ïïieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Algemeene Staatspartij.
No. 44.
Verschijnt Donderdags en Zondags
57ste Jaargang.
1918.
Zondag 2 Juni.
VOOR
Bolswardsche Courant
Onderwijs
I
u.
de Kolonie
De verkoop
’t belang van
Kolonie zelf,
bewoners er
paar punten welke door
te berde gebracht, zou
een veel betere regeling
en werknemer, waarbij
Dit lijkt
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
monopolies, omdat
doen verdwijnen.
Een eenvoudig belastingstelsel moet er komen,
bij voorkeur één belasting, de progressieve
Rijksinkomsten-belasting, ook sneller en goed-
kooper recht, politierechtbanken voor kleine
vergrijpen. Verbetering van den fioancieelen
toestand der gemeenten is urgent. Spr. zou
willen aandringen op den verkoop van West-
Indie, wat Amerika volgens gerucht wil koopen
voor 5 milliard. Het zou zijn in ’t belang
van West Indie en van ons land, die 5 millard
konden hier goed gebruikt worden.
Een internationaal scheidsgerecht moet er
komen, opdat de oorlog een onmogelijkheid
worde. Openbaarheid van alle tractaten en
het recht van ’t parlement om over oorlog
en vrede te besluiten. v
Ook acht Spreker noodig een wet die de
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 62!^ Cents.
Afzonderlijke noe. van dit Blad zijn verkrijgbaar A 5 Cent.
scholen worden de kinderen reeds opgekweekt
tot partij kiezers. De A. S. P. wil dat art. 192
der grondwet zoo spoedig mogelijk worde
aangevuld met de volgende woorden: Z/Er
moet zoowel bij het openbaar als bij bet
bijzonder onderwijs op worden toegezien, alle
aanstoot aan andersdenkenden te vermijden”.
Om niet te concludeeren dat wij antigods
dienstig zijn, zegt Spr. wil ik u zeggen, dat
wij zijn tegen 't streven der geestelijkheid,
om de wereldsche macht, de staatsmacht, aan
zich te trekken. Wij zijn niet anti-godsdienstig,
één van de 5 hoofdeischen is het oprichten
van een afzonderlijk ministerie van
eeredienst en schoone kunsten.
Het onderwijs moet nog heel wat verbeterd,
de onderwijzers moeten in de le plaats opge
kweekt worden tot ,/mensch” in den waren
zin van ’t woord, dan kunnen zij de kinderen
opvoeden tot weldenkende menschen. Geef
ook de onderwijzers een flink tractement,
zegt Spr. De verhooging dezer dagen aange
nomen is dan ook lang niet voldoetrde. Het
is geen wonder dat vele onderwijzers zich
aansluiten bij de S. D. A. P.
Wie het belang van ’t geheele volk op ’t
oog heeft, moet opkomen voor kosteloos
openbaar neutraal ouderwijs. Het is geen
wonder dat er tienduizenden personen geweest
zijn die geageerd hebben tegen ’t verkwanselen
der openbare school voor een nieuwe, slechte
kieswet. Aan die kieswet toch ontbreekt
het vrouwenkiesrecht en in de 2e plaats ie
zij zoo ingewikkeld, dat het voor den een-
voudigen kiezer bijna een onmogelijkheid is
om uit te vinden wie nu eigenlijk de candidaten
van zijn partij zijn, want hij krijgt een stem
biljet waarop soms baast 300 namen staan.
Ook ie een gebrek dat de kiezer niet kan
aangeven wie hij gekozen wenschte, als de
persoon, welke hij stemt, er niet komt en dan
nog de groote fout in deze kieswet dat alles
beslist wordt door de rangorde der lijsten,
en zelfs een persoon, die geen of weinig
stemmen kreeg, gekozen wordt, terwijl een
lager in de lijst staande met veel meer
stemmen niet in aanmerking komt.
Deze kieswet acht Spr. geen vooruitgang,
eigenbelang der leden van de 2de Kamer is
er door gebaat.
