Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
57ste Jaargang.
No. 98.
Verschijnt Donderdags en Zondags
1918.
EEN INSTELLING VAN ALGEMEEN NUT.
I
Zondag 8 December.
VOOR
f
HET PR0DUCTIEVRAA6STUK.
BINNENLAND.
I.
I
zoo
boer
van de
gedaan,
Bolswardsche Courant
een gezin
kamp van
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regels ÓO Cts. Vervolgena
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad ie telefonisch aangeeloten onder No. 4.
Tramontsporing.
Leeuwarden, 6 Dec. De tram uit Veen
wouden, die hier gisteravond om 7.12 uur
moest arriveeren, was te laat, zoodat de
gereedstaande trein naar Groningen moest
wachten. Toen eindelijk de tram het emplace
ment opreed, heeft de wisselwachter in de
haast, om de lijn naar Groningen vrij te
krijgen, de wissel te spoedig om geworpen
voor dat alle tramwagens waren gepasseerd
met het gevolg, dat de beide laatste
wagens, een leeg personenrijtuig en een met
kaas geladen goederenwagen, derailleerden.
De goederenwagen kantelde. Gelukkig heeft
de machinist, die eenige schokken voelde,
en dit tot
tallooos velen doet, heeft
en... waardeering.
zit, zooals wel bekend
is, in een glazen huisje. Hij werkt in ’t
openbaar, zoodat velen de vruchten van zijn
arbeid kunnen waarnemen, al weet niet iedereen,
van welken boom deze vruchten afkomstig zijn.
Wij zullen daarom den boom en zijne
vruchten bespreken, in het vertrouwen, dat
velen daardoor opgewekt zullen worden tot
het instandhouden van dien boom en het
afwerpen van steeds meerdere vruchten.
Het metst algemeen bekend is de A.N.W.B.
door zijn wegwijzers, die hun 25-jarig jubileum
reeds achter den rug hebben. En daar cijfers
in den regel meer spreken dan een lang
er eenige mededeelen om de
van dit instituut duidelijk te
Er zijn in ons land tal van vereenigingen,
die een alleszins nuttig doel nastreven, hetzij
op geestelijk of materieel gebied. Eenige
dezer strekken de sfeer van hare bemoeiingen
uit over geheel ons land, andere bepalen
zich er toe zich plaalselijk nattig te maken.
Tot de eerstgenoemde behoort de A.N.W.B.,
Toeristenbond voor Nederland, die kortgeleden
door de Regeering erkend is als te zijn een
instelling »an algemeen nut.
Deze erkenning berustte o.m. op de over
weging, dat „weliswaar aan de leden bepaalde
ondergeschikte voordeelen zijn toegekend, maar
daarin meer moet worden gezien een middel
om een vaste kern van personen te verkrijgen
en te behouden, die de noodige gelden voor
de uitvoering van de algemeene taak van den
Bond kunnen verschaffen, dan een streven
om de voordeelen van den Boud tot een kring
der leden beperkt te houden.”
Wie aan den weg timmert
tevredenheid van
recht op veel bekijks
De A.N.W.B. nu
betoog, zullen wij
belangrijkheid
maken.
In vroeger jaren, toen er nog geen weg
wijzers waren, waren de wandelaars en later
de wielryders op hun uitstapjes grootendeels
aangewezen op een toevalliger! voorbijganger om
dezen den juisten weg en den afstand naar
een bepaalde plaats te vragen.
En hoe waren die inlichtingen dan nog
vaak onvolledig en onnauwkeurig. Als een
u zegt da ’j der zóó bint, duurt hel
gewoonlijk nog een half uurtje. Als hij zegt:
A éven deurfietst, mo ’j links af, dan hebt
gij zeker keus tusschen 3 of 4 wegen, die
links afgaan.
Het toerisme verkeerde een kwarteeuw ge
leden in het eerste stadium van ontwikkeling
en de afwezigheid van wegwijzers werd slechts
door enkelen gevoeld.
