ïïieuws- en Advertentieblad Bols ward en Wonseradeel. Verschijnt Donderdags en Zondags No. 57. 57ste Jaargang. 1918. Redenaties van n Leeuwarder. -4 Donderdag 18 Juli. 5 VOOR ml ïiii OER DITTEN EN DATTEN. I BINNENLAND. Frhslands Greidhoek, 15 Juli. Men is thans in staat een globale schatting te geven van den eersten hooioogst, die zoo goed als afgeloopen is. Die schatting is niet zeer bevredigend. Op enkele uitzonderingen na, hebben alle veehouders veel te weinig hooi gekregen en zal men nagenoeg met hetzelfde tekort moeten woekeren om den staltijd door te komen als verleden winter. De mogelijkheid bestaat nog, dat de z.g. Hondsdagen” eens bijzonder groeizaam zullen zijn, waardoor het tekort minder groot zou worden. Bolswarclsclie Courant u 't goede. krachten, die >1 Repk. Nieuwsbl. v. Fr. Inlandsche thee. De directie der Gemeente-plantsoenen iu den Haag houdt op groote schaal inzameling van lindebloesem, wat niet slechts een bekend geneesmiddel (tegen slapeloosheid) is, maar tevens een gewaardeerd theesurrogaat. Eene heele staf van plantsoen-arbeiders is bezig, o.a. aan het Lange Voorhout waar honderde lindeboomen in vollen bloei staan om dezen geurigen bloesem af te knippen en bijeen te garen. Groote manden vol worden aldus buit gemaakt. Een bestemming is er nog niet aan gegeven, hoewel het zeer waarschijnlijk de bedoeling is, .dezen lindebloesem na droging voornamelijk voor de ziekenhuizen in de gemeente te be stemmen. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Rei bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Stavoren, 15 Juli. Een nieuwe uitvinding op het gebied van rooktabak maken Men neemt aardappelloof dat dood op den stam staat en droogt dit in kacbeloven of anderszins. Vervolgens de stengels van de bladeren ontdoen. Men wrijft de bladeren fijn en heeft /ztabak” die zich heel goed laat rooken. ’t Wordt hier reeds in toepassing gebracht. Het schijnt, dat ook de welbekende ^natuur- landen”, dat zijn die landen die slechts eenmaal kunnen gemaaid worden, geducht geleden hebben van het koude zomerweer met veel noordewind. Men verzekerde ons tenminste, dat ook deze er nog zeer ongunstig voor staan. Het zou van groot belang zijn, dat men Ik heb getracht Zonder nu juist te-behooren tot de menschen die altijd en niets anders dan de ernst van ’t leven zien, zal toch ieder zich wei eens de vraag hebben gesteld: waarvoor leven wij en waarom leven wij Niet ieder is in staat met een schouderophalen zijn weg te gaan en als eenige slotsom te verkondigen »ik ben er en zal wel mijn eindje halen”. Ons verstand stelt zich niet tevreden met eenvoudig te constateeren, ’t vraagt ook waarom, hoe ontstaat ’t, wat is het doel. En dat is goed ook. Zoodra we een misdaad afkeuren, stellen we ons partij. Zoodra wij opkomen voor de zwakken plaatsen we ons op een standpunt, vormen ons dus een oordeel, gevoelen we dat er iets gebeurt strijdig met een ander iets, waarvan wij de oorsprong niet kennen, maar dat toch hooger moet staan en beter moet zijn dan ’t geen we veroordeelden. Er is iets in ons leven, dat ons een zekeren kant wil opdringen. We gevoelen dat die drang ons stuwt in de richting van 't goede. Aan de andere zijde werken weer krachten, die ons terugtrekken en we weten instinctmatig, dat we ons tegen die krachten moeten verzetten, omdat ze ons afvoeren van het goede. 't Begint al in onze jonge jaren. Wanneer plichtbewuste ouders ons er op wijzen en van ons verlangen ’t eene te doen en’t andere te laten, dan strookt dat heel vaak niet met onze begeerten. En in onze groote eigenwaan die vooral in de jonge jaren zoo sterk is, meenen we ’t veel beter te weten dan onze ouders. Wie de meerderheid van ’t ouderlijk verstand en ook de ouderlijke wil als gebiedend gevoelt, zal zich niet verzetten en doet, al gaat ’t schoorvoetend, toch zooals door de ouderlijke wil wordt verlangd. Maar ook gebeurt ’t, en heel dikwijls, dat niet het ouderlijk gezag wordt erkend en gebeurt niet wat verstand en hart hebben aanbevolen. Maar later, als we ouder geworden zijn, als we ons hebben opgewerkt tot een hooger levensplan; als we heenzien over