57ste Jaargang.
No. 39.
1918.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
y
VOOR
Donderdag 16 Mei.
DE ARBEIDSMARKT.
(w.g.) Dr. van Hamel Roos.
BINNENLAND.
niet
v
i
l
De voedingswaarde
van Haring tegenover Vleesch.
t
Bolswardsclie Courant.
ri
l
5
a
3
t
5
Eiwitstoffen
Vetgehalte
Water
Aannemende
I
t
I
Haring
17.63 pCt.
17.63 pCt.
50.7 7 pCt.
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 621/2 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zjjn verkrijgbaar 5 Cent.
Wijziging Dislnbuliewel.
Het Volk (S. D. A. P.) schrijft, dat de
voorgestelde wijziging van de Distribntiewet
een jaar eerder had moeten komen maar vindt
in het ontwerp geen reden tot oppositie.
«Dat minister Posthuma, na in het laatste
jaar alle teekenen van inzinking te hebben
gegeven, nit deze wetswijziging plotseling
nieuwe, sterke regeerkracht zou putten, be
twijfelen wij ernstig.
Met dit wetsontwerp wijst de regeering den
kant uit, dien zij had moeten gaan. Zij aan
vaardt hiermede in beginsel het program van
de moderne arbeidersbeweging, de «socialisatie”
der productiemiddelen die nog kort geleden
hooghartigwerd afgewezen. Wij zetten socia
lisatie tusschen aanhalingsteekens, want dit
staatssocialisme is niet anders dan een nood-
stelsel met groote gebreken. Maar hoe dan
ook, de regeering erkent met dit wetsontwerp,
dat radicaal ingrijpen harerzijds noodig is,
veel radicaler dan waartoe zij tot voor kort
bereid was. Het is alleen maar jammer, dat
zij dit eerst nu erkent, nu zij al bezig is
haar koffers te pakken. Daardoor beeft het
ontwerp in de eerste plaats de beteekenis van
zelfkritiek. In de tweede plaats is het de
rechtvaardiging van onze critiek. En in de
derde plaats elfent het het pad voor de eventn-
eele opvolgers van de huidige bewindslieden.”
De gasbezuinigings-ellende te Amsterdam.
Wij krijgen tal van booze brieven en booze
menschen op ons bureau en de geschreven
zoowel als de gesproken boosheid, 't loopt al
over de gasbezuiniging.
Over de voorgescbreven en de niet voor
geschreven bezuiniging, want die laatste, de
minder oprechte dus, bestaat volgens de klagers
óók.
Inderdaad is bet gas, gedurende de uren
waarin het dan, volgens de officieele kennis
geving, wèl mag branden, bitter slecht. Men
moet wel den indruk krijgen alsof de gas
directie redeneert: «Eigenlijk moest ik nog
Spartaanscher optreden en de kraan nog langer
dichthouden, maar dan krijg ik de halve
burgerij aan m’n hals, laat ik eens probeeren
of ze 't merken, als ik ’t stilletjes doe!”
Al de brieven en klachten komen hierop
neer, dat de nieuwe regeling een ware plagerij
is in een huisgezin. De toevoer van gas is
zóó gering, dat water aan den kook brengen
dubbel zooveel tijd kost als vroeger. Tegen
de inperking van den tijdsduur voor vollen
druk, hoe lastig ook, hebben de menschen
niet zooveel bezwaar, als hun duidelijk ge
maakt wordt dat 't niet anders kan. Men
houdt dan rekening met den tijd waarin het
gas flink brandt, en voor de rest wordt de
hooikist te hulp geroepen. Maar het onbe
rekenbare ding, dat thans het gaskomfoor
geworden is, stuurt het ordelijkste huishouden
in de war.
De huismoeders kunnen op dat armzalige
beetje gas (of heeft men misschien de quali-
teit verslechterd?) geen aardappelen meer
koken. De komforen branden te flauw, gaan
-Li aan of ploffen telkens weer uit.
