Hews- en Advertentieblad
Bolsward en Wonseradeel.
I
I
59ste Jaargang.
Zaterdag 8 Mei 1920.
No. 19.
l
Uitgever:
Firma B. CUPERUS Az., BOLSWARD.
i
Voor het Kantongerecht.
INGEZONDEN.
VOOR
2 woorden:
Ook bad hij
de polder-
BINNENLAND.
L. N.bl.
I
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 3 maanden.
Franco per post 62t/j Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
De penningmeester
fonds voor
menten, ontving
voor dit fonds
De moeite
Harmonium, terwijl het Dubbel Strijkkwartet
(onderdeel van 8. O. L. te Leeuwarden) voor
de verdere begeleiding sorgde.
Zitting van Vrijdag 7 Mei 1920.
Was de hond ook beschonken? vraagt
een der rechters.
Het O.M., mr. Wolfson, meent, dat in ieder
geval Dark niet zoo beschonken was, dat hij
niet zou geweten hebben wat hij deed. Waar
hij den hond ook tegen den tweeden getuige
opgebitst heeft, vraagt het O.M. Dnrk’s ver-
oordeeling tot f 20 boete of 80 dagen hechtenis.
Durk houdt een pleidooi van
Voorwaardelijke veroordeeling.
Kind overreden.
In de Spaarndammerstraat te Amsterdam
waren eenige kinderen op een trottoir aan
het spelen. Een van de kleinen het kind
was 7 jaar oud viel van het trottoir op
de straat en werd daar overreden door een
vrachtauto, welks een zeer matigen gang bad.
Het kind is gedood.
Nog altijd schenen er ouders te sjjn, die
niet beseffen, hoe gevaarlijk het is hun jonge
kinderen in drukke straten te laten spelen.
Vlagvertoon in Japan.
Eattern Service meldt uit Tokio:
Het gemeentebestuur van Yokohama voteerde
2500 gulden voor de ontvangst der Neder-
landsche zeelieden.
Da Japansche dagbladen wijden hoofdartikelen
aas het besoek der Nederlandschs oorlogs
schepen, dat begin Mei verwacht wordt. Het
gemeentebestnur van Yokohama heeft beslotei
den Nederlanders een hartelijke ontvangst te
bereiden, daar de Japansche oorlogsschepen
ook uiterst vriendelijk ontvangen zijn op Java.
De bladen wijzen hun stadgenooten op de
bijzonder vriendschappelijke betrekkingen
tusschen Japan en Holland en hopen dat het
publiek algemeene erkentelijkheid jegens de
oude vrienden zal betoonen.
Een mooie gift.
van /Aanpakken” het
verbetering der predikantstracte-
van N. N. te ’sGravenhage
een gift vau f 100.000.
van het /Aanpakken” waard.
STADSNIEUWS.
Gem. Zangvereeniging „Euterpe”
van Harlingen.
Concert, Groots Kerk, Bolsward,
Donderdag 6 Mei 1920.
De Gemengde Zangvereeniging /Euterpe”,
te Harlingen, is eene, die ’n waardige plaats
inneemt in de rij harer zustervereenigingen.
Zij heeft steeds hoog gehouden de vaan der
kunst en onder een reeks van elkaar opvolgende
directeuren heeft zij zich eene positie ver
worven en die positie behouden tot op
dezen dag.
’tZoudor moeite waard zijn nategaan wat daar
is afgezongen, onder aanvoering der h.h. Schuil,
van ’t Zutphen en Zonderland. Klassieken en
moderne muziek, /Elias”, /Paulus”, /Zer-
störung”, /de Zaligsprekingen”, ik doe
maar ’n greep in de ry der gezongen werken,
waarvan de uitvoeringen altijd stonden op
hoog peil.
Het getal bekeuringen, op de rol voor deze
zitting vermeld, was weer heel groot, en beliep
over de honderd. Het getal opgekomen /boos-
doeners” was echter zeer klein, wij hebben
van slechts drie zaken melding te maken, en
zullen die maar direct afdoen in dit nummer.
uw veel
Heden herdenkt Mej. Klaaske Rosier den
dag waarop zij voor 25 jaar als dienstbode
in betrekking kwam bij de familie P. de Jong
alhier. Inderdaad een gebeurtenis die in den
tegeuwoordigen tijd wel het vermelden waard is.
1 Mei-viering.
Evenals in andere plaatsen is ook hier de
1-Meidag op de gebruikelijke wijze gevierd,
’s Avonds 6t/2 uur, werd een optocht gebonden
vanaf /de Doele” en gelijk elders in den
lande, viel te constateeren dat de deelname
niet zoo groot was als andere jaren.’s Avonds
werd een goed geslaagde feestavond gehouden
in /de Doele”, waar de voorzitter der afd.
