57ste Jaargang.
Verschijnt Donderdags en Zondags.
Bolsward enWonseradeel.
i
Nieuws- en Advertentieblad
s
1918.
No. 49.
I
3
Donderdag 20 Juni.
POLITIEKE MEETING.
I
I
VOOR
r
ik
INGEZONDEN.
op
daartoe mee te
(Applaus.}
Bolswardsclie Courant,
'l; ■-
die de groote
gesloten doet staan
krijgen, waarin
beschikbaar is.
socialen, en
werken.
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
Van de gelegenheid om met den Spreker
in debat te treden of hem vragen te stellen,
wordt door niemand gebruik gemaakt, zoodat
de Voorzitter de bijeenkomst sluit, met dank
te brengen aan degenen die zijn opgekomen,
maar vooral aan den Spreker, die met duide
lijkheid, bezadigdheid en geestdrift heeft te
kennen gegeven wat de socialen willen en
wenschen. Hij hoopt, dat zijn woord velen
der aanwezigen zal hebben overtuigd, dat wij
niet mogen nalaten te ijveren voor en mee
te werken aan een spoedige verbetering van
dezen tijd, opdat niet de last van den oorlog
nog zwaarder wordt. Stemt dan op no. 1 der
lijst no. 12, op Mr. Troelstra, maar tevens
wek ik U op niet slechts dien éénen dag
met ons te gaan, doch U te scharen in onze
gelederen, om zoodoende meer U te overtuigen
van het nut onzer beginselen, beoogende alle
menschenkinderen met elkander te verbinden.
(Applaus.)
(De vergadering was naar onze schatting
bezocht door nagenoeg 200 personen, waar
onder een 25-tal dames waren.)
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
M. de R.
men een politieke rede hoort is men
voldaan, heeft men na afloop bijna
een onbevredigd gevoel; althans zoo
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 62t/2 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Zaterdagavond werd een openbare vergade
ring gehouden, .uitgeschreven door de Afd.
Bolsward van de S.D.A.P. Er was geadverteerd
baifacht N. T. doch ’t werd halfacht O. T.
De Voorzitter, Ds. ZU1THOFF, opende met
zijn vreugd te betuigen, dat de opkomst nog
al talrijk was. De zaal was wel niet geheel,
maar toch tamelijk goed bezet, wat een gunstig
verschil maakt met andere bier reeds gehouden
politieke vergaderingen, ’t Was het plan, om
heden avond Mr. Troelstra op te laten treden,
en de aankondiging daarvan was geen lok vink,
zoo als men hier en daar al gefluisterd heeft,
maar die gevierde spreker heeft onverwacht
verhindering gekregen, doordat hij naar Londen
en Parijs moet afreizen, omdat men daar wil
trachten de socialen van alle landein bijeen
te doen veriegeuwoordigen ten einde een poging
in het werk te stellen om een eind te maken
aan de oorlogsellende.
Hij brengt hulde'aan den spreker, die het
bestuur uit den nood heeft geholpen, en die
hier geen onbekende is, maar die steeds rustig
en goed gedocumenteerd spreekt en schrijft,
en die de beginselen van het verkiezings
program der Arbeiderspartij zal uiteenzetten
en onze wenschen en idealen kenbaar zal
maken.
De heer H. W. VLIEGEN van A’dam
zegt dat de politieke strijd, welke dit jaar
gevoerd wordt, over ’t algemeen lijdt aan
gebrek aan belangstelling. De vreeselijke
oorlogsellende om ons heen, waarbij zulke
verschrikkelijke offers gebracht worden, trekt
de aandacht te zeer, maar daar ook in ons
land de gevolgen van dien wereldkrijg zich
in steeds klemmender mate doen gevoelen,
worden toch daardoor ook weer vraagstukken
naar voren gebracht, die zeker aandacht en
overweging verdienen, vooral nu de verkiezingen
voor de deur staan.