N. v. d. D.
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgen»
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Waar zoo talrijke vervangmiddelen voor
vleesch en vleeschwaren aangeboden worden,
welke dikwijls den toets van een nauwkeurig
Smokkelende trem-passagiers.
In treinen wordt bagage nu ook onderzocht;
kommiezen zijn er mee belast. Of er veel
wordt aangehouden Den eenen dag wat meer,
den anderen dag wat minder, verklaarde een
onderzoeker aan het Nbl. v. h. N. ’t Moest
voor enkele maanden gebeurd zijn, meent men;
toen was er nog wat te balen, nu niet meer.
In ’t bizonder schijnt de inspectie te gelden
de treinen, die in de richting van de grens
gaan. Soldaat-kommiezen onderzoeken ook op
de perrons; vooral op de lijn Stadskanaal
Coevorden moet dat het geval zijn.
De nieuwe Tweede Kamer.
Deze wordt op 5 Juli gekozen, maar volgens
besluit der regeering zal zij eerst optreden
den 3en Dinsdag in September. Er moeten
na de verkiezing dus nog 3 maanden verloopen
voor zij goed en wel aan bet werk kan gaan.
Het Volk (S. D. A. Pacht dit in de
tegenwoordige omstandigheden, nu het land
behoefte heeft aan een sterke volksvertegen
woordiging en aan een sterke regeering, niet
gewenscht. Mist de regeering gezag, een
volksvertegenwoordiging, wier opvolgster reeds
is gekozen, mist dit uit den aard der zaak
nog meer.
Het blad dringt daarom aan op intrekking
van bet betreffende besluit, en zoo spoedig
mogelijke bijeenroeping van de nieuwe Tweede
Kamer.
onderzoek niet kunnen doorstaan, achten wij
het actueel, in het publiek belang te wijzen
op de hooge voedingswaarde van ons nationale
voedsel, n.l. den haring.
Het is duidelijk, dat de waardeering van
onze zeevisch bij uitnemendheid, geen gering
schatting van andere vischsoorten bedoelt; doch
waar de haringprijs onder het bereik van
nagenoeg iedereen valt, achten wij het wen-
schelijk, dezen visch als standaardmonster voor
een vergelijkende beoordeeling te nemen.
Op grond onzer persoonlijke onderzoekingen
diene bet volgende te dezer zake:
Gewicht van den haring'.
Totaalgewicht 210.5 gram. Hiervan eetbaar
spierweefsel 127 gram; oneetbare stof (kop,
staartvin en totaal-ingewanden 83.5 gram.
Gehalte aan eiwit, vet en water van het
eetbare spiervleesch in vergelijking met mager
rundvleesch
Goud smokkelen.
Zondag werden aan den overweg van het
spoor nabij bet station van Geleen, in de
richting van MunsterGeleen, aangehouden
drie smokkelende dames. Zij waren te Geleen
aangekomen met den sneltrein uit Amsterdam.
Zij behoorden in het dorpje MunsterGeleen
thuis. Even voorbij den overweg gekomen,
werden zij aangesproken door den burger
ambtenaar uit Geleen en verzocht mede te
gaan naar de visiteuse. Aldaar werd op baar
bevonden een waarde van bijna f 18.000 aan
goudgeld. Dit geld hadden zij te Amsterdam
ingekocht. Het geld werd door den ontboden
inspecteur uit Sittard in beslag genomen. De
dames zijn per rijtuig vervoerd naar de
marechaussée-kazerne te Sittard.
Een plantverbod.
Van regeeringswege is aan een aantal land
bouwers in Zeeuwsch-Vlaanderen, dieopland,
gepacht van Belgen, zich niet hadden gehouden
aan de bepalingen van den Minister van
Landbouw, door die velden te bebouwen met
hennepzaad of tabak, gelast deze velden binnen
4 dagen om te ploegen en ze te bebouwen
overeenkomstig de desbetreffende bepalingen.
