lieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. Donderdag 31 October. No. 87. Verschijnt Donderdags en Zondags 57ste Jaargang. 1918. Redenaties van 'n Leeuwarder. 1 VOOR een we na de smake- ons daarop ook zoo al welletjes. er meer zoa denken, vader, moeder waren getrouwd zoon was ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4. Hepk. Nieuwtbl. v. Fr. Sneek, 29 Oct. Met een extratrein kwamen hier heden de vluchtelingen, bestemd voor Bolsward, Sneek en Wijmbritseradeel aan, in ’t geheel een goeie honderd, van welke 60 bier in de bewaarschool werden ondergebracht. In Amioitia werden de stumperds onthaald op koffie en brood, waarna ’t kwartier in de kleinkindersshool werd opgezocht. ’t Duurde niet lang of 't gezelschap ont ving hier ’t eerste warm maal, bestaande in erwtensoep, met ’t noodige rundvleesch. Sneek, 29 Oct. De huismoeders willen hier maar beslist meer aardappelen hebben en den prijs der kleiaardappelen zien verlaagd tot 61/2 cent per K.G. In dien geest heeft de Soc.-Dem. Vrouwenclub een adres tot den betrokken Minister gericht, welk verzoek gesteund wordt door de handteekening van honderden moeders en daarmee gelijk gestelde personen. Baat ’t niet, schaden kan ’t in elk geval niet. Sneek, 29 Oct. Ook in Wijmbritseradeel is men over de voedselvoorziening niet tevreden. Vandaar dat er uit den Raad dier gemeente een adres is verzonden aan den Regeerings- commissaris te Leeuwarden, met verzoek om uit de naburige gemeenten kleiaardappelen te mogen betrekken. Men vreest dat men in tegenstelling met vele andere gemeenten in de provincie steeds veenaardappelen zal moeten gebruiken. ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden. Franco per post 621/2 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar h 5 Cent. Moord. Te Assen ontstond tusschen een zaalop- zichter uit Veen huizen en den koopman Alex De Beer uit Assen oneenigbeid over de be taling van gekocht hout. Onverwachts richtte de zaalopsichter de revolver op.De Beer, die onmiddellijk dood neerviel. De dader is op de fiets naar Veenhuizen gevlucht, doch wordt door de marechaussees achterhaald. Regeer ingskleeding Zeer teleurstellend noemt Het Volk de be paling, dat voor elk nieuw stuk bovenkleeding een oud stuk moet worden ingeleverd, althans tot 75 pCt. van het aantal verstrekte stukken. Immers, de arbeidersgezinnen hebben voor de oude kleeren der volwassen gezinsleden steeds een bestemming in het gezin zelf. Het afgedragen goed van den vader wordt zoo goed als altijd vermaakt tot «nieuwe” kleeren voor de kleinere jongens, het afgedragen goed van de moeder verschijnt opnieuw in den vorm van jurken voor de meisjes. En zijn er geen jongeren in het gezin, of is het goed al te versleten om nog gemaakt te kunnen worden, dan wordt het zorgzaam uiteenge tornd en de nog goede lappen worden bewaard om als verstelgoed te dienen. Het blad vreest, dat de maatregel tenge volge zal hebben, dat door de arbeiders veel minder van de kleerenvoorziening gebruik zal worden gemaakt dan anders het geval zon zijn, of dat alleen de meer welgestelden er gebruik van zullen maken. Het door den Minister vastgestelde systeem zou dus de goedkoupe kleeren juist daar vooral brengen waar zij het minst noodig zijn. Gebrek aan geneeskundige hulp. Een groot aantal artsen is lijdende aan griep; daarenboven zijn de laatste weken opnieuw door de mobilisatie artsen uit hun praktijk gebaald. Daardoor zijn vele plaatsen op het platte land van geneeskundige hulp verstoken, wat vooral op de kleinste plaatsen, waar veelal ook geen vroedvrouw gevestigd is, grooten last oplevert. En waar er reeds geen waarnemers meer zijn te verkrijgen, is daar ook nog de oproep om 100 artsen voor hulp aan de vluchtelingen. Op den minister van oorlog is nu een beroep gedaan, om een aantal officieren van gezondheid buitengewoon verlof te verleenen. Na den oorlog. Het is een goed teeken, dat men telkens beschouwingen leest over toestanden, die er na den oorlog zullen zijn. Het bewijst, dat de wereld een spoedig einde van het groote gruwelstuk reeds voorvoelt en zich al bezig houdt