Jieuws- en Advertentieblad
Bols ward en WonseradeeL
Verschijnt tijdelijk alleen Zondags.
53ste Jaargang.
No. 7.
1913.
Lezing van den heer S. Koldijk.
Zondag 9 Februari.
j
I
I
VOOR
1
BINNENLAND.
J
(Applaus).
De oorzaak van den brand.
Leeuwarden, 7 Febr. Bij bet hedenmorgen
door politie en justitie iogestelde onderzoek
is in het bed van de moeder van den concierge
gevonden een pannetje met pap, 't welk door
de oude vrouw was gekookt, in couranten
gewikkeld en zoo onder wollen dekens in ’t
bed gezet. Naar men
is dit de oorzaak
zat er nog vuur aan
dit eerst de couranten
volgens het gebouw aangetast. Een deel
het bed is verbrand.
Bolswardsciie Courant
het orgel
de dupe van
van
heeft
«er
van
A. v. Fr.
een woord van
de restauratie
eldt, zal van Ame-
off-rte worden gedaan tot
150,000 ton steenkool in de
met zekerheid aanneemt
van den brand. Blijkbaar
het pannetje en
en bet bed en
ADVERTENTIEPRIJS: 17 regels 50 Cts. Vervolgen»
10 Cts. per regel. Overigena naar plaatsruimte.
Het bureau ran dit blad it telefonisch aangesloten onder No. 4.
Vlektyphus.
Er zijn thans te Delft vijf personen aange
tast door vlektyphus, die in het gasthuis ter
verpleging zijn opgenomen. De familieleden
worden ter observatie opgenomen in een daartoe
ingeriehte openbare school, waar tevens gelegen
heid is om te baden en te desinfecteeren.
Steenkool.
Naar de N. R. Crt. m
rikaansche zijde eene
levering van
maand.
1
van
waterschappen
verzocht, dat aan het voorkomen van de
Azolla in de wateren dier provincie de volle
aandacht van de besturen en van hun ambte
naren worde gewijd en dat, waar het zich
vertoont in hun gebied, met het weg»isschen
van die plant onverwijld worden aangevangen.
Het daarna volgende tochtjedoor de provincie
ving aan te Leeuwarden. De Oldehove werd
eerst vertoond en besproken, evenals de
Kanselarij en de Groote Kerk waarover eenige
mededeeltngen werden gedaan. Sneek heeft
in zijn Waterpoort een wezenlijk oud en
waa’dig bouwwerk doch ook de Groote Kerk
en ’t Stadhuis zijn nog al belangwekkend.
Franeker is weer rijker op oudheidkundig
gebied, daar is ’t stadhuis ook evenals hier
een kunststuk, ook bet Martenahuis is belang
rijk, terwijl de groote St. Maartenskerk ook
bezienswaardig is, en het orgel en de vele
grafzerken belangwekkend zijn. Dokkum heeft
in de kerk nog een overblijfsel uit vroegere
eeuwen evenals ook Hindeloopen en Workum.
In laatstgenoemde stad getuigen, van 't geen
nog over is van toren en kerk, genoegzaam,
dat die stad vroeger een belangrijke zeeplaats
was, toen ze nog niet behoorde tot de doode
steden aan de Zuiderzee.
In 't algemeen treft men in Friesland ook
soms op kleine dorpen nog oude kerken aan.
E>k dorp toch had vroeger zijn eigen parochie
kerk, en daaronder is nog veel pittonsz werk
tot heden in stand gebleven.
De vroegere kloosterkerken, die meestal
fraaier en rijker aan interieur waren, zijn alle
verdwenen, maar van de oude parochiekerken
zijn nog omstreeks een 40 tal in wezen.
Rinsumageest bezit waarschijnlijk de oudste
in baksteen ópgetrokken kerk, daarin is ook
nog een crypte, de eenige in onze provincie,
maar die te Deventer en Uirechtook nog zijn.
Zoo’n crypte is een overwelfda kerk beueden
den grond, eigenlijk de doodeukapel.
