lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Verschijnt Donderdags en Zondags
1918
57ste Jaargang.
No. 69.
Donderdag 29 Augustus.
TUINBOL! WCULTUUR.
STADSNIEUWS.
Groote Kaatspartij, 27 Aug. 1918.
Bolswardsclie Courant
t
VOOR
4
even
p.
(Applaus),
de gelegenheid
worden gehouden,
van den grond als
Ook is begieten
voor de zooveelste maal,
om getuige te zijn van
kaatsers. Wonder is ’t
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
1
Alweer zaten we,
in het Pers-tentje,
de prestaties onzer
jaar op jaar namen we plaats aan den overkant
van ’t perk, ja, toen was het feestterrein nog
aan den anderen kant der stad, beter gezegd,
er midden in. Wat was het toch altijd gezellig
in dat „schuttersland”, yn it skeat fenêalde
Broere tsjerke.
Maar ’t moet gezegd, het nieuwe Sportterrein
biedt vele voordeelen, en dankbaar moet men
zijn aan allen, die hebben meegewerkt tot de
van dit ruime veld.
weer in ’t Pers-tentje, zoo
het terrein overziende is ’t precies of
er nog staat van verleden jaar. Alles
even als te voren, vlaggen, tribune (reeds
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 62x/2 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
De heer Cremer maakte van
om vragen te stellen, gebruik, om den Spreker
te raadplegen wat hij moest doen met den
wreeden grond die in harde brokken bijeenstaat,
diepe scheuren vertoont en waarop zijn boonen
totaal verongelukt zijn In Bergum was de
grond heel anders gesteld.
De Spr. antwoordt, dat bij voorkeur voor
tuinbouw de lichtste grond moet worden
uitgekozen, en daarbij moet cok te rade worden
gegaan met de keuze der planten. Hij is met
de grondsoort hier niet speciaal bekend, maar
de practijk heeft geleerd, dat ook op zware
gronden wel gekweekt kan worden.
De heer Keestra, directeur der Rijks-
zuivelschool, die zich nog al bezig heeft
gehouden met het onderzoek der grondsoorten
rondom onze stad, wordt door het bestuur
verzocht of hij ook over den grond inlichtingen
kan geven, en deze verklaart, dat over het
algemeen de grond hier niet bijzonder geschikt
is voor tuinbouw. In ’t noorden en noord
westen der stad is de grond er beter voor
dan aan de andere zijde. Hij zou dan ook zeer
voorzichtig willen zijn met uitbreiding van
tuinbouw, althans de opbrengst van zoovele
honderden guldens per pondemaat, als de Spr.
dat liet uitblinken, zal hier niet opgaan. In
de richting Schettens is de grond beter geschikt.
De heer G. v. d. Werf kan omtrent de
cultuur van ’t Schettenserhof meedeelen dat
de resultaten daar thans goed zijn, ofschoon
de grond nog al wreed is. Het weeshuis heeft
daar naast land, dat zaveliger is bevonden
en dan nu ook zal worden gebroken. Misschien
is die grond ook wel geschikt voor tuinbouw-
cultuur.
De heer Piccardt van Witmarsum weet
omtrent het Schettenserhof nog mee te deelen,
dat vroeger bij de Familie Heeringa de resul
taten niet best waren, door den opvolger
Westra is de kweekerij al veel vooruit gebracht
en thans worden door den bewoner Siderius
heel goede resultaten verkregen. Spreker meent
ook dat de Tuinbouwvereeniging te Bolsward
op goede resultaten kan bogen. Dat het
Bestuur hier hedenavond een practicus deed
optreden moet verdere gevolgen hebben. Er
moet getracht worden hier cursussen te
organiseeren over tuinbouwkunde, het rijk en
ook de gemeente bevorderen zulks. Die taak
rust vooral in deze tijden op de autoriteiten,
en in Wonseradeel wordt het onderwijs in
land- en tuinbouwkunde krachtdadig gesteund.
De rijkstuinbouwleeraars zijn zeer zeker bereid
mede te werken en ’t Rijk wil dergelijke
cursussen ook bevorderen.