Door het rijwiel en door de opwekking,
uitgaande van den A.N.W.B., om te gaan
genieten van de vrije natuur en vooral nadat
deze Bond zijn eerste bruikbare gegevens voor
het hverkennen” van ons land voor belang
stellenden had ter beschikking gesteld, groeide
het toerisme met ongelooflijke snelheid en
werd de groote behoefte aan inlichtinge»
onderweg, m.a.w. aan wegwijzers, zéér dringead
gevoeld.
In 1893 stonden er in ons land 20 weg
wijzers met een gezamenlijk gewicht van 1000
K.G. en een waarde voor aan maak en onderhoud
van f 435.961/2; in 1898 bedroegen deze
cijfers resp. 219, 21.900 en f 6.571.68, in
1903 1086, 108.600 K.G. en f 34 047.90, in
1916 2.933, 322.630 K.G. en f 173 840.3(H/2.
Ea thans staat er voor een waarde aan
des weg van veel meer dan twee ton naar de
oude prijzen, volgens de nieuwe wel drie maal
zooveel.
Behalve deze wegwijzers werden ar waar
schuwingsborden geplaatst, in de laatste jaren
hier en daar ook in samenwerking met de
K.N.A.C., bij gevaarlijke wegkruisingen, boch
ten, hellingen ens., ter voorkoming van onge
lukken.
Een andere hulp onderweg werd den toerist
verschaft in den vorm van de hulpkisten, de
motorbulpkisten, in grooten getale over ons
geheele land verspreid in hotels, café’s enz.
En om deze hulpkisten ten goede te doen
komen van iedereen, werd bekend gemaakt,
dat ieder tegen de vastgestelde prijzen van
de verbandmiddelen in de hulpkisten van den
A.N.W.B., Toeristenbond voor Nederland,
gebruik kan maken.
Ten gevolge van een overeenkomst met het
Hoofdcomré van’t „Ned Roode Krais” en „Het
Oranje-Kruis” werd voorts nog bepaald, dat
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 621/2 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
onbemiddelde n, bij een ongeval gratis
over de verbandmiddelen kunnen beschikken
tegen nauwkeurige invulling van de daarvoor
bestemde bon, bij den hulpkisthouder aan
wezig, en dat bij rampen de verbandmid
delen gratis beschikbaar zijn.
En dan de Bondsvoetpompen. Reeds jaren
geleden is de Bond begonnen met het plaatsen
van deze nuttige voorwerpen. De handfiets-
pomp was en is in sommige gevallen ook
nu nog een instrument, dat in de eerste
plaats de ergernis verhoogde van den wielrijder
over een slappen of lekken band. Zij dwong
u o au in ’t zweet uws aanschijn» a af te
sloven om den noodigen druk weer in den
band te krijgen. Wat was dan de uitste
kende voetpomp van den Bond een uitkomst.
Nu het wielrijden zoo sterk zich heeft uit
gebreid, is ook het aantal voetpompen aan
zienlijk gestegen, maar spant toch de Bonds-
voetpomp de kroon en wanneer ge in wat
afgelegen oorden komt, daar is zij de redster
uit den nood.
Duizenden voetpompen heeft de Bond ge
plaatst, millioenen keeren mogen wij gerust
zeggen hebben zij den wielrijder aan zich
(den Bond) verplicht.
Spraken we tot nu toe van hetgeea de
A.N.W.B. langs den weg heeft verricht ten
gerieve van den toerist, in een volgend nummer
zullen wij bespreken hetgeen door hem werd
gedaan ten opzichte van den weg zelf ten
behoeve van wielrijders, wandelaars, automo
bilisten, enz.
direct krachtig geremd. Daardoor werd een
mogelijk grooter onheil voorkomen. De lijn
naar Groningen was geheel versperd, zoodat
het geruimsn tijd duurde, voor de gereed
staande trein kon vertrekken.
