Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Wonseradeel. No. 95. Verschijnt Donderdags en Zondags. 57ste Jaargang. 1918. Donderdag 28 November. I VOOR OER DITTEN EN DATTEN. STADSNIEUWS. Duo Ensing. De Nutsavond. 3 ‘-2 Bolswardsclie Courant ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden. Franco per post 621/2 Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent. ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgens 10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte. Het bureau van dit blad ie telefonisch aangesloten onder Ho. 4. deed van Zondagavond trad in ,zDeu Hof van Hol land" op het Duo Ensing van Leeuwarden, dat gunstig bekend staat op het gebied van voordragen. Het bezoek was klein, in ’t geheel ongeveer 40 personen, en dit is wel eenigszins jammer, want deze heer en dame verstaan de kunst om een gezelschap aangenaam bezig te houden. Hun beider wijze van optreden bevalt wel, hun stukken zijn luimig van inhoud. Aardige woordspelingen en comische zetten wisselden telkens en ontlokten meermalen aan de toehoorders een gullen lach. Een paar politieke voordrachten van den heer Ensing alleen, bevielen ook heel goed, doch deze heer had door met wat minder krachtige stem te zingen, hier misschien nog beter voldaan. De accoustiek op deze bovenzaal is wel zoo goed, dat het niet noodig is de longen te veel uit te zetten. Bij wat getemperde stem heeft het publiek tevens het voorrecht, de woorden beter te kunnen verstaan. Ook de verschillende costuums waarin dit Duo optrad waren net en droegen bij tot het succes der voordrachten. De kok en de keu kenmeid, de twee Volendammers, Vader en dochter op reis naar de groote stad en meer dergelijke hadden effect door het frissche en gepaste costuum. Daarbij kwam ook nog dat dit tweetal een geroutineerd pianist had mse- gebracht, die zich uitstekend van zijn taak kweet. Een gezellig bal zal zeker nog gevolgd zijn, echter dit kannen wij niet nader beves tigen, want, toen de balletmeester verscheen, zijn wij er vandoor gegaan. Yn greate kloften wieme se finderweis, de soldaten dy, nou ’t it oarlochsgefaer foarby dreaun, hjar soldatelibben wer mei ’t gewoane libben forwikselje koenen. En sa sieten dan de spoareu fol fen blide en sjongende forlof gongers, dy ’t mei langstme d seagen nei eigen hfis en hird. By in inkelen ien waerd de blydskip fen ’t nei hfis gean timpere troch de gedachte: ho sell ik nou straks oan 'e kost komme, hwent de tiid fen thus kommen, is nou just net de roaskleonchste om in fikse deihier to fortsjinjen. Mar for de measten fait dat hwet mei. Der wirde prikken yn ’t wirk steld om alle wirkjowers oan to fiterjen, om safolle mfiglik der nei to stean, om de thdskommers oan wirk to helpen. Kommisjes en komité’s wirde der foarme, om it safolle as ’t kin dy wei op to stjfiren, en binne der dan noch mannen, dy ’t sadaliks noch gjin oanslach krije kinne, for hjar is dan in skoft lang altiid in finderstruiïng foarhannen, sadat er fen earmoede lijen gjin sprake hoeft lo wezen. Mar der binne ek altiid finder «Neerlands wakkere zonen" dy ’t it yn ’e kinst fen wirk dwaen net fier brocht ha, en dy ’t it wirk ek Ijeaver sjfigge as dogge, en om sokken nou to ilüderiiaiden troebdat se oan 't wirk in hekel ha, dat wirdt al hwet in slim stik, mar for hjar bistier de gelegenheid om mar stil yn tsjinst to bliuwen tsjin in extra traktemint. Sa is dan nei fjouwer jier fen spanning, it oarlochsgefaer, dat salaug om de grinzen spfikke hat, ainliks foarbydreaun sender dat it us lan yn 'e akelike kriieb bihelle hat, for de oarloch bleaunen we biwarre, mar it oarlochsleed babbe wy wol danich mei droegen en der lije we noch freeslik finder. F larearst de djfirte en de krapte. Hwet in poarsje dat de minsken net krije koenen. F 4 kaem men net to sjen, en men paeide yen seis mar dat it er wol bfiten koe, en men woe yen yn alles wol skikke, as men mar bfiten de oarloch bleauw. Mar it docht nou dan dochs mar bliken dat de minsken oer ’t algeaiien it to min hawu ha, da sykten dy’t alle tiden troch op oarloch folgje, de sykten gripe de minsken oan, en hja bawwe neat om by to setten, en it docht bliken dat de kreften stadieboan findermine binne. Wy bleaunen bficen de oarloch, mar