De Voorzitter, de heer Kingma, besloot de
vergadering met dank te brengen voor de
getoonde belangstelling, in 't bijzonder aan
den Spreker, en ook aan den heer Piccardt
voor diens aanwezigheid alhier en zijne raad
gevingen. Hij vertrouwt dat deze avond een
aanleiding zal worden dat hier een cursus
wordt georganiseerd in tuinbouwkunde, en
hij spreekt de hoop uit, dat het doel van ’t
Bestuur zal kunnen verwezenlijkt worden.
(Applaus).
tot stand koming
We zaten dan
even
alles
weer
vroeg mooi bezet), ja zelfs de donkere lucht
van 1917 is er ook weer. Ik denk even:
zouden ze op ’n donkere lucht geabonneerd
kweeking van groenten toelegde, waarbij later
de export naar het buitenland ook een voorname
rol ging spelen, want in Duitschland en
Engeland is over ’t geheel genomen, de bodem
niet zoo zeer geschikt voor bet kweeken van
allerlei groenten als ons vaderland.
Bij die historische ontwikkeling van dat
bedrijf alsmede in verband daarmede den
handel in groenten, stond Spreker wat langer
stil, om aan te toonen dat er heel wat belangen
betrokken zijn bij de groentenkweekerij, en
de groentenmarkten voor- en nadeelen opleveren
zoowel voor den producent als den consument.
Wil men voor den export kweeken, dan moet
de zaak eigenlijk in ’t groot gedreven worden,
het beginsel moet hier toch eigenlijk zijn, niet
zoo zeer een groote hoeveelheid van een enkele
soort, doch liever van allerlei soort wat.
Amsterdam zal denkelijk beginnen aan een
kweekerij van groenten van gemeentewege voor
eigen behoefte; dat idee is gerijpt door den
drang der omstandigheden. Een uitgestrektheid
van 600 Hectare zal daarvoor dan geëxploiteerd
worden. De vraag geldt dus, kan hier om
en bij Bolsward ook met vrucht uitbreiding
worden gegeven aan den tuinbouw, en Spr.
meent dat in bevestigenden zin te kunnen beant
woorden. De grond is er hier voor geschikt,
maar men dient de lichtste grondsoort er
voor uit te zoeken. De lichte grond is meer
voor allerlei soorten groenten geschikt. Ook
is het noodig den ondergrond te beschouwen.
Als die zoogenaamde banken of ondoordring
bare lagen heeft, moeten die er uit, want 't
grondwater moet door capulariteit kunnen
opdringen. Dan is voor den groei de zachtste
en fijnste grond het best geschikt.
Spreker geeft daarbij over grondbewerking
enkele wenken zooals die een vorig jaar ook
door onzen stadstuinier, den heer Jonker, meer
uitvoerig zijn gegeven, en toen ook in ons
blad zijn opgenomen. Ook omtrent het planten,
over den afstand onderling der gewassen worden
enkele mededeelingen gedaan.
De grond rondom de stad kan heel wat
opleveren zegt Spr. en is voor velerlei groenten
geschikt. De behoefte aan groenten wordt
allengs grooter, want het verbruik neemt ook
al door de tijdsomstandigheden en ’t gebrek
aan vet, zeer toe, daardoor zijn de prijzen
hoog. Op de veilingen te Harlingen, Franeker
en Leeuwarden zijn de prijzen tweemaal zoo
hoog als in Holland, dat alles wijst er op,
dat er in de groentecultuur veel voordeel zit.