Hem. Oldeph. C.a., 4 Dec. Van
te K. zijn tengevolge van de heerschende
ziekte 4 kinderen overleden. Drie werden
tegelijk grafwaarts gedragen. Voorzeker een
treffend geval, dat algemeene deelneming wekt.
Gaasterland, 4 Dcc. Die Russen! Zij
ontvreemdden uit «en aardappel belt, terwijl
de bewakers even afwesig waren, 15 korf
aardappelen. Bij spoedige ontdekking werden
ze vervolgd, een schot gelost over hen been
waarop de aardappelen werden terug gebracht.
Nu zouden zo wel niet terug komen meende
men, en de bewakers gingen naar huis. Om
's morgens tot de ontdekking te komen, dat
er evengoed in denzelfden «acht nog 20 korf
gegapt waren.
Wonseradeel, 5 Dec. De katten, vooral
de zwarte, verdwijnen hier spoorloos. De
kattenmeppers zouden er wel meer van kunnen
vertellen. Niet alleen de vellen zijn duur,
maar ook het vleesch der dakhazen is in trek.
Men heeft in dezen tijd wel geleerd, alle
vooroordeel aan kant te zetten. Het katten-
vleesch eten heeft men van de Belgen geleerd.
Voor een „naakte” kat van bet vel ontdaan,
wordt 15 a 25 cts. betaald.
Snoek, 5 Dec. lemaad, die hier Dinsdag
avond bij een bakker aan ’t sjoelbakken was
werd onder ’t spel zijn portemonnaie met
ruim f 25 ontrold.
Hepk. Nieuwebl. v. Fr.
Snoek, 6 Dec. ’t Was te voorzien dat de
4 L. petroleum die aan lichtlooze gezinnen
hier deze week werd verstrekt, bij onderscheiden
personen in verkeerde handen is gekomen.
Hoe noodig de arme stampers de olie moesten
gebruiken om hun prozaiscbe stulp te ver
lichten, toch konden ze de verzoeking niet
weerstaan, om van hun voorraad 2 tot 3 L.
af te staan af 2 tot f 2 25.
Sneok, 6 Dec. Nu ’t een zeldzaamheid is
dat onze politie een fietsgapper snapt, schijnt
’t dat de dievenry op dit terrein met den dag
toeneemt.
In weinige dagen verdwenen nl. hier
na elkander een achttal tweewielers.
En toch slaan velen nog den raad in den
wind, om hun fiets, waar ook, nooit onbeheerd
te laten staan, ’t Is altijd maar: „och, dat
durft men niet te wagen, want overal loopen
ze in den kijk”. Maar men begrijpt niet,
dat men in den tegenwoordigen tijd steeds
gevaar loopt, dingen van waarde kwijt te
raken, zóódra de gelegenheid voor den dief
maar eenigszins gunstig is. „’t Oog van den
meester maakt bet paard vet” past volkomen
in 't kader van dezen tijd.
Sneek, 6 Dec. ’t Vochtige weer
laatste dagen haeft er geen goed aan
om de Spaanscbe griep hier te doen afnemen.
Integendeel blijft ’t aantal sterfgevallen
steeds hoog. Gedurende de laatste drie dagen
stierven er niet minder dan negen personen,
meest jonge menschen, onder welke zes griep-
lijders. Van 21 Nov. tot 5 Dec. werden ter
Secretarie niet minder dan 15 overlijdingen
genoteerd, eveneens van jonge lieden. Slezhts
8 personen onder deze 15, die respectievelijk
67, 84 en 52 jaar waren.
Bij enkele lijders is de ziekte hoogst be
smettelijk.
In deze week stierf bv. een jonge man,
aan griep influenza, ’t Lijk moest terstond
naar 't lijkenhuis worden gebracht.