Een beele reeks van die oude kerken,
ongeveer het type als het naburige Hicbtum,
dueh meestal ouder en eenvoudiger van vorm,
werden op het doek gebracht, en bij de meesten
werden bijzonderheden omtrent ouderdom,
interieur enz. aangestipt.
Weidum, Jorwerd, Oosterend, Winsum,
Mionertsga, Dronrijp, Surbuizum enz. werden
voor onze blikken gebracht, ook eenige kerken
uit de tijden na de reformatie, als Tzum met
zijn hooge. Deinutn met zijn vreemd gevormde
spits, Joure, Oldeboorn, Wyckel met de
beroemde graftombe van Meuno baron van
Goeboorn, en zoo was al luisterende en kijkende
de tijd haastig heengesneld, en besloot Spr.
met den wensch, dat zijn woord er iets toe
zou hebben bijgebracht dat liefde en gevoel
gewekt wordt voor de oude kunstwerken,
waaraan in Bolsward ten allen tijde veel waarde
werd gehecht. (Applaus).
De heer Statema merkte op, dat men, na
eerst een kijkje te hebben genomen in de
plaats onzer inwoning, wij met den Spreker
een reisje hebben kunnen maken door onze
provincie. Men heeft gezien dat er veel degelijk
werk in vroegeren tijd voor betrekkelijk weinig
geld tot stand is gebracht. Bij den tegen-
woordigen prijs van materialen en werkloon
is alles veel duurder, maar dat verhoogt de
waarde van dat bestaande oude. Hij brengt
dank aan den Spreker en den heer Alt, die
zooveel te hooren en te zien hebben gegeven.
VOO'
geweest. De siad
hooren bespreken, vooral door
als men
was, zou
dan een heel
kerken en kerkjes uit andere steden en dorpen
onzer pro-incie. En toch had zoo’n rondreisje
door onze gewesten ook wel zijn eigenaardige
bekoring, maar ’t ging nu wat te veel als
op een spoorreis, men ziet het landschap,
waar men door stoomt wat te vluchtig
Spreker kon de stelling voorop plaatsen,
dat Bolsward een rijkdom van oudueden nog
bezit, als geen andere plaats onzer provincie,
het pleit voor den kunstzin der vroegere
bewoners, voor de oudheid van de stad en
tevens voor het op prijsstellen van die over
blijfselen uit de vervlogen eeuwen. De oude
Broerekerk”, de 8'. Maarten en het Stadhuis
zijn drie oude monumenten die getuigenis
geven van wat zooeven beweerd werd. De
houtsnijkunst is bier in hooge eer geweest
dat getuigen de nog overgebleven koorbanken,
de preekstoel uit de groote kerk, bet snijwerk
in de raadszaal.
Bolsward heeft de woelingen der vroegere
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 621/2 Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Hoe men steelt.
Een bewoonster van de Frankenstraat in
Den Haag belde de firma Sakes, juwelier op,
om bij haar een kist met tafelzilver te laten
weghaten, ’s Middags vervoegde zich een man
met een handwagen aan genoemd adres om
het tafelzilver in ontvangst te nemen. De
dienstbode was hem behulpzaam met de
omvangrijke kist op den wagen te plaatsen,
waarna de man met zijn vracht verdween.
Eenige uren daarna vervoegden zich aan
dezelfde woning in de Frankenstraat twee
bedienden van de firma Sakes met een hand
wagen om de kast met zilver af te haten.
Men constateerde toen, dat men
een oplichter geworden was.
Een inmiddels ingesteld onderzoek door de
recherche heeft in de zaak nog geen klaarheid
kunnen brengen. De waarde beloopt circa
f 10 000. Alg. H.
Azolla (roodo kroos) in Friesland.
