Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Verschijnt Donderdags en Zondags
57ste Jaargang.
1918.
No. 92.
TROELSTRA DICTATOR?
Zondag 17 November.
Wie zich aan een ander spiegelt....
BINNENLAND.
INGEZONDEN.
Nu?
Bolswardsche Courant
VOOR
das niffs en geim-
het martelaarschap in de
we),
(Buiten verantwoordelijkheid, der Redactie.)
zeer hellend vlak. Er
te wijzen waar de oor-
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels 50 Cts. Vervolgen.
10 Cts. per regel. Overigena naar plaatsruimte.
Rei bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
steeds veel aangenamer, dan het laat maar
waaien systeem, de oude Jan Salie geest.
Waren dan ook in het vuur eener rede,
aan een uwer, de woorden ontvallen waaraan
ik mij heb geërgerd, in trouwe, ik zou er niet
over hebben gesproken. Maar hier is het
geval anders.
In de memorie van toelichting, welke toch
na rijpe overweging zal zijn vastgesteld, wordt
na eene beschouwing over het beginsalaris,
dus over den jeugdigen onderwijzer, doodkalm
aangevoerd ydat nog altijd voor de overgroote
van de Nederlandsehe jeugd, de
en dat
klein gedeelte der kinderen, die
bezoeken, het voorrecht
naast de school, thuis een opvoeding
Wijnkoop Staatsgevaarlijk genoemd.
Doetinchem, 15 Nov. De afd. Doetinchem
van den bond van vrije liberalen heeft heden
een telegram gezonden aan Mr. Dresselhuys,
waarin zij vraagt:
„Is het mogelijk nog heden in de Kamer
de regeering in overweging te geven, Wijnkoop
als staatsgevaarlijk over de grenzen te doen
zetten
Opsluiting zou
hand werken”.
meerderheid
onderwijzer de eenige opvoeder is
slechts een
de lagere scholen
heeft, van
te ontvangen.”
Hier werd dus een smet geworpen op een
groote schare ouders, die, maatschappelijk mis
schien minder welgesteld, evengoed hun best
doen, aan hunne kinderen een goede opvoeding
te verschaffen, ’t zij dan enkelen uitgezonderd.
Een kracntig protest tegen deze aanmatiging
mocht niet achterwege blijven.
Tot mijn genoegen ziet de heer Boersma
het verkeerde hiervan in, door te schrijven
van ^minder gelukkig deel der motiveering.”
Wat nu de salarisregeling betreft, ik meen,
dat Bolsward thans geen slecht figuur maakt
in de rij der gemeenten, hoewel ik hiermede
niet te kennen wil geven, dat hoogere salari-
eering ongewenschi zoude zijn.
Met de beschouwing over de hoofdacte ga
ik grootendeels aecoord, hoewel ik miju stand
punt handhaaf, dat het voor een jong onder
wijzer noodig is, dat hij zich verder ontwikkelt.
Dankend voor de plaatsruimte,
D. TERHENNE.
Bolsward, 14 November 1918.
(Cursiveerinq van mij.)
Geachte Redactie!
Het zij mij vergund, met een enkel woord
terug te komen op den «open brief”, door
den heer R. Boersma, voorzitter van de Afd.
Bolsward en O.” van den Bond van Ned.
Onderwijzers, in het nummer van 14 dezer,
tot mij gericht.
Nog steeds draag ik het onderwijs en de
onderwijzers een warm hart toe, wat ik bij
vorige gelegenheden onomwonden heb uitge
sproken.
Ook prijs ik het krachtige werken van
den Bond en zijne afdeeling Bolsward en O.”
om, naast de behartiging van de stoffelijke
belangen zijner leden, ook het onderwijs naar
hun beste weten op hooger peil te brengen.
Een ,/ietwat” zelfbewust optreden is me
Repk. Nieuwsbl. v. Fr.
Smeek. 15 Nov. De Openbare Leeszaal is
niet, zooals we in een vorig nummer meldden,
op moment geheel gesloten. Alleen een gedeelte
van den dag, jammer genoeg niet ’s avonds,
vindt men de zaal niet toegankelijk.
’t Drukke bezoek tusschen 7 en 10 uur,
als wanneer ’t soms moeielijk is een plaats
te veroveren, werkt o.i. ’t meest de verbreiding
der Griep in de hand.
Sneek, 15 Nov. De ziekte van den dag
neemt hier nog alles behalve af.
In vele gezinnen bevinden zich nog hoogst
gevaarlijke patiënten, van welke de jonge
vooral een harden dobber hebben.
