liéuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
57ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
1918.
No. 36.
Zondag 5 Mei.
HET 1-MEIEEEST.
VOOR
BINNENLAND.
Bolswardsclie Courant
I
nog
van
den 17-jarigen
tot 3 jaar
en onder
en tegen de
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgen»
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is iele fonisch aangesloten onder No. 4.
Lemmer, 2 Mei. De laatste dagen zijn
hier reeds enkele ansjovischjes aangevoerd, in
’t geheel 200 stuks mooi van stok. Daar
deze vischjes hier echter nog sporadisch voor
komen (ze worden in de haiingnetten gevangen)
zijn onze visschers nog niet met deansjovis-
visscherij begonnen, te minder nuhetharing-
visschen, tengevolge van den Hinken prijs,
die voor de haring wordt besomd, nog zoo
goed loonend is.
Heerenvaen, 2 Mei. Door den Burgemeester
van JEngwirden is beslag gelegd op tien
kistjes zeep, die onder beheer van een beton
werker werden gevonden. De zeep is later
teruggegeven, om in den winkel te worden
verkocht.
de pauze het tooneelstukje
de grens”.
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 8 maanden.
Franco per post 621/2 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Eenheidsworst.
Schoterland, 1 Mei. Een deel der inge
zetenen heeft er over geklaagd, omdat ze van
de aangekondigde eenheidsworst niets hebben
kunnen krijgen, en een ander deel heeft met
nog meer reden er over geklaagd, omdat ze.
er wèl van gekregen hebben. Want het was
een overgebleven rest van de vorige verstrekking
en nu bleek, dat het met de hooggeroemde
duurzaamheid van eenheidsworst maar larie is.
Voor zoover de worst in een kelder bewaard
was, om uitdrogen te voorkomen, was ze voor
driekwart bedorven. Zelfs de kat bleef er een
toonbeeld van eerlijkheid en braafheid bij. En
winkeliers, die de worst op een droger plaats
hadden overgehouden, vonden ze zoo uit
gedroogd, dat ze lang niet tot hun gewicht
kwamen. Zoodat èn consumenten èn verkoopers
te klagen hadden.
Snoek, 2 Mei. Hedenmiddig werden hier
uit onderscheidene gemeenten Sneek, IJlst,
Wijmbritseradeel, Sloten, Hemelumer Oldepb.
en Nw., enz., een 300-tal runderen door
verschillende veehouders aangevoerd, alle op
gevorderd door de regeering. De gansche
aanvoer gaat hedenavond naar Akkrum, om
aldaar in de exportslagerij te worden geslacht.
Leeuwarden, 1 Mei. Het Bestuur van
den Frieschen Slagershond zal er bij den
Minister op aandringen, om, wanneer te
eeniger tijd vleeschdistributie komt, hetzij van
runderen, kalveren, varkens, schapen of
paarden, aan de slagers ter plaatse te ver
gunnen dit vee te slachten, of gecombineerd
plaatselijk, gelijk bij de varkensdistributie.
toen kwam na
«Het schot aan
Dit dramatische schetsje werd goed gespeeld,
maar 't stuk was, naar onze bevinding, niet
van het gehalte als „Het licht in den Nacht”
van denzelfden schrijver. Daarvan was de
inhoud meer degelijk. Het gold hier een
jongehuwd paar dat woonde in een dorp aan
de grenzen, doch daar niet aardde en om wat
vooruit te komen liet de jonge man zich
overhalen, om bij een smokkelzaakje behulp
zaam te zijn. De jonge vrouw, die zulks
merkte, werd zeer ongerust en toen
veel te dicht bij haar ramen dien nacht een
schot viel, schrok zij dermate, dat zij bewuste
loos, misschien dood was.
De verschillende rollen werden goed ver
tolkt. Bertha en haar moeder speelden beiden
perfect, maar de inhoud was te simpel om
ons te boeien.