Niet alle partijen zijn er in dezen benarden
tijd in geslaagd om nieuwe en vaste lijnen
aan te wijzen op bun program, waardoor
aangegeven wordt hoe in de komende 4 jarige
periode zal worden gewerkt.
Wij socialen zijn daarin wel geslaagd, zegt
Spr. Wij willen voortbouwen op de funda
menten, door ons reeds gelegd in de laatste
25 jaren, wij voelen door den veranderden
maatschappelijken toestand juist duidelijk
dat ons streven veld wint niet alleen, maar
noodwendig het verloop moet zijn, gelijk wij
steeds voorgegeven hebben, zoodat onze be
ginselen krachtiger op den voorgrond treden.
Dat is anders met de partijen die staan op
het behoud van bet kapitalistisch stelsel.
Dat stelsel veroorlooft dat hij die de macht
heeft om zich te verrijken ten koste van
anderen, die gelegenheid ook te baat neemt.
Het is dat stelsel dat ons den strijd heeft
gebracht, van klas tegen klas, van groep
tegen groep, en eindelijk van landen en volken
tegen elkaar. Dat stelsel voert onverbiddelijk
tot strijd, en men wist Let lang reeds, dat
het .eenmaal op oorlog moest uitloopen. Al
was bet in 1914 misschien nog te keeren
geweest, komen moest het toch en die is
toen gekomen. De diepste oorzaak van dezen
oorlog is het kapitalistische stelsel, waarbij
hebzucht en eigenbaat drijfveeren zijn. Bij
dit stelstel kan men dan ook on mogelijk
vertrouwen in de toekomst stellen, zegt Spr.
want de kapitalisten beschikken over den
grond, de productie- en de verkeersmiddelen.
De economische macht is in handen van bet
kapitaal.
De verhouding van bezitters en niet be
zitters loopen te veel uiteen om harmonisch,
te kunnen samengaan. De klassenstrijd is
bet noodwendig gevolg. Als de arbeider
tevreden was met een beetje eten en een
eenvoudig huisje en daarvoor zijn krachten
ten beste wilde geven, ja dan zou het nog
kunnen gaan, maar de arbeidersklasse stelt
booger eischen, en dat stuit af op den onwil
der bezitters. De arbeider toch wil niet alleen
een beter loon om stoffelijk en geestelijk zijn
behoeften behoorlijk te kunnen bevredigen,
hij wil ook nog een andere maatschappij,
waar gemeenschappelijk gearbeid wordt en
welvaart en geluk niet bet deel is vanenkelen
maar aan allen gelijkelijk de kans gegeven
wordt. De oorlog, de verschrikkelijke cata
strophe, leert zien, waar het in deze maat
schappij op uitloopt, en wijst er tegelijkertijd
op dat bet anders kan en moet.
De sociale partij is er thans reeds lang op
Als
zelden
steeds
gaat het mij en zelden of nooit kan ik mij
geheel met een dergelijke rede vereenigen.
Zoo ging het mij ook j.l. Zaterdagavond, toen
een vriend mij afhaalde en ik daardoor het
2de gedeelte van de rede des heeren Vliegen
mocht aanhooren.
Het is niet mijn bedoeling die rede in zijn
geheel aan critiek te onderwerpen, ik laat dat
gaarne over aan hen, die de kunst van debat-
teeren verstaan, iets wat mij nooit bekoord
heeft, omdat het gewoonlijk meer ontaardt
om den spreker van de tegenpartij met slim
migheden in den boek te duwen, tot groot
vermaak van het publiek, dan wel om de
kiezers voor te lichten.
Neen, het is mij enkel te doen om aan te
toonen, dat de heer Vliegen, waar hij over
de milliarden begint, zich vergist zal hebben
en milliarden aan bet publiek voorstelt, die
niet alle bestaan.
Hij begint met te vertellen van een onder
houd met een Franschman, een econoom, die
sprekende over het kapitaalverlies van Frankrijk
dit voor de arbeidersklasse niet zoo erg vond.
