Nieuws- en Advertentieblad Bolsward en Omstreken. I 1 Zaterdag 20 Nov. 1920. 59ste Jaargang. No. 47. Oer ditten en datten. 4 Firma B. CUPERUS Az., BOLSWARD. i VOOR ii STADSNIEUWS. zijn 1 Uitgever: Voetbal. Zanguitvoering, Groote Kerk, Woensdag 17 Nov. 1920. „Wat doe je in de Kou”. Aanbesteding. Bolswardsclie Courant I in hare voorhoede op het tweede elftal in het het steeds misère, vaak 11 beschikbare spelers ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 8 maanden. Franco per post 621/ï Cents. Afzonderlijke nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar 5 Cent. 1 F. C. A. 2—8. V. G. 1 (van Sneek) 4—0. Zondag j.l. werd alhier op bet Sportterrein bovengenoemden wedstrijd gespeeld. Gelukkig klaarde het weer tegen het begin van den wedstrijd wat op; sommige spelers schenen echter nog al wat last van gladheid van het terrein te hebben. Reeds dadelijk willen wij opmerken dat wij een zeer interessanten wedstrijd hebben bij gewoond; de overwinning door F. C. A. 2 was tenvolle verdiend. Onze voetbalvereeniging beeft nog nimmer over een dergelijk 2e elftal als thans beschikt en wij hopen, dat dit stand mag honden. Het bestuur en de elftal commissie van F. C. A. hebben reeds zoolange jaren getracht goede invallers voor het eerste elftal te krijgen en wisten, dat het eenige afdoende middel hiervoor was voortdurende en geregelde oefening van bet tweede elftal. Doch de voorafgaande jaren ondervond men telkens tegenspoedwanneer veld moest, was konden niet eens worden gevonden. En nu F. C. A. 2 houdt vol op den in geslagen wegal zullen nederlagen wellicht volgen, wees dan niet ontmoedigd toon de opoffering en werkzaamheden van ’t ijverige F. C. A. bestuur waard te zijn, want op deze manier kan het doel worden bereikt, nl. het verkrijgen van goede geoefende invallers en aanstaande le elftalspelers en kan bet verschil tusschen de slechtsten van het eerste elftal en de besten van het 2e elftal tot ’n minimum worden teruggebracht. De wedstrijd werd in de beste verstand houding gespeeld, wij hoorden echter bij sommigen van het publiek opmerkingen, die daar niet thuis behooren en verzoeken beleefd voor de goede verstandhouding van F. C. A. t.o.v. den Friesche Voetbalbond en de daarin spelende vereenigingen dit na te laten en meenen daarom, wil werkelijk het publiek onaangenaamheden voor F. C. A. voorkomen, vooral op het volgende te letten: 1. Het publiek houde zich buiten alle kwesties, gedurende den wedstrijd beslist de scheidsrechter, geassisteerd door de grensrechters. 2. Al kunnen wij aanmoedigingen voor de thuisclub ten volle begrijpen en naar waarde schatten, men waardeere toch even goed ten volle de mooie staaltjes spel bij de tegenpartij. 3. Men onthoude zich van alle hatelijk heden t.o.v. spelers en scheidsrechter, zoowel in woorden als in daden, daar anders zeer strenge maatregelen zullen moeten volgen. Het F. V. B.-bestuur heeft n). wegens klachten dit punt reeds onderzocht en overweegt, indien hierin geen veranderingen komen, strenge maat regelen, als bet spelen van wedstrijden zonder dat eenig persoon buiten spelers en scheids rechter op het terrein aanwezig mag zijn, wat toch ten zeerste, zoowel voor F. C. A. als voor de echte liefhebbers te betreuren zou zijn. Eveneens een welwillende houding tegen over bezoekende vereenigingen na den wedstrijd. 4. Het blijven achter de lijnen en ’t niet onnoodig ophouden van ballen, als deze buiten de lijnen zijn. Het is slechts een gewoonte voortdurend ove^ de lijnen te gaan staan staat men 2 pas meer naar achteren, dan ziet men alles evengoed; voor de spelers en grens rechters is het blijven buiten de lijnen echter een groot gemak voor balbeoordeeling, inhouden van snelheid enz., en bovendien is het zeer onaangenaam werk voor F. C. A.