Te Franeker heerschte gedurende eenige
dagen door opruiing ernstige ontevredenheid
onder de Fransche vluchtelingen. Marechaussee
moest worden gerequireerd om de 150 onte
vredenen in bedwang te houden. Na komst
van den Franschen consul, die door de onte
vredenen was getelefoneerd, kregen de vluchte
lingen een flinke reprimande en zijn de bel
hamels, drie mannen en een vrouw, naar het
Zeist overgebracht.
Slecht tarwebrood.
De commissie uit het bakkersbedrijf te
Rotterdam zond bet volgende telegram aan
het Rijksgraanbureau te Den Haag.
Tarwemeel vau nieuwe samenstelling totaal
ongeschikt voor menschelijk voedsel. Het
publiek weigert den onsmakelijken kost. Ge
lieve direct maatregelen te nemen tot verbe
tering.
enkel opiicbt zijn te billijken, daar tij zich
niet organisch in de volkshuishouding invoegen,
integendeel de desorganisatie bevorderen en
den zoo noodzakelijken opbouw van het maat
schappelijk leven vertragen. Bij de ontzag
lijke lasten, die de verloren oorlog op het
volk laadt en de toekzmst van ons eischt,
zijn slechts een sterke organisatie en de
gemeenschappelijke arbeid van alle burgers in
staat de noodzakelijke verhooging der pro-
ductie-capaciteit te bewerkstelligen. Elke ver
mindering der productieve kracht is een mis
daad, aan het volk begaan”.
Wij maenen, dat deze woorden ruimschoots
overweging verdieuen.
Het feit, waarvoor de oorlogsvsrkwisting
ons gesteld heeft, bestaat in een aanzienlijk
tekort aan allerlei onmisbare saken, in de
eerste plaats aan voedsel en aan de middelen
om voedsel te produceeren. Wat de wereld
noodig heeft is niet zoozeer de oplossing der
vraag, op welke wijze de verdeeling van het
voedsel en wat daarmede op één lijn gesteld
kan worden, moet plaats hebben; de zaak,
die de meeste zorg vraagt, is de voortbrenging
van nieuw voedsel. Wij willen geenszins
ontkennen, dat de verdeeling een zaak van
veel belang is, maar veal meer waarde kennen
wij aan de productie toe.
„Wirtechaft iet nicht mehr Privateache,
eondern Sacke der Gemeiaechaft” zegt Walther
Rathenau in zijn bekande werkje: Die neue
IFirtechaft.
Het ligt wel eenigszins in den aard der
vaak, dat men tot dergelijke uitspraken komt.
Immers, de enorme vernietiging, welke in de
oorlogsjaren heeft plaats gehad, is het werk
der gemeenschap geweest. Doch men mag niet
uit het oog verliezen, dat de voortbrenging
van alles, wat vernietigd is, Privateache is
gaweest. Niet de gemeenschap als gaheel
regelde voor den oorlog de productie; het
waren de millioenen eenlingen, dia onafhan
kelijk van elkander elk een gedeelte van de
totale hoeveelheid daarvoor benoodigden arbeid
vrijwillig op zich hadden genomen. Ware de
gemeenschappelijke vernietiging in het groot
□iet in toepassing gebracht, dan zou, in het
algemeen gesproken, de productie volgens dit
systeem voldoende zijn geweest.
Het komt ons voor, dat zy, die een nieuw
systeam voor bet oude productie systeem in
de plaats wenschen te stellea, zich te veel
buiten de praktijk bewegen. Er moet toch
een oorzaak voor bestaan, dat de maatsahappij
op de tot dusver gevolgde manier in hare
behoeften heeft voorzien. Ons komt het
voor, dat die oorzaak deze is, dat de moge
lijkheid, om volgens een ander systeem vol
doende voort te brengen, ontbrak.
Zijn nu, zoo zouden wij willen vragen,
tijdens den oorlog de omstandigheden zoodanig
gewijzigd, dat die mogelijkheid thans wel
bestaat
Wij meenen, dat het antwoord op deze
vraag ontkennend moet luiden.
