lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Donderdag 10 October. No. 81. Verschijnt Donderdags en Zondags 57ste Jaargang. 1918. Redenaties van n Leeuwarder. VOOR OER DITTEN EN DATTEN. BINNENLAND. 01de- en Nijeberkoop, 7 Oct. Onze Hage- naartjes gaan weer vertrekken. In de tien weken, dat ze buiten zijn geweest, zijn ze zonder uitzondering flink gegroeid en is er weer kleur gekomen op de bleeke wangen. Nu gaan ze weer naar huis en... naar een schralen pot. We lazen een brief van een moeder uit Den Haag aan de pleegouders van haar kind, waarin zij schreef dat ze gaarne haar kind wilde terugzien, maar er tegelijk tegen opzag, omdat zij het bijna geen eten kon geven. Haar man en haar zoon hadden zelfs nog niet genoeg aan wat ze dan met hun vieren zouden moeten deelen. Bols-warcLsche Courant de 77ste brood week zal kinderen te beleven hart vervuld is van liefde Achlum. In frou yn us doarp bisiet noch in lekker stik Ijirre fen wol sahwet 9 poun swier. Det is yn dizze tiid noch ris de moeite wirdich! Mar hwet wier it gefal? Okkermoarns kriige in houn, ien fen dy skepsels dy ’t it tsjinwirdich fensels ek al tige krap hawwe, det yn ’e gaten. Mei fokseslimmichheit krige hy it yn ’e bek en, howol in //hibbig” hoekje, hij wier gau in eintsje dermei op sjou. «/Hans, Hans!” klonk it oan in net neiste bfirman, ykin jou der ek hwet oan dwaen? ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgen» 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder Ne. 4. misschien wel meer dan oorbaar is. Maar de groote meerderheid vertoont toch de kunst om te bestaan van een inkomen waarover de rijke zou schaterlachen wanneer men hem voorstelde er van te leven. En ’t behoeft toch zeker geen betoog, dat de groote meerderheid der niet-bezitters prachtig werk levert op het gebied der levens- organisatie, een organisatie, waarvan de bezit ters geen flauw vermoeden hebben. gram tellen. De bons van ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden. Franco per post 62^2 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zjjn verkrijgbaar ik 5 Cent. De moed giet de ljue, dy’t noch mar jimmer in droege rite forwachten, nou njonkenlytsen yn ’e hakken. Septimbermoanne hie 't sa niiver dien, neat brocht as rein en birde wyn, en der libbe sahwet in stille hope yn ’e minsken, dat October nou noch wol goed meitsje scoe, hwet Septimber bidoarn hie. Earst krigen we noch it ófskie fen ’e Septimbermoanne, forline Moandei. Nou; oangenaem wie dat öfskie net. Dy léste dei spande, hwet wyn en wiette oangyng, fen alle foaröfgeande dagen de kroan. De wyn wie oars ek al üt ’e reinershoeke wei, dy wie dy deis op alle oarden, mar oeral, hwer 't er ek wie, reinde ’t wei dat it spielde. De neimiddeis roun de wyn mei alle feart nei 't Noarden ta, en dat gyng forskate wettermounlen to nei. De eigners, ef de fsiuten rounen al üt alle feart om noch op tiid de flenende mounle to balden, mar inkelsn kamen krekt to let, en moasten it oansjen ho’t it warbere mounltsje him oer de kop skrepte. Soks is wol in rare tsjinfaller, net allinne fenwege de unnoarme hege timmerkosten, mar de mounle kin syn wirk net dwaen en it lan sit hast heal Under wetter. Fen need moasten de kij bjir en der al op ’e stal, trochdat de bisten net mear yn ’t lan bankje koenen. Dat S^ptimberófskie, dat hat it bfitewetter sa’n foe«h heal foet opjage. En de ljue, dy’t noch mar op droechte jongeren seine sje sa, dit is de léste Septimberdei, nou set it moarn for fêst wol op. Mar och heden, October liet hem ek sa wreed oansjen. Grouwe, blauwe, tsjokke loften skouden mar stadichoan op ut it Noardwesten wei, en reinwetter en hagel wikselen elkoarren de hiele dei sahwet óf. Hwet in skea dit wiete waer wei bringt, it komt op in bytsje net oan. In poarsje iten forwirdt, it lan wirdt fortrape, en for mannicbien is ’t wirk wei reind, der is yn ’e lannen neat to bigjinnen. De moed scoe mannichien fintdriuwe, mar in hopen sette doder alle tsjinslaggen noch wer in fleurich sin, trochdat it er nei bjar miening folie op bigjint to lykjen dat it mei de oarloch op in ein rint. Bulgarije hie der genóch fen, en woe wol lyts man wirde en bat tocht, bwa ’t noch fierder syn folk yn ’e dea stjóre wol, sünder