en Advertentieblad
Nieuws
Bolsward en Omstreken.
Zeeppoeder Reclame
I
J. ZIJLSTRA Hzn.
NOUVEAUTÉS
n.v. h.v. P. S. BAKKER,
LEEUWARDEN - NIEUWESTAD.
60ste Jaargang.
Zaterdag 13 Augustus 1921.
No. 33.
voor
IN ALLE AFDEELINGEN
VOOR HERFST EN WINTER.
Uit Makkum.
De Zuiderzeewerken.
l
Dit nummer bestaat uit
2 Bladen.
Een goed zakenman zal
in onze bladen adverteeren
omdat hij weet, dat de ad
vertenties tot hun recht
komen en volkomen
succes hebben.
Volgende week ieder kooper van:
2 pak Zeeppoeder ontvangt 3 pak.
4 pak Zeeppoeder ontvangt 6 pak.
6 pak Zeeppoeder ontvangt 9 pak.
8 pak Zeeppoeder ontvangt 12 pak.
PRIJS 14 CENT PER PAK.
Polstraat A 7, Bolsward.
1
Uitgeefster:
Firma B. CUPERUS Az., BOLSWARD.
Nu onze nieuwe courant in een
bestaande behoefte voorziet, omdat er
tot nog toe uit onze plaats zoo bitter
weinig in andere bladen werd vermeld,
nu willen wij""öok gaarne als er iets is
te doen in ’t belang van Makkum, daar
onze kolommen voor openstellen. Dat
de droogmaking der Zuiderzee veel zal
bijdragen tot wederopbloei van onze
plaats, daarvan is nu haast wel een
ieder overtuigd. Maar daarover willen
we het nu juist eens niet hebben. Wel
over een droogmaking, of beter gezegd
demping, nl. van de z.g. Melkvaart
vanaf de Kerkeburen tot aan de hoek
van de Bleekstraat. Het valt niet te
ontkennen, dat deze vaart of sloot voor
de omwonenden en voor hen die daar
passeeren, een naar verdriet is. Vooral
dezen zomer met zijn langdurige droogte
en warmte verspreidt deze sloot een
onaangename lucht. Ieder die daar langs
gaat, en dat zijn er zeer velen, vooral
des Zondags naar de beide kerken en
ook de wandelaars hebben zich daar wel
van kunnen overtuigen. Ook voor de
vreemdelingen, die ons dorp passeeren
of bezoeken, is het niet erg aangenaam
direct bij den ingang van onze plaats
op zoo’n onaangename lucht te worden
onthaald. Het is nu maar de vraag of
die sloot daar gemist kan worden en
tevens de noodzakelijkheid van demping
aan te toonen, afgezien nog van ’t feit
of de kosten niet te hoog zullen worden
en er in onzen gemeenteraad een meer
derheid voor te vinden zal zijn.
Dokkum - 18450
- 18390
- 14936
- 16294
I
Bolswardsche Courant
I
Afzonderlijke
t
1
'1
Kuiper, Bolsward f16182
- 16077
- 15940
- 21446
- 14845
- 14996
- 17882
- 15368
- 19420
- 21000
- 21885
-21240
- 20986
- 19999
werden de
Wieringen
ABONNEMENTSPRIJS: 50 Cents per 8 maanden.
Franco per post 62x/2 Cents.
nos. van dit Blad zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Van Balen, Irnsnm
J. van Anholt, Bolsward
Tj. Beetstra, Sneek
Het werk is aan den laagsten inschrij
ver gegund.
door den ondergrond zijn bij de boringen
geene ongunstige factoren aan het licht
gekomen. Lagen van bepaald grof zand
of grind zijn niet aangetroffen; het
matig grove en fijne zand is doorgaans
zeer afwisselend van korrelgrootte en
daarenboven vrij slibhoudend, zoodat
eventueele doorstrooming van water hier
slechts gering zal kannen zijn.
ADVERTENTIEPRIJS: 10 Cts. per regel.
Bij 500 of 1000 regels aanmerkelijk lager.
Het bureau van dit blad is telefonisch. aangesloten onder No. 4.
geworden. Sedert 1400
zeegaten tusschen Texel en
zoo wijd, dat men te Amsterdam en
Enkhuizen veel grootere schepen kon
uitzenden dan te voren.