Immers het verlies aan kapitaal door den
oorlog in Frankrijk zou zoowat de helft be-
teekenen van het Nationaal vermogen en dus
zou iemand van fr 100.000 vóór den oorlog
thans een bezit hebben van^r 50.000 en de
arbeiders die niets bezaten, zouden nu ook
niets bezitten en de zaal lachte om dat schijn
baar zoo eenvoudig rekensommetje.
Oppervlakkig is dit zoo, maar de werkelijk
heid is heel anders.
Een voorbeeld.
Mijnheer A bezit f 100.000 en heeft dat
belegd in 100 arbeiderswoningen in Bolsward.
De oorlog breekt uit en vliegmachines e.a.
moordtuigen werpen met zoovele bommen de
helft dier huizen plat. Geen nood zegt die
Fransche éconoom en de heer Vliegen zegt
het hem na, mijnbeer A heeft de helft van
zijn vermogen verloren en dat is alles.
Neen, dat is niet alles, die woningen moeten
de groote massa, die het meest door de oor
logstoestanden heeft geleden, ja niets dan
ellende en schade van dezen tijd van schaarschte
ondervond, toch het grootste deel van de
gemaakte onkosten zoude moeten opbrengen.
Hoe het zal worden geregeld? vraagt Spr.
Dat hangt maar af van den uitslag der ver
kiezingen, of links of rechts het wint. Het
is dus maar de vraag wie in de Kamer komen.
Onze politiek, zoo besluit Spr. is, om te
probeeren de partijen bijeen te krijgen otfl
het gemeenschapsgevoel op peil te houdén,
want de oorlog heeft verwildering gebracht.
Er moet na ’t eindigen van dezen krijg aller
eerst .gezorgd worden, dat een herhaling er
van ónmogelijk wordt. Het gemeenschapsgevoel
van de massa moet één internationale band
vormen die de groote massa sterk aaneen
om een maatschappij te
voor ieder een goede plaats
Die beginselen zijn die der
wek u
uit om te trachten in de eerste plaats, dat
er vrede komt, en die drang schijnt ook
alleen van de arbeiders te kunnen komen.
Welke andere partij spande zich er voor om
den oorlog te doen eindigen De katholieke
kerk, ook een internationale bond en beter
georganiseerd dan de soc. internationale? Geen
sprake van, een Duitsch katholiek beeft zijn
stem tegen den oorlog verheven, maar hij
werd ook door zijn partijgenooten daarover
streng berispt. Noch in Duitscbland, noch in
Frankrijk komt van Cbristelijken kant een
ernstige poging om een eind te maken aan
het menschonteerend bedrijf, doch de Soc.
dem. staan overal aan de spits der vredes
beweging daar heerscbt een geest tot verzoening
en vrede.
Om te bereiken wat wij willen, zoo vervolgt
Spr. moeten we de macht hebben, daarvoor
moet men de wet en 't beheer van den
staat in handen hebben. Elke politieke partij
is er dan ook op uit om zich die macht te
verschaffen, de weg er heen is ’t stembiljet.
Deze verkiezingen hebben thans plaats onder
een nieuw stelsel, dat der evenredige vertegen
woordiging, en tegelijk kwam het algemeen
kiesrecht voor mannen. De vrouw bleef nog
van ’t kiesrecht uitgesloten, maar voor de
mannen is nu verkregen, waarvoor onze partij
altoos zoo krachtig gestreden heeft. Voorheen
waren de onderste lagen altoos nog uitgezon
derd, nu is ’t alleen nog de vrouwelijke
sekse. Spreker gaat vervolgens uitleggen boe
bij evenredige vertegenwoordiging men tot de
verdeeliog der zetels komt, niet meer de
districten afzonderlijk, maar nu telt men over
’t gebeele land de stemmen der partijen samen
en naar verhouding van ’t stemmental wordt
iedere partij of groep een evenredig deel van de
100 zetels toegekend. Deze nieuwe wijze van
verkiezing heeft grooten invloed gehad op de
vorming van partijen. De drie groote Chr.