De groote vraag is echter, hoe aan geschikt
land er voor te komen. Dat kan Spr. natuurlijk
niet beslissen, misschien kan er van gemeente
wege in voorzien worden, maar het kweeken
van groente geeft veel werkzaamheid, die
goed beloond kan worden en dus dient te
worden bevorderd. Spr. kent personen die
hun vak verlaten hebben om zich te wijden
aan den groentebouw en nu een flink bestaan
hebben, maar het is noodig dat men daarbij
eenig doorzicht heeft en de handen uit de
mouw wil steken. De resultaten die Spr. bij
den tuinbouw heeft gezien waren over het
algemeen goed, en hij heeft den indruk gekregen
dat de kweekers over ’t algemeen wel met
hun perceeltje zijn ingenomen. Door ervaring
geleerd, zullen de resultaten wellicht allengs
nog beter kunnen worden. Twee zaken hebben
Sprekers aandacht vooral getrokken bij zijn
bezoek aan de tuinbouw alhier, en wel dat
alles op smalle bedden wordt geteeld, en
meestal de planten wat dicht bij elkander
zijn geplant. Dit zou hij liever anders hebben
gedaan. Voor verschillende groenten geeft bij
daarna de afstanden aan, waarop ze bet best
slagen, ook over combinatie van verschillende
planten op denzelfden akker wordt gesproken.
Dit betoog uit den aard der zaak wat droog,
kunnen wij niet in bijzonderheden meedeelen
want het zou den lezers misschien minder
interesseeren, gelijk het blijkbaar op de lezing
ook sommige hoorders niet boeide, en die
zich daarom gingen verwijderen. Spreker ging
dan ook zijn rede wat bekorten en na nog
even over beschutting tegen den wind te
hebben gesproken, ging hij er op wijzen, hoe
groot de opbrengst van den grond wel wordt
en hij kwam bij verschillende groenten tot
een opbrengst van f 1500, f 1600 en f 2500
per pondemaat land, ja er zijn hem gevallen
bekend van een opbrengst van f 5000 per
pondemaat. Sommen dus om van te watertanden.
Spreker maakt nog de opmerking dat
vakkennis veel helpt om goede resultaten te
krijgen, en dus zijn de cursussen in tuinbouw
kunde ook zeer nuttig en noodig, wat de
cultuur verschilt naar gelang de grond anders
Van 79 wordt wat verwacht. 9 is Jan
Reitsma met Vlietstra en Rinze Yetsinga.
De contra-partij moet oppassen. En ze
schijnt ook te zullen oppassen, ze heeft al
ras een „eerst” aan den hang.
Al spoedig hangt er aan den anderen kant
ook ’n //eerst”. Reitsma denkt; „oanmeitsje”,
en ,/denken wordt doen”, 9 heeft een //spel”.
Maar 7 houdt van gelijk op maakt den
gesteld is. Theorie en practijk moeten samen
gaan, en na te hebben aanbevolen, dat men
zal zien ook hier te krijgen een cursus, zij
het ook een cursus voor ouderen, om eenige
wetenschap in dit vak op te doen, sluit hij
met de hoop, dat zijn betoog iets zal hebben
bijgedragen tot de bevordering der groente
cultuur in deze gemeente.
zijn? ’t Kaatst immers zooveel beter, felle
zon is hinderlijk, vooral voor den opslag.
Als we met dit opstel beginnen is de morgen
al weer volgens programma, als van ouds,
afgewerkt, ’t Stedelijk muziekkorps heeft ’n
optocht gemaakt door de voornaamste straten
der vlaggetooide stad. Want, ook al weer der
traditie getrouw, hebben de ingezetenen hier
en daar de vlag uitgestoken, dat geeft een
feestelijk aanzien.
Op ’t oogenblik (kwart over één) is de
eerste ronde afgeloopen. Afgevallen zijn 2, 3,
6, 8, 11 en 13, 15 bleef staan.
Laat me eerst even de volledige lijst op
geven, volgt hier:
1. J. Heins, Leeuwarden, G. Bos, Frane
ker, A. Welbedacht, Bolsward.
2. J. Jellema, Franeker, R. Werkhoven,
Franeker, R. Tuinstra o.e.a., Franeker.
3. H. Westerhuis, Wommels, T. Zijlstra,
Witmarsum, J. Reitsma, Witmarsum.
4. Jan de Vries, Sneek, A. Rienstra,
Sneek, N. Staalstra, Franeker.
5. H. Lemstra, Witmarsum, R. Zaagmans,
Witmarsum, Tj. Strikwerda, Franeker.
