Verschijnt Donderdags en Zondags
No. 90.
57ste Jaargang.
lieuws- en Advertentieblad
Bols ward en Wonseradeel.
1918.
Zondag 10 November.
Uit de Raadszaal.
I
VOOR
1
Bolswardsche Courant
heden
zeer
eigenaardig.
vraag.
ten
aan-
■f
een
voor-
Vergadering op Donderdag 7 Nov. 1918.
d. Klei vraagt, nu de vergoeding
huishuur iets verhoogd is, of ook de
heer van Albada daarvoor niet in de termen
valt. Hij is toch in werkelijkheid het hoofd
van een gezin.
Hierop antwoordt de Voorzitter, dat het
niet om personen gaat, maar de verordening
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
het Gemeentebestuur van
om adhesie te betuigen
van den Raad dier Gemeente,
waarin de Regeering wordt verzocht Art. 192
der Grondwet, houdende gelijkstelling van
openbaar en bijzonder onderwijs, ten spoedigste
in werking te doen treden.
B. en W. van oordeel dat de Regeering
de belangen van het onderwijs voldoende
begrijpt, en spoedige behandeling heeft toe
gezegd, acht nadere aansporing niet noodig.
waren tegenwoordig, de
wegens ongesteldheid
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Het is te voorzien, dat de behandeling der
Gemeentebegrooting dit jaar heel wat voeten
in de aarde zal hebben. Als men maar let
op de vele adressen welke den laatsten tijd
zijn ingekomen en die meest alle met de
gemeente financiën in verband staan, dan kan
men er zeker van zijn, dat er bij de begrooting
heel wat komt kijken. Het is daarom wel
practisch om enkele der voornaamste punten
vooraf afzonderlijk in behandeling te nemen,
alles wordt dan niet tot een enkele vergadering
opgehoopt.
De beide punten der agenda van
avond waren eigenlijk reeds onderdeelen der
begrooting n.l. de regeling der onderwijzers-
jaarwedden en de uitvoering van eenige
werkzaamheden, ter bestrijding van werkeloos
heid en hier werd nog een derde punt aan
toegevoegd, dat was: de overname en ver
nieuwing van de brug „bet Hooghout”. Hier
door werd, kan men wel zeggen, de oude
spreuk in ’t oog gehouden: Alle goede dingen
in drieën.
’t Waren geen kleinigheden alle drie
punten loopen voor de Gemeente nog al in
de papieren, maar in deze abnormale tijden
is men voor e#fi flinke uitgaaf niet meer zoo
vervaard. Men went in den huiselijken kring
zoo zoetjes aan reeds aan de grootere uitgaven
en bij groote corporaties gaat het ook in ’t
groot.
f 100 te verhoogen ondersteunt, waarop de
heer Boersma verklaart, daar voor te zijn.
De heer Praamsma merkt op, dat de Raad
hier een groote lijst met vele cijfers voor
zich heeft. Die cijfers spreken veel, en kunnen
van verschillende kanten bezien worden. Het
wordt voor het gezamenlijk personeel nu een
uitgaaf van f25 991,67. Spr. heeft nagegaan
datdezesom geldt voor 15 leerkrachten,dieonder-
wijs geven aan 351 leerlingen, volgens de
officieele opgaven van 15 Jan. j.l. Op school
no. 1 gaan 196, op no. 2, 117; op die
voor m.u.l.o. 38 leerlingen, dat is gemiddeld
23 kinderen voor een onderwijzer. Op de
bijzondere scholen gaan 819 leerlingen met
26 leerkrachten, dat is ruim 35 leerlingen
gemiddeld.
Er wordt dus f 19.241,67 salaris betaald
dat is aan de 2 openbare scholen f61 per
leerling, voor m.u.l.o. afzonderlijk is’t salaris
f 6.750,dat is voor elke leerling f 180.
Gemiddeld is het voor de 3 scholen f74,
Als de uitgaven op deze leest ook geschoeid
worden voor de bijzondere scholen wordt het
alleen aan salaria het enorme bedrag van
f 86,580,Spr. vraagt, als het dien weg
opgaat, gaat het dan wel goed Het wordt
meer dan tijd dat men eens gaat rekenen
en met senigen goeden wil kan er veel
bezuinigd worden. Aan school no. 1 kan
men volgens de wet volstaan met 1 hoofd en
3 onderwijzers, aan school no. 2 met 1 hoofd
en 2 leerkrachten er bij, dus 5 leerkrachten
zijn hier eigenlijk overcompleet, dat geeft
f 7500 kosten en daarvan komt maar weinig
van het Rijk terug.