Aan de maandelijksche mededeelingen
betreffende de werkzaamheden voor de
afsluiting en droogmaking ontleenen
wij het volgende
Ongeveer half April werd ’t opnemings-
vaartuig Breezand weer in dienst gesteld
voor het doen van peilingen in zee.
Op 11 April werd weer aangevangen
met de grondboringen in zee.
Uitvoerige mededeelingen werden ge
daan omtrent het geologisch profiel van
den zeebodem in de richting van den
ontworpen afsluitdijk tusschen Wieringen
(Den Oever) en de Friesche kust (Piaam
Als algemeen beeld van de vorming
van dit zuiderzee-gebied kan het volgende
worden gezegd. Toen het ijs, dat de
noordelijke helft van ons land in den
diluvialen ijstijd bedekte, terugtrok, en
bij wijze van spreken vrij plotseling
afsmolt, vielen de op en in het ijs
aanwezige materialen op den onder
gelegen praeglacialeu bodem neer, en
pakten daar, mede tengevolge van de
scherpkantigheid der deeltjes, aaneen
tot een taaie, eenige meters, dikke, kei
leemlaag. Op dit keileemdek, welks
bovenkant uit den aard zijner vorming
in ’t geheel sterk golvend was, ontstonden
rivieren en stroomen hier werd materiaal
weggespoeld, verplaatst en weer afgezet,
elders trad verweering op, en zoodoende
werd de keileemlaag geleidelijk bedekt
door een bodem, die langzamerhand,
ook in verband met het gunstiger
geworden klimaat, voor boom en planten
groei geschikt werd. De veenvorming
begon en zette zich tot in den histo-
rischen tijd voort. Toen kwam de vorming
van de Zuiderzee; het aanwezige veen
sloeg vrijwel geheel weg; alleen zeer
plaatselijk zijn misschien kleine gedeelten
blijven staan of kunnen enkele ver
plaatste stukken veen bewaard zijn
gebleven.
In hoeverre toenmaals ook de onder
in een onzer vorige nummers brachten
wij de droogmaking der Zuiderzee ter
sprake en deden toen uitkomen van hoe
groot belang die is, niet alleen voor
de verschillende plaatsen direct aan zee
gelegen, doch voor geheel Friesland.
Wij zijn er zeker van dat alle z.g.
„villes mortes”, zooals Henry Havard
ze noemde, weder zullen herleven en in
bloei zullen toenemen. De handel zal
wederom een levendiger aanzien krijgen
en er zal van geen „doode steden” meer
sprake zijn. Het verkeer met de groote
steden zal vergemakkelijkt worden, wat
de industrie en den handel ten goede
zullen komen.
De uitvoering der plannen zal trou
wens al heel wat handen aan het werk
kunnen zetten. Een groot aantal werk-
loozen zullen aan nuttig werk geholpen
kunnen worden en al zijn de kosten
aan de uitvoering verbonden zeer hoog
te noemen, zij wegen toch naar onze
meening niet op tegen de groote voor-
deelen, die in de toekomst daardoor
zijn te behalen.
Waar wij de afsluiting der Zuiderzee
van zoo groot belang achten, en wij
onze lezers gaarne op de hoogte houden
met de vorderingen hiermede, zal het
menigeen wel interesseeren eens iets
te vernemen omtrent het ontstaan van
het zuiderzee-gebied.
Wij weten, dat men in ouden tijd
ter plaatse waar zich thans de Zuiderzee
uitstrekt het meer Flevo vond en eenige
kleine meren, die allengs bij het opkomen
van Noordzeevloeden zich vereenigd
hebben en met ondergeloopene landen
den tegenwoordigen zeeboezem vormden.