partijen stemmen nu afzonderlijk, ook de
Concentratie der drie liberale fracties is ver
broken, maar bovendien zijn er tal van nieuwe
partijen ontstaan. Spr. behandelt op vluchtige
soms saiyrieke wijze de nieuwe politieke partijen
als: de Economische Bond, de drie plattelands-
pariijen, de politieagenten, de onderofficieren,
de Neutrale partij, dat zijn de menschen van
knust en amusement, en wel vier sociale
partijen, als de S. D, A. P., de S. D. P., de
S. P. en de Chr. soc. partij, maar die drie
laatsten beteekenen in getalsterkte weinig
meent Spr. ten opzichte derS. D. A. P. Wat
de uitslag dezer verkiezingen zal zijn is moeielijk
te gissen. De Katholieken zullen er eenige
zetels bij winnen, ook de S. D. A. P. en dit
zal dan gaan ten koste van Chr. Hist, en
Anti-Revolutionnairen.
Wat program hebben die verschillende
partijen? vraagt Spr. en komt dan tot de
conclusie dat alleen de Socialen een flink
duideiijk program hebben, terwijl de Unie-
Liberalen zich als van ouds op de vlakte
houden, en liefst van alle wallen eten.
Er is echter bij de tegen ons gekante
partijen een algemeen streven om antipathie
te wekken tegen Staatssocialisme, doch, zoo
vervolgt Spr., wij aanvaarden dien strijd vol
gaarne, terwijl uit de tegenwoordige distributie-
maatregelen en Staatsbemoeiingen juist het
bewijs is te putten, dat het socialisme econo
mischer is dan het kapitalisme.
Spr. gaat nu na waarom de distributie is
gekomen, waarom de handel niet vrij, waarom
zooveel gerantsoeneerd is. Door de oorlogs
toestanden was de concurrentie in den handel
weg, er was te weinig voorraad, dat deed den
prijs stijgen en ’t gevolg zou zijn geweest dat
de arme, de onderste lagen der maatschappij,
het noodige niet meer konden bekomen. Als
de Staat zich er niet mee had bemoeid door
de prijzen te regelen en door rantsoeneeringen
met reductie voor de oubemiddelden, dan zou
er hongersnood onder de massa zijn gekomen
wat tot oproer zou hebben geleid. Minister
Posthuma is geen socialist, maar toch doet
hij bet werk der socialen, en wel de voeding
regelen ten bate van ’t algemeen.
De bodem van ons land is rijk genoeg om
de bevolking te voeden, ook de arbeidskrachten
zijn aanwezig, maar wat is ’t geval? Er
wordt van sommige artikelen veel te veel
verbouwd en te weinig van hetgeen in de
eerste plaats noodig is. Er moest meer koren
voor brood verbouwd worden, maar men ging
nog altoos van die te veel verbouwde artikelen
uitvoeren, om tegen kolen en ijzer te ruilen.
Wat het zwaarst weegt moet echter voorgaan,
het eten toch is hoofdzaak. Om daarin vrij
te kunnen handelen, moet ons land zich vol
komen economisch vrij maken, en daar moet
thans op aangestuurd worden.
Het gaat met de distributie echter wonderlijk
toe, zegt Spr. Het is thans een soort sport
geworden, de distributie te ontwijken, en die
de gelegenheid heeft, graait naar zich toe.
Hoe het hier en daar ging, toen de voorraden
werden opgeëischt, licht Spr. met voorbeelden
toe en komt dan tot de gevolgtrekking dat zulke
onaangenaamheden komen, doordat men bet
gemeenschapsbesef nog niet beeft.
Dé grond moet aan den Staat, opdat deze
ten algemeenen nutte kan bebouwd worden,
en niet de willekeur en eigenbaat van parti
culiere eigenaars beslist, welke producten er
verbouwd zullen worden. Ook op ’t gebied
der steenfabrikatie komt duidelijk aan ’t licht
hoe noodig dat bedrijf een staatsmonopolie
moet worden. De Staat, het algemeen belang,
moet beerschen, er mag geen misbruik gemaakt
worden van den grond en van de bedrijfs
middelen. Niet elk moet maar kunnen graaien
en naar zich toehalen, die eigenschap van T
kapitalisme moet weg, persoonlijke bevoor-
deeling moet niet meer kunnen. (Applaus.)