-leden en oppassers hierop telkens te moeten wijzen. Als ieder hierom denkt en een te enthousiast buurman hierop even opmerkzaam maakt, kan hier veel met goeden wil worden verkregen. Men komt mei droechte firder as mei wietens, wirdt er altiid sein, nou as dat wier is, dan scille we nou wol fier komme, hwent de droechte is wol sa bdtenwenstich, dat in hopen ljue sizze: noch noait sa bilibbe. Mar der binne bjirre en der plakken, der binne de minsken it net iens mei 't sizzen dat men mei droechte sa fier komt, hwent hja wirde gewaer dat de droechte in hopen lijen mei bringt, troch dat de krapte oan drink- wetter sa great is, dat men it by 't miugel keapje moat en it hast sa djflr bitelje moat as de mólke en sadwaende hawwe de ljue hjar nocht sa skiën fen 'e droechte, dat se mei langstme ótsjugge nei rein wetter en hja miene dat se op ’t heden mei wiette fierder komme. Der is wol mear hwet de minsken sizze, dat yn alle dielen net opgiet. Sa wirdt er bygeliiks altud tige lüd roppen: „gesoun waer”, as 't in kleare friesende loft is. Ef is ’t dan ek sa kald as pikel en riidboskje de minsken fen ’e kjeld, dan is't noch altud gesoun waer en it wirdt soms sein troch ljue, dy’t de kjeld sa nei gien is, dat se hoasje en prüste en smfige en mei in heask iüi, dat men amper forstean kin, bringe se hymjend ut: Jy kinne der wol op oan dat it gesoun waer is. Nou, as de kjeld de ljue sa nei giet, dan hoeft men de y-nfloed fen ’t waer op 'e sounens fen ’t tninskdom net sa botte heech te hawwen. Nou is 't ek sa gelegen, dat de measte minsken ek al sa Ijeaf hwet üugesoiyier waer ha, omdat de winter de measten net sa bot fen pas komt. It is oan alles to sjen dat it for winter ek nech fiersto bitiid is. It gyng for twa wike al drok op in riden troch de bern en in inkele greaten ien pielde der ek al mei en towyl hja de lausleatten iaus swierden, stiene de hoklingen en keallen hjar mei greate eagen nei to sjen, dy koene der mar net bij hwet droktemakkerij dat docbs wie, soks komme de bisten oarns net to sjen, hwent bij gewoane winters is der gjin fé mar yn ’t lau. Yn in oar stik lAn stiene noch in paer man to meanen towyl de reedriders hjar foarby swaeiden. It past eigliks neat bij elkoaren, reedride en meanen. Sommige bern, dy ’t op’e dykssleat rieden, klagen der oer dat it net sa tnoai ried, hja hiene sa’n lest fen 'e bledden; nou bledden hjerre net op it iis en der kin men dos ek fit ofliede dat it for winter to ier is. Dat ho fier men, neffens it sizzen fen ’e minsken, ek mei droechte komme mei, de measten, sa net allegearre, sjugge der nou nei fit dat de wyn mar wer nei ’t Westen draeit, en dat men, foardat it forgoed winter is, earst noch mar hwet reinwetter kriget mei hwet sêfter waer as we oan ’t nou ta hiene. Fritia. Gemengde Zangvereen. „Bolsward”, Directeur Jan Faber. Het was een mooi programma, dat door den beer Faber was opgemaakt voor het eerste optreden in het openbaar der jonge Zang vereniging „Bolsward”. Een programma, al heelemaal passend voor een uitvoering in de Groote Kerk. Maar, die Groote Kerk is zoo groot en 't klanken volume van een zangersschare, die natuurlijk niet een ensemble van groote stemmen heeft, is niet zóó dat bet (zooals men dat noemt) de ruimte kan vullen. Daar gaat veel geluid verloren, niet-geschoolde zangers worden bij een p.p. spoedig te zacht of zakken, wat nog erger is. In aanmerking genomen, dat men dit niet heeft voorbijgezien, toen de te zingen nommers en de plaats van uitvoering werden vastgesteld, kan men zeggen dat „Bolsward” Woensdag avond eene „belofte" heeft gedaan. Daar waren factoren die tegenwerkten, het onrustige, dat altijd een eerste optreden eigen is, het wegvallen van den toon van piano, serafine en 'n strijkje in die groote gewijde ruimte, het groot gevaar voor zakken, als men zich zelf zoo weinig hooren kan... toch een belofte. Eerstens de keuze van het programma, dat goed verzorgd was, 'n keur van gewijde zangen, gezorgd voor voldoende begeleiding, vlug afwerken, en dan het streven naar een goede vertolking der nommers. Dit was duidelijk te bespeuren, in weerwil van menige tekortkoming bemerkte men dat er gewerkt was, gewerkt met ijver en toe wijding... dat zegt al veel. En is dan nog niet dadelijk het resultaat verkregen wat men zelf wel zou willen, de goede wil is gebleken, goede stemmen z\jn er aanwezig, met voortgezette studie, onder de leiding die men heeft gekozen, kan deze Zangvereeniging haar doel bereiken. Het zou eenvoudig onzin nu reeds te verlangen dat „Bolsward” Mendelssohn en Haydn ten gehoore zou brengen zooals dat moet en kan. Deze eerste uitvoering heeft bewezen het streven naar bet einddoel, heeft