Spr. acht het noodig met het oog op een
reorganisatie, die beschouwing ten beste te
geven. Hij is er voor dat de onderwijzers
een goed salaris genieten, hij zal dan nu ook
voor de door B. en W. voorgestelde regeling
stemmen, maar meent toch op deze wondeplek
te moeten wijzen, opdat er zal worden be
zuinigd, en het overcompleet worde afgeschaft.
De heer de Boer vraagt in verband met
het voorstel Eisma om den heer v. d. Baan
f 100 meer te geven voor bij-acten, of dan
ook de onderwijzers met bij acten geen derge
lijke verhooging toekomt.
De Voorzitter merkt op, dat dief 100 niet
is voor de bij-acten, maar dat het is, omdat
het verschil van dit hoofd met de hoofden
der andere scholen ook reeds f 500 was, en
nu naar verhouding dat verschil ook verhoogd
behoort te worden. Dit wordt nog nader
toegelicht, waarna de heer Eerdmans er op
wijst, dat ’t hem verheugt dat de gymnastiek-
onderwijzer f 200 hooger zal komen. Her
haaldelijk is ook bij zijn voorganger reeds
over die positie gesproken, de heer v.d. Klei
heeft er in den Raad op geattendeerd bij het
ontslag van den heer Royaards, en toen werd
geantwoord, dat B. en W. met een nadere
regeling zouden komen. Spr. zou gaarne zien,
dat alle leerlingen der scholen, dus ook de
bijzondere scholen dat gymnastiekonderwijs
kregen. Dan zou er meer werk voor den
onderwijzer zijn en kan zijn jaarwedde met
het oog daarop ook herzien worden. Hij zou
wel een motie in dien geest willen indienen.
De Voorzitter antwoordt, dat het niet ge-
wenscht is daar zoo maar toe over te gaan,
want dan zouden B. en W. voor de conse
quentie dier motie komen te staan. Het is
altoos nog de vraag of dat geen subsidie zou
worden voor ’t bijzonder onderwijs, en dat
laat de wet niet toe. Beter acht bij het,
nu de voorgestelde verhooging aan te nemen,
dan kan later over een verdere regeling ge
handeld worden.
De heer v. d. Klei kan met dit laatste
meegaan, want bij ziet gaarne, dat de positie
van den heer van der Werf hier goed ge
regeld wordt.
De heer Kramer merkt op, dat de gymnas
tiekonderwijzer is uitgeschakeld bij de regeling
der onderwijzers-tractementen. Toch meenden
B. en W. dat eenige verhooging nu niet
mocht achterwege blijven, en daarom wordt
nu die f 200 verhooging voorgesteld. Op
de regeling van zijn positie kan men dan
later terug komen.
Dit wordt met algemeen goedvinden
genomen.
De heer
voor
in ’t oog hield,
bekwaamheid,
verwierf,
vallen en
werkkring
God schenke zijn weduwe
kracht en sterkte om den
moeielijken weg te bagaan, en
deze kennisgeving met een
beklag te beantwoorden.
Alzoo besloten.
b. Adres van het personeel der Gasfabriek
er op wijzende dat bun loon niet voldoende
is en niet in overeenstemming met den nood
der tijden, waarom zij verhooging verzoeken.
c. Adres van de Afd. Bolsward der Ned.
Vereen, van Chr. werklieden in publieken
dienst verzoekende met het oog op de
heerschende duurte der levensmiddelen, ver
betering van bun loon.
Deze beide adressen in handen van B. en
W. om advies, en te behandelen bij de
begrooting.
d. Adres van het Hoofdbestuur v. d. Ned.
Bond van Boekdrukkerijen, verzoekende,
dat het drukwerk der Gemeente alleen worde
opgedragen aan georganiseerde drukkerijen.
Wordt gesteld in handen van B. en W.
ter afdoening, opdat deze met het verzoek
rekening kunnen houden.
e. Een voorstel van B. en Wom wijziging
te brengen in het maximum cijfer der heffing
van boofdelijken omslag.
Dit voorstel ter visie, om te behandelen
als de gemeentebegrooting is afgedaan.
f. Schrijven van
IJlst, met verzoek
met een motie
Twaalf raadsleden
heer Wierema was
afwezig.
De notulen werden goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
a. Een missive van Mevrouw de Wed.
SchuurmansHannema, berichtende dat haar
echtgenoot, veearts der gemeente, is overleden.
De Voorzitter spreekt een woord van waar-
deering ter nagedachtenis aan den overledene
die in dienst der Gemeente was, en hoewel
zijn werkzaamheden van dien aardwaren.dat
de raad weinig van hem vernam, als hoofd
der politie kan Spr. daar beter over oordeelen
en bij verklaart dan dat hij was een uitnemend
ambtenaar, die steeds de belangen der Gemeente
Het was een man van groote
die de algemeene sympathie
Het is te betreuren dat hij moest
in de kracht des levens aan zijn
en aan de zijnen werd ontrukt.
en kinderen
nu voor hen
Spr. stelt voor
brief van rouw-
De heer Praamsma kan zich daarmee niet
vereemgen. De salaria der openbare onderwijzers
worden omhoog gebracht en het verschil met
het bijzonder onderwijs wordt dus nog grooter.