Dit had vooral plaats in de 12e en
18e eeuw, maar het land tusschen Medem-
blik, Stavoren en Enkhuizen is, volgens
de beschrijvingen, eerst tegen het einde
der 14e eeuw een prooi der golven
Plaatselijke belangen. j
In vroeger jaren, toen het water als
het ware nog door de Bleekstraat
stroomde, voeren de schepen van uit
de Zijlroede langs de Bleekstraat naar
de Melkvaart. Later werd het door-
snijdingskanaal gegraven, de gracht in
de Bleekstraat gedempt. Tot voor korten
tijd kwamen nog schepen of pramen in
de sloot om kolen te brengen naar de
Electr. Centrale, doch ook dat is nu
uit. O zeker, we zien er nog wel eens
een praam in drijven van de gemeente-
reiniging, wordt er als het water niet
hl te vuil is, nog wel eens een straat
uit geschropt en loopen er verschillende
riolen in uit, maar dat alles is niet van
zooveel belang om den toestand aldaar
te bestendigen. Ook met het oog op
het blusschen van brand, we hebben
het nog pas ondervonden, is het niet
noodzakelijk dat daarvoor de sloot moet
blijven bestaan. Hiermede meenen we
genoegzaam te hebben aangetoond, dat
liggende oud-alluvialeen postglacialelagen
aangetast en weggespoeld zijn, is niet
meer na te gaan, doch wel is zeker,
dat op de meeste punten een groot
gedeelte dezer lagen is behouden ge
bleven alleen nabij Wieringen schijnt
alles tot op, mogelijk zelfs hier en
daar tot in, de keileem te zijn weg
geschuurd. Na dezen afslag en de
vorming van verschillende geulen heeft
de Zuiderzee zelve evenwel ook weer
zand en kleilagen afgezet en ophoogingen
tot stand gebracht. Meer of minder
dikke lagen van matig grof, fijn en
zeer fijn zand en van meer of minder
sterk zandige klei zijn gevormd, welke
lagen thans nog den bodem van het
beschouwde gedeelte van de Zuiderzee
uitmaken.
De ongeveer lx/2 K.M. breede strook
langs de Friesche kust is bij het voor
gaande, buiten beschouwing gebleven.
Onmiddellijk vallen hier bij vergelijking
met het reeds behandelde gedeelte twee
punten opde keileem is niet aangeboord
geworden, en een doorloopende veenlaag
is onmiddellijk onder de oppervlakte
aanwezig. De toestand is hier dus geheel
anders dan verder Westelijk, en bij
het nauwkeurig nagaan van de ver
schillende lagen komt bet eenigszins
verrassende feit voor den dag, dat men
hier met een duidelijk en vrijwel geheel
volledig Noordhollandsch of Eemprofiel
te doen heeft.
De op ongeveer 500 M. uit da kust
tot 25 M. N. A. P. voortgezftte
boring is blijven steken in een grindlaag,
bestaande uit Noorsche steenen, welke
kunnenworden beschoawd bf als de boven
laag vaneen nogdieper gelegen keileemlaag
óf als uitgespoeld morainegruis, zoodat,
al is de keileem zelve niet aangetoond,
hier toch een plaatsvervanger daarvan
mag worden aangenomen. Boven deze
grindlaag volgen dan over een dikte
van 6 meter, dus tot ongeveer 18 M.
N. A. P., eenige lagen zand en klei,
welke zeer rijk aan schelpen zijn zelfs
is van 22.15 M. tot 21.50 M. - N. A. P.
een 'laag aanwezig, vrijwel uitsluitend
bestaande uit schelpen en schelpgruis.
En in dit schelpenmateriaal komen
meerdere vormen voor, welke karakteris
tiek zijn voor de bekende Eemzone.
Hierboven, van ongeveer 18 M. tot
18 M. N. A. P., dus over een
dikte van 5 M., volgt een afwisseling
van lagen, eveneens bestaande uit klei
en zand, welke daarentegen geheel vrij
van schelpen zijn en dus kunnen worden
opgevat als behoorende tot het fluviatiele
postglaciale diluvium. Boven de hoogte
van 18 M. N. A. P. tot aan de
veenlaag, waarvan reeds gedeelten te
voorschijn traden op 7 M. - N. A. P.,
worden in de klei- en zandafzettingen
weer zeeschelpen aangetroffen, welke dus
op de zee van Lorié uit den oud-allu-
vialen tijd kunnen wijzen.
Vervolgens komen dan nog de bekende
veenlaag en de jongste zee-afzettingen.
Uit hetgeen omtrent den toestand
van den zeebodem tusschen Wieringen
en Friesland is medegedeeld, blijkt, dat
over het algemeen die toestand met
het oog op het maken van den afsluitdijk
als gunstig kan worden beschouwd.
Slechts over de ongeveer 2 K.M.
breede strook langs de Friesche kust
zal in verband met de hier dicht onder
de oppervlakte aanwezige, omstreeks
8 M. dikke veenlaag, een zakking van
eenige beteekenis kunnen worden ver
wacht.
