der Gemeente Bolsward
Officiéél Orgaan
V S PEPERMUNT
Ovale V S Hoesttabletten
met de zelfde zorg bereidt als de
TROMP
VAN OUDS het beste middel tegen HOEST
Wilt gij rooken
de Nederl. Sigaren-Industrie geeft
hoogste prestatie, koopt dan:
8 cent
10 cent
10 cent
12 cent
Levering tegen fabrieksprijzen door
TROMP - Sneek
GROOTHANDEL
61ste Jaargang
No. 58
Een afschuwelij ke moord.
r
J
OUD-BOLSWARD.
N.V. R. G. Van Slooten’s Suikerwerkfabriek
J
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
Zoo algemeen
bekend is de ongeëvenaarde kwaliteit der
medicinale
gT Pepermunt
g T Hoest-Pastilles
Woensdag 25 October 1922.1
Engros
Sneek.
Harlingen - Leeuwarden.
Engros bij de bekende Grossiers en bij:
i
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
lijden.
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62*/2 cent per 3 maanden
XIII.
Door deze en wellicht nog meer bedryvig-
?dsche Courant
Bols
1
j
r
wat
als
van
de
SEMPER MELIOR
PAULUS PtTTER
SEMPER MELIOR
SEMPhR MELIOR
reeds overal vraagt.
dat zij, volgens de
z/ter eeren Godis
zuivere
en te kleeden
en opsluitings-
zon der Westersche beschaving ter kimme
neigt, die beschaving heeft haar tyd gehad.
Het boek is hij begonnen vóór den oorlog
vele zijner theorieen en opgeworpen stellin
gen heeft hij getoetst aan de oorlogsondervin-
ding, doch 't ondergaan der beschavingszon
is volgens hem niet vanwege den oorlog.
Deze was slechts symptoom van een verval
Vader en Moeder” zoo
wordt iets meer verwacht
weezen te voeden
en, zoo noodig, het vloek-
systeem toe te passen, opdat ze later als
goede en werkzame menschen in de maat
schappij verkeeren, en
begeerte der stichteres
opwassen moghen”.
Op dit schrijven kwam de volgende
week een repliek, onderteekend door den
onderwijzer P. G. ten Cate, die wees op
de eigenaardige wijze van oordeelen en
veroordeelen van den heer Van Noord, en
drukt als zyne meening uit, dat in diens
schrijven jokkernijen staan, die niet te
pas komen, laf en vleiend voor de tegen
woordige en beleedigend voor de vertrokken
langzaam weg in de zee der wereldgeschie
denis, gelijk een continent, evenals zij er
langzaam uit oprijzen. Zijn betoog houdt
zich verder bezig met de soort beschaving,
die vermoedelijk het verdwijnende macht-
stelsel zal vervangen, en zeer juist is de
conclusie waartoe hij komt, dat wij thans
leven in de machtsperiode van het geld.
Wij zijn Mammonisten en aanbidden het
Gouden Kalf, waaraan alles wordt geofferd.
Menschenliefde, die ons geestelijke waarde
geeft boven het dier, is zoek.
De wereld is als verstard van zelfzucht.
De moord op den beer Engelsman is er
weer een bewijs van.
O >k speciale aanbiedingen in goedkoops
SIGAREN. Pracht-collec ie SIGARETTEN
dat reeds veel vroeger inzette. Maar de
oorlog beeft, er dan toch zeker krachtig
toe bijgedragen dat verval te bevorderen,
omdat ook aan den oorlog zooals aan alle
aanvalsoorlogen ten grondslag lag het lagere
egoisme, de jacht naar grond- en geldbezit,
naar eer(?) en roem de Westersche
beschaving ten schande.
Gelukkig gaan beschavingen niet onder
gelijk een schip, zegt de schrijver, zij zinken
Meen echter niet, dat destijds allen
ingenomen waren met de royale verbouwing.
In verschillende kringetjes en ook in het
openbaar hoorde men, gelijk mij uit inlich
tingen en geschriften blijkt, meer afkeuring
dan lof. Ook de neiging der Voogden,
en dit geldt ook voor Gasthuis en
Armenhuis om in strijd met voorheen,
de gelden dezer stichtingen niet langer
tegen lage renten als hypotheken of in
effecten te beleggen, doch er landerijen
«oor aan te koopen, werd algemeen een
zeer gewaagde speculatie genoemd. Ofschoon
de uitkomst later heeft doen zien, dat
juist dien aankoop een zegen is geworden,
was men er toen algemeen over ontroerd.
De conservatieve ouderen noemden den
aankoop van boerenplaatsen een licht
vaardige daad, en in ’t openbaar werd het
streng afgekeurd. Er werd ten tijde van
de gemeenteraadsverkiezingen druk mee
geschermdhet was hoog tijd dat er
andere mannen aan het bewind kwamen.
De gemeerteraad werd zelfs uitgemaakt
als een oude mannenhuis, waar veel gepraat,
doch nagenoeg niets gedaan werd. Men
liet alles maar loopen, en het werd tijd
dat de burgerjj, door andere meer wakkere
Nu loochenen niet langer kon baten,
legde Meusel een volledige bekentenis af.
De zaken waren den laatsten tijd slecht
gegaan. Zoo slecht, dal een failliasement
onvermijdelijk leek. Maar juist toen de
nood het hoogste was gestegen, kwam
Engelsman en gaf den beide fabrikanten
een groote order uit te voeren.
