lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 35. 57ste Jaargang. 1918. ra I B Donderdag 2 Mei. VOOR C|. i Ik vraag nog eens sympathie voor de boeren. - I I Dongjum. BINNENLAND. Frieslands Greidhoek, 29 April. Waren de verwachtingen onlangs, dat het voorjaar zich gunstig zou laten aanzien, zelfs de meest optimistische verwachtingen zijn nog over troffen'. Bolswardsche Courant bill tusschen verkoop met schade of voedering met zoo in beslag i het Alg. H.: Er is moed tijd, waarin van alle zijden ij onze dorpen die zweetend, niet alhier, is van om zijn eigen vette dns, zooals men dat jaren gewend is, eigen t\ v het watergebouw en ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 60 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Afzonderlijke voor de ijverige werkers op straks weer ploeterend en wetend van arbeidsduur en geestelijke ontwik keling, zullen zorgen, dat ons volk te eten krijgt als men hun hiervoor eerlijk geeft wat hun toekomt. En dan komt den eenvoudigen landman eer waardeering toe dan de hoon van den stedeling, de verontwaardiging van den leek en de minachting van den deftigen Nederlander, omdat er ook daar als onder alle menseden verkeerde lieden zijn. Wil men critiseeren, ons goed, doch men denke aan hetgeen de Amsterdamsche wethouder Vliegen naar aanleiding van klachten over de boeren in een van de laatste raadsvergaderingen zeide: „Men generaliseere niet”, want daardoor treft en kwetst men, stoot men af, waar samenwerking in het belang van heel ons volk voor de komende jaren plicht zal worden en verbittert een geheele klasse lieden, die voor ons allen tot de meest onmisbare klasse in deze ellendige tijden behoort. ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 8 maanden. Franco per post 62!/2 Cents. nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. in beslag genomen voeder, daarbij zien, hoeveel geld er door ondoelmatige organisate verloren gaat... zou alleen de landbouwer dan niet bestand zijn tegen de verleiding? Weten, dat de regeenng veevoeder distribueert, dat zonder eenige controle wordt gefabriceerd en waarbij de ergerlijkste praktijken voorkomen; weten, dat handelaren in kalkmergel, compost, terp- aarde, alle middelen, die hem in staat zouden stellen grooler productie te krijgen, schatten aan deze stoffen verdienen en dan graan moeten afstaan voor prijzen, die voor de lichte gronden verliezen beteekenenzien, hoe de regeenng langzaam maar zeker een rentegevend bedrijf voor onze kleine plattelanders, de varkensmesterij, door onwetendheid en foutieve regeling den grond in boort en zich nu ver beeldt, deze mesterij weer tot bloei te kunnen brengen... laat men dan toch eens eerlijk in dezen demoraliseerenden tijd zijn en zichzelf afvragen of men een oogenblik anders had gedaan. Geen voedsel te hebben varken te mesten en reeds tientall.en van spek en vleesch in den winter en een deel van den zomer te hebben (in het warmste deel van den tijd eet men weinig spek en vleesch) en genoodzaakt te zijn een mager, jong koetje te slachten om vleesch te hebben, ook al dikwijls omdat het diertje in den herfst zoo goedkoop was, dat men het beter zelf kon opeteu dan het te verkoopen... en dan rogge in huis te hebben, tarwe te hebben en van de regeering op zijn aanvrage 20 40 pCt. veevoeder toegewezen te krijgen voor bepaalde dieren en voor andere niets. Wij vragen ieder lezer eerlijk, is het menscheltjk van deze eenvoudige lieden, want het meerendeel van onze plattelanders zijn hardwerkende, eenvoudig levendige boertjes, dat hun de gal overloopt en zij dingen doen, waarvoor zij anders zeer zeker te fatsoenlijk zouden zijn? Wij kennen gelukkig stedelingen, die wij, na dit eerlijk uiteen te hebben gezet, boorden antwoorden „ik had hetzelfde gedaan” en dat waren toch achtenswaardige, vrijzinnige menschen. Zeker, bet achterhouden bij landbouwers, die meer dan genoeg hadden, die weelde kenden, die oorlogswinst maakten, verdedigen wij niet en nooit en wij hopen als ieder, dat dergelijke lieden streng gestraft zullen worden, doch er is groot verschil tusschen den boer, die om eigen vee den mond open te houden, om eigen bedrijf aan den gang te houden, en eigen levensmiddelen te kunnen produceeren zooals