dat er hwet mei to bibeljen is as lijen en elinde, dy docht it mar, mar wy ha der genóch fen. En dat is nou, sa de ljue sizze, it bigjin fen ’t bloedich ein. Nou is ’t wol folie faker bard, dat men binnen koarte tiid de oarloch ófroun miende to sjen, mar it diejimmeroan wer bliken dat men dan mis seach. Mar mear, as oan ’t nou ta, bigjint il er nou op te lykjen. De Dutskers spylje jimmeroan sa hird de wyk, as tochten se: wy scille mar sjen dat we thüskomme, wy ha nou langernóch mekoarren de toeken sjen liften. Och, as foar de winter de frede ris kaem, hwet scoe der in bliidskip wêze oer de hele wrald, en men woe yen de skea, dy’t it waer fen ’e léste dagen mei brocht bat, dan siker wol treaste. Frisia. voor onze kinderen, maar tevens vervuld van de noodige gestrengheid om onze autoriteit te bewaren. Om vreugde van onze kinderen te beleven, moeten wij ze gewennen en er zelve in voorgaan, tevreden te zijn met weinig, mits ’t voldoende zij. Geen series van //ont spanningen”, die ’t kind voor ’t verdere leven bederven; geen kostbare geschenken, die het de waardeering voor ’t kleine doen vergeten. Orde, regelmaat en handhaving van en eer bied voor het ouderlijk gezag, dat zijn de voorwaarden, die uit onze kinderen mannen en vrouwen doen groeien in staat zich later een schoon leven te scheppen, in staat hunne kinderen op hunne beurt tot flinke leden der maatschappij te vormen. Als we maar willen, dan kunnen we ook! ’t Blijkt met den dag duidelijker, dat de tuchteloosheid band over hand toeneemt. En eindelijk zal men nu eens eenigermate ernstig nagaan waar de schoen wringt. Reeds jaren lang is Nederland berucht geweest om de bandeloosheid der jeugd en de ijskoude kalmte waarmee de ouderen van dagen die bandeloos heid hebben aangezien, zonder ook maar een vin te verroeren. De een zeide, dat 't hem niets aanging; een ander gevoelde te zeer zijn waardigheid, weer een derde meende dat de politie er op moest passen en een vierde oordeelde, dat zulke dingen op de school met meer kracht behoorden te worden bestreden. Maar om de hand in eigen boezem te steken en te zeggen, dat de tuchteloosheid in Nederland haar oorzaak vindt in de tuch teloosheid van het gezin, dat kwam bij het Nederlandsche volk niet op, althans ’t vond het gemakkelijker daarover niet te denken, maar de schuld op de onactieve politie en de haar plicht verwaarloozende school te schuiven. Maar zoo is de zaak niet.’t Nederlandsche volk dient zich er van te doordringen, dat het zelf de schuld is. Wanneer in het huis gezin de vader en de moeder hunne kinderen onder den duim houden; wanneer in het huisgezin scherp de grens wordt getrokken tusschen 't geen voor de kinderen geoorloofd en ongeoorloofd is, wanneer vooral de vader de moeder of de moeder de vader niet tegen werkt, door af te breken wat de ander tracht op te bouwen, dan zullen de kinderen niet tot tuchteloosheid vervallen. Dan gevoelen ze, dat er eerbied moet bestaan voor en een zekere afstand tusschen hen en de ouders. O, ik weet wel, dat er evengoed kwajongens streken zullen gebeuren, daarvoor zorgt 't jonge temperament wel, maar ik weet ook, dat die kwajongensstreken niet zullen uit dijen tot ongebondenheden. Dan zal in de kinderen een besef levendig zijn, van wat geoorloofd is en wat niet door den beugel kan. Wij zelf, wij vaders en moeders, zijn de schuldigen aan de voortwoekerende tuchteloos heid. Wij zelf vinden in onze kleine kinderen ondeugendheden aardig omdat de kinderen nog zoo klein zijn. Later dan zullen wij er wel tegen optreden! Lari-koek! Later treden we nog veel minder er tegen op. Legio zijn de huisgezinnen, waar de ouders tegenover de kinderen niets hebben in te brengen. Waarin met een zucht door de ouders in verkeerde dingen wordt berust, omdat ze zich de macht over hunne kinderen hebben laten ontglippen. En dan is het laatste redmiddelde school De school moet er voor zorgen dat verwende kinderen, weer bruikbaar en handelbaar wor den. Dat is gemakkelijk niet waar. Wat we zelf niet in orde knnnen brengen, dragen we over op een ander en we vorderen, dat die ’t wel kan. Wij hebben alle onze verantwoordelijkheid te gevoelen, wij vrouwen en mannen, wij moeders en vaders. Wij hebben ’t ons als