Bolsward der 8. D. A. P. de aanwezigen toesprak
terwjjl de zangvereeniging /Voorwaarts” en
de tooneelvereeniging K Eendracht zij onze
Leas” hnnne medewerking verleenden.
Woningnood.
Door den Kantonrechter alhier ia een vonnis
gewezen dat speciaal voor onderhuurders van
woningen van groot belang is. Een huiseigenaar
had zijn huurder de huur opgezegd, waartegen
deze laatste zich niet verzette. De huurder
had evenwel een gedeelte van zijn woning
onderverhuurd en deze onderhuurder ging met
de opzegging niet accoord doch wendde zich
tot de huurcommissie.
Deze was echter van oordeel dat zij, waar
geen overeenkomst bestond tusschen den huis
eigenaar en den onderhuurder, niet kon helpen.
Thans is deze beschikking evenwel door
den Kantonrechter alhier vernietigd, over
wegende, dat ook onderhuurders aan den huur-
opzeggingswet rechten kunnen ontleenen en
dat deie rechten geheel denkbeeldig zouden
worden indien werd beslist zooals in dit geval
de huurcom missie deed. Een termijn werd
door den Kantonrechter vastgesteld gedurende
welken de onderhuurder nog in de woning
kan bljjven en het bedrag der huur bepaald.
Men ziet, reen keurig ensemble”. En dat
ensemble heeft zich zeer, zeer goed van zijne
taak gekweten. Over ’t algemeen gesproken
was het een mooie avond.
Te loven was in de eerste plaats de opvat
ting van de mis als opus, en de wedergave
van wat daar in noten is neergeschreven. De
eer daarvan komt den heer Alt toe, die zijne
schare met vaste hand leidde en gezorgd had
voor wisseling van kleur en tint.
Er werd goed gezongen, de eigenaardige
plaats, waar het koor was opgesteld, werkte
niet mee om het klankvolume flink over de
kerk te brengen, het geluid bleef daar
wat hangen.
Met bizondere aandacht is de uitvoering
der mis gevolgd. Zeer in den smaak viel het
/Benedictus”, met de afwisseling van koor en
soli, ’t is buitendien één stuk /kerkmuziek”,
dit onderdeel.
Ook het /Sanctus” ie eea heerlijke com
positie. De heer Alt heeft natuurlijk zijn
redenen waarom hij bij /Voices alone” toch
de piano of het orgel liet meespelen ik
had daar toch /h capella-zang” gewild.
Het mooie, groote werk is met toewijding
ten uitvoer gebracht, ook al door de mede
werking van het viertal solisten ea het accu
rate, bescheiden accompagnement.
En de schare, die was opgekomen om te
luisteren, heeft met toewijding de uitvoering
gevolgd, daar was stemming bij uitvoerenden
en bij ’t auditorium.
Dat is /die Macht des Gesangea”, in dit
geval de macht van den gewaden zang.
En waar die zang eene toonschepping is
van den grooten Beethoven, zooals hier bij de
kleine mis, dan is het niet te verwonderen,
dat de uitvoering staat in het teeken van het
gloria: /Gloria in excelsis Deo”.
Zangkoor en leider onzen dank voor de
eminente ten gehoore breiging.
Tot slot werd nog gezongen /Hymne”, voor
alt-solo, koor en strijkorkest, van Mendelssohn,
een aardig, zoetvloeiend werkje, dat zich
waardig aansleot bij bet voorafgegane, ofschoon
het eene vergelijking daarmede beswaarlyk
zou kunnen doorstaan, ’t Klonk aangenaam
en was voor velen beslist een passend slot
van deze zoo goed geslaagde kerk-uitvoering.
We.
Durk en zijn kond.
Toen op-21 Februari 11. twee jongelieden
op den Bedektenweg te Naarden verschenen,
ontmoetten zij er een kennis, Dnrk geheeten.
Durk had een vrouw by zich en een hond.
Het dier, anders een goedmoedig beest, legde
plotseling een buiteagewone kwaadaardigheid
aan den dag: zonder de minste aanleiding
beet het een der jongelieden in het linkerbeen.
Houd je hond bij je! riep zyn kameraad
Dnrk toe.
Maak niet zoo’n drukte! voer Durk uit
en bij onderstreepte zijn woorden door den
kameraad een flinken slag toe te brengen.
Tevens hitste hij zijn hond tegen den ander
op. Deze kreeg nu ook nog een beet in zijn
rechterbeen.
Durk had zich gisteren voor de Vijfde Kamer
der Rechtbank te Amsterdam te verantwoorden
wegens mishandeling van den kameraad.
Zijn verdediging komt neer op een beroep
op dronkenschap.
Als het stoomgemaal gereed is.