it oarlochswea is lis folk net sparre. By bfi iderden falie ek yn lis lau de jonge sterke nbbens, en it oatital deaden is sa great, dat er, nei ’t sizzen fen in dokter, yn d< au persmtsgewize mear stjearre, as yn Ddis au de oarloch weiuaem. It wirdt aims sa eangstich om yen binne. Minsken, dy 't de iene dei noch fi-nrich binne, lizze de oare deis siik op bêd, en faken rint it lit op in hastige dea. Groulik, finminskelyk is de oarloch yn syn d'erjen en yn syn gefolgen, ho moast it de minsken trdnuwe om alle oarlock, sa wol yn ’t lyts as yn ’t great to bistriden, en der nei to stean om jimmer yn frede mei yens neisten to libjen. Frisia. bij gezegd, dat ingeval men een streep van het vocht op de kleeren kreeg, deze zoo broos waren, dat ze als glas zouden breken. Kwam er geen beweging in, dan leed het kleedingstuk gean merkbare beschadiging, alleen een grijs of witte streep zou de plaats aan wijzen, waar het vocht gewerkt had. Heel interessant waren de twee laatste proeven van ’t eerste gedeelte der lezing, of neen, een lezing was ’t niet, ’t was een zoo voor de vuist weg gevoerd betoog. De eerste proef geschiedde met zoutzuur en metaalna- trium. Deze twee stoffen verbinden zich heel graag in onze gewone tempeiatuur. Spreker ieder wat in een afzonderlijk reageer buisje en liet ze bekoelen in 't vocht. Toen ze daarna vereenigd werden in die lage temperatuur, gebeurde er niets, maar Spr. verzocht het publiek wat achteruit te gaan want hij zou de beide stoffen in water dom pelen om bet op normale temperatuur te brengen en dan volgde een hevige ontploffing. Toen allen op behoorlijken afstand stonden in volle afwachting van de dingen die komen zouden, werden de reageerbuisjes, waarin nu zoutzuur en natrium gemengd waren, in een glas met water gezet en Spr. maakte haastig dat hij ook bij de toeschouwers in veiligheid kwam. De glaasjes begonnen even te gloeien, en zie er vlogen eerst eenige fraaie lichtkogels omhoog en toen met een hevigen slag en een groote vlam, vloog glas en water rondom. De tweede gelijktijdig voorbereide proef gaf ook de fraaie lichtkogels, maar de ontpoffiog was lang niet zoo hevig, daarbij bleef het bierglas dan ook heel. Nog een krachtproef werd genomen door een dot poetskatoen in de vloeibare lucht te dompelen en daarna snel af te koelen, o neen juist anders om, snel de koude er van te verdrijven, en zie met een hevigen knal ont plofte het zaakje en de brandende lont rookte, dat de zaal er mee gevuld was. Om tijd te geven dat de rook kon optrekken, werd nu pauze gehouden. hoogst interessant, was het voor een volslagen leek op het gebied van physica toch heel goed te volgen. In 1823 gelukte het Faraday gassen vloei baar te maken, waterstof werd zelfs tot den vasten toestand gebracht door het te brengen onder een koude van 225 C.° onder nul. Veie dergelijke verrassende proeven werden door anderen genomen en in 1868 slaagde onze laadgenoot prof. Kamerling Onnes van Leiden er in het gas helium, dat tot dusverre aan alle proeven weerstand had geboden, vloei baar te maken. Daarmee is als het ware bewezen, dat alle gassen in vloeistof veranderd kunnen worden, echter meest onder een ge weldigen druk in samenwerking met een zoo hooge koude, dat men er een afzonderlijken thermometer voor heeft vervaardigd, n.l., die van Kelchen. Op onderhoudende wijze vertelde Spr. waarom en hoe de vloeibare lucht wordt vervaardigd, en hoe bij bij de fabriek ^Electro" aan een zekere hoeveelheid komt, onder welke voor zorgen hij dia moet vervoeren, en hij eindigde dat verhaal met de geruststellende verzekering, dat hij in de twee op tafel staande thermo- flesschen een voldoende hoeveelheid had over gehouden van de den vorigen avond in Amsterdam afgetapte hoeveelheid, dat hij hier zijn voorgenomen proeven kon houden. Eerst goot hij nu in een reageerbuisje heel voor zichtig een weinig van het op zuiver water gelijkende vocht, dat bij het stroomen door de lucht en in het glaasje begon te dampen en te sissen als ware het kokend water, terwijl toch de temperatuur 268° onder nul was. ’t Was dus een verschijnsel dat schijnbaar geheel overeen kwam met koken, en dan ook even als ’t koken veroorzaakt wordt door ’t verschil in temperatuur van dat