met «ver den opbouw van een nieuwe wereld na te deaken. Zij, die het zwaard gegrepen hebben, zijn financieel nagenoeg door het zwaard vergaan. Het totaal der oorlogsschulden beloopt thans f 350.000.000.000. Dat is meerendeels zaken- geld. Hoe moet dat er weer uitkomen? Rente en aflossing zullen op zijn minst f 20.000.000.000 per jaar eischen. Dat moet uit belastingen worden opgebracht. Wie moet vraagt de Effectenman in de H. P. die belastingen opbrengen, vooral wanneer er niet voldoende vrij kapitaal is om vlot zaken te drijven? Reeds nu spreekt men in Engeland, Frankrijk en Duitschland van 50 pCt. inkomstenbelasting. Wie zal op den duur zaken willen doen met het heele risico voor zich zelf en de halve winst voor den Staat? De oorlogs-industrie zal weer omgevormd moeten worden tot vredes-industrie. Er is van alles een reusachtig tekort. Alleen het herstel der versleten Europeesche spoorwegen zal 15 jaren tijds en 15.000.000.000 gulden eischen. En hoe ziet bet er uit met de arbeids markt? Dood en wonden hebben in Europa 15 a 20.000.000 en de beste werklieden uit geschakeld, waaronder de meest geschoolde krachten en de meest ervaren bedrijfsleiders. De vrouw is in de industrie gekomen en de loonen zijn overal verdubbeld of verdriedub beld; daarbij is gekomen een formidabeien aanwas van de politieke macht der arbeidende klassen. Waarheen zal dit ons voeren? Foor zijn 100«Z« gaar nog getrouwd. Blijkens een opgave van den burgerlijken stand van Witterkop, voorkomende in Het Weekblad van Woerden, is daar een paartje in ondertrouw opgenomen, waarvan de brui degom 99 en het bruidje 40 zomers telt, water, zooals een goeie goot altijd doet, waarvoor is zij anders goot. En aangezien ik op sokken was, trok het eenigszins nat door. Onze huisvriend had zich teruggetrokken tot in het uiterste hoekje, maar ik wist dat ze niet weg kon. En toen heb ik ze stevig beetgepakt en vastgehonden, in ruil waarvoor ik eenige welgemeende aaien van hare klauwen kreeg. Heelhuids ben ik weer aan bet dak venster gekomen, met mijn dierbaren last in den arm geklemd, waar mijn vrouw’t vrachtje van mij overnam. Ik heb toen kunnen constateeren dat er een groot onderscheid bestaat tusschen een goed bed en een natte dakgoot. Tusschen die twee lag een flinke verkoudheid en dat in een tijd waarin de zakdoeken schaarsch zijn. Neen, de kat hebben we niet weggedaan. We zijn ook eenmaal jong geweest. te komen. De weg ging dan naar de prulle- mand, waarin af en toe wel eens iets ver zeilde, dat waarschijnlijk van zijn gading was. Hij was een heel aardige muis, niet piepjong en ook niet stokoud, maar in den heerlijken leeftijd, die bij de menschen tusschen de 20 en 30 ligt. ’t Duurde niet lang of hij kwam niet meer alleen, maar bracht een andere muis mee, waarschijnlijk een zij, maar daar wil ik niet voor instaan. Langzamerhand groeide de muizenkolonie achter 't behangsel aan en mijn vrouw oordeelende dat nu deleukigheid er af was, kocht een muizenval, waarin we ook een paar maal een vingen. Maar toen was het uit. De meest verlokkende beetjes hadden geen resultaat meer en de muizen kolonie groeide steeds aan. Uit vertrouwbare bron, belichaamd in de vriendin van ons dag meisje, vernamen wij, dat die muizeninvasie in verband stond met het sluiten van een bakkerij eenige huizen verderop, 't Was ons alleen niet duidelijk, waarom nu juist ons huis de eer der voorkeur genoot. Maar enfin, dat zijn van die dingen, waar je nu eenmaal niet bij kunt. Toen de muizen steeds brutaler optraden, zich zelfs vermaten op klaarlichten dag in de kamer te verschijnen en overigens aanvallen deden op voor ons zeer dierbare artikels, meende mijn vrouw ’t oogenblik gunstig om een kat te requireeren. ’t Duurde niet lang of we hadden een aardig wit-zwart jong beestje, nog vol gekheden, een zeldzame aan winst dus voor onzen hniselijken kring. Ik moet zeggen, dat reeds de aanwezigheid van dezen huisvriend haar kalmeerenden invloed deed gelden; ’t muizenlawaai zakte merkbaar af. Mijn vrouw was gelukkig en aangezien gedeelde vreugd dubbele vreugd is, was ik ook gelukkig. Zoo hadden we