Verschijnt Donderdags en Zondags. No. 66. 57ste Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Zondag 18 Augustus. 1918. BERICHT. VOOR DE HEILIGE SLEUR. OER DITTEN EN DATTEN. - INGEZONDEN. Doordat onze papierleveran cier ons teleurstelt in tijdige levering van een nieuwe partij, moeten wij tijdelijk dit Blad drukken op ongesatineerdpapier. Firma B. CUPERUS Az. BINNENLAND. Steenwijk, 15 Aug. Onder de verveners en een groot aantal ingezetenen in deze gemeente en de gemeente Steenwijkerwold heerscht groote ontevredenheid over de wijze waarop de toeslag op de maximumprijzen der turf wordt toegekend. In een bier ter stede verschijnend blad van 13 Juli j.l. maakt de brandstoffencommissie bekend, dat het zomerrantsoen, alsmede de eerste 10 een heden van het winterrantsoen, f 3.75 beneden den maximumprijs per duizend turven geleverd zal worden. Tevens wordt met ’t oog op de schaarschte aan brandstoffen de raad ge geven, de turf zoo spoedig mogelijk te bestellen. Friesche Zuidwesthoek. 14 Aug. Tot Workum, waar ’t beter begint te worden, ziet het er in de weiden niet rooskleurig uit. Er kwam te weinig buien-regen, wat te zien is in de slooten. Van eene tweede booisnede komt niets terecht, het vee heeft alles brood- noodig. Bolswardsclie Courant en f datsjes balde Frisia. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) M. de R.l Als U het kunt goedvinden, plaats dan s.v.p. onderstaande in uwe courant, waarvoor mijn vriendelijken dank. Ben burger van Bolsward. v. Fr. mei in dtfenhflzer wol in lyts bytsje meinimme. Mar jawol, it waerd rekkene finder smokkelwaer en it bern moast hjar mannich ierapels en bjar kromke bitter ófstean yn ’e frjemdte oan ’e pelysje. In wfinder, dat men it sloof ek gjin preces makke en foart mar opslutte yn ’e toer ef sa. Sjuch, sa’n femylje scoe nou wol wolle, dat de smokkelerij op oare wize tsjingien waerd, dan koe men in utfenhusjend bern mar gerest hjar ditsjes en litte. te zeggen altijd trek deel van den dag op den honger is, bestaat men zijn portie naar en goed kauwen is om van een matig De nieuwsbladen deelden mede, dat twee politie-agenten 1ste klasse elders zijn Als ik mij niet vergis, blijven er één eerste en vier tweede klasse ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgen» 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Juist nu men om zoo heeft en menigeen een of over ’t randje van i er groot gevaar dat binnen schrokt. Lang echter ’t eenige middel rantsoen ’t volle profijt te trekken. Om nog niet te spreken van de ontegenzeggelijke waar heid dat menigeen, die zich méér dan een matig rantsoen verschaffen kan, in dezen tijd boe wonderlijk ’t ook klinke onge twijfeld te véél eet. Van de voedingswaarde der verschillende levensmiddelen heeft nog bijna niemand een juist begrip, al heeft men wel eens van eiwit, vetten en koolhydraten gehoord. Ieder zou, zooveel doenlijk, ’t menu moeten uitkiezen, dat het best past voor zijn dagelijksch werk, zijn gestel, zijn leeftijd althans de soort van eten, die dat ideaal eenigszins benadert. Maar voor de meeste menschen kost dat te veel inspanning en te veel tijd, ’t is ook haast een wetenschappelijke studie, zij kunnen dat eenvoudig niet, en zij eten volgens de oude sleur. Waarom geeft de overheid hier niet wat meer leiding? Waarom worden er niet allerwegen wenken, gidsen, handleidingen verspreid, om het karige voedsel ten minste het best te laten besteden? En waarom wordt het distributiestelsel, met ’t oog daarop, niet wat leniger gemaakt? Voor de gezegende vaderlijke bemoeiingen der overheid is hier nog heel wat te doen ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden. Franco per post 621/2 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. onzer benoemd, nu nog over politie. Dit gaf mij aanleiding eens op te slaan het behandelde in de Raadsvergadering van 3 Nov. 1916, betreffende reorganisatie der politie, wat toen nog al wat stof heeft op gejaagd. De Burgemeester wist de Raadscommissie in een half uurtje voor zijn plannen te winnen, en na schorsing der openbare raads vergadering nam ook de Raad na eenig tegen sputteren, met twee stemmen tegen, de geheele