hij dat jaren voor den oorlog reeds deed, rogge achterhoudt of den boer, die om zuiver geldelijk winstbejag te behalen ditzelfde doet, en dit wordt te veel uit het oog verloren. Dan het achterhouden van vleesch en spek en het in voorraad hebben van deze thans zoo begeerde levensmiddelen. Men vergete hierbij toch weer niet, dat heel wat lieden op het platteland en bijkans alle boeren (wat iedere slager in de dorpen kan getuigen) steeds wintervoorraad vleesch hadden, steeds een varken voor eigen gebruik slachtten en ook dikwijls zelf in den herfst een provisie voor bijna het geheele jaar aan worsten, spek, ham, rookvleesch enz. hadden. Dat was eigen productie, was niet tegen woekerprijzen gekocht en stilletjes gehamsterd, doch kon men open en bloot aan den zolder zien hangen. De stedeling trok daarvoor maar al te dikwijls zijn neus op en at liever versch vleesch dan al deze gerookte en gezouten waar. En nu die boer voor dit jaar hetzelfde heeft gedaan en hij een voorraad vleesch heeft gehouden in dezen herfst en winter, terwijl hij toch door geen enkelen maatregel hierin belemmerd werd, wordt hem een verwijt van hamsteren gemaakt en regent het ingezonden stukken aan zijn adres. Zeker, men heeft het nu op het platteland beter dan elders, doch hoeveel jaren heeft men het er slechter gehad? Hoeveel jaren kon ieder dorpsonderwijzer, ieder dorps dokter misschien niet meer dan eenmaal per week versch vleesch krijgen, omdat de slager niet meer slachtte, hoeveel jaren was lekker wittebrood van gebuild meel een luxe doch at men grof tarwebrood, roggebrood, en „mik”?.Gaat het dan aan, nu tekeer te gaan tegen het platteland, nu de economische omstandigheden, zelfs al gebeurt er niets bijzonders, doch behoudt alles daar zijn gewonen loop van voor den oorlog, van dien aard zijn geworden, dat het leven daar beter is uit te houden dan in de steden? Intusschen, ik vraag nogmaals sympathie Eier zoeken. Wartena, 29 April, 't Is weer afgeloopen met deze voorjaarssport, zou men kunnen zeggen. Gister, Zondag, was het nog eens een fabelachtig aantal, dat zich beijverde om eenige eitjes te vinden. We hoorden dat een der clubjes van 6 man, 96 eieren, waarbij 24 kievitseieren, had gevonden. In weerwil van het groote aantal zoekers, blijft er nog veel liggen, zelfs zitten enkele vogels, zooals de tuureluur, nu al te broeden. Nog sterker, reeds de vorige week vond men te Eernewoude, waar men veel naar eende-eieren zoekt, een... mooi kroost eende kuikens, zwemmende achter de moedereend aan, in de uitgeveende plassen aldaar. Witmarsum, 27 April. Van den gemeente veldwachter B. alhier, zijn twee stukken paardenrookvleesch gestolen, die aan den muur der buitendeur hingen. Van den dader geen spoor. Stavoren, 29 April. Heden werd alhier de eerste ansjovis aangeveerd (ongeveer 9000 stuks.) Men staat er gewoon verbaasd over, waar het gras zoo spoedig vandaan is gekomen. Er zijn vele weilanden, waar bet vee dringend noodig in moet, anders is er een teveel aan gras. Er zijn echter ook landerijen, waarvan de zode nog niet sterk genoeg is, om het zware vee toe te laten. In de lagere streken is men met enkele buitenlanden reeds aan ’t afmaaien die gedeelten n.L, die de bekende „lies” opleveren. Dit is bruikbaar voor «tal voer voorloopig. Over ’t algemeen zijn de beesten in een slechte conditie uit den stal gekomen. Ze zuilen nu spoedig zich herstellen, als het weder wat meewerkt. Naar men ons meedeelt, is bet aantal stuks vee vrij wat minder, men spreekt van wel 30 procent, dan verleden jaar. De melkopbrengst haalt ook bij lange na niet het gewone cijfer van om dezen tijd. Blijft echter de weergesteldheid gunstig, dan zal in de greidstreek vrij spoedig veel van den achterstand worden ingehaald. Lesuwarden. In den nacht van Zaterdag op Zondag zijn, op het spoorwegemplacement in een goederenwaggon een varken en een kalf geslacht, zeer waarschijnlijk door leden van bet spoorwegpersoneel. Het vleesch, dat in manden gepakt was, werd door de politie gevonden in genomen. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Door den slager Jac. Wiersma den landbouwer H. Roorda een geit aangekocht voor de enorme som van f 150. In dezen tijd van extra hooge vleesch- prijzen is dit zeker toch nog iets buitengewoons. Deskundigen beweren, gezien de groote hoe veelheid vet, welke het dier na slachting opleverde, dat de „sik” evenwel nog niet te duur was betaald. Fran. Ct. Sneek, 30 April. Onlangs meldden we dat de Wachtmeester der Marechaussee’s alhier beslag had gelegd op bijna 900 nikkelen stuiverstukjes, die dezen in bezit vond van den koopman Sj. W. te Hommerts. Men schrijft aan voor noodig in een op onze landbouwers wordt afgegeven, nogmaals de verdediging van deze groote categorie van ons Nederlandscbe volk op zich te nemen. Waar toch in alle bladen ingezonden stukken zijn te vinden over de gruwelijke zelfzucht van onze plattelanders en er steeds meer stemmen worden geboord om tegenover de handelingen van deze lieden krachtigen dwang te stellen, zoude het bijna onbeschaamd zijn iets ter verdediging van onze ooeren in het midden te brengen. Als wij dat dan ook doen is dit niet terwille van dien stand, doch is dit terwille van het geheele volk, dat in zijn geringe kennis van toestanden op ons platteland in zijn te begrijpen naijver op lieden, die nog wel over levensmiddelen beschikken en in zijn geringe waardeering die het steeds voor den landbouw heeft getoond te bezitten, zich laat verleiden woorden te uiten of op te nemen die beter nooit waren geuit, want die oorzaak zullen zijn, dat men tegenwerking van deze plattelanders krijgt op een wijze, die voor onze geheele volksvoeding de bedenkelijkste gevolgen kan hebben. En als men denkt, dat men onze bodem- productie door dwang kan verbeteren en op deze wijze zijn doel kan bereiken, spiegele men zich toch eerst eens aan al de naburige landen, waar men duidelijk heeft ingezien, dat dwang niets hielp, soms het zelfs tot schade heeft ondervonden en er steeds op uit is medewerking te verkrijgen in plaats van af te stuoien. Als een Eugelsche minister dank brengt aan de boeren van zijn vaderland voor alles wat zij hebben gedaan, moge dat een Neder lander zonderling in de ooren klinken, men neme echter in aanmerking dat het Eugelsche Parlement en de regeering door rationeele prijszetting van noodzakelijke gewassen, door deskundig samengestelde bouwplannen, door krachtige hulp waar dit noodig was, hebben getoond een juister begrip te hebben, van wat men moest doen terwille van de bodem- productie dan bij ons het geval is geweest. Wij komen daar nu niet nader op terug doch vermelden alleen nog even, dat er nu, nu de nood op het hoogst is, wel geld voor bruine boonen kan worden gegeven om deze teelt aantrekkelijk te maken, doch alle pogingen van deskundige zijde ondernomen om reeds verleden jaar door dit systeem onze productie te vergrooten, schipbreuk hebben geleden op de schrielheid van onze regeering, waar het aanmoediging van de productie betreft, terwijl daarnaast voor de distributie met het geld weid gegooid. En nu de feiten, die, ook in dit blad, den landbouwers verweten worden. Allereerst dan het achterhouden van graan. Strafbaar en laakbaar in hooge mate en oorzaak van talrijke ongewenschte toestanden, als smokkelarij, woekerwinstmakerij, bedrog, enz. En hier treffe als het mogelijk is, de wet krachtig allen die zich aan deze praktijken hebben schuldig gemaakt. Men bedenke echter, welk een indruk het op den landbouwer moet maken, dat de particulier, die verleden jaar land pachtte om er aardappelen of boonen te telen, deze voor eigen gebruik mocht houden, wat nu ook dit jaar weer het geval zal zijn, terwijl de boer alles moest afstaan. Als minister Posthuma betoogt, dat alle burgers gelijk zijn en den boer dus niets kan worden gelaten, kan men mij, als ik in mijn tuin aardappelen en bruine boonen voor eigen consumptie heb gebouwd, opk niets laten of men moet dat ook doen aan het keuterboertje dat naast me woont en al zijn rogge en zijn boonen heeft moeten missen. Als een gemeente voor zijn inwoners land mag huren en bebouwen en een deel voor eigen consumptie houden, waarom is dat dan geen ongelijkheid scheppen en is bet dat wel als men den landbouwer een deel van zijn product voor eigen gebruik laat En dit is een van de grootste oorzaken, waarom achtergebouden is. Neemt men daar nu nog bij, dat het vee in den herfst zoo goedkoop was, dat de boer het liever