De troonsopvolging is bij de grondwets
herziening ook niet afdoende geregeld als wij
door Duitschiand worden opgeslokt, zouden
de Duitsche wetten én systemen met de Hol-
landsche vrijheid in botsing komen, en ook
rijst de vraag, wat dan van onze Koloniën
zou worden.
Wij moeten ook economisch onafhankelijk
worden, in den laatsten tijd gaat het Spreker
lang niet naar den zin wat de economische
verhoudingen betreft tégenover Duitschiand
en de geallieerden»
Dan moet er algemeene ontwapening worden
betracht, het Staatspensioen moet veel hooger
en op jonger leeftijd verstrekt worden, waarover
Spr. wel aanlokkelijke cijfers laat schitteren.
Geld voor oorlog wordt beter besteed voor
drooglegging der Zuiderzee, aanleg van kanalen,
ontginning enz.
De arbeiders moeten aandeel hebben in de
winst, de werkduur geregeld worden, een beter
in elkaar grijpen van de verschillende bedrijven
ten opzichte productie, transport en distributie.
Een wet moet bevorderen het klein grond
gebruik, beter bescherming van bosschen, die
voor iedereen toegankelijk behooren te zijn,
en deze niet afgeperkt worden in’t belang van
de jachtlust van enkele heeren.
Bevordering van landbouw- en middenstands-
crediet, Staatsexploitatie van de fabrikage van
gedistilleerd, het beste was, Schiedam te sluiten.
Toch verklaarde Spr. zich tegen Staats-
ze het persoonlijk initiatiéf
daar de Wadden ook bij te nemen dat is
vroeger al onderzocht als niet redegevend,
de bodem is daar zand. De West te verkoopen
voor 5 milliard wou spreker en als ’t kon
zou debater ook daar graag mee instemmen.
Men zou wenschen, dat het waar was, die 5
milliard zouden onze staatsfinanciën goed te
stade komen.
Wat debater spijt is dit, dat door ’t op
richten der A. S. P. de partijen nog weer
met een zijn vermeerderd. Daardoor wordt de
linkerzijde verzwakt, men speelt er rechts mee
in de kaart. Vee) is er nog, wat debater wel
zoo kunnen en willen opwerpen maar hij zal
’t er bij laten. Hij besluit met te protesteeren
tegen wat Spr. over de politiek der huidige
kamerleden heeft gezegd, en hoopt, dat de
Algemeene Staatspartij niet veel stemmen zal
verwerven. (Applaus).
De beer W1JCHGEL repliceert, dat het
hem verwondert dat de heer Eisma geen touw
aan zijn betoog heeft kunnen vastknoopen,
hij vindt dat zulks niet pleit voor de bevatting
van dezen debater, ook nog wel een Kamer-
candidaat. Wat hij heeft opgemerkt aangaande
de verdachtmaking die ik ten opzichte der
Kamerleden zoo hebben te berde gebracht,
daarop antwoord ik, dat wat ik zei, toch
genoegzaam bekend en ook genoeg veroor
deeld is.
Dat bij de partijen nog de A.S.P. kwam
spijt den heer Eisma en tevens merkte hij
op, dat wij in de Kamer aan politiek zullen
moeten doen. Dit laatste stem ik toe, maar
er is verschil tusschen politieke en partij
belangen. Elk moet zich met de politiek
bemoeien, maar het algemeen belang moet
voorgaan boven ’t partijbelang. Algemeen
belang moet de hoofdzaak zijn. Een kerkelijk
dogma mag geen gewicht in de schaal leggen
bij de behartiging van ’t landsbelabg.
Dat onze partij uit links is genomen is
trouwens ook niet waar, de heer Zegers de
Bf yI, no. 4 onzer Candidatenlijst is een man
van rechts.
Bij de grondwetsherziening heeft de Kamer
wel degelijk blijk gegeven van eigen belang.
Er moest kamerontbinding plaats hebben, en
nu is er op aangestuurd: Laat zitten, wat
zit, dezelfde heeren hebben dus over hun
eigen werk weer moeten beslissen, het volk
is daaromtrent zand in de oogen gestrooid.