een plicht voor oogen te stellen, dat wij aan de maatschappij jonge menschen afleveren, instaat de maatschappij tot zegen te zijn. De maatschappij is niet een onpersoonlijk iets, de maatschappij is evenzeer ons gezin als dat van onze buren. Om vreugde van onze En dan toch nog de meening te verkondigen, is noodig, dat ons Wij lezen in de Friesche Courant: Als een uitvloeisel van den wereldoorlog heerscht in alle landen een geweldige spanning, die gericht is tegen de conservatieve ele menten. Een spanning, die zoo krachtig kan worden, dat een ontzettende ontploffing niet tot de onmogelijkheden behoort. Indien 't niet in e»n omlijsting zat van geweldige tragiek, ’t zou een ironische schaterlach waard zijn.. Wanneer we een aantal jaren terug gaan, dan weten we hoe in Duitschland de sociaal-democraten als rvaderlandsloozen” werden uitgekreten. Nu gaat Duitschlands Keizer midden tusschen de werklieden staan en spreekt hen toe als Kameraden”. Wie vóór den oorlog zou hebben gezegd, dat Duitschlands Keizer zich over eenige jaren onder de werklieden zou bewegen en dus zeer zeker ook onder de sociaal-democraten en een vriendschappelijke rede voor hen zou afsteken, waarbij hunne medewerking voor behoud van dynastie en land werd gevraagd, wel man, men zou hem voor stapelgek hebben ver klaard. Want een Keizer is geen kameraad van de werklieden en evenmin een Prins, noch een baron, noch een of ander lid van een of ander aanzienlijk geslacht. De afstand is daarvoor veel te groot; ’t is onmogelijk voor een Keizer of zelfs voor een gefortu neerde zich te verplaatsen in de leefwijze en de denkwijze van den werkman. Eeuwen lang heeft de adelijke of de aan zienlijke gedacht, dat vooral bij hem de staatsorde 't veiligst was. Hij heeft zich gevoeld als de vaderlijke beschermer, die vooral in de eerste plaats zich zelf beschermde en dan met een welwillend tikje op den schouder en een innemend lachje aan de derde of vierde stand beloofde wel voor hem te zullen opkomen. Zoo is het mogelijk geweest, dat tot in dezen oorlog in Duitschland een voorwereldlijk kiesrecht kon worden in stand gehouden en toen de demokratie niet meer te keeren was, toen volgens de eigen woorden van von Hertling, de dynastie gevaar ging loopen, indien niet met ruime hand de vrijheid werd verleend, toen is men nog in het Heeren- huis gaan pingelen, toen hebben nog de hooge militairen een spaak in ’t wiel willen steken, om in ’s hemelsnaam te verhoeden, dat de kleine werkman evenveel politiek recht kreeg als de man van adel, wiens stamboom tot in de middeleeuwen kon worden gevolgd. Maar nn 't gaat om ’t eigen hachje, nu de toekomst ook voor Duitschland schok kende gebeurtenissen kan geven, nu wordt schoorvoetend gegeven, wat men vrijwillig nooit bad gegeven. De spanning op den ketel moet wel geweldig zijn, als men in Duitschland sociaal-democraten verzoekt plaats te nemen in het ministerie. Ook bij ons valt, hoewel in mindere mate, een zelfde druk op te merken. Ook bij ons vreest de aanzienlijke, dat meerdere macht aan den niet-bezilter zal leiden tot schade voor hem zelf en voor ’s lands instellingen. Ook nu nog poogt een Eerste Kamer wetten tegen te houden, die een der eerste uitvloeisels zijn van de bescherming hunner bezittingen. Ook bij ons waant de patriciër of de geldman zich verheven boven den werkman. Ook bij ons moet nog een sterke vesting van con servatisme worden bestormd om tot een meer sociale wetgeving te geraken. Kapitaalver nietiging is het dreigbeeld waarmede men denkt de massa schrik in te boezemen. Maar de tjjden zijn veranderd. De gedachte heeft post gevat en is levendig geworden dat het geen zin heeft aan de eene zijde een kaste te hebben, in staat haar bezit steeds uit te breiden en aan de andere zijde een leger van menschen, die nooit anders dan den strijd om ’t bestaan hebben gekend. O, men moet mij niet komen aandragen met de verkwisting, die er onder de niet- bezitters wordt gevonden, met de zucht naar genot en uiterlijke praal, zeker het is er en dat de samenleving niet veilig is in handen van die rustige breede onderlaag, waarop feitelijk de maatschappij drijft en waaruit zij zich telkens opnieuw verjongt. Nu is ’t uit met die vaderlijkheid, die