lieuws- en Advertentieblad
Bolsward en Omstreken.
5
I
59ste Jaargang,
Zaterdag 24 Juli 1920.
No. 30.
Entente of Volkerenbond.
De toestand in Oost-Europa.
Oer ditten en datten.
UIT DEN OMTREK.
II
V
Firma B. CUPERUS Az., BOLSWARD.
K
VOOR
1
i
STADSNIEUWS.
dat
Ws.
om
in
de
en
de interna-
woordje mee
sahwet praet fen kaem, dat er
as acht
Organisten examens.
Te Amsterdam slaagde voor het examen
„Getuigschrift-orgel”, Mej. Akke Dantuma
te Wommels. Deze examens gaan uit van
„Nederlandsche Organisten-Vereeniging”
Uitgever:
ADVERTENTIEPRIJS: 10 Cts. per regel.
Bij 500 of 1000 regels aanmerkelijk lager.
Het bureau van dit blad is telefonisch aangesloten onder No. 4.
de zooveelste maal
werk, geheel voor
eene zoo boeiende
•port fen fis dagen hat hwet mear omslach
en nou kin ’t bést wêze dat it wol in skoan
spil is for de minsken, al kin men dat altiid
samar net bigripe, mar dit is al moai fêst,
as de „korfballers” itselde wirk ris hjitten
waerd fen hjar baes, dat se dan wol sizze
scoeneder ha wy 15s lea to goed ta, dochs
it seis mar.
Mar it is yn dizzen ek al wer as ’t élde
Fryske sprekwird seit
Nocht en wille, kinn’ folie tille.
Frisia.
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 8 maanden.
Franco per post Cents.
Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
vraag, of Duitschland de door de geallieerden
bedongen kolen ook zou kunnen leveren, mede
afhing van de geneigdheid der Duitsche
mijnwerkers om die kolen ten behoeve van de
geallieerden te delven, en toen hij langs zijn
neus weg er aan herinnerde, dat er weldra in
Genève een internationaal mijnwerkerskongres
zou bijeenkomen, dat voornemens was over
de internationale verdeeling van
tionale kolen-opbrengst ook een
te spreken.
Het is sinds dien gebleken, dat Hué, aldus
sprekende, niet alleen de socialistische, maar
ook de konfessioneelgeorganiseerde mijnwerkers
van zijn land achter zich had en bet zou
ons niet verwonderen, als begin Augustus in
Genève bleek, dat hij ook zeer wel de gevoelens
der internationale mijnwerkersorganisaties weer
gaf. De verschillende dagblad-korrespondenten
in Spa stemmen overeen in hunne mededeelin-
gen, dat ’t optreden van den mijnwerkersverte-
genwoordiger een buitengewoon grooten indruk
maakte, het aanzien van de geheele konferentie
wijzigde en de geallieerden aanstonds meer
toeschietelijk maakte. Evenwel komt het ons
voor, dat de geallieerden nog wel zoo ver
standig zouden zijn, wanneer zij uit het
gebeurde.de volle konsekwenties trokken en
begrepen dat het oogenblik voorbij is, waarin
zulke internationale belangen nog door de
ex-oorlogvoerenden alleen behandeld kunnen
worden, maar dat de geheele liquidatie van
den oorlog en de politieke en ekonomische
weder-opbouw der uit haar voegen gerichte
wereld aan het wereldinstituut van den Vol
kerenbond behoort overgedragen te worden.
De besprekingen, te Spa gehouden tusschen
de vertegenwoordigsrs der verschillende gealli
eerde regeeringen en de vertegenwoordigers van
Duitschland, over de uitvoering van het vredes
verdrag van Versailles, aldus Handelsbelangen,
vestigen er vooral de aandacht op, hoe nood
zakelijk het is, dat de afzonderlijke beraad
slagingen tusschen overwinnaars in den wereld
oorlog plaats maken voor ’t overleg op veel broe
deren voet in den boezem van den Volkerenbond,
zoodra althans, waartoe het de hoogste tijd
wordt, ook de overwonnenen, alsmede Neder
land, worden toegelaten. Immers wat daar
te Spa besproken werd, was slechts in schijn
een zaak die alleen de geallieerden en Duitsch-
land aanging, maar betrof in werkelijkheid
belangen van de geheele wereld, van de in
den oorlog neutraal gebleven volkeren niet het
minst.