Misschien ook dat de zeer armoedig ver
lichte en onverwarmde zaal ons temperament
wat pessimistisch stemde, zeer zeker was
een troepje jongelui, dat vooral in de pauze
herrie en drukte maakte, de oorzaak, dat bij
ons de feeststemming aan het einde van den
avond beneden nul, dus onder ’t vriespunt
daalde.
De Voorzitter sprak nog een kort sluitings-
woord, wAarin hij dank bracht aan den Spreker
voor de duidelijke uiteenzetting van de ideeën
en wenschen der sociale partij, ook een woord
van lof en hulde wilde bij brengen aan het
zangkoor, en niet minder aan de tooneelclub,
die door haar spel propaganda heeft gemaakt
om te leeren zien in welke tijden wij leven.
Want wat daar op het tooneel werd vertoond,
gebeurt nog alle dagen, waarom Spr. de partij-
genooten opwekt om zulke dingen te keer te
gaan en zich aan te sluiten bij die organi
satie, waarbij de belangen der arbeiders het
best behartigd worden. Het is een zware
strijd om te geraken tot een betere samen
leving. Echter over de slagvelden been zal
toch komen: tVrijheid, Gelijkheid en Broeder
schap!’ (Applaus.)
In handen van enkelen is thans nog ’t recht
van oorlog of vrede. Dat moet uit zijn, het
algemeen kiesbiljet is het middel, waardoor
de democratie moet en kan meewerken om
daarin verandering te brengen, en nu bet
algemeen kiesrecht er is, zal er een groote
invloed van uitgaan. Het algemeen kiesrecht
is van groote beteekenis, en men weet en
gevoelt het, dat er ook in ons land nog heel
wat te wenschen over blijft in deze dagen.
Dat de vrouwen gaan protesteeren tegen gebrek
aan levensmiddelen, want met de voorziening
hiérvan is ’t bepaald slecht gesteld, is
meteen een bewijs dat het bewustzijn in de
vrouw ontwaakt, en de aandacht op een
klemmende wijze wordt gevestigd op de
regeeringsdaden.
Meer en meer komt men tot het bewustzijn
dat de regeering niet voldoende doordrongen
is van den toestand, en waar men op het
oogenblik bezig is de voorraden in beslag te
nemen, had zulks al veel eerder moeten
geschieden, en ook hadden bet vorig jaar
meer maatregelen genomen moeten worden om
den graanbouw te vermeerderen, den verbouw
van handelsgewassen te verminderen. Dit was
voor de boeren meer winstgevend, maar ’t
algemeen ondervindt er nu de schade van.
Men hoort, zoo vervolgt Spr. wel van con
servatieve en kerkelijke zijde, dat het thans
de richting van ’t socialisme opgaat, en in
zekeren zin is dit waar, de staatsbemoeiing
strekt zich allengs verder uit, doch, omdat
het thans slecht gaat, daaruit te distilleeren,
dat de socialistische maatschappij vastloopt
dat gaat niet aan. De genomen maatregelen
werden uitgevoerd door lieden die er tegen
gekant waren, en zij deden ’t dan ook ver
keerd. Vele maatregelen werden te laat
genomen, vandaar de groote mislukking. Juist
de tegenwoordige toestand doet zien, dat wij
noodig hebben een andere maatschappij en
een andere regeering.
Spreker gaat daarna in korte trekken na
waarom het niet raadzaam is door een alge-
meene staking verandering af te dwingen, en
wijst er op, dat het tweesnijdend zwaard van
staking thans de ellende zou vergrooten,
terwijl die integendeel juist verbeterd moet
worden.
Wij weten niet hoe de oorlog afloopt, doch
bij de rechterzijde en de liberalen is een
drijven om al maar meer uitbreiding van het
mihtairisme te krijgen en zoolang de arbeiders
partij geneigd is het vaderland te verdedigen,
wordt zij door het kapitalisme misbruikt.