Het had geen gelegenheid zich uit te spreken
omtrent de grondwetsherziening.
Wat de verandering der werkwijze van de
2e kamer betreft, ik wil wel dat het volk
kennis zal nemen van ’t geen er wordt be
handeld, maar dat kan ook al door de af-
deelingsverslagen publiek te maken. De groote
breedsprakigheid wil ik te keer gaan.
En dan deze kieswet, die is werkelijk te
ingewikkeld, en alles wordt eigenlijk beheerscht
door de rangorde der lijst, en ook is ’t een
bezwaar dat de naam der partijen niet op
het kiesbiljet mag worden vermeld. Men
raakt licht in de war met al die namen van
candidaten.
Wat de ontwapening aangaat, ik begrijp
heel goed, dat dit nu niet kan, maar komt
de vrede, dan mag Nederland gerust de proef
nemen en een goed voorbeeld geven in dit
opzicht.
Onze partij, zoo besluit Spr. wil het alge
meen belang behartigen, daarop hebben wij
uitsluitend het oog en dat verdient steun,
zoowel bij links als recbts. (Applaus).
Nog een der aanwezigen vroeg omtrent
den verkoop van de West inlichtingen, en
wel of de Spreker dan de bevolking dier
landen, die zwarte menschen zoo maat als
vee wilde verkoopen.
Hierop antwoordde Spreker, dat die negers
of bosjes mannen onbeschaafd zijn, ongeneigd
tot werken, en daar Amerika andere neger
stammen heeft, die er wel willen werken, zou
zeer in bloei kunnen vooruitgaan,
van dien grond zou dus zijn in
ons land, maar ook van die
en zeer zeker ook zouden de
door gebaat zijn.
Spreker verzocht nog alvorens te sluiten,
degenen, die zich bij de Algemeene Staatspartij
willen aansluiten, nog even te vertoeven,
maar daar niemand bleef, eindigde de donkere
vergadering ook in dit opzicht donker.
Kamerleden dwingt, de zittingen bij te wonen.
Na aan het slot nog eenige verschilpunten
te hebben aangegeven tusschen de Alg. Staats
partij en den Economischen Bond, waarbij hij
laat uitkomeu, dat de eerstgenoemde de
voorkeur verdient, besluit hij met *n opwekking
om stelling te nemen, tegen de enorme
corruptie dat de Kamerleden hun plicht niet
deden, dat de Troonopvolging spoedig moet
worden geregeld, dat er frisch bloed in de
Kamer moet worden gebracht, en dit te toonen
door zich aan te sluiten bij de A. S. P.
(Applaus).
Op de vraag, wie met den Spreker wenschte
te debatteeren, gaf zich op de heer H. EISMA,
candidaat der Unie-Liberalen.
Deze is door de rede van den Spr. teleur
gesteld. Wel heeft deze in snel tempo veel
zaken aangeroerd, maar de boofdzaken bleven
duister, er was geen touw aan vast te knoopen.
Hij had verwacht dat in een paar algemeene
lijnen zou zijn aangegeven, de richting welke
de Alg. Staatspartij wenscht in te slaan.
Niet om op al de door den Spreker aan
gevoerde zaken terug te komen beeft Spr.
het woord gevraagd, maar bij wil protesteeren
tegen de verdachtmaking der leden van de
2e Kamer. Waar die de leden van’t parlement
beschuldigt een stokpaardje te berijden, kwam
het hem voor, dat juist de Spreker van heden
avond het stokpaardje berijdt van er maar wat
op los te spreken. Hij roerde veel gewichtige
zaken zoo even terloops aan, en zei, dat moet
zoo en zoo, doch dat gaat maar zoo niet. De
politieke partijen zijn er eenmaal, ze zijn
opgericht met de beste bedoelingen, en die
meening mag men niet wegwerpen, elk handelt
naar eigen politiek inzicht met de beste
bedoelingen. Ware zulks niet het geval, die
partijen zouden reeds lang tegen den grond
hebben gelegen.