Reeds bleek dit bij de bespreking over de
ontwapening van Duitschland. Die ontwape
ning is nu door de geallieerden met forsche
dreigementen afgedwongen en Duitschland is
natuurlijk wel verplicht zich daarnaar te voegen,
al gaven zijn vertegenwoordigers aanstonds te
verstaan, dat zij de mogelijkheid van de ont
binding der nog bestaande gewapende troepen
moesten ontkennen, althans de mogelijkheid
die ontbinding op zoo groote schaal en
zoo vlug tempo te doen geschieden, als
de geallieerden geliefden te dekreteeren.
Het is toch wel overduidelijk, dat bij de
sterkte van de Duitsche gewapende macht
niet alleen de geallieerden en Duitschland zelf,
maar ook de neutralen een groot belang hebben.
Eenerzijds hebben zij er zeker belang bij dat
er een muur aanwezig blijft, om het door
dringen van een overmachtig Bolsjewisme naar
het Westen tegen te houden anderzijds hebben
zij er evenzeer belang bjj dat de Duitsche
regeering in staat blijft om chaotische opstanden
in het eigen land te onderdrukken; en in de
derde plaats hebben zij, voor de inrichting
van hun eigen landsverdediging, groot belang
bij de sterkte van een, eventueel tot aanvallend
optreden in staat zijnde, Duitsche legermacht.
Nu is in het statuut van den Volkerenbond
de mate van bewapening der verschillende
landen gebonden aan besluiten van het Volken-
bondbestuur. Maar dan is het ook met alle
reden in strijd om deze zaken nu te Spa uit
te maken met volledige buitensluiting van de
neutralen.
In nog meerdere mate geldt deze buiten
sluiting, zooals van zelf spreekt, omtrent de
besprekingen die te Spa gevoerd zijn ter zake
van de Duitsche kolenleveranties en ten aan
zien van de Duitsche financieele verplichtingen
tegenover de geallieerden. Het is zoo duidelijk
mogelijk gebleken, toen, naar het eenstemmig
getuigenis der rondom de konferentiezaal
zwervende internationale dagbladcorresponden
ten, de Fransche minister-president ernstig
bezwaar maakte tegen de door Duitschland
aangegane verplichtingen tot het doen van
kolenleveranties aan neutralen en tegen een
krediet, overeenkomsten, tusschen Duitschland
en neutrale staten op dien grondslag afge
sloten. Op dat oogenblik werd feitelijk ook
over een overwegend Nederlandsch belang te
Spa beslist, zonder dat echter Nederland zich
in de bespreking kon mengen of bij de
beslissing zijn stem kon uitbrengen. Hier
werd over ons, doch buiten ons beslist, terwijl
toch immers de stichting van den Volkenbond
die, nota bene een intagneerend deel van het
vredesverdrag uitmaakt, beteekent dat voortaan
overleg tusschen alle volkeren zou plaats
hebben over hunne gezamenlijke belangen.
Door bespreking en beslissing over zulke
vraagstukken van algemeen-internationaal be
lang voor overleg tusschen de geallieerden
met een der oorlogvoerenden te reserveeren,
schenden feitelijk de geallieerden het vredes
verdrag, dat de basis uitmaakte en den rechts
grond heette te vormen van de konferentie
te Spa.