vocht met de omgeving. In dit reageerbuisje werd wat kwikzilver geworpen en 't stolde, ’t was in eens vast, en kon als een gewoon metaal gehamerd worden. Toen later het stuk allengs weer de temperatuur der in de zaal heerschende lucht had aangenomen, was ’t weer even vloei baar als ja als kwik. Eenige druppels van de vloeibare lucht werden uit de hoogte over den vloer uitge goten, maar de vloer bleef droog onder ont wikkeling van een witte damp was het vocht weer lucht geworden, en er was niets meer van te bespeuren dan alleen dat de omgeving eensklaps frisch en koud was geworden. Alco'io) dat in onze liesschen nooit bevriest, stolde in dit vocht oogenblikkelijk tot een klontje ijs. Dat deze vreemde vloeistof neiging tot uitzetting heeft, doordat ze bij overgang tot lucht een veel grooter volume krijgt, werd bewezen door in een eindje vlampijp wat der vloeibare lucht te gieten, en daarop vlug en behendig met een hamer een kurk te slaan, doch de hamer was nauwelijks weer omhoog of de kurk sprong met een flinke knal omhoog, de tweede maal zelfs tegen 't plafond der zaal. Deze eigenschap heeft de geleerden op ’t idee gebracht om vloeibare lucht als beweeg kracht aan te wenden, bij voorbeeld voor drijf kracht van auto’s, wat in dezen tijd van gebrek aan benzine ee> uitkomst zou zijn, maar dit bleek practised on mogelijk en ook de gedachte om de auto- en fietsbanden er mee te vullen kon niet tot uitvoering komen, wijl de gummi door de hevige koude wordt aangetast en broos wordt als glas. Om dit aan te toonen werd een stuk gasslang in ’t vocht gestoken, en ’t leken wel stukjes steen, die er bij de minste beweging af knapten. Een zinken doosje werd daarop gevuld met het meer dan ijskoude vocht, bet wasemde en bruiste, als kookte het, en toen het nog aanwezige vocht werd uitgegoten over den vloer, zag men niets dan wat witte damp, niet opstijgen doch naar beneden slaan. Het doosje was nu zoo broos geworden dat bij een paar zachte tikken het zink aan brokjes uiteen viel. Spreker nam een heerenhoed, goot wat van het vocht over den bol en zie, de hoed was zoo broos, dat de geheele bol als ver schroeid zijnde van koude, aan stukjes ar geheel werd afgescheurd. Deze stukken waren zoo broos dat men ze zoo maar in kleinere stukken kon breken, evenwel toen ze later weer op gewone temperatuar kwamen, waren ze weer zoo sterk dat men slechts met moeite het vilt kon stuk trekken. De hoed echter was en bleef doorluchtig. Er werd dan ook ’t Speet Spr. dat hij geen bloemen had kunnen bekomen. Die verliezen in vloeibare lucht hun kleur geheel en ze worden broos als kraak porselein. Een ei werd stuk geslagei en in een geëmailleerd pannetje uitgegoten. Toen wat vloeibare lucht er op om een spiegelei te bakken, en ja, het kookte en siste hevig, maar toen 't nog overige vocht er werd afgegoten, leek het een witte soes, ook het geel van het ei was volkomen wit. Aan het einde der vergadering evenwel kreeg het geel reeds weer de natuurlijke kleur en als het voldoende afgekoeld, neen weer opgewarmd was, zou het, naar Spreker zeide, weer geheel in den staat komen, als toen het in de pan werd gegoten. Als laatste proef werd een kleine electriscbe batterij getoond, die bij inschakeling een gloeilampje deed ontbranden. Daarna werd een weerstand in de geleiding aangebracht, en het licht verdween. Toen evenwel die weerstand in de vloeibare lucht werd gedompeld, begon het licht terstond weer even helder als eerst te gloeien. Ten slotte gaf Spr. in korte trekken nog een geleerde theorie over de langzame verandering en verkoeling van onze aarde, maar hij wees er tevens op, dat door de ontdekkingen der wetenschap nu reeds kan worden gewekt het denkbeeld, dat men zich daarover niet ongerust behoeft te maken, vooreerst omdat die verandering uiterst langzaam gaat, maar ook, doordat dan door de krachten der natuur te ontwikkelen, een vernieuwd leven heel goed mogelijk kan zijn. Met belangstelling hebben alle toehoorders den Spreker gevolgd en de welgeslaagde proeven met genoegen gade geslagen. Toen de Voor zitter dan ook den Spreker dank bracht voor zijn interessante behandeling was bij voorzeker de tolk v«n allen. Had de Voorzitter, naar hij zeide, soms bij de ontploffingen