Nieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
Verschijnt tijdelijk alleen Zondags
No. 3
58ste Jaargang.
1919
Zondag 12 Januari.
OVERZICHT 1918.
VOOR
STADSNIEUWS.
INGEZONDEN.
Prijsvraag.
Landverhuring.
Bolswardsclie Courant
Haast alles slecbt
de ’raag,
zaak,
I
dus,
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 621/2 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Dijkstra voor
van der
van Hoorn. Han
en gezin, Heeremastr. E. 159,
Zeist. Laas Boerstra, Exmorraweg E. 3
Koudutn. Ype Terpstra, Hoogstr. A. 97
Achlum. Tjitske Knol, Oordje F. 240
Midwoud. Jan van der Meulen. 8t. Jansstr.
van Bergum. Gerlof Terpstra. KI.
van Workum. Sjoerd Robijn,
I van Exmorra. Pieter de
Groen, Gr. Markt, A. 125 van Rotterdam.
Douwe Taeke Winia. KI. Dijlakker C 146
van Leeuwarden. Hiltje de Groot, KI. Zand
B. 72 van Hoorn. Jacob Hoitsma, Zorgvliet
van Dronrijp.
Gepacht door M. Adema voor f 715,
Perceel II. Drie stukken greidland buiten
de Sneekerpoort, in huur bij J. Bruinsma,
voor f 384,
Gepacht door Witteveen en
f 1050,—.
Perceel III.
Groenewold, Nieuwmarkt A 78
Bankje Elzinga, Gleibakkerij D. 1
neker. Watse Hoitsma, Zorgvliet van
Leendert Nauta, Kerkstr. E 111
ningen. Johanna Pannekoek Loois, 3e. Holl.
str. F. 313 van Steenwijk. Jeltje
Mettlen, Bagijnestr. D. 24
drik Pomper
van
van
van
van
C. 113
Dijlakker C. 140
KI. Zand B. 46
van
Dominions
D 86 naar
str. F 181
huis. Hendrik Mooij
Akkrum. Annigje F-itsma van
naar Hindeloopen. Maatje van
Franekerstr. naar Wommels.
Zee van Klippen B 109 naar
Zuidwal 45. Hendrik Fokkes van Stoomboot-
kade B 98 naar Ferwoude. Jetske Yntema
van Elandslaagte E 167 naar Batavia. Douwe
Kamstra van ’t Laag B 63 naar Vlachtwedde.
Geert Broekstra van Kerkstr. D 192 naar
Twelloo Keimpe Reitsma van G. Japickstr.
G 156 naar Heerlen. Minke Visser van
Brouwersstr. C 79 naar Makkum. Gerrit
Gerritsma van G. Japickstr. G 155 naar
Heerlen. Hendrica Vronica Scheltinga van
Gr. Dijlakker C 18 naar Kuinre. Eedse
ADVERTENTIEPRIJS: 1—7 regtis 50 Cts. Vervolgens
10 Cts. per regel. Overigens naar plaatsruimte.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder Ne-. 4.
Dijkstr. B 178
van Kerkstraat E 134
Lemmerweg. Albert Werkman
Kampen naar
Kosterstr. 219
Kampen D 100
Se Hollandiastr. F 311
van der Weide van
Brunsum. Aukje de Boer Fraueker-
naar Groningen, Academ. Zieken
van De Dijk E 14 naar
Dijkstr. B 169
der Kooij van
Jelte van der
’s-Hertogenbosch,
Is het een zaak
Niet eens zoo
Dan doet de pers
soms nog
INGEKOMEN PERSONEN
over de maand December.
Gooike de Waay, Kerkstr. D. 198, van
Haarlem. Johannes van Dijk, Hoogstr. A.
101, van Amsterdam. Matbijs Vellinga, KI.
Hoogstr. E 56 van Arnhem. Grietje van der
Meer, Wilhelminabrt. G. 187. van Nijland.
Pieter Brandenburg. Schildwijk B. 207. van
’s Gravenhage. Hendrikje Mietus, Broerestr.
D. 175 van Beuningen. Afke de Jong,’t Hof
E 30 van Wassenaar. Fetje Hengst, Polstr.