bewezen dat men met den korten tijd van oefenen heeft gewoekerd, welnu... laat de Gem. Zangvereeniging zoo doorgaan... ze zal er komen. ADVERTENTIEPRIJS: 10 Cts. per regel. Bij 500 of 1000 regels aanmerkelijk lager. [iet bureau van dit blad is telefonisch aangesloter onder No. 4. Doeh keeren wij tot den wedstrijd zelve terug. Ondanks de tegenwind weet F. C. A. reeds spoedig de leiding te nemen door haren links buiten, zelfs weet deze speler kort daarna de leiding te vergrooten bij 't stoppen van deze laatste goal was de Sneeker keeper, overigens zeer goed op zijn plaats, zeer ongelukkig. Tot rust weet F. O. A. deze leiding te behouden, ondanks verschillende aanvallen van 8. V. G., welke echter door de Bolswarder achterhoede kranig werden weggewerkt. De kleine keeper van F. C. A., alsmede haar linkshalfback lieten zich hierbij van hunne beste zijde zien werkelijk, wat zij vertoonden was een spel, waarvan F. C. A. nog veel plezier kan beleven, indien zij zoo volhouden. Dat plaatsen, koppen en voortdurend vleugel- houden van den linkshalf kan aan vele oudere spelers ten voorbeeld strekken. Jammer is het echter, dat de keeper niet iets grooter gebouwd is, waardoor hooge ballen voor hem zeer moeilijk zijn. Wij zullen echter maar hopen, dat de lichaamslengte (voor een keeper een ding van belang) nog iets toeneemt en dan de mooie manier van opvangen en de vlugheid in aanmerking genomen, kunnen bier bij voortdurende oefening en meerdere routine inzake balbeoordeeling enz. goede verwachtingen worden gekoesterd. Ook na de rust, met wind mee, was F. C. A. de sterkere. Wel deden de Sneekers nog ver schillende aanvallen, waarbij zich vooral hun kleine centervoor onderscheidde, doch F.C.A. 2 was de meerdere, welke meerderheid zij in 2 doelpunten wist uit te drukken, welk aantal bij zuiver schieten, nog gemakkelijk grooter had kunnen zijn. Speciaal vielen ons de centervoor en op de rechtsbuiten. Laatst genoemde dient echter wat kalmer te schieten en wat meer op zijn wing te blijven een buitenspeler behoort steeds zijn plaats te behouden, daar de achterspelers hem bij weg werken steeds op zijn plaats veronderstellen. Alleen, wanneer hij naar binnen is afgedwaald door toeloopen en hij niet tijdig terug kan zijn, kan bij even de binnen plaats bezetten, doch dan dient de binnenspeler reeds zijn plaats te hebben ingenomen. Aan den rechtsbinnen van E. C. A. 2 geven wij de raad veel vlugger over te geven bij is een zeer handig en vlug speler, die bovendien zeer goed inloopt, doch door de aangegeven wijziging zal zijn spel veel meer resultaten kunnen opleveren Wat verder de centervoor betreft, dit is een speler, die, wanneer hij in de gelegenheid is geregeld mee te spelen, veel zal kunnen presteeren in de toekomst. Zijn vlogen zuiver passeeren en overleg van bandelen en zijn onverwachts schieten zijn eigenschappen, die hem lot een speler kunnen maken, welke de voorhoede van F. C. A. 1 in de laatste wedstrijden niet kende. Juist hierdoor immers bleef het succes in de meeste wedstrijden in dit seizoen, ondanks veelal gelijkopgaand spel, soms zelfs overwicht, uit en is dit een punt, waaraan de elftalcommissie van F. O. A. zeer zeker de volle aandacht geeft. Wij wilden genoemde commissie dan ook in overweging geven, deze laatste speler eens in het eerste elftal te probeeren en vooral bij de opstelling van de voorhoede van dit elftal op dit punt te letten, desnoods ten koste van de achter hoede, die in verhouding tot de voorhoede veel sterker is. Tenslotte meenen wij nog individueel te moeten noemen de achterbaak van F.C.A., die op ons eveneens een soliede indruk maaltte. Zijn wegwerken etc. is goed, jammer dat deze speler in wedstrijden van het eerste tegen zwaardere en meer geroutineerde tegenstanders niet wat meer kan bijzetten, op een dergelijke plaats is dit beslist noodzakelijk. De voorhoede als geheel willen we nog de raad geven, om niet weer, zooals wij dit voor de rust zagen, allen bij hoekschoppen op eigen doel terug te trekken. In de eerste plaats staan ze de achterhoede in den weg, terwijl bij wegwerken geen gereed is de bal mee te nemen en voor spelverplaatsing te zorgen, daar zooals nu de bal terug moet komen. De leiding