6. B. Wolthuizen, Bolsward, U. Wassenaar,
Bolsward, J. Schmeltz, Bolsward.
7. H. Hiemstra, Menaldum, S. Kamstra,
Dronrijp, J. Heeg, Oosterend.
8. L. Bonnema, Winsum, Johs. Struiksma,
Wommels, J. Sieswerda o.e.a., Pingjum.
9. J. Reitsma, Pingjum, J. Vlietstra,
Franeker, R. Yetsinga, Arum.
10. J. Talsma, Kimswerd, H. Plantinga,
Franeker, M. Elgersma, Cornwerd.
11. I. Roukema, Witmarsum, P. Helfrich,
Midlum, J. P. Dijkstra, Menaldum.
12. A. Smidts, Franeker, A. Decastieau,
Sneek, I. Roukema, Harlingen.
13. L. Neuraij, Sexbierum, V. Paternoster,
Zeist, M. Miedema, Franeker.
14. A. van Lierde, Harderwijk, E. Hoyois,
Harderwijk, G. Herphelin, Harderwijk.
15. C. Werkhoven, Witmarsum, J. J.
Cuperus, Witmarsum, S. R. Yetsenga, Arum.
Over ’t geheel is er van morgen wel aardig
gespeeld, bizonder tusschen 7 en 8 (’t laatste
met den oud-kampioen Jobs. Struiksma, dat
eervol viel). Ook de match tusschen 13 en
14 (Neuray c.s. contra van Lierde) trok aller
belangstelling. Ik zou haast vergeten dat Ids
van Witmarsum !met zijn vennooten (11) best
opspeelde tegen 12, (Smidts, Decastieau, Ids
van Harlingen).
Nu spelen 15 en 1, Cathrinus en Jan van
Witmarsum met Siebe Yetsinga van Arum
tegen no. 1, (Heins, Bos en Welbedacht.)
No. 1 neemt de leiding. Als no. 1 reeds
drie eersten heeft, wisselt men bij Cathrinus
c.s. Siebe komt buiten ’t perk te staan. Nu
gaat het beter. Werkhoven maakt de zaak
voor de tegenpartij gansch minder, ’t wordt
nu zelfs ’n prettige partij, met een wel wat
ruw, maar aangenaam discours. Aan beide
kanten doet men zijn best maar er wordt
ook nog al wat geknoffeld, zoo komt men op
twee spel gelijk. Cathrinus slaat buiten daardoor
heeft no. 1 2^ spel. De „oude garde” sneuvelt
ten leste, stand 4 5-6 0. Geen „marsch funebre
betoont dit „heengaan”, een schitterende
marsch wordt gehoord, de muziek is op
’t terrein aangekomen, nadat ze even ’n
„omrug” heeft gemaakt.
Nu spelen de nos. 45, 79, 1214.
Men speelt in twee kriten, ’t is nu
weer lastiger te volgen.
45 zetten van wal. 't Eerste „halve
spel” is voor 4, al ras heeft dit no. een
„spel”. Beide partijen doen hun best, de
telegraaf vermeldt straks „spel gelijk”.
Men speelt goed op, maar er blijft verschil,
4 heeft 2 spel, 5 nog ééu, no. 4 krijgt
nog een „eerst”. Ook 5 haalt nog een „eerst”
kan echter niet meekomen en valt met den
eindstand drie eersten om 4.
Maandagavond werd in „de Doele” een
lezing gehouden op een vergadering, uitge
schreven door de Tuinbouwvereeniging alhier.
De opkomst was zeer gering, als men ’t groot
getal leden dezer vereeniging in ’t oog vat.
Er waren ruim 40 toehoorders. De Voorzitter
der vereeniging, de heer J. M. Kingma, sprak
zijn spijt uit dat niet meerderen waren opge
komen. Het bestuur heeft gemeend, nu de
oorlog de economische verhoudingen zoozeer
gewijzigd heeft, de vraag te moeten stellen
of het voor Bolsward ook van belang kan
zijn, dat de kweeking van groenten hier meer
in *t groot wordt ondernomen, en of dat
ook een middel kan zijn ter bestrijding der
werkeloosheid en tevens of daarin voor velen
niet een goed middel van bestaan is te vinden.