Het valt toe te juichen dat opéén moment
tijdens de konferentie den geallieerden duidelijk
onder het oog gebracht werd, dat zij bezig
waren uit eigen machtsbevoegdheid zaken te
bedisselen, waarbij niet alleen ook vele anderen
belang hebben, maar waarbij zij gansohelijk
niet de eenige machthebbenden zijn. Wij
doelen op het dramatisch oogenblik toen de
vertegenwoordiger der georganiseerde Duitsche
mijnwerkers, de vroegere minister Hué, in naar
den schijn argeloozen trant opmerkte, dat de
werden afgenomen op het groote orgel der
Oude Luth. Kerk op het Spui.
Te Steenwijk werden deze examens gehouden
vanwege het Bestuur van het Vakblad voor
Muziek en Orgel De Harp. Dinsdag j.l. deden
daar met goed gevolg examen de dames
R. Fennema te Arum, Wieke Hiemstra te
Wommels, Sietske v. d. Lende te Schraard
en de heer Rinze Cuperus te Witmarsum.
Alle 5 geslaagden ontvingen hunne opleiding
van den heer Wubbenus Jacobs, organist
te Arum.
Orgelbespelingen.
Groote Kerk - Bolsward 1920.
19 Juli 1920.
4.
Met het spelen van het bekende lied „de
Morgenster” opende de heer Alt deze 4de
orgelbespeling. Het gezang en de daarop
volgende „Koraalbewerking” deden het beide
zeer goed.
Preludium en Fuga in e klein, (Peters III,
no. 10), is een dier vele Bach-werken, welke
door verzamelaars, naar aanleiding van ver
schillende afschriften van het origineel, werden
samengesteld. Het oorspronkelijke handschrift
is niet meer aanwezig.
Voor dit opus waren vier afschriften van
het geheel en één van de fuga alleen met
elkander te vergelijken.
Deskundige hand (Gnèpenkerl) gaf bij Peters
zijne Bach-bewerkingen uit. Concertgever heeft
een andere uitgave als Ik bezit, daardoor ver
schillen onze exemplaren af en toe, speciaal
hier, in de slotmaat van de Fuga, die bij
mij in e klein, bij den heer Alt in E groot
eindigt.
Vooral de Fuga, met het zoo eigenaardige
thema, is een dankbaar nommer, in weerwil
van de kortheid en der eenvoudige bewerking.
Beethoven kwam op het programma voor
met „Marcia funèbre," uit Óp. 26, no. 12.
Hoewel geheel voor piano geschreven, vooral
in het Trio, (dat naar Dur gaat), klinkt deze
marcia goed voor orgel. Evenwel maakt het
geruisch van de abstracten en wellen bij de
tremolo's in dat trio, wel ’n ietwat eigen
aardig effect.
Bizondere aandacht vond „Prelude et Canon,”
van Vincent d’Indy, vooral in de canons.
Mooi geschreven, mooi gespeeld.
Toen kwam Delibes aan de beurt, met twee
scènes uit „Lakmé”, het Gondellied en de
Legende van de Paria.
Dit is geen orgelmuziek, absoluut niet,
vooral niet de Legende. En toch, gespeeld
zooals Concertgever dat doet, gaat er van
deze muziek eene eigenaardige bekoring uit
en wij bewonderen voor
den organist, die van een
zang en orkest gedacht,
wedergave kan geven.
Guilmant’s Sonate in f, vormde een waardig
slot van deze zoo interessante 4de orgelbespe
ling. Bizonder vielen hierin op „Eutrée di
Marcia”, „Rêve” en „Grand Choeur triom-
phal”. De „droom” is ’n juweeltje.
Er is me weer gewezen op „Trois Chorals
pour Grand Orgue”, van César Franck. Er
zijn eenige trouwe bezoekers, belangstellende
comparanten, die ook over muziek ’n woordje
kunnen en mogen meepraten, voor wie het
een belangrijk feit zou zijn, als de heer Alt
in dezen zomer gezegde „Trois Chorals”, of
één daarvan, nog eens ten gehoore zou willen
brengen.