vooral voor eigen zak zulke uitstekende resul taten gaf. De komende tijden zullen in een geheel ander teeken staan, dan van een ouden stamboom en een steeds aangroeiend bezit. Hoogere rechtvaardigheid zal in de toekomst worden betracht. Niet de rang en geboorte zullen meer alleen hebben te beslissen, maar de rechtvaardigheid der zaak, ’t Is als een avond na een heeten dageen frissche wind steekt op, die door allen met lange teugen wordt ingezogen. Die frissche wind gaat thans door de wereld. Moge ’t niet noodig zijn, dat hij tot een storm moet aanwakkeren om de atmosfeer te zuiveren. Want een storm rukt ook veel schoons af. Die storm kan vooraf bezworen worden, indien het conser vatisme, dat ook in ons land nog gevonden wordt, de teekenen der tijden verstaat en zich niet verzet tegen een machtige stemming, die meer recht voor de economisch zwakken eischt. (/kin jou my ek helpe? Sjoch nou ris oan, myn skoan stik Ijirre!” En de man, dy ’t ek wol yn ’e gaten hie, det der wol mear as in giel briefke mei hinne gong, siet yn in omsjoch op fiiets en fleach de dief efternei. By de earste boer, tsien mendten fjirder, kaem noch in hongrige houn, dy ’t ek hwol in hoekje hawwe woe. De oare woe alles fensels allinnich balde, hja krigen rüzje en dertroch koe Hans de Ijirre to pakken krije en hwer oan ’t minske jaen. Ek hjir wier dus wer fen tapassing: Twee honden vechten om ’n been, enz. Fran. Crt. Leeuwarden, 4 Oct. Door de Soc.-Dem. Vrouwenclub is een van 3000 handteekeningen voorzien adres, waarin aangedrongen wordt op de oprichting van een gemeentelijke wasch- inrichting, bij den Raad ingediend. Oudeschoot, 6 Oct. Heden werd door den rijksveldw. Mous en den gemeente-veldw. De Jong bij drie personen het spek van een clan destien geslacht varken in beslag genomen. Verder schreef zij, niet te weten, hoe zij haar dankbaarheid zou kunnen uiten. Werkelijk, de boeren hebben een goed werk gedaan met de bleeke stadskindertjes eenigen tijd in den kost te nemen. Sneek, 7 Oct. Tusschen Zaterdag en Zondag is ingebroken in de Baptistenkerk (Vredekerk). De offerbussen vond men geledigd. Stavoren, 7 Oct. Plannen zijn in bewerking om ook ons stadje nog dezen winter van electrisch licht te voorzien door middel van een zuiggasmotor, die dan geplaatst zal worden op het terrein van de scheepstimmerwerf. Belanghebbenden zijn opgeroepen ter ver gadering ten gemeentehuize. Stavoren, 7 Oct. Een brutale diefstal heeft hier plaats gehad. Men heeft namelijk het geld uit de offerbusjes, zoowel van de Ned. Herv. als van de Baptisten Kerk, ont vreemd. Blijkbaar is gebruik gemaakt van valsche sleutels, aangszien niets beschadigd of verbroken was. In de busjes van de Bap tisten Kerk was een vrij groot bedrag aan geld aanwezig. Heerenveen, 7 Oct. Tengevolge van ver keerden wisselstand, is gisteravond bij de tramremise alhier een rangeerende goederen tram geloopen op een drietal voor de remise staande personen-rijtuigen, waarvan ’t achterste door de gesloten remisedeuren werd gedrukt. De houten sluitbalk van de deuren heeft daarbij aan één kant alle ruiten op twee na vernield. Dat is met het oog op de tegenwoordige scbaarecbte aan spiegelglas nog het ergste van het geval. Verder is het deurkozijn verzet en de muur iets gescheurd. Hepk. Nieuwsbl. v. Fr. Frysk toaniel. To Ljouwert is Snein in gearkomste hólden fen öffirdigden fen Fryske toanielselskippen. Mei algemiene stimmen is besloten ta op- rjuchting fen in ^Boun fen Fryske toaniel selskippen”. Yn in op 3 Novimber to balden gearkomste scille de grounslaggen fen it boon fêststeld wirde. Nieuw model broodkaarten. Met ingang van de broodkaart niet meer 2800, doch 1400 Het formaat wordt kleiner. 100 gram zullen verdwijnen, daar deze in de praktijk niet meer nood zakelijk blijken. De bruinbrood- en rogge- broodkaarten zullen naast de bons voor 400 gram ook bons voor 200 gram bevatten. Onverwachte terugkomst. Te Geldrop bij Eindhoven is een jonge man, ten huize zijner ouders, uit Duitschland teruggekeerd, wiens overlijden onlangs werd gemeld. De vergissing was ontstaan doordat een Duitscher, die zijne papieren had ont vreemd, aan de grens werd doodgeschoten.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1