Het betreft uitgestrekte'oppervlakten.
Er in geloopen.
Het Gron. Dgbl. vermeldt onderstaande leuke
grap als historisch. In een Drentsch café zit
een boer aan de stamtafel op te snijden Hij
stoort zich niet aan de distributiewet. In zijn
huis is thans nog wel 160 pond vet aanwezig.
Een der aanwezigen geeft blijk van zijn afkeu
ring en geeft te kennen, dat bij aan de politie
hiervan mededeeling zal doen. Den volgenden
dag doet de politie huiszoeking bij den boer,
voch vindt niets. De huisvrouw verwijst den
reldwachter lachend naar de meid, die scbate-
dend op zijn vragen antwoordt: «De boer
hèt mij bedoeld. Ik hiet Jantje Vet.”
Vleesch
21.5 pCt.
1.5 pCt.
76 pCt.
dat een K.G. mager vleesch
(normale prijs) -j- f 2.20 kost, dan kan men
voor datzelfde bedrag 22 haringen koopen,
berekend tegen f 0.10. (Wij wagen ons tegen
woordig niet aan juiste prijsberekeningen
het gaat hier natuurlijk uitsluitend om de
wa-arde- verhoudin gen).
Deze 22 haringen (berekend overeenkomstig
het onderzochte monster) wegen 4631 gram,
waarvan het eetbare deel 2794 weegt. Dit
gedeelte bevat 492.6 gram eiwitstoffen en
492.6 gram vet.
Eén kilogram vleesch bevat 215 gram ei
witstoffen en 15 gram vet.
Men ontvangt dus bij inkoop van haring
voor hetzelfde bedrag in geld 277 gram of ca.
2t/4 maal meer eiwitstoffen en 477 gram of ca.
33 maal meer vet dan bij vleesch.
Wij achten deze verhouding zóó opmerke
lijk, dat alle verdere commentaren overbodig
schijnen, om bij den heerschenden vleeschnood
dringend het gebruik van visch, en speciaal
van haring aan te bevelen, als een goedkoop
en echt nationaal, voortreffelijk vervangmiddel
van het nu onvindbare, en zelfs in gewone
tijden veel te kostbare vleesch, wegens de
zooveel geringere voedingswaarde in vergelij
king met onze goedkoope vischsoorten.
Namens de Redactie:
Maandbl. t. d. Verv.
Omtrent den stand der arbeidsmarkt en den
algemeenen toestand der onderscheidene bedrij
ven in het le kwartaal van 1918 is bet vol
gende ontleend aan afl. 4 van het Maandschrift
van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Onder den invloed van de in den laatsten
tijd plaats gehad hebbende gebeurtenissen is
het industrieele bedrijfsleven in ons land steeds
meer in de verdrukking gekomen. Evenals
het vorige kwartaal, waren ook nu weder
gebrek aan grondstoffen, duurte van brand
stoffen en het gemis van export wel de voor
naamste factoren, welke er toe leidden, dat tal
van fabrieken gedurende korteren of langeren
tijd tot gebeelen of zoo goed als geheelen
stilstand gedwongen waren of dat, zoo er al
gewerkt werd, vaak op verre na niet de volle
werkkracht kon worden ontplooid (verkorte
arbeidstijden en- of- verminderde personeelen).
Er valt dan ook in het algemeen te wijzen
op een gaandeweg ernstiger wordenden toestand,
welke het meer en meer noodzakelijk maakte
de overcompleet geworden arbeiders door werk
verschaffing of steunregelingen zooveel mogelijk
tegemoet te komen.
De groote aardewerk-fabrieken werkten nog
slechts met sterk ingekrompen personeelen.
In de flesschenfabricage groote werkloosheid.
Ook voor de witglas-fabrieken veel reden tot
klagen. De spiegelglas-fabriek bleef stil liggen.
