No. 32. Verschijnt Donderdags en Zondags. 57ste Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. 1918. S.H. Tentoonstelling. S.H. „Klarderij”. Het kantoor van den Gemeente-Architect. Zondag 21 April. VOOR HET VOEDSELVRAAGSTUK. INGEZONDEN. Iets nieuws! Iets nuttigs! Iets moois! Iets belangrijks! BINNENLAND. Alg. H. cI Bolswardsclie Courant Afzonderlijk, vestibule kunt ge die vinden, zegtJ/gömttërT' ~~heid, maar wel ze einde, perk De Zuivelcourant. karper dit jaar zal voor niet Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) het grasland moét van het bouwland ABONNEMENTSPRIJS50 Cents per 3 maanden. Franco per post 621/2 Cents. :e nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. wordt men den grooten van de landbouwpro- van 't geloof aan deze kwak- ADVERTENTIEPRIJS1—7 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Een onzer trouwe lezers, die blijkbaar we) belang stelt in de raadsverslagen, zond ons onderstaande ontboezeming ter plaatsing, geschreven in telegramstijl. Commissie tot nazien Gemeente-begrooting 1917, vindt dat architect een eigen kantoor moet hebben. Architect in zijn nopjes, gaat op onderzoek uit, ontdekt de oude Secretarie in’t Stadhuis. Maakt midden op de oude verbroeide vloer staande, serieuse begrooting, behoeft maar een krats te kosten, voor f 50 is't kant en klaar. B. en W. lekker, dat rapport deskundige na grondig onderzoek zoo gunstig is, deele.n den Raad de ontdekking mede. Een raadslid vraagt „waar is die oude Secretarie?” (een raadslid kan ook niet alles weten). Boven de zalverij 1 De heer Brijnen, hoofd der Haagsche school voor S.H. kinderen, zal met een klasse een openbare les geven in het afzien van den mond. Een der onderwijzeressen van die school zal daar zijn met haar „stand” om belang stelling te wekken voor passend onderwijs aan het S.H. kind. Aan de afdeeling „werkverschaffing en arbeidsbemiddeling” wordt een ruime plaats gegeven. De nood van vele onzer lotgenooten is groot in deze dure tijden! En dan zal de „Moeder der dooven”, onze beste Tine Marcus, een lezing houden over „Het land der eenzaamheid en de weg ter ontkomiug”. De Tentoonstelling is dagelijks geopend van 105 uur. Vrije toegang. Niemand verzuime haar te bezoeken; is een reis naar dè hoofdstad waard. B. 16/4/18. P. v. V. Sneek, 19 April. Van vleescb zijn we 'hier, evenals elders verstoken. We leefden in de veronderstelling, dat deze mi.-ère mis schien weken en weken zou duren, en daar komen heden morgen van de exportslagerij te Akkrum regeeringskal veren (van ’t blauw merk natuurlijk voorzien) onze stad binnen. Wie van de slagers voor een of meer in aanmerking wou komen, had zich aan het bekende adres te vervoegen. Zoo zien we heden bij dezen en genen de pas geboren reeds gemerkte beestjes hangen, om morgen op bon no. zooveel onder de inge zetenen gedistribueerd te worden. Al geeft elk boekje maar één ons we moeten maar blij zijn, dat de Regeering tegen een civielen prijs 50 cent per kilo, ben vleëschsmaak er bij ons, hoe weinig pikant die ook is, tracht in te houden. Sneek, 19 April. Nu het vleesch absent blijft, kwam gelukkig „visch” aan de beurt. Eenige weken geleden verheugden we ons nog dat karren met visch (kleine schelvisch of schol) onze straat binnenkwamen, om tegen Regeeringsprijs 14 ct. per pond, de gevente waar aan den man te brengen. Maar alle goeie dingen nemen een waaronder ook de genoemde visch. Wel kwam ze geregeld hier per spoor aan, maar niet meer terecht in de handen van hen, voor wie ze in verschen vorm bestemd was. Eiken morgen togen onderscheidene personen naar het Station, om eenige pondjes te bemachtigenmaar weinigen gelukte het, moeder de vrouw met een zootje kokers of braders te verrassen. De brutaalsten onder de afnemers wisten soms nog met een bezending huiswaarts te keeren maar verreweg de meesten zagen de venters met hun mand of manden wegrijden. En waarheen? Naar huis, waar ’t grootste deel van