conceptverordening aan. Volgens de toen aangenomen reorganisatie moet ons politiekorps bestaan uit één inspecteur, 3 agenten 1ste klasse en 5 agenten 2de klasse. Na het vertrek van den heer Bachofuer hebben we geen inspecteur weer gehad en is het geheele korps geslonken tot een agent 1ste klasse en vier agenten 2de klasse. De surveillance wordt daardoor belangrijk ingekort, temeer nu de agenten al sedert geruimen tijd met hun tweeën loopen, dat zal wel bij instructie zijn bepaald, doch doelmatig is het niet, feitelijk zou het korps bij deze wijze van surveilleeren verdubbeld moeten worden. Wij zijn thans aardig op weg dat ons politiekorps weer zoover komt als het voor de reorganisatie was. Z/Men” zegt, de Burge meester kan geen geschikte krachten krijgen, dat is een goedkoop argument, maar de kwaliteit is er ook naar. De raadsleden zwijgen er over, want alles wat politie is gaat den Burgemeester als hoofd der politie alleen aan. Het publiek wil toch zijn gemoed luchten en daarvoor is gelukkig nog uw courant. Allen, die nu vóór 13 Juli of kort daarna hun turf ontvingen, zien zich teleurgesteld en moeten den vollen prijs betalen. Zij zijn dus de dupe geworden van hun vroeg bestellen, iets dat juist door de brandstoffencommissie werd aangeraden. Voor velen maakt dit een belangrijke schadepost uit, terwijl het den veenbazen veel last veroorzaakt. Niet tevreden met deze zonderlinge regeling, heeft men een klacht ingediend. Arum, 15 Aug. De nalatenschap van wijlen de echtelieden T. Anema alhier komt volgens testamentaire beschikking aan pl.m. 120 familieleden. Sommigen krijgen een halve boer derij, anderen pondematen land. Hepk. Nieuwsbl. Men verbeelde zich echter niet, dat de sleur zooveel minder heerscht onder het volk zelf. Het ernstige aardappeloproer te Amsterdam in Juni 1917 werd voor een goed deel ver oorzaakt door... sleur. De menschen konden rijst krijgen, die er toen nog was had je ze nu maar! zij verkozen echter aard appelen te eten, die er niet waren. Liever oproer maken, dan zijn eetgewoonten ver anderen. In het sedert verloopen jaar hebben wij al heel wat eet- en andere gewoonten, nood gedrongen, gewijzigd. We zijn niet zoo kies keurig meer uitgevallen, noch zoo eigenzinnig. Ook het volk vergenoegt zich nu desnoods met rijst. Er ontbreekt intusschen nog ontzaglijk veel aan, dat we in dit opzicht voldoende los zouden geworden zijn van de sleur, ’t Is hierbij geenszins enkel een kwestie van smaak, er zou veel ondervoeding vermeden worden, in dien wij op betere wijze voor onze voeding zorgden. Bij de distributie-maatregelen die nog veel te veel allen over één kam scheren, wordt hierop maar luttel gelet, en ’t gevolg is, dat den een te veel, den ander te weinig wordt toebedeeld van het voor hem noodigste. In veel gezinnen heeft men betrekkelijk over vloed, elders gebrek, dat hangt af van de samenstelling van het gezin. Alleen wonenden hebben ’t soms héél hard te verantwoorden. Ondervoed is nu zeker reeds een aanmerkelijk deel van ons volk. Dr. O. F. Bosch heeft reeds eenigen tijd geleden in ’t bijzonder op ’t gevaar gewezen dat het opkomend geslacht bedreigt: Het is hartverscheurend, schrijft bij, te zien hoe thans jonge kinderen boven het jaar gebrek hebben aan het noodigste. Zoodra de fatale leeftijd van een jaar bereikt is, en de stakkerdjes nauwlijks eenige tanden hebben, moeten ze plotseling overgaan op het gedistribueerde groote menschen voedsel. Zij mogen nu bruin brood gaan kauwen en stamppot. Een eitje is er voor hen niet te krijgen, geen stukje vleesch voor een soepje, en als ’t er is, nog niet eens te betalen... Ook met vele zieken en zwakken (die niet heel ziek of uiterst zwak zijn) is’t erg gesteld. Wij geven nu grif toe, dat waar niet is... ook de zuigelingen en zieken hun recht ver liezen en ook heeft de allerlaatste tijd hier eenige verbetering gebracht. Ieder weet echter dat b.v. de eieren worden vastgehouden door de boeren en den tusschenhandel, dat er veel vet verkwist wordt aan haast oneetbare of spoedig bedervende eenheidsworst.De groote fout ligt o.i. hierin, dat men er niet op uit is, overigens redelijk goede distributiemaatre- gelen