Blijkens de uitkomsten van een onderzoek,
iugesteld door het instituut van P <ytopatbo-
logie te Wageningen, is in de wateren van
het 4e en 5e veendistrict in jE igwirden,
Haskerland, Schoterland en Opsterland de
Azolla aangetroffen, het ,roode kroos”, dat
in andere provinciën, de polderwateren met
een plantenlaag overdekt, die voor het verkeer
en bijzonder voor de zeilvaart een groote
belemmering vormt en voor den vischetand
noodlottig werkt. Afdoende bestrijdingsmid
delen zijn nog niet bekend. Op 't oogenblik
is in het Rijksinstituut voor Biologisch Vis-
scberij-onderzoek te Den Helder een onderzoek
in gang naar Azolla en naar maatregelen ter
bestrijding daarvan.
Geregeld wegvisschen is nog het beste
ter wering of beteugeling van de
van
gelden
Al moge het niet
gevonden
Omtrem het snijwerk van den preekstoel
(Gerben W >pke«) en dat. in het raadhuis
(J <cob Gijsberts) alsmede andere bijzonderheden
omtrent het raadbnis werden ook wel interes
sante mededeelingan gedaan, o.a. dat de
schilderij op de Raadzaal Salomons oordeel”
wellicht Herinnert aan de rechtspraak inzake
de misdaad met het vroeger in den stadhuis
gevel bevestigde mes, waarmee een jongen bij
het spel zijn makker doodde. De vroedschap
oordeelde den dader onschuldig, omdat hij
nog niet gekomen was tot de jaren des
verstande.
Na nog een woord van hulde te hebben
gebracht aan de restauratie van het stadhuis,
waaruit blijkt dat Bolswards ingezetenen bun
oude kunstschatten waardeeren, wat ook uit
blonk doordat men bier niet toegaf aan het
verleidelijke aanbod «an Rotschild inzake de
koorbanken, werd dit eerste deel der lezing
besloten.
middel
Azollaplaag.
In verband daarmede hebben Ged. Staten
Friesland de besturen der gemeenten,
en veenpolders met aandrang
aan het voorkomen van
De vanwege de Timmerlieden-patroonsver.
uitgeschreven bijeenkomst Dinsdagavond in
«De Doele” gehouden, had wel een tamelijk
goede belangstelling gewekt. De zaal was
wei niet geheel gevuld, maar toch er waren
heel wat opgakomou naar schatting bestond
het auditorium uit ongeveer 15Ü personen,
waaronder ook eenige dames.
De heer STATEMA opende met een wel
komstwoord in ’t Frieseb tot de aanwezigen
te richten, en waarbij hij zijn voldoening te
kennen gaf over de vrij talrijte opkomst.
Waar men tegenwoordig den blik meestal
op de toekomst richt, met da gedachteboe
zal ’t komen, meende toch de timmerlieden-
vereeniging dat het verleden niet mag worden
vergaten. Dal is als een spiegel voor ons.
Uit die oude tijden kwam wel veel tot ons
dat men nu als een misbaksel bercnouwt,
en dat men nu beter kan maken, veel toch
is er ook dat ons leert de oude degelijkheid
der vroegere tijden. Veel is vernield of zit nog
verborgen onder den grond ot onder da verf,
de Spreker van dezen avond zal dat aantoonen
en opsporen. Hij hoopt dat bel een avond
zal zijn van nut en genoegen, en dat hetgeen
de Spreker ons te hooren, de heer Alt met
lichtbeelden te zien geeft, alten zal voldoen.
Onderwijl gaf het doek reeds een gezicht
op oud Bolsward uit de vroegere eeuwen.
Hooge boomen beschaduwden nog niet de
wallen, de hooge gebouwen, n.l kerken, kapel
ten, S adhuis, Gasthuis, Jongema- en Heerema
buis, staken hun torens, koepels en daken
ver bo«eu de gewone huizen uit, en ook een
boogen molen binnen de veste gestaan
hebbende aan ’t tegenwoordige laagbolwerk,
tusschen Schildwijk en Van den Oeverssieeg,
reikte ver uit boven de omgeving. Men was
hiermede al direct een paar, misschien drie
eeuwen teruggevoerd.