zich even ongerust gemaakt, toch was het voor hier onbekende onderwerp zeer goed bevallen, en hoopte hij dat deze Afdeeling nog wel eens weer in de gelegenheid zou komen, den Spreker te hooren. Wij van onzen kant willen hieraan gaarne toevoegen, dat dan voorzeker niet de zaal half maar wel geheel gevuld zal worden, want al zouden dezelfde proeven dan herhaald worden, dan voorzeker zou elk zich haasten ze nog maals te zien, maar wij weten, dat de beer van de Volkere nog veel meer interessante pijlen op zijn koker beeft. Een woord van dank, uit naam van de nu aanwezigen aan Dr. Rinkes, aan wiens bemiddeling het vooral is toe te schrijven, dat deze Spreker hier optrad, mag niet ontbreken. Alvorens zijn betoog en proeven te ver volgen vroeg Spreker of wellicht een der aan wezigen iets bad te vragen of nadere inlich tingen wenschte over ’t geen voor de pauze was gezegd en aangetoond. Mevrouw Beekhuis vroeg of spreker voor het vervoer der vloeibare lucht gewone ther- moflesschen gebruikte. Het antwoord was, dat bij vroeger flesschen had van anderen vorm en grooter volume, die waren gebroken en nu behielp hij zich met de beste soort hiervan. Deze flesschen waren dubbelwandig, met een zoogoed mogelijk luchtledig tusschen die wanden. Die laag, waar zich dus niets bevond, was een heel beste isolator. Evenals door hooi, papier enz. de warmte in de hooi kist blijft bewaard, wordt door Spreker de enorme koude in deze flesschen vastgehouden. Van de drie flesschen die hij gisteren gevuld had, was nu nog zooveel over, dat twee er van gevuld de reis naar Bolsward hadden gemaakt. Spreker staat vervolgens even stil bij de practische toepassingen die reeds met vloeibare lucht worden gedaan, waaronder helaas ook behoort het vullen van granaten, want deze vloeibare lucht is een exploisieve stof van veel grooter kracht dan meliniet en dinamiet, waarvoor zooveel nitro-glycerine noodig is, dat daardoor de vetnood in Europa is gekomen. Gelukkig kan bij ook wijzen op betere doeleinden, o.a. het bevriezen van vleesch en groenten, om deze duurzaam voor bederf te bewaren. Ook kan de zuurstof der lucht uit deze vloeistof worden afgezonderd. De invloed op levende wezens van dit schromelijk koude vocht is meest doodend. Proeven, genomen op dieren, hebben bewezen, dat de organismen die koude niet kunnen verduren, en toch zijn er enkele bacillen die er niet door sterven, en ook visschen kunnen een verbazende koude doorstaan. Als proef had Spr. een zeelt; dit vischje werd gedurende een of twee seconden in de vloeibare lucht geworpen, en kwam er als versteend uit. In water gedaan kwam het weer bij, hoewel het niet weer levendig werd, leefde het toch nog toen te half elf de vergadering uiteen ging. Druiven, blauw van kleur, werden in dit koele vocht geworpen, en kwamen er als witte harde steenkiompjes uit. Bij ’t werpen op de tafel braken ze door midden, en tot het midden toe scheen het een soort marmersteen. Ook de steeltjes leken witte steenachtige takjes. Maandagavond had in ^de Doele” de eerste bijeenkomst plaats van de Afd. der Maatsch. tot Nut van ’t Algemeen. De opkomst was wel niet groot, maar toch was ongeveer de helft der zaal bezet. De Voorzitter Ds. Kossen opende meteen kort woord om daarna den Spreker, die tevoren door middel van de pers reeds bij het publiek was ingeleid, het woord te geven. Deze spreker, de heer W. C. de VOLKERE van Amsterdam, begon met in ’t algemeen iets te vertellen over de drie agregatietoe- standen waarin men de stoffen in de natuur aantreft, en bij wees er op, dat, in theorie althans, alle stoffen kunnen worden vast, vloeibaar of luchtvormig. Het water ziet men in de natuur reeds deze drie vormen aan nemen, ijs, water en waterdamp, maar voor de meeste andere stoffen zijn hiervoor enorm hooge, en onbegrijpelijk lage temperaturen noodig. De proeven van Davy en Faraday om gassen vloeibaar te maken door hoogen druk werden terloops aangestipt, want, dit mogen we er wel dadelijk even tusschen- voegen, het was wel een geleerd onderwerp, getuigende van diepe kennis en abstracte wetenschap, maar gelijk het hier werd ge demonstreerd, was het eenvoudig en toch

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1918 | | pagina 1