voortdurend te verbeteren. De goede bedoelingen worden verstikt door de ambte lijke sleur, ’t Zou wat meer moeite en zor gen kosten, en wat meer geld maar gaat ’t hier ook niet om het allernoodigste voor het heele volk? En dan het publiek zelf de eters. Hoevelen geven er zich rekenschap van, dat het weinige dat nu te krijgen is, zoo zuinig mogelijk gebruikt, zoo zorgvuldig mogelijk uitgekozen, zoo goed mogelijk toe bereid moet worden? Ook hier wordt alles veel te veel overgelaten aan de sleur en het vooroordeel komt er nog bij. De in Am sterdam althans over ’t geheel genomen voor treffelijke Centrale Keuken wordt te vaak behandeld alsof dat een instelling ware voor de paria’s der maatschappij. Merkwaardig is, dat juist onder de lagere klassen zoovelen er den neus voor optrekken. Hier komt in ’t spel het zonderlinge wantrouwen tegen al wat van overheidswege verschaft wordt, ’t sterkst juist bij hen die altijd klaar staan om de hulp der overheid in te roepen. Vooral menschen die veel spierarbeid moe ten verrichten, kunnen zich een uitstekend bij voedsel verschaffen door suiker. Een ons suiker staat gelijk met 160 gram brood. Maar een werkman die klontjes eet belachelijk nietwaar?... Gelukkig komt de suiker in dis tributie, dus beter bereikbaar voor allen; zal nu het gros der bevolking er ook meer ge bruik van maken? Ook kaas wordt nog meer als een smake lijke broodbelegging, dan als voedsel aange zien. Toch zijn suiker en kaas naar verhou ding veel goedkooper dan vleesch. Maar uit sleur verlangt ook de minder bedeelde nu en dan ’n klein stukje vleesch, zij ’t van infe rieure hoedanigheid en peperduur. En dan nog een zeer belangrijk punt: het kauwen. Hoe dikwijls is reeds aanbevolen, daaraan meer zorg te besteden, ook al is ’t zoogenaamde Fletcheren wel wat overdreven. oer op it lést, dat ons land was Och man *e kiel oan, hoefde mar ljue de grize oer de grouwe. Dat dêrom hie men der hwet in oare namme oan jaen moatten. 8a nou en dan sjucht men noch ris as nijtsje yn ’e krante: Z/Ook in ons dorp heeft zich een geval van Spaansche griep voor gedaan”. Nou, de nijtsjeskriuwers, dy’t dat nijs de wrald ynstjfire, hiene de pinne ek wol droech hélde kind, hwent nijs kin soks alhiel net mear hjitte, om ’t er gjin plak is dér ’t de sykte him noch net foardien bat. It scoe dus mear as seltsumheit forhelle wirde kinne, dat de sykte bjir ef dér noch net wier. Derby is ’t ek noch de frage ef de gefallen, dy’t dan wraldkindich makke wirde, wol griep binne, né ef ja. Hwent it is sa gesteld, as immen tsjinwirdich ris goed prilst ef ris ryklik swit, dan tinkt er by him seis: dér hawwe wy it gemael al geande, ik haw de Spaenske sykte ek al, mar gau op béd. Mar it blykt faek dat de man sliept as in roas, oan de oare moarns ta, en by it to wekker wirden moat er him ris efkes bitinke ho’t dat de foarige jouns wier, o ja, de Spaenske gryp. Mar hy fielt him oars ek wol aerdich goed, hat wol sin oan hwet thé en in stik iten, en de man wirdt ta syn gelok gewaer, dat er him forsind hie, it wier de Spaenske gryp net, it wier neat. Mar dan is ’t praetsje faek al oer de bfirren, en de oare jouns stiet it al yn ’e krante, mar dan hat de pesjint al wer in dei arbeide. En sa komt it, dat in hopen ljue hwet al to licht oer de sykte tinke en hiel faek de gek der mei skeare. Mar immen, dy’t it goed oanpakt, wirdt al ringen gewaer, dat men de gek der net mei hoeft to hawwen en by makket in pear aller- binauste dagen troch, dy’t geskikt binne him syn hiele libben by to bliuwen. Men hie der hwet in oare namme oan jaen moatten, dan hiene de ljue hwent alle minsken tinke der net sa licht oer dan hiene de ljue der net sa fjfirbang for west. Dat is al bigoun, do’t de kranten biskie diene, dat de sykte der wier, en dat er dér yn Spanje op in nuvere en finforklaerbere wize om ware; ho’t er letter al oer de Spaenske grinzen wier, en vde gevreesde ziekte ook reeds binnengeslopen” 1 it hert sloech de minsken tsjin en de namme Spaenske sykte neamd to wirden, dan gyng de Mar och, der is tsjinwirdich safolle dat men hwet oars hawwe woe. Sa scoe in man ut Aideboarn wol wolle,-dat men de smokkelerij op