De heer KOLDIJK begon zijn lezing
met te zeggen, dat bij in de meei-ing ver
keerde hier voor vaklieden, menseden van
het bouwvak te zulten optreden, om daar
mede de oude bouwwerken dezer stad te
bespreken in verband met hun historische
beteekenis. Voor een paar dagen pas vernam
hij, dat deze bijeenkomst een meer algemeen
karakter droeg en uit heeft hem bewogen om «ele
bouwkundige détails en historische bijzonder
heden weg te laten, wijl die in 't algemeen
minder interessant zouden zijn. Alt vergoeding
daarvoor zou hij in ’t tweede deel zijnar
rede een vluchtig rondreisje door de provincie
•ndernemen, en terloops de voornaamste bouw
werken aangeven.
(Dankbaar voor de goede bedoeling welke
de Spreker hierbij had, moeten wij echter
opmerken, dat juist de dé ails bij zoo’n 1e ing
vaak bet kei merk dragen van nieuw te zijn
of onbekend, terwjjl wat nu gegeven werd
▼oor 't meerendeel bekend mag worden ver
ondersteld. Een lezing op deze wijze eigenlijk
uit baar verband gerukt, toont, om ook eeus
een beetje in bouwstijl te spreken, hier en
daar scheuren, die de hechtheid van ’t geheel
afbreuk doen. Hieruit moet men echter niet
opmaken, dat hetgeen nu gegeven werd, een
bouwvallig stok was, neen, maar ’t oorspron
kelijk gereedgemaakte zou althans naar wij
vermoeden, voor tiotsward meer interessant
zijn geweest. De stad onzer inwoning te
een deskundige
kon voelen dat hier aan ’t woord
menigeen meer welkom zijn geweest
vluchtig kijkje op de vele oude
kerkjes uit andere steden en
Het Paleit van Justitie te Leeuwarden
in brand.
Te Leeuwarden brak gistermiddag omstreek»
twee uur in een vertrek op de bovenverdieping
van het Paleis van Justitie een brand uit,
die zich spoedig ernstig liet aanzien. Wel
was de brandweer spoedig ter plaatse, maar
de bluschmiddelen bleken onvoldoende om
het vuur te bedwingen, zoodat weldra de
vlammen aan de frontzijde overal naar buiten
sloegen en alle ruiten in den voorgevel
sprongen. Zoo hevig greep het vuur om zich
heen, dat het noodig werd geacht in alterijl
de stukken van de parketten van Hof en
Ri-ehtbank en de oude bibliotheek van het
Provinciale Hof in veiligheid te brengen, dat
aan de krachtige inspanning van de rechter
lijke autoriteiten gelukte. Alles werd in, in
de buurt van het Paleis staande gebouwen
tijdelijk onder dak gebracht.
Iiitusschen woedde de brand voort. Te 3
uur was van de koloinade van het gebouw
weinig meer dan de door eenige ijzeren balken
gedekte kolommen over. De bouten spits met
het Friesche wapen was brandend naar beneden
gevallen.
Ten gevolge van den te geringen druk der
waterleiding moest het blusschen hoofdzakelijk
worden gedaan door de brandspuiten. Het
gevolg was dat de brand vooral op den boven
verdieping moeilijk was te bedwingen.
Te 5 uur was men bet vuur eindelijk
meester. Het monumentale gebouw biedt thans
een treurige aanblik. De zaten waar Hof en
Rechtbank zitting houden, zijn echter intact
gebleven. Behalve wat door het vuur werd
vernield, is de waterschade zeer aanzienlijk.
Omtrent de oorzaak weet men alleen, dat
de brand moet ontstaan zijn in een kamer
van de woning van den concierge. Alg. H.
Geen suikergebrek.
Nu en dan duiken er geruchten op dat
er gebrek zou zijn aan suiker. Men make
zich dienaangaande niet ongerust, schrijft het
Hbl. Dit suikerjaar is wel minder dan het
vorige, doch de hoeveelheid consumpiiesuiker
volgens het rantsoen van een half pond per
persoon en per week is verzekerd.
Het verbruik der industriesuiker zal eenigs-
zins moeten worden beperkt, maar toch zal
aan de industrieelen worden afgeleverd, wat
hun door het Suikerkantoor werd toegezegd.