eens als naar gewoonte in den slaap vergetelheid gezocht en gevonden. Vergetelheid is een mooi woord omdat het altijd bij slaap wordt gebruikt en slapen is fijn, tenminste als men het verstandig aanlegt. En al zeg ik ’t zelf, in dat opzicht ben ik nog al verstandelijk aangelegd. Volgens de geloofwaardige verklaring van mijn vrouw had ze mij althans vijfmaal moeten roepen en viermaal bij den arm geschud vóór ik vol doende bij mijn positieven was om hare betoogtrant te vatten. «De kat” zei mijn vrouw. Wat is er met de kat, echoode ik beetje gemelijk. Had ze nou gezegd, ik heb een bord brij voor je staan of een boterham met ham of iets dergelijks, dan was ik dadelijk ter plaatse geweest. «De kat is op het dak” zei mijn vrouw ter verduidelijking. Welnou, zei ik, die zal er niet af vallen! Neen, maar hij miauwt zoo en ik kan er niet van slapen. Wees eens even stil. Ik was natuurlijk stil, iemand die precies wakker wordt, beeft nooit vael te koop. Ja, ik hoorde haar nu duidelijk. «Zou je haar niet kunnen lokken, want die kat houdt zich den geheelen nacht niet stil”. Om de waarheid te zeggen, lachte de expeditie mij niet toe, maar om den geheelen nacht wakker te worden gehouden door zoo’n kat, scheen me nog minder prettig. Dies wapende ik mij met een schoteltje zonder melk en trok naar den zolder waar 't dakvenster open stond, ’t Woei stevig en het regende knap. Met mijn schoteltje rammelend en met hartroerend geroep poogde ik bet stomme dier te lokken en waarachtig ’t kwam dichterbij, zoo dicht, dat ik meende met mijn vrije hand de kat te kunnen grijpen. Maar een kat is stom, gewoonweg stom. Want inplaats mijn goede bedoeling te erkennen, trok zij zich blazend terug en sloeg verder geen acht op mijn lokvinkerij. Alleen ze schreeuwde niet meer en scheen blijkbaar zeer in haar nopjes, dat ik haar zoo goed gezelschap hield. Intusschen was ook mijn vrouw komen opdagen en in de waan, dat hare stem meer in goede aarde zou vallen, begon zij met haar bekend verlokkend geluid de poes om te koopen. Maar onze huisvriendin bleef volkomen onbewogen, alleen begon ze nu hoorbaar te spinnen. Toen werd ik razend. Hoewel mijn vrouw mij trachtte terug te houden, sprong ik in de vensterbank en kroop in de dakgoot. In gewone omstandigheden zou ik er feestelijk voor hebben bedankt, maar mijn boosheid hielp me over alles heen en ik ving mijn tocht in de goot aan. Die goot stond vol BINNENLAND. Heerenveen, 29 Oct. Met den trein van 1 uur uit Leeuwarden arriveerden hier een 80-tal Fransche en enkele Belgische vluchte lingen, die per tram verder reisden naar St. Nicolaasga, Sloten en Lemmer (Lemmèr, zooals de Franschen zeiden). Enkelen hielpen bij het overladen van de poovere bundeltjes kleeding en andere goederen, waarbij zelfs was een eenarmige leunstoel, zeker van den «grandpère”, die nu ergens in Friesland de winterdagen zal doorbrengen. Zenuwachtig jagend liep een klein kereltje met havelooze kleeren rond te zoeken naar «Papa”. «Papa n’est pas encort la”, en zoekend ging zijn oog langs allen, tot hij z’n vader ontdekte die behulpzaam was by het laden der goederen van zijn mede-lotgenooten. «Papa, vite done”, riep bij uit en zijn oogen fonkelden van blijdschap, omdat hij den gezochte had gevonden. Nog eenige oogenOlikken, en de tram zette zich in beweging. Leeuwarden, 28 Oct. Nu de Friesche Mij. van Landb. voornemens is tot eene reorganisatie over te gaan, hebben de besturen van de boerenbonden in deze provincie besloten, dat deze bonden zich zullen oplossen in de Friesche Mij. van Landb. Algemeen was men van gevoelen, dat het recht van bestaan der boerenbonden niet meer bestaat, wanneer de reorganisatie der Mij. met de belangen der boeren voldoende rekening houdt. In beginsel is derhalve tot oplossing in de Friesche Mij. besloten. Gaasterland, 27 Oct. Zelden kwamen de langsnavels (houtsnippen) in zoo grooten getale in onze bosschen en omgeving voor als de vorige week. Wie bosebpaden liep, schrikte telkens op van den wiekklap der opgaande snippen en in de omgeving kwamen ze zelfs uit de boerekoolbedden. Jammer voor Houwers en jagers, dat