hwet doelmatiger wize tsjingyng as men dat nou faek docht. De man syn bern, in famke fen tsien jier, scoe de foarige wike dtfenhfis en kaem mei de boat yn Snits oan. Mar dér stie de pelysje ré, om to sjên ef er ek forbearn spil forfierd waerd, en sa waerd it to óifenhu-jend geand famke ek oanhalden, en ja man, it bern hie for de femylje by hjar in fiifkop ierapels en in healpoun bfiter. Och, it soppet tsjinwirdich neat to rom en dan Het Nieuws van den Dag bevat het volgende zeer lezenswaard artikel. Wij hebben nu vier oorlogsjaren lang het voorrecht gehad, wat het buitenland betreft, een zeer voorzichtige en bij gelegenheid ook redelijk flink optredende regeering te bezitten; ten aanzien van het binnenland echter ver slapte de leiding al meer en meer en bij alle waardeering die het werk van minister Posthuma verdient, is ook in het alles over- heerschende vraagstuk der volks-voedselvoor- ziening het ontbreken der groote lijnen ge ducht merkbaar geweest. En nu, in 1918, zitten we nóg zonder een groote lijn en zonder een vast plan. Wij wijten dat gemis niet aan een of twee ministers, die hun best deden en gaven wat zij konden. Het oude regeerings-systeem bleef doorwerken, en werkt nog steeds door, ziedaar de fout. Het is best mogelijk dat een Am- sterdamsche regeering ook gefaald zou hebben, maar dat Nederland te zeer Haagsch geregeerd is, valt niet te ontkennen, en daar plukken wij nu de wrange vruchten van. In den Haag (wij bedoelen het kringetje met een halven kilometer-straal om het Plein heen getrokken) is de Heilige Bureaucratius altijd stipt en trouw gediend en de nauwlijks minder heilige Sleur niet minder. Dat er, voor een land in nood als het onze heel iets anders noodig was dan de oude personen en instellingen met de oude (vaak verouderde) gereedschappen, dat om zoo te zeggen blies wat de nu uiterst ingewikkeld en delicaat geworden bestuursbemoeiïngen betreft, vernieuwd en breed opgezet behoorde te worden; dat men zooveel doenlijk zonder aanzien des persoons een heel nieuwe organi satie, deskundig en wetenschappelijk gegrond vest, moest scheppen, omdat van zulke forsche ingrijpende, alles omvattende maatregelen ’s lands welzijn en ’s lands toekomst afhing acb, tot zulk een hoogte van beschouwing heeft men zich in den Haag niet kunnen ver heffen. Zelfs in vier oorlogs- en crisisjaren niet, ’t Bleef meestal bij veranderingen van 't bestaande, bij oplappen. De groote schoon maak, het nieuwe systeem, ze lieten al even zeer op zich wachten als de Nieuwe Man, de krachtige, de redder. Zal de nieuwe regeering uit de algemeene verkiezingen voortgekomen, dit nieuwe, frissche verjongde brengen in ons regeeringsstelsel? Wij vreezen Toch wordt deze eisch nog steeds dringender. Om nu bij het meest urgente te blijven: de voedselvoorziening van ons volk het zou struisvogelpolitiek zijn om te verhelen dat ’t daarmee van kwaad tot erger dreigt te gaan. Tegenover enkele lichtpuntjes staat de kans van ernstige tegenvallers in het najaar en den winter, die hun schaduw van zorg reeds voor uitwerpen. Stelselloosheid en een zeker licht vaardig optimisme hebben er schuld aan, dat Nederland nu nóg niet voldoende voorbereid is om dien zeer kwaden tijd af te wachten met het besef, dat al het mogelijke ter af wending en verzachting is gedaan. Zij heeft zich niet kunnen opwerken tot de hoogte der buitengewone omstandigheden, maar anderzijds hebben het egoïsme, de geringe gemeenschaps- zin van ons volk ’t overige gedaan. Ieder voor zich, en laat anderen bloeden, scheen wel ’t devies. Er schijnt weinig aan te doen. Enkele jaren zijn niet genoeg gebleken om een bestuursstelsel berekend te maken voor de bestuursstelsel berekend te maken zeer ongewone crisis-taak, hoe zou men dan willen dat die korte tijd voldoende ware om een volk op te voeden een volk boven dien dat niet, als de oorlogvoerende natiën, door gemeenschappelijk te dragen leed gevaar gloênde aaneengesmeed werd? Die heilige sleur in de bestuursbureaux, van het ministerieele kabinet af tot de kleinste plattelands- burgemeesterskamertje toe, komt on» volk duur te staan.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1