Chocolade repen.
De regeling betnffende de distributie van
chocolade-reepen is ingetrokken. Nu een
geregelde aan voer van grondstoffen voor de
cacao- en chocolade-iudustrie te verwachten
is, ia deze distributie niet meer noodig.
Gestoord ijsvermaak.
Een van de rijders, die dezer dagen te
Appingedam aan den wedstrijd op «Fivelgo’s”
ijsbaan deelnam, werd door de rijkspolitie
aangehouden en ter beschikking van de justitie
gesteld, verdacht van diefstal van een schaap
uit de weide.
tijden in volte mate meegemaakt, rampen zijn
de stad vroeger niet gespaard en de geschiedenis
der stad smolt samen met de historie der
Jongema’s. De oude klokken uit den dikken
stompen toren hebben in vroegere eeuwen
reeds dienst gedaan als stormklokken, wanneer
een vijand naderde, als vreugdeklokken, wanneer
er een zege was behaald, ook hebben ze geklept
bjj rampen als brand en dergr-iijke. Spreker
ging in hoofdtrekken die woelingen en rampen
na, wees vervolgens op den ouderdom en de
waarde der reeds genoemde drie nog bestaande
bouwwerken, welke op bet doek verschenen
en in eenige by zonderheden besproken werden
welke bijzonderheden men in de vele be
schrijvingen onzer stad kan vinden. Omtrent
de af uetiugen van een en ander, de steensoort,
de wyze van bewerking werden mededeeliugen
gedaan, waaruit men proefde, rlat hier een
bouwkundige aan 't woord was. Plaatsruimte
verhindert om die gegevens te vermelden,
uitgezonderd een nog al omslachtig verhaal
dat hier bij de vermelding der kunstrijke
koorbanken werd iugevlochten, en dat het
auditorium zeer zeker boeide. De onbekend
gebleven houtsnijder der koorbanken zou dan
ijn geweest een zekere R-miaert, een stil
ingetogen man, die onder de pantoffel zat
-■an zijn vrouw Hinke. Daar de baas er over
nadacht boe hij iets zou ontwerpen dat zijn
roem voor altijd vestigde, maar bij hierin
niet slaagde, kreeg bij bezoek van een vreem
deling die heua rijke ontwerpen aan hood en
afstond onder voorwaarde dat hij daarvoor
aan dien beer, hetwelk de booze bleek te
zijn, moest afslaan alles wat hij dat jaar
nekwam. Toen zijn vrouw later van een kind
beviel een meisje, begreep Rommert, dat het
dep duivel om dat kind te doen was. Toen
de banken bijna gereed waren werd de baas
lusteloos, zijn werk vorderde niet meer, en
de vrouw werd gewaar welke belofte haar
man had gedaan. D-ze wist raad, het kind
behoorde baar voor de helft, zij zou ’t wel
met den vreemdeling klaar spelen. Toen de
tijd van afrekening kwam, tracteerde zij den
booze op oliekoeken, maar bad daarvoor zulk
laai deeg gemaakt, dat deze de vlucht moest
nemen. Aan oil verhaaltje knoopte de Spr.
twee verklaringen vast, lo. dat sedert de
Bilswardtrs den naam ,-oliekoeken” kregen
en 2o. waarom een der zijstukken een veel
van de andere deelen verschillend motief
uitbeeldt, waarop ook de Sater is afgebeeld.
(Dat de naam ^oliekoeken” met de koorbanken
in verhand stond, hebben wij nooit eerder
hooren beweren, algemeen geldt als verklaring
«oor dezen plaatselijken scheldnaam, dat Edo
Jongema eeus buitenlandsche gasten ontving
en deze niet beter wist te onthalen dan op
een overvloed van dat gebak, ’t Zal zoowel
ten opzichte «an den beltsnijder Rommert
als van den potentaat der Stad wel moeten
Se non ’e vero, beu tro»ato, d. i.
waar zijn, 't is toch aardig