Daarentegen is in de vensterglas-fabriekeu weer
geregeld gewerkt (in de betonafdeeling echter
10 arbeiders van de 80 in normalen tijd).
In de fabrieken van gloeilampballonnetjes nor
male bedrijvigheid of voldoende werk.
In de diamantindustrie vrij geleidelijke af
neming der werkloosheid (in de laatste week
van Maart bedroeg zij ruim 24 pCt. (2505),
doch de toestand bleef een crisiskarakler dragen.
-In de typografische vakken geen noemens-
waardige werkloosheid (wel hier en daar in
den loop van bet kwartaal eenige achteruit
gang)-
De bouwvakarbeiders hebben dit kwartaal
vee) minder met vorst te kampen gehad dan
in hetzelfde tijdvak van 1917. Overigens
bleven schaarscbte en duurte van de materialen
den toestand drukken. Vooral met den par
ticulieren woningbouw was het slecht gesteld,
doch door de werken voor publieke lichamen
was de werkloosheid minder omvangrijk dan
zij anders geweest zou zijn. De bedrijven der
chemische nijverheid, van welke een aantal
juist in den laatsten tijd zijn ontstaan of tot
grootere ontwikkeling zijn gekomen, boden
over het algemeen een weinig opwekkendea
aanblik.
Om haren bijzonder ongunstigen toestand
verdienen vooral vermelding de oliefabrieken
en de kunstmeststoffibrieken, de zeepfabrieken
en de verf- en vernisfabrieken. Van de be
drijven der houtbewerking verkeerden over
het algemeen in ongunstigen toestand o. a.
de houtzagerijen, de kistenmakerijen en de
kuiperijen.
De meubelindustrie hield over het geheel
voldoende of flink werk, evenals de klompen
industrie. In de kledingindustrie trad de
voorjaarsverlevendiging blijkens een deel der
verslagen ditmaal wat vroeger in dan gewoonlijk
(vrees voor toeneming van den stoffennood en
stijging der prijzen). Overigens waren er gunstig
werkende factoren (gemis van buitenlandsche
concurrentie, aanwezigheid van vele vreemde
lingen enz.) en nadeelige omstandigheden
(schaarste en duurte van stoffen, voering en
fournituren; bezuiniging van het publiek enz.)
De vervaardiging van militaire kleeding
bleef men dienstbaar maken aan de bestrijding
der werkloosheid. Echter was er van dit werk
niet genoeg meer om ook de ateliers en
fabrieken daarvan te voorzien. Dientengevolge
en ook omdat zij te kampen hadden met
gebrek aan en duurte van stoffen enz. stonden
van de fabrieken en ateliers der loonconfecti-
onairs (heerenkleeding) te Amsterdam vele stil
en werd in geen enkele meer dan 3 dagen
per week gewerkt; ook in andere plaatsen
bij voortduring slapte. In de schoenfabrieken
werd half Februari de productie terruggebracht
tot 2/3 van de normale (seen noemenswaardige
werkloosheid, wel verkorting van den arbeids
duur).
Ook in de leerlooierijen is door gebrek aan
looistoffen, dat vooral op de snellooierijen
remmend werkte, inkorting van den arbeids
duur voorgekomen: in sommige gevallen
moesten arbeiders aan ander werk (o. a. op
’t land en in de bosschen) worden gezet.
Moeilijkheden met de arbeiders (hooge loon-
eischen) waren bij het begin van het graafseizoen
in de veenderij aanvankelijk niet bevorderlijk
aan de vervulling van het streven om de
productie dit jaar zoo hoog mogelijk op te
voeren.
In de turfstrooiselindustrie was de toestand
(drukte of althans voldoende werk) beter dan
een jaar geleden (slapte).
In de steenkolenmijnen werden steeds meer
arbeiders aangenomen (1 April waren er
17,788 tegen 14,304 op 1 April 1917). Ook
het aantal arbeiders bij de ontginning der
bruinkolenvelden steeg geleidelijk (in de velden
der ondernemingen «Carisborg” en «Bergerode”
waren er 1 Februari, 1 Maart en 1 April
resp. werkzaam 814, 938 en 1669).