Van 't personeel op ’t postkantoor stierf
deze week een commies, vader van 2 kinderen,
wiens heengaan door allen die den vriendelijken
en welwillenden ambtenaar van nabij kenden,
ten zeerste wordt betreurd.
De Noordzeevlsscherij.
In de Donderdag te IJmniden gehouden
vergadering van reeders van stoomtreilers is
een regeling getroffen voor het spoedig in de
vaart brengen van een dertigtal stoomtreilers.
Van iedere reederij zal een schip kunnen
uitvaren, en van iedere reederij met meer dan
10 schepen bovendien nog een tweede stoom-
treiler. Deze regeling is voorloopig getroffen
moeten worden met het oog op de beperkte
ter beschikking gestelde voorraad steenkolen.
Binnen korten tijd is dus een belangrijke
toeneming in denaanvoer van versche zeevisch
te verwachten,
Rijwielbanden voor Predikanten.
De Westfriesche Kerkbode deelt mede, dat
het rijksbureau voor distributie van rijwiel
banden met het hoofdbestuur van den Bond
van Nederlandsehe Predikanten een regeling
heeft getroffen, volgens welke alle aanvragen
van predikanten in behandeling zullen genomen
worden op advies van het hoofdbestuur dezer
vereeniging.
En daarmee was onze vriend weg.
Meende bij ’t, of was ’t maar een boutade?
Het kwam bij ons op, dat ’t toch nog een
betere oplossing zou zijn, als de Regeering
den heer Troelstra vóór was, zelf de hand
aan den ploeg wilde slaan, maar dan ook voor
radicale hervormingen...
soldaten vormen
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 621/2 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
voor
anderen te bestrijden?
van spreken.
male gebrek bestaat aan brandstof. Dit is
een merkwaardig resultaat van beheer in een
land dat vroeger de graanschuur was van een
groot gedeelte der wereld, en zijn steenkool
en hout in groote quantiteiten exporteerde.
Het derde punt: land, kreeg men evenmin.
De bezittingen werden door henden afgeloopen,
de bezitters vermoord en de meubelen, het
vee, etc. geroofd.
Het land werd natuurlijk door het volk
onbearbeid gelaten.
Het verkeers- en zakenleven is dood. De
handel staat volkomen stil. Niet alleen dat
de Bolsjewiki zelf iedere handelsoperatie streng,
gewoonlijk met den dood, bestraffen, maar
bet buitenland weigert Rusland onder de tegen
woordige omstandigheden crediet te verleenen
omdat het daarvoor niet langer in aanmerking
komt.
De fabrieken staan stil, de machinerieën
zijn grootendeels vernield.
Geproduceerd wordt er
porteerd dus evenmin.
Het gevolg is eene pijnlijke schaarschte,
die zich uitdrukt in fabelachtige prijzen. Zoo
betaalt men voor zestien Kilo zwart meel
meer dan vijfhonderd roebel. (De roebel is
momenteel circa 85 cts., de pariteit was f 1,28).
Het brood kost twaalf roebel per vierhonderd
gram.
De banken, de restaurants, alles is dicht.
De krachten, die het land uit zijn verval
zouden kunnen opheffen, werden of terecht
gesteld, óf vluchtten buitenslands óf zuchten
in afschuwelijke gevangenissen.
De werkloosheid is algemeen.
De watervoorziening is de eenige dienst
welke nog niet haperde.
De verlichting is zeer beperkt en bepaalt
zich tot een paar uren licht per nacht. De
spoor- en tram verbindingen, zoomede telefoon
en telegraafdiensten worden zoo goed mogelijk
gaande gehouden, maar storingen zijn natuurlijk
zeer gewoon.
Uit honger sluiten zich vele mannen bij
het roode leger aan, maar ook alleen uit
honger, want het is verre van de meesten van
hen zich uit overtuiging aan dat metier te
wijden.
Breede lagen der bevolking beschouwen de
Bolsjewiki als een ramp voor het land en dat
zijn niet uitsluitend de vroeger bezittende
klassen.
Arbeiders, matrozen en
daarvan het grootste deel.
Niemand heeft profijt gehad van de omwen
teling in Rusland. Veel werd vernield en
ontwricht en te gronde gericht, maar niets
werd het volk daarvoor in de plaats gegeven.
Eene namelooze ellende is in de plaats getreden
van hot aangename en goedkoope leven in
Rusland van voor dien tijd.
Tengevolge van verwaarloozing, van gebrek
aan medische hulp en geneesmiddelen ziju
epidemieën uitgebroken. Duizend dooden alleen
in Petrograd en alleen aan cholera was geen
zeldzaamheid. Daarnaast vroegen typhus etc.
hunne talrijke offers.