Willem Andriessen schreef ’n warm woord
van waardeering over dit werk in de Beiaard.
Deze 4de Orgelbespeling werd door zeer,
zeer velen bijgewooud, en er was maar één
roep over de prestatie van den concerteerenden
organist: „mooi”.
tiid sa'n hekel
meastsn, om
dat se
net sa,
’n joun
wirdt mei
dan soil i
lea net mije. Jonge frouljue mei korte blauwe
rekjes oan en jongkeardels op bleate foatten
en yn broekjes dy ’t net oan 'e knibbels ta
komme en om 'e romp in tin kleedsje, binne
drok yn 't spier en skreppe meielkoarren om
in great learen bal, dy ’t slein en smiten en
skopt wirdt, en dat giet mei safolle ynspanning,
dat immen dy 't it net better wist scoe tinke dat
it libben fen ’e minsken der oan hinget. En
dan wol sommige ljue ek noch sizze dat de
minsken lui binne, praetsjes allegearre, de
sportminsken rinne mei alle feart yn ’t stik
lan om, de iene al hirder as de oare, men
rint yen seis faek oer de kop sadat er in hij
ef in sij aims plat op it liif yn ’t gêrs fait,
mar mei in omsjuch stean se ek wer op ’e
foatten, en mei deselde foarsje set it wer op
’e bal ta, krekt as dat earme ding wit hwet
misdreaun hat, oan ’t einliks de balneisetters
it swit by alles del rint, en bja read en blau
om ’e troanje, fen ynspanning hymjende en
péstende der by del falie.
Men neamt dat sport, dat krêft oan ’e
spieren jowt, en dat meiwirket oan 'e goede
bou fen ’t minslik jlichum. Minsken dy ’t
hwet op hjieren komme, kinne der eigliks net
goed by, en skodzje de holle oer dat geskrep,
en binne al gau ré mei to sizzen it is in
gekkeboel. Non dat moat men daliks net sizze,
it is wol wier alear waerd mei sok spil net
pield, hwa 't dan hwet oars woe as gewoan,
gyng yn ’t gêrs op ’e kop stean, en hwa’t
it noch hwet fierder brocht hie roun in slach
mannich op 'e hannen en hwa’t dat dwaen
koe wie dan al in op en top sportman. De
Do ’t er
deis net langer arbeide wirde moast
éren, dan wierne de foarstanners fen miening
er yn dy acht éren krekt safolle wirk
dien wirde scoe as er yn toalve éren fit ’e
wei set waerd, de minsken, waerd dan sein,
bleauen mear helder en pynter, en il wirk
fleach hjar dan troch de hannen towyl it by
in lange wirkdei wol ris stadichoan gyng
trochdat de earme minsken tofolle ofbeund
waerden, hja koene net hirder, der waerd
fierstofolle fen 'e lea ferge. Mar do ’t er ynfierd
wie, dy achtérige wirkdei, do foei de utkomst
net ta, en der wierne fen dy foarstanners, dy
’t earst alle forwachting hiene, dy ’t it letter
seis bikenne woene, dat it net oan ’e for
wacbtings biantwirde. It is sa’n ndver spil,
en men kin yen de minsken mar net bigripe
der wirdt wol ris sein, dat de minsken yn fis
oan ’t wirk hawwe, dat de
samar to sizzen lui binne, en
de lea net bréke wollemar dat is
hwa ’t det mient, moat mar ris op
nei in stik lan gean hwer ’t pield
i „voetballen” of „korfballen”, en
er wol gau ynsjen dat de ljue de
De Raad van Haskerland besloot met
7 tegen 4 stemmen de Jouster kermis te laten
doorgaan. In de volgende raadsvergadering
zal nu worden beslist of de kermis al of niet
drankvrij zal zijn.