De Spreker van heden avond beweerde dat
er in de 2e Kamer te veel gepraat, te weinig
gehandeld werd, maar als slechts in de afdee-
lingen de zaken onderzocht werden, en in de
Kamer alleen gestemd werd voor of tegen de
ontwerpen, hoe zou dan het volk kennis dragen
van de meening der volksvertegenwoordigers?
Juist deze Spr. heeft er heden maar onbesuisd
op los gesproken, ’t Leek‘een praatje, zooals
men op reis soms hoort: M Ik wou het zoo doen
en dat deugt niet,* maar het gaat zoo
maar niet de zaken van ’t landsbestuur in
een slag en een stoot te veranderen. Die
zaken eischen onderzoek, veel wikken én wegen,
dat is ook zoo gegaan met het nieuwe kies
stelsel. Evenredige vertegenwoordiging beeft
bezwaren, doch stellig ook veel voordeelen,
en na onderzoek is hier dit stelsel gekozen,
en ik tart den Spreker om te bewijzen, dat
die zaak niet met den noodigen ernst is be
handeld. De wijze van stemmen is nu een
voudiger geworden, daar men slechts één
persoon beeft te kiezen, terwijl men vroeger
uit een wel kleinere lijst, maar dan meerderen
had uit te zoeken.
Verder merkt debater op, dat de A. S. P.
als die wordt gekozen, geen samenwerking
schijnt te willen met de andere partijen. (De
Spr. interrumpeert: In de Kamer welI) waaruit
debater de conclusie trekt, dat die partij dan
dus ook wel aan politiek zal moeten doen.
(Nadat een stagnatie ontstond wegens ge
brek aan licht bier in letterlijken zin
opgevat daar ’t gas niet wilde branden,
kwam een kaars op de cat heder om de gansche
zaal te verlichten. Het kreeg dus een eenigszins
spookachtig, misschien wel middeleeuwsch
aanzien, deze politieke avond.)
De heer EISMA merkte daarna nog op,
dat hij slechts een
den Spreker waren
aanhalen. Vooreerst
tusschen werkgever
de arbeider deelt in de winst,
zoo oppervlakkig heel mooi, maar de ervaring
heeft geleerd dat er toch zeer groote moeilijk
heden aan kleven. Aan de fabriek van van
Marken te Delft is ’t in ons land o.a. al
geprobeerd, ’t bleek niet steeds in ’t belang
der arbeiders, er werd zelfs een ongeoorloofde
prikkeling in gezien tot meerdere krachts
inspanning.
Zoo heeft Spr. meer dingen aangestipt, die
maar zoo ter loops even anders moesten
worden. Geen oorlog, het ge'd besteden aan
de drooglegging der Zuiderzee, met Wadden
en Lauwerzee er bij inbegrepen. Maar dat
gaat ook zoo maar niet. Het strekt Minister Lely
tot roem dat hij eindelijk de afdamming der
Zuiderzee tot wet heeft gebracht, maar om
Vrijdagavond trad in »de Doele” ais
politieke spreker op de heer G. H. H. WIJCHGEL
van Arnhem, candidaat der Algemeene Staats
partij. Het bezoek was ai heel sobertjes, na
dat het loopend kwartiertje” ruim verstreken
was, waren ongeveer 30 menschen, waaronder
1 dame, tegenwoordig. De Spreker werd door
niemand geïntroduceerd en begon dus met
zelf de vergadering te openen, waarbij hij de
opmerking maakte, dat de naam Algemeene
Staatspartij niet juist was, omdat deze geen
partij wil vormen, maar het algemeen belang
op ’t oog heeft. De naam wordt later waar
schijnlijk veranderd. Om geen verwarring te
stichten, wordt het tijdens deze verkiezings
campagne zoo gelaten.