Daarom wil de sociale partij geen militairisme
meer, dat moet algemeen de leuze worden,
en de volksmoord zal niet meer mogelijk zijn.
Hoe de gang van zaken in de volgende periode
van ’t staatsbestuur zal zijn, daar is nog niet
veel van te zeggen. Wat de heeren Dressel-
huis en Troelstra in de Kamer hebben gezegd,
Spreker wijst daar op, loopt nog al .uiteen.
De bemoeiing van den Staat inzake de indu
strie is een zaak van beteekenis, echter niet
de groot-industrie moet den Staat, doch de
Staat de industrie beheerschen.
Imperalisme, koloniale politiek
domspensioen worden even aangestipt om te
laten zien, hoe en waarover het bij dezen
strijd gaat tusschen de verschillende partijen,
om dan te komen op de groote beteekenis
der verkiezingen dezen zomer, de eerste maai
onder de nieuwe wet. Het zal gaan over
groote dingen, over groote levenseiscben, en
Spreker hoopt dat zijne partij dezen zomer de
tegenstanders mores zal leeren.
Hij kan niet alles afwikkelen, waarop bij
’t sociale programma wel de aandacht geves
tigd behoort te worden, maar wil toch nog
even een paar woorden wijden aan ’t vrouwen
kiesrecht. De vrouw is reeds verkiesbaar, de
groote tegenstand is dus gebroken, het stem
biljet zal haar ook eerlang geworden, en deze
tijd werkt er toe mee dat zij meer haar aan
dacht vestigt op den gang van zaken.
De internationale zal ook weer worden
opgebouwd, de vakbeweging in ons land wint
ook snel terrein, evenals overal. De groote
figuur in de sociale beweging Carl Marx
heeft het woord gesproken: Proletariërs aller
landen, vereenigt U! Die woorden zullen wer
kelijkheid worden. Uit dezen donkeren tijd zal
een andere geboren worden, wij zitten nu
nog in den donkeren nacht van het kapita
lisme, maar de nieuwe dageraad zal komen!
(Applaus.)
Het zangkoor „Voorwaarts” gaf vervolgens
nog een S tal liederen, getiteld „Voorwaarts”,
»Op Proletaren” en „Achturenmarsch” en
Woensdagavond werd in „De Doele” een
openbare vergadering gehouden, belegd door de
afd. Bolsward der S.DA.P. in vereeniging
met de afd. van de Fabrieksarbeiders en de
afd. der Nederl. Vereeniging tot afschaffing
van Alc. Dranken. De opkomst was nog al
talrijk te noemen, de groote zaal was grooten-
deels gevuld.
De heer IJ. HOOIR1NG opende de bijeen
komst met te wijzen op de beteekenis van
dezen dag. Het is reeds de 4ë maal dat het
Meifeest wordt gevierd onder ongunstige omstan
digheden, wijl het oorlogsmonster rondom ons
woedt en allengs ons de gevolgen ook meer
aan den lijve doet gevoelen. Een woord van
protest dient te worden gesproken tegen de
gruwelen van het kapitalisme. Ofschoon er
weinig grond is voor feestvieren thans, toch
roept hij het opgekomen publiek het welkom
toe, in ’t bijzonder ook aan den spreker den
heer P. Hiemstra, wethouder van Leeuwarden,
aan het zangkoor „Voorwaarts” en de Geheel
onthouders-tooneelclub.
Het zangkoor kwam al dadelijk na de
opening op met een 3 tal zangnummers, en
wel „de Internationale,” „Morgenrood”
en „Waarom mannen.” Dit gemengd koor
gaf ook nu weer blijken van gezette studie.
Vooral het eerste nummer zat er flink in,
de stemmen harmonieerden hier o.i. beter dan
in no. 3, de waar mannenstemmen minder fraai
uitkwamen, trouwens de alt en sopraan zijn
bij dit koor naar verhouding sterker dan tenor
en bas.