veel, waar we vroeger tegenaanzagen dan, ja dan denken we terug aan onze domheden, toen we ons verzetten tegen een leiding, die zooveel beter Ingezetenen van Welsrijp en Bayum hebben vergaderd om deze dorpen van electrisch licht te voorzien in den a.s. winter. Medegedeeld werd, dat de Electrische Centrale te Leeuwarden plan heeft de kabel nog voor den a.s. winter tot die dorpen door te trekken. Dat zal een uitkomst zijn. Alg. R. Wij lezen in de Friesche Courant: Ja, nou gaat ’t nog, maar in de toekomst 1 Ik zeg in de toekomst! Nu ziet men nog de dames gekleed gaan in witte blouses, in blauwe, rose, lila, beige, cerise, ja weet ik wat al niet verrukkelijke kleuren loopen. Met hooge schoenen en lage hakken, lage schoenen en hooge hakken met strikken, zonder strikken, dotten van hoeden, ook niet- dotten, heelemaal geen hoeden. En dat is 't juist wat de vrouw (als verzamelwoord) zoo aantrekkelijk maakt. Een verscheidenheid om van te duizelen, als ze niet zoo aardig was. En menig man kijkt wel even zuur als ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden. Franco per post 621/2 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. begreep dan wij. En schoon ons als kinderen veel moet worden vergeven, ’t is toch ons eigen schuld ten slotte dat ’t resultaat van ons leven beter had kunnen wezen dan ’t is. Eenmaal dient in den mensch de zekerheid geboren te worden, dat dit leven niet is een bloot toevalligheidje, maar dat we er iets van hebben te maken. Dat het is een werktuig waarvan een nuttig gebruik voor de samen leving dient te worden gemaakt. Het leven, belichaamd in millioenen tijdelijke schepsels, is een complex van krachten die voorbestemd zijn in één richting te werken, omhoog! Zooals we nu de vreeselijke oorlog ervaren als een geweldige misdaad, zoo gevoelen wij, dat de maatschappij, dat het leven een ver keerde richting heeft ingeslagen; in stede van naar boven, hollen wij een steil pad naar beneden af. En juist omdat we den oorlog als iets onzinnigs, iets krankzinnigs, iets misdadigs gevoelen, zinnen we op middelen eens en voor goed een eind er aan te maken. Wanneer we geen ernstige menschen waren, wanneer we slechts schouderophalend ant woordden op de vraag: wat en waarvoor is het leven, zouden we onzen weg gaan en zeggen dat alle vuur ten slotte bij gebrek aan brandstof uitgaat. Maar dat doen we niet en dat doen millioenen met ons niet. Er zal natuurlijk eenmaal een tijd komen, dat er geen oorlog meer zal zijn. Strijd is namelijk niet hetzelfde als oorlog. Ik heb de oorlog genomen om een sterk sprekend voorbeeld te hebben. Maar in ons eigen leven gaat ’t net zoo. Hoe ouder we worden in de begrensde beteekenis van ’t woord des te hooger komen we tegenover ’t doel van ’t leven te staan. Dan zijn de muren van de steegjes uit onze kinderjaren weggevallen dan wijken de breede straten van onze gevorderde jeugd uiteen, straks verdwijnen ook de groote pleinen, die we lang als onafzienbare velden hebben beschouwd en we stijgen steeds hooger en hooger. Nu licht voor ons als een panorama aan den voet van een hoogen berg het leven uitgespreid. Nu overzien we de kleinheid van veel, wat we vroeger als groot en grootsch hadden beschouwd. Nu gevoelen wij, dat 't leven zoo ruim en zoo beteekenisvol is. Dat het niet is een afgetreden pad, dat we allen moeten gaan tegen wil en dank, maar dat ieder zich in die ruimte kan bewegen. Dat ieder zich een doel voor oogen heeft te zetten waarheen hij wil gaan, maar dat dit doel toch altijd hooger moest liggen, dan de plaats die bij verlaten heeft. O, ik weet, dat niet ieder, neen dat slechts weinigen slagen het hooge doel te bereiken, zich-voor oogen gezet; hoog in den zin van edel en goed. Ik weet, dat ook de besten bij 't klimmen teruggevallen zijn, niet één maar vele malen. Maar zij zijn opgestaan en hebben opnieuw getracht die hoogte te bereiken waarop zij eenmaal hoopten te komen en als de levenszon ondergaat vinden ze zich toch terug hooger dan ze oöit waren geweest. Slechts een enkele zal het gegeven zijn te kunnen zeggen: ik ben geslaagd. Wel ons, als we aan ’t einde der baan kunnen