Het nieuwe stoomgemaal bij Lemmer. Zijn
we dan van alle hoogwater-ellende verlost?
Dat moet men nu niet hl te strikt opne
men, heeft do hoofdingenieur van den Pro
vincialen Waterstaat op een desbetreffende
vraag van de Friesche Mij van Landbouw,
geantwoord. Men bedenke, zegt hij, dat het
gemaal niet zal worden gebruikt om de boe-
zemlanden, welke in de provincie nog tot
een oppervlakte van pl.m. 15000 H.A. voor
komen, in dea toestand van ingepolderde
landen te brengen, d.w.z. dat het gemaal niet
dient voor de drooglegging van en het ver
zekeren van een gunstigen waterstand enkel
aan de boezemlanden.
Ten onrechte wordt meermalen bij de op
richting van waterschappen, welke ten deel
hebben boezemlanden te bedijken en te be
malen, aangedrongen op uitstel, ten einde de
werking van het groote stoomgemaal te kannen
afwachten, waardoor, soo meent men, zou
kunnen blijken, dat die bedijking niet noodig
is. Men wete echter, dat na het in bedrijf
stellen van het gemaal het voornemen van
het Provinciaal Bestuur ie, den zomerstand
op Frieslands boezem hooger te houden, b.v.
op 0.20 of 0.25 M. Z. P. Bij een zoo-
danigsn waterstand in den zomer, hseft een
groot deel der Provincie en verder het geheele
kanalennet, voor zoover het tot den boezem
behoort, een zeer beteekenend belang.
Het is duidelijk, dat bij dezen zomerstand
van het grootste deel der boezemlanden niets
terecht komt, en dat het voor deze landen
eisch is in polderland te worden omgezet.
Daarbij is het niet strikt noodig het boezem-
land direct ia winterpoldess te brengen, maar
dit zal toch de eindtoestand moeten zijn,
omdat daardoor de beste eultuurstaat voor de
gronden zal zijn te verkrijgen.
Men wete dus nu, wat er te wachten zal
zijn. Wie in verzuim blijft, zal eventueele
schade zich zelf te wijten hebben.
Het hoofddoel van het gemaal is, des zomers
het water op ordentelijk peil te houden, zoodat
er gevaren kan worden, en des winters hooge
waterstanden, die schadelijk en hinderlijk zijn
te voorkomen. Natuurlijk wordt niet om een
of twee c.M. verschil het gemaal in werking
gesteld; er zal eenige speling blijven. Wel
mag de verwachting worden uitgesproken dat
het gemaal bij den tegeuwoordigen toestand
van Frieslands boezem in staat zal zijn te
voorkomen, dat de boezem gemiddeld hooger
stijgt dan 60 c.M. Z.P. Óp welk peil men
echter ’s winters de bemaling zal doen op
houden, op 45 of 40 of 35 c.M. Z.P. zal
eerst definitief bepaald kunnen worden, wan
neer het gemaal eenige jaren heeft gewerkt.
Naar de sneening van den hoofdingenieur
kan voorloopig met 1 stoomgemaal de boezem
voldoende werden beheerscht.
Eerst wanneer de toestanden in het gebied
van Frieslands boezem zich geheel zullen
hebben gewijzigd, doordien bijv, ook alle zomer-
polders verdwenen zijn, zal eenzelfde water-
bezwaar schommelingen in den waterstand
kunnen veroorzaken, die niet meer toelaatbaar
zyn. Dan zou de bouw van een tweede stoom
gemaal overwogen moeten worden, voorloopig
is het eebter nog zoover niet.
De vraag rijst, of de hoogte van
dyken, zooals die tegenwoordig in de water-
schapsreglementen wordt aangegeven, over
dreven is en dus of het mogelijk zal zijn,
door de eischen iets te matigen, op de kosten
der dijken te bezuinigen.
Wanneer men eens aanneemt, dat des
winters de gemiddelde stand van Frieslands
boezem zich om en bij 0.45 M. Z.P. zal
bewegen, dat zijn van dezen stand toch nog
vrij groote plaatselijke afwijkingen mogelijk.
Frieslands boezem zal door zijn groote opper
vlakte aan opwaaiïng blijven blootstaan en
men dient daarmede bij het bepalen van de hoog
te der polderdijken rekening te houden. Uit de
waterwaarnemingen blijkt, dat plaatselijke ver-
hoogingen van pl.m. 0.80 M. voorkomen,
zoodat bij een gemiddelden stand van 0.45 M.
Z.P. hier of daar een stand van 0.75 M.