De heer HIEMSTRA bekwam daarna bet
woord. Met een nog al forscbe stem en een
goede flux de bouche wist hij zijn denkbeelden
op heldere wijze voor te brengen, zoodat hij
overal goed te verstaan was.
Hij begon met er op te wijzen dat het
geen toevalligheid is, dal de le Mei het feest
der arbeiders is geworden, die dag is met
opzet gekozen. De klasse van het proletariaat
viert dan feest in overeenstemming met de
natuur. Na den winterslaap ontwaakt de natuur,
en na den langen tijd van onderdrukking, door
’t kapitaal, waarbij de arbeider geen hoop en
geen wenschen bad, is ook hij ontwaakt, is
bij hem een ideaal ontstaan, namelijk de taak
om te bewerken dat er een andere, een betere
maatschappij wordt opgebouwd.
Dat was reeds lang en is nog het einddoel
van den strijd, en als middelen daartoe wordt
aangestuurd op algemeen kiesrecht en den
8 urigen arbeidsdag. Het eerste is nu in ons
land, althans voor de mannen, gekomen,
het middel om door ’t stembiljet invloed uit
te oefenen op de regeering des lands, een
verkorte arbeidsduur is noodig om tijd te
hebben om zich te ontwikkelen, want de
ontwikkeling des geestes is ook bij den arbeider
een eisch des tijds om zich van den toestand
goed bewust te worden.
De viering van den 1-Meidag heeft dan
ook nog een diepere beteekenis dan als een
dag van ontspanning of feestviering alleen.
In alle steden en dorpen, in alle landen, ja
over geheel de aarde zijn op dien dag de
arbeiders als een geheel vereenigd. Een inter
nationale beweging, waarbij in- optochten de
arbeiders in groote drommen toonden hun
kracht en hunne getalsterkte. Helaas, zegt
Spr., op dezen 1-Meidag kan de feestvreugde
niet hoog gestemd zijn, omdat, zooals de
Voorzitter reeds bij de opening heeft aangestipt,
de omstandigheden er ongunst'g voor zijn.
In den zomer van 1914 werd te A msterdam
een congres gehouden, waar afgevaardigden
van de arbeiderspartij veler Rijken in volle
eensgezindheid tegenwoordig waren, en toch
enkele weken daarna stonden de arbeiders van
die Rijken als vijanden tegenover elkander,
en was dus de internationale nit elkaar gevallen.
Echter de internationale band is slechts
tijdelijk verscheurd, en om de eenvoudige
reden, dat het verband nog niet bij machte
was tegen den eisch van het kapitalisme zich
te verzetten. Wel zijn in Duitscbland nog door
de partij pogingen aangewend om den oorlog
te voorkomen, maar de organisatie was nog
niet sterk genoeg. Evenwel nit deze oorlog
zijn lessen te trekken, het is een waarschuwing
voor de arbeiders, dat zij niet op de hulp van
de andere klassen behoeven te rekenen. De
groote ellende, die ook hier reeds geleden
wordt, maakt dat men zich meer algemeen
bewust wordt, dat in deze maatschappij een
groote macht bestaat, die overheerschend is.
Ritueele regeeringskaas.
Naar Hel Volk verneemt, is thans ritueele
regeeringskaas in de zuivelfabrieken it\ be
werking. Binnenkort kan de distributie van
dit artikel voor de Joodsche bevolking tegemoet
worden gezien. x
Ritueele plantenboter.
Naar het IV. v. I. verneemt, is van
regeeringswege in uitzicht gesteld, datomstreeks
midden Mei ritueel bereide plantenboter zal
worden gedistribueerd.
De inbraak te Leeuwarden.
De Rechtbank te Leeuwarden heeft, wegens
de bekende inbraak bij de wed. De Boer, in
de Spanjaardlaan aldaar, den 19-jarigen Sipke
F. veroordeeld tot 3, den 18 jarigen Johannes
J., loodgietersknecht, tot 4 en i'
Don we P., gaardeniersknecht,
gevangenisstraf.