het thuis gebrachte zijn weg vond naar de bakpan, om kort daarna in geheel anderen vorm tegen veel voordeeliger prijzen te worden omgezet. Gelukkig dat dit spelletje niet heel lang heeft geduurd. Een paar raadsleden nl. trokken er in een voorlaatste zitting over aan de bel en thans heeft het hoofd onzer gemeente paal en gesteld aan de betrachte onbillijkheid. Op bon no. zooveel kan men nu 's morgens aan het politiebureau één pond visch bekomen. Om verwarring te voorkomen, staat men twee aan twee, evenals een begrafenisstoet achter elkaar, afwacbtende het oogenblik waarop men binnen wordt gelaten, om tegen betaling zijn rantsoen te ontvangen. Réngelaarswenschen. De Algemeene Hengelaarsbond wendde zich met een adres tot den minister van landbouw enz. met bet betoog dat voornamelijk de kleine man de hengelvisscherij benut om zich op goedkoope wijze een uitstekend en voedzaam maal te bemachtigen; daarbij wordt de wensch geuit lo. dat ’t ook in de maand Mei geoorloofd zal zijn met den hengel te visschen en 2o, dat de gesloten tijd voor eindigen op 1 Juni. In een tweede adres verzoekt de Bond naar aanleiding van het groote gebrek, dat thans een groot deel van ons volk lijdt, maatregelen te treffen, dat ook zoetwatervisch, inzonder heid aal of paling, in ruime hoeveelheden en tot lage prijzen beschikbaar worden gesteld. Ander lid vreest, dat kosten hooger zullen worden. Voorzitter zegt, ’t wordt eenooudig en goedkoop ingericht, met linnen en behang afgesloten. De Wethouder van openbare werken, die volgens zijn zeggen geen kennis van timmeren heeft, (raadsverslag 11 April, Bolsw. Courant), zegt, dat alles vooraf goed onder oogen is gezien. De Raad geeft toestemming er dan maar f 50 voor uit te trekken. Architect begint te timmeren, ontdekt dat kantoor te klein wordt en de vloer verbroeid is, krijgt toestemming maar grooter te maken en nieuwe vloer te leggen, ’t kost immers maar f 50. Kantoor bijna klaar. Architect vindt, dat het ook gemeubeld moet worden. B. en W. vinden dat ook, stadswerklieden kunnen die wel maken, dan kost 't niet veel. Architect begint bij B. en W. te vragen om een draaibare teeEêntafel (alles draait tegenwoordig). Kan hem eerst niet los krijgen, maar houdt maar vol. B. en W. dat gevraag moede, geven toe. Ververs brengen alle kleuren die bekend zijn op muren en schuttingen aan. Stoffeerder legt cocosloopers met toebehooren, de fitter legt gas aan en... klaar is Kees. Men denkt, dat B. en W. de raadsleden nu inviteeren om te laten zien hoe netjes dat voor vijftig pop is klaar gespeeld. Is niet geschied. Raadsvergadering 11 April, (wijziging be grooting), gooit een raadslid roet in ’t eten, vraagt wat de vertimmering heeft gekost. Antwoord f 372.27r/2! Andere leden beginnen hun gemoed te luchten, de een vindt ’t te lucratief ingericht, een ander zit de inrichting dwars, zegt timmerlieden zijn geen meubelmakers en dan nog wel vreemde timmerlieden. Meubileering had bij den Raad moeten worden aangevraagd. Een derde lid vindt het antwoord van den Wethouder van openbare werken naïef en protesteert tegen eigenmachtig optreden. De Wethouder doet nog een poging de zaak goed te praten. Voorzitter zegt, dat bet eenvoudig een verrassing voor B. en W. is geweest; zeker niet een van de aangenaamste. Wijziging wordt tenslotte met algemeene stemmen goedgekeurd. Hulde aan de raadsleden die bun afkeuring te kennen gaven. Deze handeling doe hen op hun hoede zijn bij een eventueel voorstel tot verbouwing Raadhuis of Secretariegebouw. Deze perzik smaakt niet naar meer. Langzaam, heel langzaam aan zich in ons land bewust van ernst van het voedselvraagstuk. Aan het einde van het groote levensmiddelen-debat, welks breede opzet omgekeerd evenredig was met zijn diepte, heeft de Minister van Binnen- landsche Zaken eene verklaring afgelegd, waarin als eerste punt werd gesproken van de bij de Regeering bestaande overtuiging, dat het noodzakelijk is, om meer dan