Ik vraag mij af of het Nederlandsehe volk
den glibberigen weg der revolutie verkiest
boven den langzameren, maar veel zekerder
weg der evolutie.
Voor ons heeft de revolutie nog bovendien
het nadeel dat wij daarmede onvermijdelijk
tot aansluiting gebracht worden aan Duitsch-
land en als zoodanig door de geallieerde
landen zullen worden beschouwd als een voorpost
van dat land, wat ons zeker geen voordeel
brengen kan.
Het Nieuws v. d. Dag schrijft;
Gisterenmiddag ontmoetten we, op de
wandeling, een confrater, die als een echte
bourgeois bekend staat, reactionnair volgens
sommigen, ouderwetsch in elk geval maar
van wien we wel eens vermoed hadden dat
hij, conservatief beschouwd, eigenlijk niet
zuiver op de graat was. Wij vroegen hem:
Nu, wat zeg je wel van Troelstra?
Welke Troelstra? was zijn wedervraag.
Mr. Troelstra het Kamerlid of Pieter Jelles
Troelstra de volksleider in Rotterdam?
Zooals je wilt.
Nu dan, die speech van het Kamerlid
is al te dwaas. Volslagen inconstitutioneel
en on-parlementair. ’t Is nauwlijïs de moeite
waard, zulke argumenten te willen ontzenuwen.
Pas is die Kamer volgens ’t algemeen stem
recht en evenredige vertegenwoordiging ge
vormd, waarvoor de 8. D. A. P. hemel en
aarde bewogen had herinner je de triomf
kreten van Polak op ’t Stadhuis, de» dag van
die proclamatie. De kiezers zorgden er voor
dat minder dan een kwart van de afgevaar
digden socialistisch was en dat vierde of
vijfde deel eischt nu de regeeringsmacht op,
een macht die ze, nota bene, herhaaldelijk
afgeslagen hebben 1 Dat vierde deel decreteert
bij monde van den grooten leider, dat door
de politieke ontwikkeling (lees: de ontwikkeling
der revolutionnaire beweging in Duitschland
en elders) de pijlers van ons regeenngsgebouw
in elkaar zakken en dat voor onze regeering
het recht op de regeertaak vervallen is. Maar
wat heeft onze binnenlandsche toestand met
dien van Duitschland te maken, dat de reactie
van de nederlaag beleeft? Waaruit blijkt, wat
Troelstra beweert? Hoe weet hij dat opeens
zijn minderheid de meerderheid van het volk
is geworden? En als hij een beroep doet op
geweld, wat voor recht heeft hij dan om
Wijnkoop en
Maar laten we daar niet langer
Troelstra en de zijnen weten natuurlek best,
dat dit maar praatjes zijn voor de vaak.
De volksleider Pieter Jelles Troelstra, te
Rotterdam, bevalt me dan beter. Daar spreekt
hij van bet groote moment, dat ons de macht
in handen zal geven, en er gaat een donderend
hoera op. (Natuurlijk, die parlementaire spits
vondigheden zijn ook maar larie). En onmiddel
lijk daarna brengt bij hulde aan Adler den
moordenaar van een reactionnair minister.
Dat is mannentaal I Hij belooft weldraarbeiders-
en soldatenradeu in de steden (waar blijven
de boeren, die aan de stembus Troelstra’s
tegenstanders steunden?... O ja, er is gauw
ter wille van de kleine boeren tenminste, een
artikeltje aan het program van eischen toege
voegden er zal ook zijn een opperste arbeiders-
en soldatenraad voor heel Nederland; als dat
aangenomen wordt, zegt Troelstra, dan wordt
dat de opperste regeering in Nederland.
Ziedaar, dat is tenminste duidelijk.
En wat zou je nu daartegen doen?
vroegen wij.
Hadden we X. (hij noemde een gewel
dige, een hom me a poigne) als minister presi
dent gehad, dan zou hij den man die zoo
sprak en die o.a. zei: yin Nederland is thans
een revolutionnaire toestand”, vanochtend in
arrest hebben laten nemen...
Genadige hemel, maar daar zou dadelijk
revolutie van gekomen zijn!
Dat zit nog. Nu, ’t is niet gebeurd,
want X. is niet aan het bewind, en dat is
misschien maar goed ook, en in alle geval
is ’t nu te laat «oor zoo’n conp de main.
En dus blijft er maar ééu ding over...
Dat de regeering zich ferm houdt?
Haar proclamatie...