Wat eens komen kan, kunnen wij gerust
aan de toekomst overlaten, doch voor het
oogenblik is ons gsen enkel gegeven bekend,
waaruit blijken zou, dat een ander dan het
tot dusver gevolgde productiesysteem in staat
zou zijn het totale voortbrengingsvermogen
te vergrooten.
Waaraan de maatschappij behoefte heeft, is
dat alle ten dienste staande krachten nuttig wor
den aangewend en in onze samanleving kan
dat alleen ouder toepassing van het oude en
beproefde systeem, waarbij aan ieder lid de
vryheid wordt gelaten zich toe te leggen op
dat deal van den gemeenschappelijken arbeid,
waartoe hij zich het meest geroepen gevoelt
of waartoe de omstandigheden hem brengen.
De Zuivelcourant.
Het vraagstuk der voedselvoorziening heeft
vooral in de laatste weken belangrijk aan
beteekenis gewonnen, doordien de gebeurte
nissen bij onze Oostelijke naburen in de
hoofden van sommigen gedachten hebben
gewekt en herinneringen aan utopieën hebben
verlevendigd, utopieën, waarvan men had
mogen verwachten, dat alleen de historie
schrijver er nog melding van zou maken.
In 't program van eischen, dat de S D.A.P.
een paar weken geleden bekend maakte, wordt
gesproken van „leveusmiddelenvoorziening als
gemeensahapszorg” en van „regeling van pro
ductie en aan voer”.
Het woord „gemeenschapszorg” zal wel
bedoeld zijn in den zin van Regeeringszorg.
Nu, daaraan zijn wij gedurende de oorlogsjaren
wel gewend geraakt en het voornaamste resul
taat van die zorg is zeker wel dit geweest,
dat het aan allen, wie eene behoorlijke voedsel
voorziening inderdaad ter harte gaat en die
niet verblind zijn door zekere partijphrasen,
het inzicht heeft gegeven, dat de meest uit
gebreide regeeringszorg niet in staat is een
toestand van verwarring te keeren. In het
algemeen gesproken veroorzaken de regelingen
eener regeering ten dezen opzichte slechts
teleurstelling.
Intusschen, de nood dwong de Regeering
tot handelen.
Er zijn evenwel nog altijd menschen, wier
verlangens zich uitstrekken naar een toestand
geen tydelijken, maar een blijvenden
waarin hetgeen wij''tot dusver hebben beleefd,
verder uitgewsrkt, toegepast en bestendigd
wordt. Evenwel valt het op, hos zulks slrshts
vaag wordt aangeduid, b.v. in woorden als:
„socialiseeriag van alle bedrijven, die daarvoor
in aanmerking komen”. Veel verder sou men
komen, wanneer een bepaald plan werd bloot
gelegd, aangevende de bedrijven, welke voor
„socialiseering” in aanmerking komen en de
wijze, waarop zulks sou plaats hebben.
Bij de beoordeeling van deze eischen mag
men echter niet uit het oog verliezen, dat de
politieke partij, door wie ze worden gesteld,
hare aanhangers voaral in de steden heeft en
dat de voormannen, door wie de programma’s
worden ineengezet, voor het overgroote deel
vreemdelingen zijn op landbouwgebied. De
aan hunne socialistische overtuiging voedsel
gevende centralisatie en specialiseering der
bedrijven, bepaalt zich nagenoeg geheel tot
de groote industrieën in de nijverheidscentra;
de landbouw met hetgeen daarmede onmid-
dellijk samenhangt valt daar buiten.
Enkelsn schijnen dit in te zien. Zoo trof
ons het volgende bericht van den Berlijnschen
correspondent der N. R. Ct. Hij schrijft:
„de Pruisische volksafgevaardigden in het
ministerie van fi ancien, de meerderheids-
socialist Sülekum en de onafhankelijke socialist
Simon, hebben de journalisten medegedeeld,
dat lokale proeven van socialiseering in geen