Bij compromis is overeengekomen, dat er
algemeen stemrecht zou komen en gelijkstelling
van onderwijs. Het eerste is er, maar het
andere nog niet. Het kan wel spoedig komen,
doch een aansporing is wel noodig.
De heeren v. d. Klei en Eerdmans stemmen
daarmee in.
De laatste merkt nog op, dat indien vele
gemeenten deden als B. en W. voorstellen,
en de motie van IJlst dus geen steun kreeg,
dan zou de Regeering daaruit kunnen afleiden,
dat men geen haast er mee behoeft te maken.
Hij meent dat Bolsward niet moet achter
blijven, te meer wijl op voorstel van den heer
Lunter reeds een verzoek in dien geest naar
de Regeering werd gezonden.
De heer Lunter meent, dat de toestand
gewijzigd is, en daar de regeering reeds een
spoedige behandeling heeft toegezegd, achten
B. en W. een nadere aansporing niet noodig.
Het voorstel Praamsma, om wel adhesie te
betuigen, in stemming gebracht, wordt aan
genomen met 9 tegen 3 stemmen, de heeren
Lunter, Kramer en Boersma.
g. Schrijven van het Gemeentebestuur van
Sneek, om den Minister te verzoeken den prijs
van bet vleesch belangrijk te verlagen.
De heer Terhenne vraagt, op welke gronden
men die verlaging vraagt.
De Voorzitter antwoordt, dat verlaging
gewenscht wordt, omdat velen de distributie-
prijs nog niet kunnen betalen en dus van
vleesch verstoken blijven. B. en W. achten
wel goed het verzoek te steunen.
Zouder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter deelt nog mee, dat naar
aanleiding der interpellatie van den heer
Wierema omtrent de ontvangsten en uitgaven
van de muziekuitvoeringen in het park, een
lijst daarvan is opgemaakt, gestaafd met de
bewijzen.
Hij stelt voor deze ter inzage te leggen,
en daar de heer Wierema niet aanwezig is,
kan men er later, zoo noodig, op terugkomen.
PUNTEN VAN BEHANDELING.
1. Jaarweddenregeling onderwijzers.
De Voorzitter deelt mee, dat bij de stukken
die ter visie hebben gelegen, ook nog het
voorstel is gevoegd om de jaarwedde van den
Gymnastiekonderwijzer van f 650 te brengen
op f 850.
De heer Eisma zegt dat het zeker de
bedoeling is, dat de ingekomen adressen ge
lijktijdig met dit punt behandeld worden. Hij
kan zich over ’t algemeen zeer goed met het
voorstel van B. en W. vereenigen. Omtrent
den gymnastiekonderwijzer had hij plan een
amendement voor te stellen, doch door het
nader voorstel van B. en W. is dit nu niet
meer noodig. Hel heeft hem ook genoegen
gedaan dat de vergoeding voor huishuur ver
hoogd is, echter vindt hij dat de heer Van
der Baan gelijk heeft, die in een ingekomen
schrijven er op wijst, dat de verhooging der
hoofden eu hem niet in gelijke verhouding
is geschied, wijl ’t verschil gelijk bleef. Spr.
wil voorstellen het salaris van ’t hoofd der
m.u.l.o. school f 100 hooger te brengen, dan
stijgt het verschil van f 500 tot f 600,
De heer Terhenne onderschrijft dat
volle, en steunt graag het voorstel om f 100
hooger te gaan dan B. en W. voorstellen.
Hij heeft gelezen het adres van de afd.
onderwijzers en die stellen hun eischen hooger
dan Ged, Staten en ook hooger dan B. en
W. gingen. Zij zijn in hun eisch hooger voor
de onderwijzers, doch lager voor de hoofdacte.
Men weet trouwens wat strooming daar
heerscht, maar spr. kan daarin niet met
adressanten meegaan, en meent dat het streven
om de verworven kennis door breedere studie
te bevestigen, wel beloond moet worden. Één
syllabe in dat adres stond hem slecht aan, en
wel deze, dat de onderwijzer voor de
meeste leerlingen de eenige opvoeder is, en
deze dus hooger moet staan dan de gewone
omgeving. Die uitdrukking vindt spr. zeer
arrogant, en hij zou die heeren willen toe
roepen, kweekt bij u zelf de deugd van be
scheidenheid aan. Hij vindt het een schande
dat over een groote schare ouders zulk een
oordeel wordt uitgesproken. (Teekenen van
instemming).