berustte in de vertrouwde handen van scheidsrechter A. Feenstra, die ook leidde zooals wij dit steeds in de laatste wedstrijden gewoon zijn, nl. accuraat en vlug zonder over dreven strengheid en juist daardoor zonder onnoodige onderbrekingen van het spel. Zeer zeker is hij thans een der beste scheidsrechters van den F. V. B. In het „Koor en Duet” uit „de Schepping” werden de soli gezongen door een pair der werkende leden, die dat flink deden. Ja, bet waren dilettanten, maar ze zongen zoo ze het konden, zonder mooidoenerij, eenvoudig, zuiver en met toewijding. Als sopraan-soliste werkte mee mevr. Smit- Teengs, die zich liet hooren in den 42sten psalm en in eenige liederen. In den „Psalm” viel haar zang te loven, in de Aria uit Paulus misten we het eigenaardig cachet dat dit lied aankleeft. Men beeft deze Aria ook reeds zoo vaak en zoo mooi hooren zingen. Buitendien was het me te veel tremoleerend. Het Orgel trilde en de stem der Zingeres trilde, dat eeuwige fibreeren kan ik nu eenmaal niet uitstaan. Wat een mooi lied „Troost” van Daniël de Lange. Goed gezongen, goed geaccom pagneerd. Maar „Onze Vader” van Pomper 1 Donder dagmorgen vroeg me iemand „is dat hetzelfde wat wij ook zingen P Dat is voor zang, voor zang en viool, die twee moeten het doen, de begeleiding moet hier o zoo bescheiden zyn. Bij de „toevoeging”, (want U is het Koninkrijk enz.), daar kan de Accompagnateur dwingen om dat slot grootsch te maken. Er ging niet veel uit van Pomper’s „Pater Noster”. De heer Faber speelde eenige orgelstnkken, deel I en II uit de zesde Orgelsonate van Mendelssohn aan het begin, en de tweede Sonate als no. 4 van het programma. Er was veel belangstelling voor dit eerste concert, dat zal de zangers en zangeressen goed gedaan hebben. Ws. Donderdagavond was Fer de la Mar, met zijn gezelschap, dat op het oogenblik een tournée door Friesland maakt, naar bier ge komen met de operette „Wat doe je in de Kou”. Hoewel de avond te voren bet Kerkconcert was gegeven, viel dit aan het bezoek niet te bemerken, want toen ongeveer een half uur te laat werd begonnen, was de Doelezaal tot in de uiterste hoeken gevuld. Als het doek opgaat, krijgen we eerst een aan boord een reis naar gezag yan kijkje aan boord van Hr. Ms. „Almacht”, dat een reis naar de Noordpool zal maken onder gezag yan den zeer vergeetachtigen commandant Vaarwater. De commandant, zijn luitenant ter zee en Tinus de marinier, worden echter door hunne vrouwen en meisjes niet al te best vertrouwd en deze laatsten besluiten dan ook het schip per vliegmachine te volgen. Het tweede be drijf is eene uitvoerige verhandeling in het Paleis van den Sultan van de Noordpool. Deze Sultan vroeger een joodsch koopman in ijswafeltjes uit Amsterdam, verlaat echter zijn hooge betrekking als bij hoort, dat er een Hollandsch schip komt en keert met allen naar zijn vaderland terug. Het derde bedrijf toont ons dan de geheele bemanning terug in Amsterdam en Moses I Sultan van de Pool, weer achter de ijswafelkar. Zie hier de korte inhoud van het stuk, dat ons als geheel niet is meegevallen. We misten die pittige gezegden, die we hoorden in andere operettes en revues en de inhoud was voor ons „te koud”. Het spel daarentegen was uitstekend vooral de heeren Stroethof en Veltman hadden als Sultan en Tinus de marinier, veel succes, doch ook de andere medespelenden vertolkten verdienstelijk hunne rollen. De duetten van Kitty en Wim Jeugd werden zeer goed gezongen, de uitspraak kon echter wel duidelijker, juist doordat men „te mooi” wil, wordt het voor het publiek zoo slecht le verstaan. Wij hopen het gezelschap hier weer eens terug te zien, doch dan met een pittiger stuk Door B. en W. van Bolsward is aanbesteed het leveren en verwerken van ongeveer 3000 K.G. bladzink in de dakgoten enz. Inschrijvers: J. Jellema te Achlam voor f 3046, v. d. Hoop te Makkum voor f 3079.50, Gebrs. Siksrna te Sneek voor f8310,T. v.d. Heide te Bolsward voor f 3368, Gebrs. Bekker te Leeuwarden voor f 3420, D. Hilarides te Harlingen voor f 3477, J. A. Mooij te Bolsward voor f 8660, I. Kleistra en A. Ferwerda te Joure voor f 4200. Gegund aan J. Jellema te Achlum.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1920 | | pagina 1