De heer T. Jellema Gz., die te Leeu
warden, Joure en Balk de bekende „Jellema’s
winkels” exploiteerde, is in staat van faillis
sement verklaard. Men schat het actief op
f 100.000,en de schulden op f 150.000,
Terwijl de geallieerde gedelegeerden met de
Duitschers in Spa confereerden, kwamen uit
Polen verontrustende berichten. De legers van
de Russische sovjet regeering zijn steeds dieper
Polen binnengedrongen en dit land komt in
de laatste dagen in de knel. Reeds luiden de
berichten, dat de Russisehe legers nog slechts
een paar dagmarschen van de Duitsche grens
verwijderd zouden zijn en dat de geallieerde
regeeringen met zorg het verder verloop der
toestand in Polen gadeslaan, is te begrijpen.
Immers, gelukt het de Russen geheel Polen
er onder te krygen, dan zijn ze in nauw contact
met de Duitschers gekomen en hiervoor bestaat
de grootste vrees. De bolsjewistische elementen
in Duitschland beschikken nog over een niet
te onderschatten macht en mocht het aan de
grens tusschen de Russische legers en de
Duitsche communisten tot eene verbroedering
komen, dan is het met de binnenlandsche rust
in Duitschland gedaan. En dat deze rust be
waard blijft, daarbij hebben ook de geallieerden
groot belang, want indien Duitschland het
voorbeeld van Rusland volgt, kunnen ze er
verzekerd van zijn dat de bepalingen in de
vredesvoorwaarden scheurpapier worden. Doch
ook voor de andere Midden Europeesche landen
dreigt er gevaar door het oprukken der bolsje
wistische legers. Reeds zijn de laatsten in
Bessarabië binnengevallen, hetwelk Roemenië
aanleiding heeft gegeven tot het nemen van
militaire maatregelen.
De Poolsche Ministerpresident heeft naar
alle waarschijnlijkheid de hulp van de gealli
eerden ingeroepen; tenminste de Engelsche
regeering heeft zich tot de sovjet-regeeriug
gewend met een voorstel om tot wapenstilstand
te geraken, in deze nota er op wijzende, dat
de Russische sovjet-regeering er zich steeds
op beroepen heeft met hare naburen in vrede
te willen leven. Dat de Russische regeering
er echter van overtuigd is dat zij op het
oogenblik over de macht beschikt, is duidelijk
uit haar antwoord gebleken, dat officieel niet
voor publicatie geschikt werd geacht-, doch
door Millerand als onbeschaamd werd betiteld.
Het Russische leger is sterk en ook schijnt
de aanvoering thans beter te zijn dan zelfs in
oorlogstad en het is te hopen, dat een wapen
stilstand gesloten zal kunnen worden. Wel
wiemen Polen officieren an munitie zenden zelfs
spreekt men er van dat maarschalk Foch de
leiding der Poolsche legers in handen zal
nemen, maar of hiermede de Russen gekeerd
kunnen worden, staat te bezien. Intusschen
gaf Rusland te kennen, dat het nog steeds
bereid is vrede te sluiten met Polen, echter
alleen indien de Poolsche regeering zich recht
streeks tot Moskow wendt, zonder tusschen-
komst van Engeland of een ander.
Hieruit blijkt duidelijk, dat Rusland van
de geallieerden niets moet hebben en dit is
te begrijpen. Niet alleen dat deze de Russische
sovjet-regeering steeds tegenwerkten door de
witte leiders te steunen, doch, zooals de sovjet-
regeering in haar antwoord zegt, wie heeft
zich om ons bekommerd toen Polen de aan
vallende partij was. Nu de rollen omgekeerd
zijn en Polen overwonnene is, kan men de
Russen niet kwalijk nemen, dat zij hun zaakjes
ook zelf het liefst opknappen.
De Engelschen verwachten echter dat het
nog tot een wapenstilstand zal komen en lang
zullen wij niet behoeven te wachten en in het
onzekere voortleven, binnen eenige dagen zal
in het oosten de toestand wel tot klaarheid
zijn gebracht.
Bolswardsche Courant
I
I
I