De Voorzitter vraagt of behalve de heeren
Eisma en Terhenne nog iemand het voorstel
om ’t hoofd der school voor m.u.l.o. nog
bepaalt, dat het geldt voor gehuwden, en
weduwnaars, die boven 28 jaren oud zijn en
gezinshoofd zijn, dat is ook de bepaling
der wet.
De beer Eerdmans merkt op, dat een hoofd,
ook al is hij ongehuwd, vergoeding krijgt,
dus zou het ook voor de onderwijzers bepaald
kunnen worden.
De heer Oosterbaan vindt, dat op die manier
van bet eene voorstel bet andere komt, het
zou dan al worden een wijziging der verordening.
De heer Kramer vindt ook, dat het daarvoor
nu niet de tijd is. Wil men werkelijk
verandering in de verordening brengen, dan
dient men daar later op terug te komen.
De heer Lunter wijst den heer de Boer er
nog even op, dat het voorstel Eisma, om den
heer v. d. Baan f 100 booger te stellen, niet
is voor de bijacten, dus daarom kunnen de
bijacten der onderwijzers ook gelijk blijven.
Het voorstel Eisma wordt verworpen met
8 tegen 4 stemmen. Voor stemden de heeren
Eisma, Boersma, Terhenne en Van der Klei.
Het voorstel van B. en W. om de onder-
wijzerssalarissen te regelen, gelijk in 't vorig
raadsverslag is meegedeeld, wordt daarna met
algemeene stemmen aangenomen.
2. Bespreking werkverschaffing
De Voorzitter deelt mee, dat volgens het
laatste rapport van den architect de noleering
f 20.000,zal moeten kosten. Omdat het
er om te doen is het werk in de stad te
houden, is bij de betonwerkers alhier opgaaf
gevraagd van den prijs der beton buizen en
wordt voorgesteld de levering er van onder
hands op te dragen aan den heer Schumacher
voor f 7.750,—.
De heer Praamsma zegt als hij de stukken
goed heeft begrepen, dan is ’t heden nog niet
te doen om een definitief besluit, maar hij
wil toch vragen of er geen schrijven is inge
komen van de aannemers alhier.
Hij stuit op één punt der begrooting, dat
is die voor den uitvoerder. Moet daarvoor
een extra bijdrage toegekend worden p
De Voorzitter antwoordt, dat er een nader
schrijven van de patroonsvereeniging is inge
komen, maar dat bedrag voor den uitvoerder
ziet op het toezicht. De baas kan niet steeds
bij het werk zijn, en daarom dient er iemand
te zijn die op de uitvoering toeziet.
De heer Praamsma vindt dat toch
De baas moet ook werklieden
hebben, maar die moet hij bij de aannemings-
som berekenen. Spr. heeft nog nooit
begrooting gezien waar zulk een post op
komt.
De heer Kramer licht toe, dat bij de be
grooting berekend wordt wat geleverd moet
worden en daarop wordt eenige winst berekend.
Daar hier bepaald toezicht bij noodig is, wordt
dat ook extra berekend, echter dat keert de
gemeente niet direct uit, het wordt in de
aannemingssom bij berekend.
De heer Praamsma heeft nog een vraag.
Hij heeft gezien, dat voor vervoer van heel
wat modder en voor aanvoer van 400 M3.
zand een heel bedrag gerekend is. Hij vindt
dat al die grond niet behoeft te worden ver
wijderd, en dan is er ook minder zand noodig,
dat komt aan twee kanten voordeelig uit.
De Voorzitter vindt dat zulks moeielijk is
voor de raadsleden en voor B. en W. om dat
te beoordeelen, dat is een kwestie van uit
voering, en wordt door den deskundige beslist.
De détails moet men aan hem overlaten.
De heer Eisma wenscht nog wel te vragen
welke plannen B. en W. hebben ten opzichte
van de aanbesteding, hij heeft vernomen, dat
de aannemers daarover ook geschreven hebben
in hun brief.
De Voorzitter antwoordt daarop dat nog
geen besluit is genomen, maar toch zal het
moeielijk gaan om het aan de patroonsver-
eeniging gezamenlijk op te dragen. Het zal
voor de gemeente goedkooper uitkomen, dat
er één aannemer is, dan dat allen er van
genieten. B. en W. hebben al overwogen om
het werk te gunnen aan dengene, die het
dichtst bij de begrooting inschrijft. Is er een
die er f 200,beneden is, en een ander is
f 50,boven de begrooting, dan komt het
werk in dat geval niet den laagsten inschrijver
toe, maar dat wordt nog overwogen.
De heer Praamsma vindt die regeling wel
gewenscht. De begrooting moet dan stipt
geheim worden gehouden, en dan de aannemers
uit Bolsward er op uitnoodigen.
De heer v. d. Wal merkt nog op, dat er
aannemers zijn, welke niet bij de vereeniging