Z.P. zich zal kunnen voordoen. Deze ver-
hooging zal in den regel kort duren, misschien
een halven dag of eenige uren, maar men zal
ze toch niet kunnen verwaarloozen. Bij een
voorgeschreven hoogte van den polderdijk van
1 M. of 1.10 M. Z.P. blijft dus nog een
speling van niet meer dan 0.25 h 0.85 M.
over. Naar den meening vaa den hoofdingenisur
is deze maat niet overdreven.
ADVERTENTIEPRIJS: 10 Cts. per regel.
Bij 500 of 1000 regels aanmerkelijk lager.
Hei bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder Ne. 4.
1°. S. v. d. M. van Workum heeft ge-
loopen over verboden land.
De eisch daarvoor luidde: f 5 of 5 dagen.
2°. H. A. te Bolsward had zich te ver
antwoorden over zyn kippen, die 22 Maart
op tuingrond van de buren liepen.
Bekl. erkent dat van zijn kippen dien avond
een drietal over de hooge schutting waren
gevlogen. Ze zaten in het hok opgesloten,
doch doer den wind was de wervel losgegaan,
ze puntjes van de vleugels ge
knipt, doch het bleek niet afdoende te zijn
Na het vertrek van den heer Zonderland
naar Leeuwarden had men den dirigenten-staf
aangeboden aan onzen Bolswardschen toon
kunstenaar, den heer A. Alt, deze had
geaccepteerd... in zee met ds O Dur Mis van
Beethoven.
Eenige dagen geleden is hst eerste concert
onder leiding vau den nieuwen directeur
gegeven in den Schouwbsrg te Harlingen,
het was voor de Vereeniging een succesavond.
Nu ligt het al heel in de lijn, dat men de
O Dur Mis ook te Bolsward zou zingen, om
te laten hooren hoe de nieuwe directeur zijne
taak had opgevat en het geheel, na ernstige
voorbereiding, tot uitvoering zou brengen.
Dat was Donderdagavond, j.l. 6 Mei 1920,
in de Groote Kerk. Uit de stad en van buiten
waren ze gekomen de liefhebbers van zang,
vooral van gewyden zang. De Kerk was geheel
bezet, dat was al direct een aangenaam
iets voor leider en zanggezelschap.
De uitvoerende massa bestond uit het
volledige zangkoor /Euterpe”, de damss Cato
van der Kaay (Sopraan-soliste) en Rens
Erkelens (Altiste).
Tenor-solist was de heer A. H. v. d. Ven,
van Bolsward, terwijl de Bas-partij werd
vervuld door den heer P. O. Brederode,
’s-Gravenhage.
Aan de piano had mevr. Brouwer-Riddsrhof
plaatsgenomen, de heer J. Spékle bespeelde’t
geweest.
Schade op den grosd hebben te niet gedaan,
want waar ze liepen, moest de grond nog
omgespit worden.
Toen hij de kippen zag was het zes sur
al en toen dacht hij, dat ze wel ep huis aan
zouden komen, daarom is hij er niet dadelyk
achter gaan jagen.
Omdat Bekl. al eens eerder was gewaarschuwd
beter op de kippen te letten, wordt nu f 4
of 4 dagen geëischt.
3°. P. A. te Cubaard heeft 6 April,
’s avonds laat gereden met een rijwiel tonder
licht, ’t Was al kwart ever elf toen de politie
haar aanhield.
Bekl. bekent, maar zij was aangehouden
door een troepje halfdronken jonge mannen,
die haar van de fiets aftrokken. Daardoor was
te wel een uur verlaat geworden.
Op de vraag van den heer Kantonrechter,
waarom ze geen licht op had, antwoordde ze,
dat ze geen lantaarn had. Was te niet
opgehouden, dan zou ze dus ook te laat op
het pad zyn geweest en evengoed iu over
treding zijn gekomen.
De eisch is f 6 of 5 dagen.
Uitspraak over 14 dagen zijnde 21 Mei a.s.
fBuiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Bolsward, 6 Mei 1920.
Mijnheer de Redacteur
Gaarne zag ik onderstaand in
gelezen blad opgenomen
In de laatste dagen hoorden we eenige
malen van een ongeluk, veroorzaakt door het
woeste rijden met motorfietsen. Vaak tiet men
hier ter stede, dat iemand ternauwernood
ontsnappen kan aan ’t gevaar, door een motor
fiets overreden of aangereden te worden, daar
er in ’t algemeen met een snelheid wordt
gereden, die m.i. niet geoorloofd is in de stad.
Zou in deze toestand geen verbetering kunnen
worden aangebracht door ’t plaatsen van
borden, die de maximum-snelheid aangeven?
en een streng optreden der openbare macht?
U Redacteur, dankend voor de verleende
plaatsruimte,
teeken ik, hoogachtend,
J. H. BREDENOORT.
r
Bolswardsclie Courant
I'
1
H
Jubileum.