A. 22 van Gaast. Gerrit Hermanns Boersma
en gezin, Gr. Dijlakker C. 52 van Ede
Dutje Adema, Heeremastr. E 39 van Boven
karspel. Rimmer van der Meuten, Dijkstr. B.
152 van Leeuwarden. Wieger Yntema en
gezin, Gr. Kitnpen van Witmarsum. Marten
Postma, Amicitiatuin D. 52 van Amsterdam.
Wijbo Keikes, Laag Bolwerk C. 38 van Sex-
bierum. Jarig Groenveld en gezin, a/boord
van Sneek. Theodora Tolsma, St. Josephbuurt
F. 128 van Duitschland Altenessen. Wiebe
Jelze Tolsma idem. Hieltje Tolsma idem. Jan
van Texel.
van Fra-
Dronrijp.
van Gro
in de practijk, de beantwoording van
of de exploitatie van een hoogovenbedrijf in
Nederland economisch mogelijk is.
Concert.
Gaarne vestigen we, op verzoek, de aandacht
onzer lezers op het op Dinsdag a.s. 14 dezer
te geven concert in „de Doele”. De heer
K. de Rook, solo-cellist te ’s-Gravenhage en
Mij. Annie van Leeuwen, pianiste-zangeres
te Leiden, zullen dien avond voor het
Bolswarder publiek optreden.
In bet vorige jaar hadden we het genoegen
met deze twee jeugdige kunstenaars kennis
te maken, wat zij ten gehoore brengen is
der moeite waard. Ons heugt nog vooral de
eminente pianiste.
We worden hier te Bolsward niet overladen
met concerten, laten we toonen, dat een
degelijke muziekavond zeer op prijs wordt
gesteld. Ws.
Van de kalenderblaadjes is
Het laatste afgescheurd,
Men zoekt dus in een jaarvers weer
Wat zooal is gebeurd.
Al wat rondom de aandacht trekt,
In stad, gewest en land,
Wordt dikwijls breed becritiseerd,
Bezien van allen kant.
In huis of in familiekring
Zegt elk graag zijn idee,
Elks meening geldt en op bet slimst
Doen zelfs de kind’ren mee.
van wat gewicht,
bijster veel,
er ook aan mee,
Eh soms nog het tooneel.
Is alles zoo door allen dan
Bekeken tot den top,
Dan komt nog eind’lijk Thomasvaer
En haalt de ladder op.
Veel komt er daarom in ons lied,
Waaraan men niet meer denkt,
En toch, waaraan men nog wel graag,
Weer even aandacht schenkt.
’t Is dus een nabetrachting meest
Wat ik U hierbij bied,
Wat dit jaar meest mijn aandacht trok,
Bezing ik in mijn lied.
Mij ligt als huisvrouw
VERTROKKEN PERSONEN,
over de maand December.
Johannes Kuipers van Verversstr. F 285
naar Sneek, Parkstr. 38 Agatha Ottje R-g-
nery van Hoogstr. A 178 naar Sneek, Klein-
zand. Pietje van der Molen van Kampenst.
D 73 naar Witmarsum. Rnurd Herre Wartena
van Dijkstr. B 178 naar Wageningen. Sjoerd
Haagsma van Kerkstraat E 134 naar Sneek,
van Groote
Schiedam, Lauwrens-Jansz.n-
Hendrik Bouwhuis van Gr.
naar Heerlen. Feikje Stremler
naar Jutrijp.
Gr. Kampen
Twee stukken greidland aan
de Ymswolderlaan, in huur bij J. Bruinsma,
voor f 220,
Gepacht door H. Brouwer voor f 427,
Perceel IV. Een stuk greidland aan den
Hichtumerweg, in huur bij F. Jorna, voor
f 300,—.
Gepacht door M. Adema voor f 811,
Perceel V. Twee stukken greidland bij
den Sneekerweg, in huur bij J. Elzinga,
voor f 507,
Gepacht door W. Zijlstra voor f 1040,
Deze perceelen, samen groot ongeveer 35
pondemaat, deden tot beden f1715,doch
zijn nu verpacht voor f 4043,voorwaar
een beduidend verschil.