Voor den oorlog, toen de middelen van het
snelverkeer niet verhinderd waren, werd in
deze provincie door den landbouw meest voor
de wereldmarkt geproduceerd, terwijl andere
producten van den bodem, die men hier noodig
had, van elders werden aangevoerd. De duik-
bootoorlog heeft gemaakt dat ons land meer,
ja eigenlijk geheel op zichzelf is aangewezen,
en dus moet trachten in eigen behoeften te
voorzien. Dat wij dus hier zijn gedwongen
uit den bodem te moeten halen alles wat er
benoodigd is, schijnt bij allen nog niet vol
doende begrepen te worden.
De toestanden worden weer eenigszins als
in ouden tijd. Toen werd om iets te noemen
hier veel oliezaad verbouwd, dat gaf vet en
olie voor verlichting. De behoefte aan tuin-
bouwgroenten bestond toen lang niet als in
onzen tijd. Op het platteland werd voorbeen
haast geen groente gegeten, doch nu worden
de producten van den tuinbouw een behoefte
voor haast ieder gezin. Door de behoefte zijn
overal en ook hier velen begonnen zich toe
te leggen op het kweeken van verschillende
groenten, meest voor eigen gebruik, en er
ontstond een groote uitbreiding van tuinbouw.
Ofschoon velen leek waren in dit bedrijf, zijn
er toch goede resultaten verkregen. Dit beeft
bet bestuur der Tuinbouwvereeniging er toe
gebracht zich tot een deskundige te wenden
om te weten of verdere uitbreiding ook
wenschelijk is. Door tusschenkomst van den
heer Piccardt, burgemeester van Wonseradeel,
hier aanwezig, is men in relatie gekomen
met den Chef van den proeftuin te Arum en
die zal heden het aangekondigde onderwerp
behandelen, en uiteenzetten, welke voordeelen
er verbonden zijn, aan het kweken van groenten.
Na deze zeer practische inleiding werd het
woord gegeven aan den Spreker, den heer
SCHOENMAKER. Deze begon met er
attent op te maken, dat het de eerste maal
is, dat hij voor ’t publiek optreedt, echter
hij zal trachten het onderwerp: Kan de groente
cultuur om en te Bolsward tot meerderen bloei
komen? te behandelen, en de vraag nader
toelichten door aan te toonen hoe de teelt
van groenten op groote schaal kan worden
ingericht en dan groote voordeelen oplevert.
Hij wijst er op, dat de bodem van Neder
land in een gunstige positie verkeert ten
opzichte van de cultuur van groenten. De
vlakke ligging en de gesteldheid van den
grond zijn daaraan bevorderlijk. Spr. gaat
daarop in hoofdtrekken de verschillende grond
soorten na die men in ons land vindt, en
betoogt, dat zand- en veengrond, doch ook
de zware klei geschikt zijn voor groententeelt,
al slaagt niet elke groente evengoed op deze
verschillende grondsoorten.
De kleigrond is droog van aard, laat het
water minder goed door dan de andere gronden
en daar moet rekening mee
zoowel bij de bewerking 1
bij de keuze der groenten.
op de kleigronden meer noodig dan op zand
en veen, en aan dat begieten zijn ook weer
nadeelen verbonden.
De verschillende factoren, die voor den
goeden groei van de planten noodig zijn, als
vochtigheid van den bodem, vruchtbaarheid,
mesten, (stalmest en kunstmest, ook nog
broeimest) en goede bewerking worden besproken
en in algemeene trekken behandeld, om daarna
een historisch overzicht te geven van het
ontstaan der groente-kweekerij, gelijk dat ook
in eenigszins uitgebreide leerboeken over
tuinbouwkunde te vinden is, en waarin uitkomt
dat om de groote steden de behoefte zich het
eerst en ’t meest deed gevoelen, en men daar
dus ook zich het eerst en ’t meest op de