Spreker wil dan het onderwerp behandelen
Waarom is de Alg. Staatspartij noodig Deze
is voor velen nog eeu onbekende, daarom zal
haar streven en beginselen nader ontvouwd
worden, en Spr. hoopt dat men dan met hem
zal instemmen, als bij zegt: die Algemeene
Staatspartij ie noodig, ja noodzakelijk. Onze
2e Kamer had reeds 10 tallen jaren dezelfde
partij vertegenwoordigers, die heel gezellig tal
'"van jaren over dezelfde onderwerpen handelden,
zij hadden hun politieke stokpaardjes, en
gingen meer praten dan handelen. Hoe kon
bet ook anders, zegt Spr., wijl daar een 75-tal
advocaten zetelden, die elkander met spits
vondigheden de loef trachtten af te steken.
De meeste Kamerleden beschouwden hun
zetel eenvoudig als een prachtige gelegenheid
om vette bijbaantjes te krijgen, ijdelheid en
eerzucht ging bijna altijd voor bij het partij
belang, en dit partijbelang steeds voor bij het
algemeen belang.
Dat was de reden dat de groote middenstand,
en speciaal de handel, zich niet of weinig
bekommerde om de politiek, en door die
onverschilligheid zijn zij er mede aan schuldig,
dat wij zitten in ’t politiek moeras.
Het is voor ’t algemeen belang noodig,
dat er zich vormde een nieuwe partij, op
komende voor de staatsbelangen boven de
partij- en standsbelangen. En die partij is
gekomen, de Alg. Staatspartij is uit de be
hoefte ontstaan. Spr. die mét haar streven
kennis maakte, kon zich er zoo goed mee
vereenigen, dat hij er zich volkomen bij
aansloot. Die partij toch stelt op den voor
grond de behartiging van de algemeene be
langen van het Nederlandsche volk, zoowel
stoffelijk als geestelijk, in tegenstelling met
de behartiging der bijzondere belangen van
personen en partijen.
(Spreker gaat nu in eenige bijzonderheden
deze algemeene richting toetsen, maar doet
dat op een zeer gejaagde, haastige wijze.
Hij had deze rede blijkbaar goed van buiten
geleerd, en wij dachten bij ’t snelle en daar
door wat eentonige opdreunen meermalen aan
’t afloopen van een wekker, ’t Gehoorde ging
voor onze ooren voorbij in zoo snel tempo
als de beelden van een cinema voor ’t gezicht
voortsnellen. Wat de reden van dit haasten
was, begrijpen wij niet, er was, nu de tweede
spreker die mee zou komen, afwezig bleef,
tijd voldoende om de zaken kalmpjes uiteen
te zetten. Wij zullen enkele van de vele
zaken, die zoo in een slag en een zucht naar
voren werden gebracht, aanstippen, enkele,
want wij konden niet alles zoo gauw aantee-
kenen. Wie zich voor ’t gesprokene interessseert
kan trouwens voor 10 cent de rede, die in
druk is, bekomen.)
Spreker dan zei o.a.: Wanneer mij gevraagd
wordt: Wat is het standpunt der A.S.P. en
waarvoor is zij noodig? dan luidt het antwoord
Die partij wil behartiging van de algemeene
belangen van het Ned. Volk zoowel in stof-
felijken als geestelijken aard. Ze is noodig,,
omdat dit niet gebeurt door de bestaande
partijen. Hierdoor zijn allerlei wantoestanden
ontstaan en ’t ergste is, het volk is er door
verdeeld. Het volk voelt zich niet in de
eerste plaats Nederlander doch partijman.
De klassenhaat moet verdwijnen, en al is
ieder vrij in zijn godsdienstige gevoelens, wat
heeft echter godsdienst met het algemeen
staatsbelang te maken? De R.K. staatspartij
staat in haar geheel rechts, en toch zijn
daarbij ook vooruitstrevende mannen, evengoed
als behoudende.
Vooruitstrevend en behoudend, is dat niet
de natuurlijke en eerlijke tegenstelling in de
politiek? vraagt Spr. Doch reeds op school
wordt het volk verdeeld, door allerlei secte-