de prijs slechts 80 et. is (voorheen meermalen f 2.25 per stuk). Wij lezen in de Friesche Courant: We komen nu in 't stadium, waarop door verschillende menschen kan worden gesproken, dat uit het booze het goede geboren wordt of te wel, dat de oorlog toch iets goeds heeft voortgebracht. En zeker! Als we lezen, dat in Duitschland de macht van den Keizer tot zeer verkleinde afmetingen zal worden teruggebracht, dat een democratisch kiesrecht het oude zal vervangen, waarbij de macht ondanks alles bleef bij de bezitters, als we lezen, dat er ernst wordt gemaakt de militaire macht bezitters ondergeschikt te doen zijn aan 'het bargerlijk gezag. Als ten slotte het denkbeeld van een algemeene ontwapening steeds meer vasten voet begint te krijgen, ja dan is het oogenblik schoon om te verkon digen, dat uit het kwade het goede geboren wordt en dat alles wijst op een groote lijn, die door het wereldgebeuren loopt en in welke aangeduide richting zich dat gebeuren beweegt. Jonge ja, dat kunnen we nu zoo mooi aan elkaar uitleggen. En 't is misschien een dankbaar onderwerp om van vele kansels in velerlei verband behandeld te worden, vooral omdat de kerk daarmede zoo ongemerkt in haar oude baan terugkomt. Want die wijziging is niet gekomen, omdat de kerk in die richting zich uitsprak, maar ondanks dat de kerk in die richting zich nooit uitsprak. 't Sluit nu als een bus, uit 't kwade komt ’t goede voort; ergo, we behoeven ons in de toekomst ook niet dik te maken als 't eens verkeerd dreigt te gaan, want een hoogere orde heeft al vooruit gezorgd, dat ’t kwaad doen eigenlijk de voorwaarde is om een goed mensch te worden. Maar nu denk ik aan een gelukkig huis gezin, die er toch ongetwijfeld nog wel zijn en ik ben zoo optimistisch aan te nemen, dat zijn dan men volgens de wereld wel Dat huigezin bestond uit een en drie zoons. Twee zoons en hadden kinderen. De derde zoon was nog in buis en zorgde met vader, die al een dagje ouder werd, voor het dagelijksch brood. De oorlog kwam, de zoons trokken uit. In een grooten slag vielen er twee, de jongste streed elders en was nog ongedeerd. Totdat ook hij door een dom men kogel werd getroffen en stierf. En nu zou ik den mensch willen zien, die naar die oudjes toeging en hun aan de hand van de feiten zou vertellen, dat de oorlog toch ook wel wat goeds heeft voortgebracht. Of hij zou ook kunnen gaan naar die vrouwen en kin deren met hetzelfde verhaal tot troost. En ik zou benieuwd staan luisteren hoeveel over tuiging in zijn stem zou klinken. Zoo zoudt ge ook kunnen gaan naar die stakkerds, die van Noord-Frankrijk dwars door België zijn geloopen, voortgejaagd door het kanon- en geweervuur rondom hen; die alles hebben achtergelaten, velen met de weten schap, dat hun huis, hun dorp, hunne stad volkomen verwoest is, zoodat ze niet eens meer de plek zullen kunnen herkennen, waar ze hebben gewoond, genoten en geleden. En spreek dan hen vooral van ’t goede dat uit het kwade voortkomt en dat ieder zijn kruis heeft te dragen. Maar vertel ze dan ook, dat gij en ik alleen de groote lijnen behoeven te zien, want dat de oorlog, behoudens zekere ontberingen, aan ons voorbij is gegaan, zonder onze mannen en kinderen ergens in een massagraf te doen neerzinken; zonder onze huizen onder de barstende granaten te hebben verbrijzeld. En daarom is ’t voor ons zoo gemakkelijk te oreeren en ons op een hoog standpunt te plaatsen om beter die groote lijnen van het wereldgebeuren te kunnen zien. Waarachtig, wij hebben 't gemakkelijkste deel ons verkoren. Laten loosheid niet zoover drijven nog te laten voorstaan, 't Is Als we ’s avonds bij de tafel zaten, mijn vrouw en ik, mijn vrouw overjaarsehe boonen uitzoekend en ik misschien ook boonen uit zoekend... een idylle niet waar, als we dan zoo bij de tafel zaten, dan hoorden we boven aan ’t behang altijd op denzelfden tijd het geritsel van een muis. Laten we aaunemen, dat 't een hij was, dan tippelde hij achter het behang de geheele kamer rond om ten slotte in een hoekje onderaan in de kamer Bolswardsclie Courant,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1