zeggen: Ik heb getracht, ernstig getracht. Weinig honing. De Friesche ijmkers klagen algemeen over het slechte gewin van honing in de maand Juni en de eerste dagen van Juli. De korven zijn lichter geworden inplaats van zwaarder. Vooral de harde wind wordt als oorzaak genoemd, die de bijen belet uit te vliegen. Goede administratie De landbouwers en veehouders in de gemeente Lichtenvoorde, die op 8 Mei j.l. vette en nuchtere kalveren geleverd hadden, hebben deze tot nog toe niet betaald gekregen, omdat de bewijzen van deze levering in Den Haag zoek geraakt zijn. Treurig. Zondagmiddag wilde de landbouwer v. d. Voort aan de Loozerlaan te Loosduinen wat hooi van een zolder naar beneden gooien, teneinde een landlooper in zijn schuur een slaapplaats te bereiden. Door het breken van een ligger stortte v. d. Voort omlaag en kwam met de borst op een scherp uitsteeksel van een boerenwagen. Dit voorwerp doorboorde - hem de borst en het hart, waardoor hij ter- zulke I stond den geest gaf. landen, die niet het minste weerstands vermogen hebben, wat minder aan de natuur overliet, d. w. z. ze met terpaarde liet be strooien en in een waterschap brengen. De opbrengst zou binnen enkele jaren verdubbeld kunnen worden. It liket wol, det it fraecbstik fen iten en drinken de minsken safolle yn bislach nimt, det dêr troch in hopen oare dingen op ’e eftergroun reitsje. Sjuch it mar oan ’e stim- merijdrokte fen dit jier. O ja, elk dy’t in bytsje polityk bloed yn ’e ieren hie, woe wolris in bertlik wirdtsje sizze oer de bêstens fen de kandidaet fen syn partij en hy woe, as er dêr in stim mei winne koe, ek wol in .ure syn wirk stean litte, om in healslachtich kiezer as ’t koe to winnen, mar dat oersjjan- nende en dat opwynderige, dat men by de minsken hie op foarige forkiezingsdagen, dat hie men nou sa net. Dan makken ljue, fen finderskate partijen, foar it each de béste frjeonen, meielkoar in fytstocht, nei ’t Fean ef nei Ljouwert ef Suits, om der by to wëzen as de telegrammen oankamen, en op ’e iene ef de oare herbergeseal hokken de polityke nijsgjirrigen gear, en elk binnenkommend telegram joech oanlieding ta in Ifidroftich hoeragerop en die de oanwezigen, dy’t bihearden ta de partij fen de kandidaet dy’t op leger- wal rekke wier, op ’e tosken biten fen spitigens. De frjeonskip by de ljue fen ien en ’t selde doarpke rekke op sa’n forkiezingsütslach gans oan ’t forkoeljen, hwent men koe de spotlach, dy’t op 'e troanjes fen 'e tsjinpartij laei, as der de iene kandidaet it plak for in oaren ien romje moast, net forneare en elk socht dan syn hinnekommen ek al by de ljue, dy’t mei him ta deselde partij bihearden. It koe aims let yn ’e nacht wirde, ear’t men alles sahwet wist en einliks, as alles dan beslist wier, socht elk syn fyts wer op en pratend oer de nije stand fen saken traeppe it wer op hfis ta, om dan, by thuskomst, it stikje fen ’e neinacht to dreamen oer de Twade Keamer, oer sprekkers, oer telegrammen, en dêrmei wierne dan in hopen waermronde polilikers wer gewoane minsken wirden, dy’t hjar letter wolris skammen det se hjarren sa opwoun en hjitmakke hienen for de saek. Fen ’t jier hie men dy spanning sa slim net. Men hearde sa wolris de titrophwet in roomseben! ef: hwet in heap readen! mar it waerd net sa hiel earnstich opnomd, laetsjend waerd der by sein: nou moat dy meielkoarren mar ris prebearje om ’t folk hjar wiet en droech op ’e tijd takomme to litten. Iten, dat is tsjinwirdich mear it greate frachstik Ten ’e dei, en mannichien wol syn sosialistisk begjinsel wol graech ynroalje tsjin in man- nich breakaerten mear yn ’e wike. Der is yn dizze dagen safolle dat de ljue yn bislach nimt, en by de measten is de fraech om mei wiif en bern troch de tijd to kommen in frage, dy’t och sa swier weacht. Alles djfir, hast net to biteljen, en de for- tsjinsten koarte bij de arbeiders al hird yn en forskate witte al net mear ho’t se in deihier fortsjinje scille en steaoe op ’e brêge de tiid to koarten. Oaren sitte yn noeden en soargen oer hjar ierappel- en beantsjebou. De felle droechte en de kalde Noardewyn hawwe ien en oar sa teistere, det by in poarsje