tot dusverre, de uiterste zorg te besteden aan de opvoering van de productie tot het hoogst mogelijke peil. Wij zouden zoo zeggen, dat, wanneer de Regeering aan de opvoering der productie tot dusverre de uiterste zorg had besteed, die zorg in de toekomst niet nog uiterster kon zijn. Maar wij willen geen taalkundige sophisterij beoefenen en volstaan met te constateeren, dat de beteekenis dezer ministeriëele woorden geen andere kan zijn, dan de erkenning, dat de Regeeringszorg nopens het vraagstuk der voedselproductie tot dusverre onvoldoende is geweest, wat trouwens iedereen in den lande allang wist. Het kan aan geen twijfel onderhevig zijn, dat de tijdelijke voorzitter van den Minister raad deze verklaring heeft afgelegd, in overleg met den Minister van Landbouw. Houdt nu deze verklaring in, dat de Minister van Land bouw op het tijdstip, toen zij werd afgelegd, reeds een bepaald plan had ontworpen, volgens hetwelk hij zou werken? Wij bedoelen niet een tot in détails uitgewerkt plan. De Minister president heeft, het moet worden erkend, zulks niet gezegd; hij heeft het ook niet ontkend, en daarom mag bet worden betreurd, dat geen der Kamerleden over de beteekenis der Ministeriële woorden inlichting heeft gevraagd. Waar het om zulk een hoog belang gaat, namelijk om ons volk voor verhongeren te bewaren, daar bad het, dunkt ons, voor de hand gelegen, dat dadelijk b.v. gevraagd was: le: Heeft de Minister van Landbouw al een plan gevormd, volgens hetwelk hij de voed selproductie tot zoo hoog mogelijk peil denkt te kunnen opvoeren? 2e: Indien een dergelijk plan reeds bestaat, wil de Minister dan daaromtrent eenige mede- deelingen doen? 3e: Indien zulk een plan nog niet bestaat, op welke grond steunt dan de verklaring van den Minister van Binnenlandsche Zaken 4e: Wanneer in bet geval in de derde vraag bedoeld, de verklaring de beteekenis eener toezegging heeft, mag dan worden verwacht, dat de Minister van Landbouw de vorming en uitwerking van een plan in de hoogste mate urgent acht? 5e: Wanneer de vierde vraag bevestigend wordt beantwoord, is dan de Minister van Landbouw in staat en bereid om, zoodra een vast plan door hem is gevormd, daar omtrent inlichtingen te geven? 6e: Indien het antwoord op de vijfde vraag bevestigend luidt, wanneer kunnen deze inlichtingen dan worden tegemoet gezien? Het wil ons voorkomen, dat men het nu ver genoeg heeft laten komen en dat het nu maar eens uit moet zijn met de femelende berichtjes van „bevoegde zijde”, welker tenden- tieuse strekking een andere schijnt te zijn dan om de hoeveelheid voedsel te vermeerderen. Ten bewijze dat intusschen ook de graanbouw in ons land allerminst is verwaarloosd”, zoo lezen wij ergens, „moge strekken, dat van de oogst 1916 zijn binnengehaald 120.000 ton rogge. Er is thans echter van den oogst 1917 al ruim 165 000 ton rogge binnen, dus 45.000.000 Kg. meer dan verleden jaar, terwijl voor dit jaar gerekend wordt op eene totale opbrengst van 240 000 ton”. Heel aardig zijn zulke cijfers, die alleen voor rogge een vermeerdering der productie met 100 pCt. in 2 jaren tijde aangeven. Maar hun waarde voor de volksvoeding is niet groot en ze doen niets af aan het feit, dat de met graan bebouwde grond in ons land in de laatste 30 of 35 jaar met ettelijke duizenden hectaren zijn verminderd. Het doet daarom goed, van onverdacht bevoegde zijde ook eens iets anders te lezen. De bekende schrijver van de „Landbouwkro- niek” in de Leeuwarder Courant, zegt o.m.: Zal er een teeltregeling komen, die zoo veel als mogelijk is, voorziet in de-behoefte aan plantaardige stoffen, welke in de toe- Van 25 April tot 5 Mei a.s. zal te Leeu warden een Tentoonstelling worden gehouden van het werk van de Vereeniging tot be vordering der belangen van Slechthoorenden” (S.H.) Daar zullen worden geëxposeerd tal van zaken, welke voor S.H. van het grootste belang zijn. In de eerste plaats zal de aandacht ge trokken worden door de