Aan onzen vroegeren stadgenoot, den heer
B. Bölger, werktuigkundig student, is Donder
dag aan de Technische Hoogescbool te Delft,
de gouden eerepenning uitgereikt voor diens
antwoord op de prijsvraag, in Juni 1917
uitgeschreven door de afdeeling der algemeene
wetenschappen, waarin werd verlangd een
uiteenzetting van de theorie van de standplaats
der nijverheid, en, als voorbeeld van toepassing
Wat vrouw dacht in ons jongen tijd
Aan zitting in den raad?
Maar ja, de tijden brengen ’t mee,
Dat men verand’ren gaat.
Toen ik dit voorlas aan mijn man
Zei hij, met schamp’ren lach:
„Ik wou je wijzer hebben, Nel,
„Jij op je ouden dag!
„Hoe meer er pleiten in een
„Hoe minder resultaat,
„Men lost de kwesties toch niet op,
„Het ga dan zoo het gaat.
„Nu ieder man reeds kiesrecht heeft,
„Kost ’t al een berg papier,
„Als alle vrouwen mee gaan doen,
„Raakt men bedolven schier.
„’t Is zoo’n gescharrel in deez’ tijd,
„En als je er op let,
„Principes krijg je nooit aan kant,
„Ook door geen stembiljet!
„Wat vrouw dacht er in vroeger tijd
„Aan al die stemmerij.
„De politiek en ’s lands bestuur
„Liet men voor mannen vrij.
„’t Emancipaat voor elke vrouw
„Is dolheid naar ik meen,
„Wijl het haar eigen rust vernielt
„En van den man meteen.
„Het is een snufje van deez’ tijd,
„Elk staat er nu voor klaar,
„Als ’t recht er is, is ’t nieuws er af,
„Nu weet je het, ziedaar!”
Ik trok alleen de schouders op
En zweeg toen wijs’lijk maar,
Mijn man is erg van ouden stijl,
Maar half toerekenbaar.
Niet waar? Bij zieken hóórt geduld
En wat toegevendheid,
Dus om des lieven vredes wil,
Heb ik maar niets gezeid.
Maar jong’re mannen van deez’ tijd,
En daar ben ’k mee in ’t schik,
Die zien der vrouwen rechten in
Met onbevangen blik.
Wie zich daartegen nog verzet,
Is achter bij den tijd,
En, ’k zeg het hier uit veler naam,
’t Respect der vrouwen kwijtl
Wordt vervolgd.
en peperduur
Al waar men thans van leeft,
Ik spaar al ’t beste uit mijn mond,
Wijl Thomas ’t noodig heeft.
Was goede voeding dus een toer,
De rust had ook bezwaar,
Hoe zou het komen met het vers?
’t Liep tegen ’t nieuwe jaar.
Nu was dat lang het ergste niet,
Als hij maar werk nog bad,
Al was zijn weekloon ook niet groot,
Het hielp toch altoos wat.
Ons spaarpot is te mager nog,
Z >oals mij telkens bleek,
En dan ons ouderdoms pensjoen
Drie gulden elke week.
Dat een met ander is te schraal,
Vooral in dezen tijd.
Ik was vaak, voor ik ’t zelf haast wist,
Zoo maar mijn weekgeld kwijt.
Als ’t zoo blijft suk’len met mijn man,
’k Weet niet, waar ’k dan bedaar,
Naar d’ armvoogdij om onderstand,
Die reis wordt mij te zwaar.
Die oorlogstijd brengt wat te weeg,
Wie had zulks ooit gedacht?
Gelukkig is nu ’t eind te zien,
Wordt beterschap verwacht.
De elfde dag van d’ elfde maand
Des morgens te elf uur,
Was het voorwaar geen gekke tijd,
Toen staakte ’t oorlogsvuur.
De wapenstilstand trad toen in,
Wat was ’k daarover blij;
Het ruw geweld nam toen een eind,
En ’t moorden was voorbij.
Elk zag weer in de toekomst licht,
Hoopte op verlaagden prijs,
De kettinghand’laar echter schrok
En raakte van de wijs.
Doordat de scheepvaart wordt hersteld,
Wordt aanvoer weer verwacht,
En zeker ’t was ook hooge tijd
Dat vrede redding bracht.