In de goud- en zilverindustrie overal meer
vraag naar geschoold personeel dan aanbod.
In de bedrijven der metaalindustrie kwamen
overigens gaandeweg meer de gevolgen der
onzekere toestanden tot uiting. Wel hield de
drukte aan waar in de uitvoering van bestel
lingen achterstand bestond en voor zoover
brandstoffen en materialen aanwezig waren,
doch door schaarschte van deze laatste en
daarnaast deels ook door bet verminderen van
nieuwe .orders, werkten de meeste fabrieken
beneden baar volle capaciteit (meestal door
den arbeidsduur te verkorten, doch de gevallen
van inkrimping van personeel waren niet meer
zulke uitzonderingen als voorheen). Het aanbod
van werkkrachten werd ruimer en overtrof
meermalen de vraag, ofschoon er ook nu nog,
zij het ook veel minder dan voorheen, bericht
gevers waren die van te weinig aanbod van
geschoold personeel gewag maakten.
De meeste papierfabrieken hielden ook bij
gedeeltelijken stilstand haar personeel aan.
De stroocartonfabrieken lagen nagenoeg alle
geheel of gedeeltelijk stil (een deel der arbeiders
vond werk in de veenderij of bij den landbouw
toen aldaar de werkzaamheden aanvingen).
Ook de textielindustrie ging hoe langer
hoe meer onder de tijdsomstandigheden gebukt.
In de fabrieken waar nog gewerkt werd (een
aantal stond door gebrek aan grondstoffen
korteren of langeren tijd geheel of zoo goed
als geheel stil), geschiedde dit meestal verre
beneden de normale capaciteit (zeer verkorte
arbeidsduur). Vooral de katoenindustrie bood
een treurig beeld doch ook voor alle andere
voornamere takken dezer industrie (o. a. de
wol- en linnenindustrie en de jutefabricage)
"valt in ongunstigen zin te rapporteeren.
Evenzoo maakten zoo goed als alle bedrijven
der groep voedings- en genotmiddelen een
zeer moeilijken tijd door. Zoo hadden ver
scheidene (meelfabrieken, brood- en beschuit
fabrieken, banketbakkerijen, koekfabrieken,
bescuitfabrieken, branderijen, enz.) in toe
nemende mate te kampen met de gevolgen
der graan- en meelschaarschte. Andere (vleesch-
warenfabrieken en slachterijen) werden ongun
stig beïnvloed door getroffen maatregelen in
verband met den vleeschnood. De rijstpellerijen
hadden weinig of geen werk. In de stijfsel-
fabrieken was de toestand al vrijwel even
ongunstig.
Een aantal cacao- en chocoladefabrieken
moest overgaan tot inkrimping (ontslag, tijde
lijke stilstand, verkorte arbeidsduur), evenals
een deel der kunstboterfabrieken.
In de fabrieken van melkproducten was de
toestand minder dan andere jaren als gevolg
van het gebrek aan veevoeder. Ook in de
bierbrouwerijen en de suikerraffinaderijen was
de toestand beneden normaal. Zoo goed als
alle aardappelmeelfabrieken stonden nagenoeg
stil.
In de tabaks- en sigarenindustrie is de
werkloosheid sedert het vorige kwartaal sterk
gestegen.
In den tuinbouw over het geheel groote
bedrijvigheid (uitbreiding teelt voedingsgewas
sen) en eenig gebrek aan goede werkkrachten
speciaal in Maart. Ook in de streken van
bloembollencultuur, waar meer en meer tot
de teelt van groenten en andere gewassen is
overgegaan, was de werkloosheid toen ver
dwenen.
De toestand in het havenbedrijf bleef uitter-
aard buitengewoon slecht.