk niet uit het oog mag worden verloren, dat gedurende den oorlog de pachten belangrijk zijn omhoog gegaan. Wat is de beteekenis van dit verschijnsel Deze, dat het causaal verband tusschen ver schillende zaken wordt omgekeerd en daarmede tevens het resultaat der Regeerings-bemoeiïng. Wat oorzaak was wordt gevolg en omgekeerd. Het hooger stellen der productiekosten geschiedt niet, omdat de pachtwaarde van den grond hooger stijgt, maar de pachtwaarde stijgt als gevolg van het hooger stellen der productiekosten. De boeren zullen in hunne onderlinge concurrentie zich tevreden stellen met een zoo laag mogehjke vergoeding voor hun arbeid en bereid gevonden worden een zoo hoog mogelijk deel hunner inkomsten als pacht af te staan. Zoo heeft de Minister in zijne maatregelen, waarschijnlijk onbewust, het middel gegeven om een zeer te betreuren noodlottigen invloed uit te oefenen, een invloed, die vooral in de komende moeilijke jaren na den oorlog tot hoogst ongunstige gevolgen kan leiden. In onze twee vorige nummers hebben wij gewezen op de moeilijke tijden, die, naar wij vreezen, voor de zuivelindustrie te wachten zijn. Aan de moeilijkheden, waarop wij toen wezen, zal de zuivelindustrie niet kunnen ontkomen; zij zal moeten trachten ze te over winnen, te ontwijken zijn ze niet. Daarvoor zal noodig zijn inspanning van alle krachten. Des te meer moet men het betreuren, dat deze strijd nog zwaarder zal worden gemaakt door de gevolgen van de fout, waarop wij wezen, want het is aan geen twijfel onder hevig, dat de omhoog gedreven pachtwaarde niet gemakkelijk weer tot lager peil is terug te brengen en-in elk geval niet dan nadat de nadeelige gevolgen er van zich terdege hebben doen gevoelen. Het beginsel der agrariërs, die zich in ons land tot dusver niet tot een partij hebben gevormd, heeft in de maatregelen van den tegenwoordigen Minister van Landbouw een uitnemende bescherming gevonden. De Zuivelcourant.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1