De redding komt helaas nog traag,
Werd ’t ergste al gekêu,
De toestand is nog niet gezond,
Daar gaat wat tijd mee heen.
Doch uit de stelling Amsterdam
Sprong men ons wei wat bij,
De voorraad, daar gereserveerd,
Kwam nu gedeelt’lijk vrij.
De demobilisatie trad
Ook bij ons leger in,
Met d’ oudste lichtingen er van
Kwam daad’lijk een begin.
Toch werd de vreugde weer gestuit
Door woeling in ons land,
Er werd beoogd: hier republiek,
De Koningin aan kant!
Ja, Troelstra ging te hard van stal,
Gooide in het eten roet,
Met terrorisme werd gedreigd
In Duitschland ging ’t zoo goed.
Die opzet ging hier veel te hoog,
Maar heeft toch uitgewerkt,
Dat hier ook de hervormingsgeest
Krachtdadig werd versterkt.
Het spook der revolutie krijgt
In ons land nog geen voet,
Maar dat er drang van oudren komt,
Is noodig soms en goed.
Het gaat hier meest den slakkengang,
Bezwaren zonder tal
Die worden druk bediscuteerd,
En ’t vordert niemendal.
Dat er nu vrouwenkiesrecht komt
Daar twijfel ’k niet meer aan,
De vrouw krijgt medezeggenschap,
’k Durf er voor in te staan.
Dat zal van goeden invloed zijn
Op velerlei gebied,
De regeling van menig zaak
Gaat zonder vrouwen niet.
Misschien word ’k nog wel candidaat,
Ofschoon, ’k ben oud genoeg,
Ik denk soms, als ik ’t overweeg;
Ik leefde wat te vroeg.
na aan ’t hart
Mijn eigen huisgezin,
Men moet niet kwalijk nemen
Dat ik daarmee begin.
Een beele tijd is al van streek
Mijn beste oude man,
Veel zuchten en een slecht humeur
Dat was ’t gevolg er van.
Ja, Thomas was zeer lusteloos,
Wat kon ik er aan doen?
Hij kreeg, verwacht ik, niet genoeg,
Dat kwam door het rantsoen.
Veel mid’len heeft bij al geslikt
Op raad haast van elkeen,
De een wist dit, een ander dat,
Baat vond hij bij niet een.
Ried ik hem soms den dokter aan,
Dan zei hij „O, geen nood I
„Wat zou ik met een dokter doen?
„’k Sterf liefst mijn eigen dood.
„De dokters, Nel, zijn nu heel duur,
»’k Ben ook niet ernstig ziek
„Zij met tarief voor dag en nacht
„Op nota specifiek.”
’k Kreeg toch mijn zin, want wie volhardt
Die wint het op den duur,
’k Mocht dokter dus bericht gaan doen
Vóór ’s morgens negen uur.
Want kom je later op den dag,
Dan kost bet dubbel geld,
En veel betalen past ons niet,
Wij zijn niet welgesteld.
Het viel den dokter lang niet mee,
Toen hij mijn man bezag
Zei hij„Wat ben je erg verzwakt,
„Een kwaal van d’ ouden dag!”
Hij gaf wat pillen voor de koorts,
Een drankje voor de hoest,
En dan den raad nog dat mijn man
Voorzichtig wezen moest.
„Goed dat je mij geroepen hebt,
„Je bent je krachten kwijt
„Je moogt geheel de deur niet uit
„Want ’t is een booze tijd.
„Versterkend voedsel en dan rust
„Dan zal ’t misschien nog gaan
Versterkend voedsel 1 Mooi gezegd,
Hoe komen wij daar aan
De hoofdzaak is gebrek aan vet,
En dat in Nederland 1
Ons volk is werklijk ondervoed,
Vooral de lasg’re stand.
Dat lijkt vooral in Friesland vreemd,
Een land van overvloed
Aan vee, aan boter, kaas en melk,
’k Begrijp niet, dat ’t zoo moet.
Woensdag j.l. werden ten Raadhuize publiek
bij inschrijving en opbod verhuurd eenige
perceelen Greidland van de Gemeente, voor
5 jaren.
Perceel I. Een stuk greidland bij de Sneeker-
straat, thans in huur bij P. Tolsma, voor
f 304,—.
Gepacht door M.