hield dan het te-verkoopen en in den winter het niet voldoende kon voeden, dan is daarbij een tweede verleiding, waaraan hij blootstond, weergegeven. Vee hebben, dat rammelt van den honger, de keuze te hebben De geldstukjes werden gezonden naar de Residentie, onder beheer van den Min. van Landbouw, W. had de geldstukjes, deelt men mee, opgekocht voor 10 ct. gemiddeld perstuk. Thans heeft de opkooper uit Den Haag een som ontvangen die de werkelijke waarde van de in beslag genomen muntstukjes is. Sneek, 30 April, ’t Verhaaltje in de Leeuwarder Courant van Ziterdag j.l. dat er hier een poging tot diefstal heeft plaats gehad in ’l kantoor van ’t Correspondentie- bureau der Ned. Bank is van allen grond ontbloot. De directeur, de heer Hingst, zag j.l. Woensdagavond te 11 uur op zijn slaap kamer boven ’t kantoor een man op de naald van een dak tegenover die kamer. Wat die man in den zin had, is niet bekend, wijl hij zich terstond verwijderde, toen de heer' H. even een waarschuwende stem had laten hooren. Sneek, 30 April. Daar 't vervoer van alle eieren stop is gezet, was het te rijmen, dat de prijs der kievitseieren heden morgen wel laag moest zijn. Toch was ’t nog een teleur stelling voor tal van boertjes, toen dezen moesten vernemen, dat hun fijne waar op langena geen dubbeltje kon halen. Wel bleven velen met hun mandjes op en neer loopen, in de hoop, dat de prijzen zouden oploopenmaar alle moeite scheen vergeefs; zelfs werden eenigen door dat lange wachten nog genoodzaakt- voor een halven cent minder hun bezit van de hand te doen. In ’t geheel werden heden ongeveer 4500 kievitseieren aangevoerd en 100 bonte. Wat nog zelden of ooit is gebeurd voor de z.g. sebrieseieren >werd dezelfde prijs als voor.de kievitseieren besteed. Van .26 Maart tot en met beden kwamen hier in 't geheel ter markt ruim 27000 kievitseieren of 18000 minder dan ’t vorig jaar. De hoogste prijs was op 26 Maart 65 70 ct., de laagste op beden 7J/2 ot> Bonte werden in ’t geheel ruim 1000 aan gevoerd, laagste prijs 4, hoogste 8 ct. Sneek, 30 April. Onze stad begint eiken dag bijna een treuriger aanblik te krijgen. De eene etalage verdwijnt na de ander uit gebrek natuurlijk aan de materialen, om te etaleeren. Slagerswinkels, waar in den regel de fijnste waar volop hangt, zijn thans herschapen in een vischwinkel, waar men buiten de distri butie om, thans versche en gebakken visch kan bekomen. Alleen de banketbakkers en manufacturiers maken op de tegenwoordige malaise nog een- uitzondering. Eerstgenoemden vreezen wel dal hun zaakjes eerlang gedaan krijgen, maar tot heden ontvangen de meesten nog een rantsoen meel voor hun bedrijf, ’t Is te rijmen dat de zoete waar steeds in prijs rijst, maar dat rijzen houdt nog allerminst verband met den aftrek. Want dag uit dag in zijn onze confiseurs nog dubbel tevreden over ’t winkelbezoek, dat vooral des Dinsdags en Zaterdagavonds meest buitengewoon druk is. „Hoe langer we met de broodkaart toe moeten”, zegt de suikerbakker, „hoe voordeeliger voor ons”. En zoo is 't werkelijk wat de maag tegen woordig aan brood tekort schiet, dat tracht men door taart of banket aan te vullen. Ook de manufacturiers hebben nog aller minst reden tot klagen. We hebben dat kort geleden al even aan geroerd laat ons er nog bij voegen, dat die luitjes er op verre na nog niet aan behoeven te denken dat hun magazijnen eerlang zullen zijn uitverkocht. De vrees die men ons daarvoor doet koesteren, staat in direct verband met het stijgen der prijzen. Laat ons dit allesbehalve opgewekt verslag eindigen met de mededeeling, dat ook onze Kippenmarkt op heden haar laatsten adem heeft uitgebluscht. Verschillende veehouders in de Wouden beginnen weer een deel van de melk hunner koeien te karnen. Nu boter en vet niet meer verkrijgbaar zijn, behelpt men zich op deze wijze. De prijzen van het vee, in casu schapen en lammeren, zijn ongekend duur. Maar de huur van de weide houdt daarmede, vrij wel gelijken tred. Zoo kon iemand in het midden van Achtkarspelen voor drie schapen met lammeren, weide bekomen tegen f 10,50 per week-. Geen andere gelegenheid vindende, moest de man, noodgedwongen, van den zuren appel bijten.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1