De eisch was tegen Sipke 5
beide anderen ieder 3 jaar.
Spinaziekarretje.
Heel kalm, zoo vertelt het Vaderland, reed
de wagen met spinazie van Jutfaas nAar
Utrecht. Recherche had op de een of andere
manier vermoedens gekregen, hield den groente
wagen aan, deed onderzoek en vond onder de
spinazie een geslacht varken. Deed ook nog
eens onderzoek bij den afzender, een land
bouwer, en vond nog vier andere varkens,
gereed voor de verzending. De Spanjaarden
kwamen Lochem niet binnen, maar het varken
mocht ook Utrecht niet bereiken. De aan
houding geschiedde nog op het grondgebied
van Jutfaas, en Jutfaas’ burgervader werd er
voor zijn gemeente eigenaar van. Zoo kan
het gebeuren, dat de gemeente Jutfaas in den
loop dezer week distributie heeft van varkens-
vleescb.
Lotgeval van een eierboer.
’t Was in den Gelderschen achterhoek.
Boertje zou naar stad met 160 eieren in de
mand. 14 cts. per stuk! Zijn vrouw riep
hem nog na: „denk er omf 22.40”Boertje
aan ’t mijmeren, hoe hij dat geld wel het
best zou kunnen besteden. Voor de pastorie
schiet hem te binnen, dat bij nog een bood
schapje aan dominé heeft. Hij belt aan.
Mevrouw doethem open.glimlachtbeteekenisvol
tegen de mand met, eieren, laat den boer,
die de mand voorzichtig in de gang neer
gezet beeft, bij dominé in de studeerkamer.
Dominé houdt hem nog al even aan de praat.
Als hij bij ’t heengaan zijn mand weer op
neemt, is die leeg, en mevr, komt toesnellen
en is zoo overstelpend met hare bedankjes,
dat de boer niet aan ’t woord kan komen,
en met vriendelijken drang reeds naar buiten
gelaten is, vóór hij een woord ter opheldering
heeft kunnen zeggen. Om nu weer aan te
bellen, die sneuïgheid is hem te groot. Mét
een veerlichte mand, maar een loodzwaar
gemoed gaat hij maar weer naar huis. Waar
hij van zijn vrouw een preek krijgt, zooals
hij er van dominé nog nooit een heeft gehoord.
Hepk. Nieuwsbl. v. Friesl.
Door de nachtvorsten hebben de vroeg
rijpe aarpappelen in de Wouden vrijwat geleden.
De planten zijn bier en daar zwart geworden
en verdwenen. De schade was het grootst
op de hooger gelegen landen.
Hiermede zou werk worden verschaft en de
consumenten zouden versober vleesch krijgen.
Bij toezending van vleesch, gelijk nu van
nuchtere kalveren, laat de frischheid van het
vleesch meermalen te wenschen over.
Hepk. Nieuwsbl. v. Fr.
Tjerkwerd In de gehouden vergadering van
Ingelanden van het waterschap „Exmorra” c.a.
waren slechts 35 stemmen vertegenwoordigd.
De voorzitter deelde mee: a. dat in voor
bereiding was de oprichting van een nieuw
waterschapje onder Bolsward, b. dat de trekweg
BolswardTjerkwerd dit jaar geheel in orde
zou worden gebracht.
Dé rekening van den Secretaris Ontvanger
wees aan een ontvangst van f 6595.295 en
een uitgaaf van f 4450.58.
De begrooting dienst 1918/19 werd vast
gesteld in ontvang op f 5178.715 en in
uitgaaf op f 5888. Uitgeloot werd no. 31
in de geldleening groot f 29000. Het bestuur
werd machtiging verleend, om zoo noodig een
geldleening aan te gaan voor eventueel uit
te voeren werken.