uitgebreide collectie gehoor-instrumenten, welke onder deskundige leiding door ieder gratis kunnen worden be proefd. (Elk instrument wordt na gebruik making gedesinfecteerd en is terstond weer gereed voor de volgende aspirant.) Doch er is meer te zienMen vindt er o. a.Een bel voor dooven, een eenvoudig practisch toestelletje; een electrisch „Klingel- zeichen-apparaat, deurkloppers zeer prac tisch (ik heb er zelf een op de deur van mijn studeerkamer.) Al deze instrumenten zijn onmisbaar voor menschen, die wegens doofheid de bel niet meer hooren, of niet bemerken, dat er op de deur getikt wordt. Verder handalpbabetten, draagpenningen, fiets- schilden, sluitzegels, prentkaarten, cartons met opschrift „spreek s.v.p. wat duidelijk, ik ben slecbtboorend” enz. enz. Voorts tal van op schriften. En niet te vergeten „De Gruwelkast”. Dit is het kastje, waarin alle Jw^r«Z»m-artikelen, van de genees(!)middelen van Elmer Sherley af, tot die kleine, gevaarlijke, peperdure, niets waardige gehoorbuisjes toe, bewaard worden. Ook dat tuig mag gratis beproefd worden en dan is men zeker genezen, niet van doof- komst niet kunnen worden gemist, dan moet aan twee eischen worden voldaan en wel le: de oppervlakte van worden verminderd, die worden uitgebreid. 2e: de bestemming van het thans aanwezige bouwland moet voor een belangrijk deel worden gewijzigd, zoodat niet meer datgene wordt verbouwd, wat de markt en yooral de buiteulandsche markt vraagt, maar wat voor de voeding der bevolking niet kan worden gemist. Men zou in het algemeen ook kunnen zeggen: Onze landbouw en onze veeteelt, die in de laatste tientallen jaren export- bedrijven zijn geworden, moeten worden omgezet in bedrijven, welke er naar streven, het binnenland zooveel mogelijk van voedsel te voorzien. Om dit doel zooveel mogelijk te benaderen (bereikt zal het in geen geval worden, wij moeten al blij zijn, indien wij aardig in de richting schieten!) is scheuren van grasland niet voldoende. In verschillende opzichten moeten ook onze gemengde be drijven een niet onbelangrijke wijziging ondergaan. Een dergelijke regeling uit te werken, zal een arbeid worden van grooten omvang, doch wij hebben voor 19)9 nog ruimden tijd en voor het oogstjaar 1918 is toch niet veel meer te bereiken, dan alleen dit, dat zooveel mogelijk bouwland en grasland voor de teelt van menschelijk voedsel wordt aangewend. Eu wanneer de hoofdlijnen van een plan eerst maar goed zijn uitgezet, dan valt de verdere uitwerking wel eens mee. Doch van één ding dient men zich wei goed rekenschap te geven. Zal een dergelijke regeling slagen, dan heeft men noodig een zoo krachtig mogelijke mede werking van alle grootere en kleinere grondgebruikers. Wij hebben nu al vast twee organisaties noodig, die heel wat moeite zullen kosten. le: eene, tot verbetering der distributie, die ondanks eene proefneming van een paar jaar in verschillende opzichten nog op een janboel lijkt. 2e: eene tot regeling ductie in de richting, zooals boven is aan gegeven en die niet minder zwaar werk zal krijgen, als die voor de distributie. Verzekert men zich niet van de loyale medewerking der boeren, dan zoude daar nog een derde organisatie bijmoeten, namelijk die, om onwillige boeren in het rechte spoor te houden. En dit juist acht ik beslist onnoodig. Inlien men slechts zorgt, dat de teelt der verschillende gewassen, welke wij in de eerste plaats noodig hebben, behoorlijke kansen op winst biedt. Niettegenstaande de landbouw een der bedrijven is, die zich het minst gemakkelijk aanpassen aan gewijzigde omstandigheden, heeft de ervaring geleerd, dat onze boeren daartoe zeer wel in staat zijn, indien dat voordeel belooft. Ik heb het volle vertrouwen, dat dit thans ook en vrij snel zal geschieden, als aan dezelfde voorwaarden wordt voldaan. Deze woorden verdienen in den Haag te worden gehoord en overwogen. De tijden zijn ernstig.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1