Na een tijdje pauze vervolgde Spr. dat de
gewichtige vraag rijst, hoe in de nieuwe
periode, die we tegemoet gaan, de belangen
van de arbeiders zullen worden behartigd,
belangen die thans groot maar zeer bedreigd
zijn. De Soc. verklaart Spr. zullen als de
verhoudingen der zetels in de Kamer aan de
verwachting voldoet, er niet meer tegen opzien,
de regeering des lands mee ter hand te nemen,
zij het met anderen van democratische richting.
Wat in 1913 door onze partij geweigerd is,
kan nu onder de veranderde omstandigheden
aanvaard worden. Wij staan ongetwijfeld
voor een tijdperk van groote veranderingen.
De oorlogstoestanden zullen maatschappelijke
wijzigingen veroorzaken.
Het onderwijsvraagstuk is gewijzigd doordat
door art. 192 in de grondwet de fin. gelijk
stelling van openbaar en bijzonder onderwijs
is aangenomen. Spr. vindt die gelijkstelling
een billijkheid, maar er moet nu naar gestreefd
worden dat men ’t peil van ’t onderwijs
omhoog hale, want Nederland is bij vele
Rijken daarin ten achter, en nu het toch
onmogelijk is gebleken allen in één school te
vereenigen, moet de schoolstrijd dan ook uit
zijn, doch zorge men dat de openbare school
een eerlijke concurrentie kan voeren tegen de
bijzondere. Beter bezoldigde onderwijzers, langer
leertijd, dat zijn alzoo de bakens waarop moet
worden aangestuurd.
Staatspensioen moet ook aan de orde komen.
De f2 op 70 jarigen leeftijd en dan in loon
dienst te moeten geweest zijn, dat is onvol
doende. De wet Talma ligt nog op uitvoering
te wachten, al 2 maal is een poging gedaan
en aangenomen ter verbetering, maar de le
Kamer wist het op handige wijze af te weren.
De stembus heeft nu het lot in banden, hoe
het met onze ouden van dagen zal komen.
Kinderarbeid en verzekering tegen invalidi
teit, de armzalige wet van Talma, waaruit
bij eenige cijfers van uitkeering meedeelt,
moet verbeterd worden. Ons land is op dat
gebied ver ten achter bij vele andere Rijken,
en de wet Talma heeft niet mijn sympathie,
zoo eindigt Spr. dit thema.
Nog een belangrijk punt is de Staatsschuld.
Door de mobilisatie en de distributie maat
regelen heeft ons land de schuld ten laste
van den Staat met ruim 1 miljard vergroot,
en hoe langer het duurt, des te erger het
wordt. Voor den oorlog bedroeg de schuld
al reeds miljard, en nu is ’t al ongeveer
21/2 miljard, een som voor ons kleine land
om van te duizelen. Die schuld moet betaald
worden, de vraag is maar: hoe en door wie?
Het billijkst is bet, het te balen waar het
is. Het kapitaal is, doordat wij buiten den
oorlog bleven, behouden gebleven, en dat is
wat waard. Die O. W. behaalden, hebben dat
door den oorlog en de oorlog was dus in
hun belang. De waarde van den grond is
enorm omhoog gegaan, en de veel hoogere
opbrengst is al weer een gevolg van den
oorlog.
Billijk is het de belanghebbenden de kosten
in rekening te brengen, hoogst onbillijk zou
het zijn om een deel te halen uit inkomende
rechten, omdat deze invloed hebben op den
prijs der artikelen, en tevens is het ook hoogst
onbillijk het te halen door indirecte belastingen
op de verbrhiksartikelen te leggen, omdat dan