minsken de hope op in goed gewaechs bigoun to sakjen. De mylde rein fen fen ’e wike had dy hope wer hwet opfleure. Och, de ljue roppe sa gau, det alles forlern giet en det der neat fen to lanne komt, en it docht sa faken bliken det men in fiersto swiere mütse op hie. Kleije en krimmenearje, dat bawwe in hopen minsken sa hiem. In wike moai waer docht hjar ütsjen nei rein, en twa dagen reinwetter docht kleijen oer de wiette. As de minsken it waer yn ’e bannen hiene, hwet scoe ’t dan gau bliken dwaen det se der neat gjin forstan fen hiene. Hwet is ’t in moai ding, det gjin minske der hwet oan foroarje kin. Frisia. Dure pruimen. Baron van Voorst tot Voorst te Elden, heeft uit de hand verkocht een boomgaard blauwe Eldensche pruimen voor de aanzien lijke som van... f 10.000. De opbrengst van de pruimen is nog groöter dan de geheele waarde van den grond. Inbraak. In den afgeloopen nacht heeft de politie te Tilburg drie individuen op heeterdaad betrapt op diefstal van manufacturen in bet groote magazijn van gebr. Mathijsen. Voor een aanzienlijk bedrag was reeds door de inbrekers verzameld. Duitsche kolen voor ons land. Gisteravond arriveerden te Zevenaar de eerste wagons steenkolen uit Duitschland. Echtelijk drama. Gistermiddag te 2 uur heeft in zijn woning op een hofje aan den Gondscbenweg te Rot terdam een twintigjarig koopman op zijn twintigjarige vrouw-, met wie hij ruzie had, twee revolverschoten gelost. Een der kogels trof haar in de linkerborst, de andere onder den neus in het hoofd. De vrouw zakte dood in elkaar. De dader is in boogstoverspannen toestand gearresteerd. Het echtpaar had een kindje van tien maanden. Alg. R. Licht in de duisternis. ten plattelande in Friesland begint dat men het in den a.s. winter en men zich zijn vrouw hem de nota voor een nieuw mantelpak of voor een paar nieuwe schoenen box-calf onder ’t bord schuift; maar als bij dan weer ziet hoe aardig ’t haar staat en als hij beseft, dat hij ’t toch ook wel weer aardig vindt als zijn vrouw aardig is, nou dan neemt de goeie knul zich voor, om ’s weeks maar een paar van die dure sigaren minder te rooken. En och, dan is ’t er ook gauw weer uit... maar nu moet je niet naar mijn hoofd kijken. Enfin, ’t gaat mis. Ook met de mannen. Al valt aan dat ras niet veel op te knappen, een goed zittend pak in grijs, bruin, blauw, carré, frappé, weet ik wat al mooie namen de kleerkunstenaars ook voor ons hebben uit gedacht, ik zeg een goed zittend pak geeft dan toch aan een man eenige aantrekkelijkheid, mitsgaders een paar moderne schoenen en een hoed naar keuze. Zoo was ’t tot nu toe. Maar toen kwam de democratie, als gevolg van den oorlog. Uniformiteit werd ’t wacht woord. ’t Begon met de onvolprezen eenheids worst, die zoo erg eenheid werd, dat er geen tweede ooit te bezetten viel. Toen werden de eenheidssigaren aangekondigd.’t Vervoerverbod van tabak is reeds uitgevaardigd, maar als zoo’n verbod komt valt er natuurlijk niets meer te vervoeren, want er is niets meer. Nu komt de eenheidskleeding en het eenheids- schoeisel; Ja, de dames meenen, dat ’t voor haar nog al losloopen zal. Lari hoor! Allemaal één soort. Voor den zomer sanella zonder en voor den winter homespun met voering. En ’t zal een galanterie van de regeering wezen tegen over het vrouwelijk geslacht als zij toestaat dat de voorgeschreven stof in verschillende kleuren zal worden vervaardigd. Als de een heid zoover doorgevoerd is, komen de huizen aan de beurt. EenheidshuizenEn nou zeg ik, zal ’t in de toekomst niemand kwalijk genomen kunnen worden, als een man in een vreemde vrouw zijn eigen vrouw meent te zien of een vrouw een vreemde man familiaar op de schouders tikt, meenende haar man te pakken te hebben. En per slot van rekening verdwalen we door de groote eenheid in de huizen, ook nog in de verkeerde woning. Maar nu houd ik op; want dan is ’t leed niet over te zien. Nu men in te zien zonder petroleum moet stellen wil vrijwaren tegen het getob met kaarsver lichting gaat men carbid inslaan. De prijs is hoog; per 100 K.G. betaalt men 170 Èt 180 gulden.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1