Overigens is de bodem voor het dragen
van den dijk zeer gssebikt te achten,
daar veen en slappe aardlagen hier
nagenoeg geheel ontbreken en de aan
eengesloten vaste lagen zand en zandige
klei, een grondslag aanbieden, waarop
inzinkingen van het dijkslichaam slechts
in geringe mate en verzakkingen in het
geheel niet te vreezen zullen zijn. Alleen
ter plaatse van de oude IJsselbedding
(Middelgronden), en van de veenlaag
elders zal wellicht een meer beteekenende
verzakking worden waargenomen, al is
ook hier de geaardheid van den bodem
geenszins ongunstig te noemen.
Ook met het oog op eventueele kwel
deze sloot daar absoluut niets, in ieder
geval zeer weinig nut dost en dat uit
een hygiënisch oogpdnt demping zeer
gewenscht zal zijn. Maar het is niet
alleen uit een hygiënisch oogpunt dat
wij een pleidooi houden voor demping
der vaart. Nu het verkeer in de laatste
jaren met fietsen, auto’s en motoren
geweldig is toegenomen, wordt de hoek
KerkstraatKorte Laan, zeer lastig,
soms gevaarlek te passeeren, vooral voor
rijtuigen, door de daar liggsnde tram
rails. Hoeveel breeder, royaler, en waar
schijnlijk mooier zou de ingang aan
beide kanten van onze plaats zijn, indien
deze sloot of gracht werd gedempt. Voor
de bewoners aan den overkant zou het
een groot genot zijn, indien de drie
bruggetjes konden vervallen. Natuurlijk
zal deze demping een niet onbelangrijk
bedrag moeten kosten en we wagen ons
niet aan een berekening daarvan, laten
dat over aan meer bevoegden, maar wel
willen we wijzen op het feit, dat ieder
jaar een groote som door rijk en gemeente
wordt uitgegeven ter ondersteuning aan
werkloozen.
Hier zou in ieder geval door werk
loozen een nuttig werk kunnen worden
verricht. Het spreekt natuurlijk vanzelf,
dat ook veel materiaal moet worden
gebruikt, het werk niet zonder bekwame
vaklieden zal kunnen worden uitgevoerd,
maar daarnevens is er ook zeer veel
werk, dat gedaan zal kunnen worden
door menseben zonder vakkennis.
Wanneer er onder de Makkumers
inwoners zijn, die wat voor deze zaak
gevoelen, dan lijkt ons de vereeniging
„Plaatseling Belang” het aangewezen
lichaam om zich voor deze zaak te
spannen en voor verwezenlijking daarvan
mede te werken.
Makkum, 11 Aug. 1921. Onze
nog jeugdige Voetbalclub heeft reeds
een overwinning te boeken. Verleden
Zaterdag speelde ze een vriendschappe
lijke match tegen „Volharding” van
Harlingen, waarbij D. E. T. te Makkum
de overwinning behaalde met 30.
Ons kaatsveld wordt zoo langzamerhand
een heel sportterrein. We vernamen dat
er pogingen worden aangewend om ook
een korfbalclub op te richten, en de
oefeningen ook op het kaatsland te houden.
Ongeluk voorkomen.
Toen Vrijdag 5 Aug. j.l. onze paarde-
tram wilde afrijden, passeerde nevens
hotel de Prins, een trein wagens waar
onder landbouwmachines.
Toen de hoogte der sluisbrug bijna
was bereikt, gaven de paarden het op
en gleed de zaak achterwaarts. De ver
bindingen braken en zeker zouden
ernstige ongelukken gebeurd zijn indien
niet het trampersoneel, bijgestaan door
de inmiddels vlug uitgestegen reizigers
met alle kracht de wagens hadden ge
steund totdat houten steunblokken achter
de wielen waren geplaatst, waarna met
vereende krachten de wagens afzonderlijk
naar boven werden geduwd.
Uitslag aanbesteding van bet
maken van een hetonwalmuur en ba-
strating aan de Turfmarkt alhier.
Ingeschreven werd door
De Boer en
N. Visser, Makkum
J. Kuiper, Zurich
J. Magiê, Franeker
B. Dijkstra, Bolsward
8. G. Groot, Makkum
H. Broersma, Harlingen
R. Feenstra, Bolsward
Gebr. Broersma, Harlingen
M. Broersma, Franeker
P. Frölich, Harlingen
F. Anema, Franeker
P. Dubois, Leeuwarden
H. Minderhout, Harlingen
J. Dikkerboom en Straatsma,
Witmarsum, -18100
Boltje, Heerenveen - 17959
Firma Kool en Wildeboer,