Och wat; die proclamatie is goed en
en allemaal heel redelijk, maar met
proclamaties schrik je geen politici af, die
de regeering openlijk in de Kamer voorrekenen
op welk deel van de troepen zij rekenen kan
en op welk deel niet. En voel je wel water
in den staart van die proclamatie zit. Tegen
over de aankondiging dat een minderheid
naar de macht zal grijpen, heeft de Regeering
besloten, in het belang van de rechten en
vrijheden van het gansche volk het gezag en
de orde te handhaven. Wat beteekent dit
anders dan: hard tegen bard? Maar dan is’t
de vraag, welk geweld ten slotte ’t sterkste
zal blijken, en zeker kan dat dan op burger
oorlog uitloopen.
Maar wat zou je dan willen?
P 8. Zooeven blijkt, dat de Regeering
zoo spoedig mogelijk een uitspraak wenscht
van het Nederlandsehe volk. Dat kan
goed worden.
Men schrijft aan het Alg. B.:
Ik kwam hier voor veertien dagen recht
streeks uit Rusland aan, waar ik de heele
revolutie heb gadegeslagen. Mijn vreugde uit
dat land weg te zijn, werd aanmerkelijk be
koeld door hetgeen ik vernam van de politieke
stroomingen in Nederland, die aanstaren op
eene omwenteling.
Nog geheel onder den indruk van de
ellende, welke ik in Rusland heb bijgewoond,
acht ik mij geroepen mijnen landgenooten in
dit kritieke tijdsgewricht, waar een enkele
misstap tot onherstelbare gevolgen aanleiding
zou kannen geven, een woord van waar
schuwing toe te roepen.
Men zegt een bloedige omwenteling te willen.
De revolutie in Rusland was in den aanvang
onbloedig en het volk beroemde zich daarop.
Maar waar eene minderheid zich meester
maakt van eene regeering over een meerder
heid, kan het storten van bloed op den duur
niet uit blij ven.
Dat leert ons Rusland.
Men zegt dat er geen parel lel te trekken
zou zijn tusschen Rusland en Holland. Men
brengt daarbij naar voren het verschil in
ontwikkeling, het verschil in politieke vrijheid
tusschen de beide landen en men spreekt
daarbij de overtuiging uit, dat eene revolutie
in Holland niet zoo verwoestend zou kunnen
werken als dat in Rusland het geval is.
De praemissen zijn juist, maar de gevolg
trekking gaat mank.
Revolutie biedt een
is geene revolutie aan
spronkelijke leiders op den duur over de
gevolgen de macht bleven behouden, of ook
maar zelf aan het bewind blijven konden.
Men ontketent, maar men weet niet waar de
beweging tot staan zal komen.
Indien het goedaardige en beminnelijke
Russische volk beeft kunnen afdalen tot de
ellende waartoe zijne leiders het gevoerd hebben,
is er geen enkele reden om te veronderstellen
waarom het Hollandsche volk bij eene revo
lutie beter in de hand zou kunnen worden
gehouden. En hier ligt de parallel.
Men heeft in Rusland gespeculeerd op de
laagste instincten des volks.
De beweging hier zou niet veel anders zijn,
of tenminste daartoe kannen ontaarden.
Men beloofde in Rusland brood, vrede en
land. Dit was in October 1917. Ten huldigen
dage heeft het volk noch het een, noch het
ander gekregen.
Instede van vrede brachten de Bolsjewiki
het een eindelooze reeks van bloedige burger
oorlogen.
Instede van brood te krijgen, werd het land
gedompeld in de meest hopelooze honger-
ellende, waarbij nog komt, dat er ten eenen-
Zie eens, wat ik na ga zeggen zal je
uit mijn mond wel verbazen. Maar wat komt
’t er op aan, wie gelijk heeft, in een tijd
als we nu beleven? Macht, of tactiek,
dat is de hoofdzaak. Nu, de opinies van de
menschen zwaaien in dezen tijd heelemaal om
binnen een maaad of een week; de oostgrens
staat open en de revolutionnaire besmetting
vandaar is niet tegen te houden; Troelstra
en de zijnen voelen zich voorvechters van
een nieuwe wereldorde; hij is, wel te verstaan,
voor orde, in tegenstelling met de bolsjewis
tische anarchie...
Dat heeft ook in onze courant gestaan
De bolsjewieken, het grootste gevaar.
Welnu, als ik de Regeering was...
Zou ik Troelstra uitnoodigen, als dic
tator op te treden. En dat stormpje laten
passeeren. Je zoudt dan wel zien: Z/Plus cela
change, plus cela reste la mêne chose”
behalve dat er veel verrots zou weg vallen en
veel buitensporigs... ook door de 8. D. A. P.
niet uitgevoerd zou worden.