Nog zoo’n order, had Lederer gezegd,
en we zyn gered.
Maar die tweede groote order bleef uit
Engelsman scheen er weinig voor te voelen.
Wikte en woog...
Eu de beide fabrikanten zaten op heete
kolen. Ais de Hollander niet spoedig een
besluit nam, was het te laat, zouden ze
over den kop gaan.
Een van beiden wie is nog niet
uitgemaakt, omdat ze elkander de schuld
geven is toen op het duivelsche plan
gekomen Engelsman lot een bespreking
in de fabriek uit te noodigen, bem daar
te vermoorden en van zijn ruime geld
middelen te berooven.
Verleden week Dinsdag kwam Engelsman
inderdaad. Maar de fabrikanten waren niet
alleen en konden dus hun snoode voor
nemen niet uit»oeren.
Onder een of ander voorwendsel lokten
zij den niets vermoedenden Amsterdammer
Vrijdag opnieuw in de fabriek. Nauwelijks
was hij binnen of Lederer sloot de deur
achter hem dicht en Meusel sloeg hem
op hetzelfde oogenblik met een zwaren
hamer op het hoofd. Bewusteloos zakte
Engelsman ineen. Onmiddellijk stopten zij
hem een prop in den mond, sleepten hem
Myn vorig stukje eindigde met de ver
melding dat de Stichting Weeshuis het
niet steeds zoo breed heeft gehad, als wij
het nu kennen.
In vroegere tijden moest zelfs omgezien
worden naar eenige „instrooienghe”, om be
hoorlijk rond te kunnen komen. Het was dan
ook gebruikelijk, dat de weeskinderen des
winters warme stooven brachten aan de
vrouwen in de Groote Kerk. Een vertrek
in den zijvleugel van ’t huis dat achter
de tegenwoordige Voogdessenkamer heet
nu nog wel „de Stoof”, wijl daar destyds
de stooven bewaard werden. Door de
meisjes werd graag naai- en breiwerk voor
de ingezetenen uitgevoerd en de jongens
hadden een timmerwerkplaats, waar dikwyls
de in de stad benoodigde doodkisten werden
vervaardigd. Ook was er een slagery en
bijname in het najaar werd hier voor de
burgerij geslacht. Het was oudtijds gebruik,
dat elk, wien ’t eenigszins mocht beuren,
wintervleesch opsloeg. De koeien en varkens,
meestal door twee a drie huisvaders aan
gekocht, werden dan veelal in het Wees
huis geslacht.
dat men, alleen, omdat er J. T. S. op staat,
ook met vertrouwen de zuivere medicinale
In de stad Neurenberg in Duitschland,
heeft de vorige week een moord plaats
gehad, die ons hij het lezen van de bijzonder
heden deed huiveren van ontzetting, van
afschuw en van angst.
Ontzetting, omdat wij versteld staan over
de laagheid en wreedheid waartoe z.g. „men
schen” kunnen komen.
Afschuw, omdat wij in de bedrijvers dezer
moord zien de misdadige slachtoffers van
hun zucht en dorst naar het goud, naar
het materieele.
Angst, omdat wij in het plegen
dergelijke wandaden zien bevestigd,
ondergang der beschaving.
Angst, omdat wij ook hierin weder zien
een symptoom van het verval der mensch-
heid.
Wij zullen hieronder een beschrijving
der moord laten volgen zooals wij die in
de groote bladen hebben gelezen, en wij
zijn er zeker van, dat een ieder die kennis
genomen heeft van deze verschrikkelijke
gebeurtenis, van dit lugubre verhaal, dezelfde
gewaarwordingen zal hebben.
Lees dan hoe twee mannen, eigenaars
van een kleine fabriek te Neurenberg, in
koelen bloede, den heer W. Engelsman,
koopman te Amsterdam, van het leven
hebben beroofd en zyn lijk hebben mis
vormd en verbrand.
Vergetende, dat deze man een mensch
is als zij.
Lees, hoe zij alle begrippen van menschen
liefde met de lompe voeten vertrappen, enkel
en alleen om hunne allerlaagste harts
tochten bot te vieren, om hun verlangen
naar bezit, hun vuil egoisme te bevredigen.
Lees met welk een geraffineerdheid zij
hun werk hebben verricht.
„De heer Engelsman, die reeds geruimen
tijd voor zaken te Neurenberg vertoefde,
leidde een zeer geregeld leven. En het
moest dus in zijn hotel wel verwondering
wekken, toen hij Vrijdagavond niet naar
hun kwam. Ook Zaterdag liet hij niets van
zich hooren en toen de Zondag aanbrak
zonder dat de. heer Engelsman was terug
gekeerd, begon men zich over zijn uitblijven
ernstig bezorgd te maken.
Zondagmiddag waarschuwde de hotel
houder de politie en onmiddellijk stelde de
recherche een uitgebreid onderzoek in. Zij
ging na met wien de heer Engelsman
placht te verkeeren, waar hij Vrijdagmorgen
was geweest en waar men hem het laatst
had gezien. Het bleek, dat de verdwenene
Vrijdagvoormiddag verschillende besprekin
gen met industrieelen had gevoerd en zich
ten slotte naar de porceleinfabriek „Chris
tian Lederer” had begeven.
De eigenaars van deze fabriek, Meusel
en Lederer, verklaarden, dat zij den Hol
lander al sedert eenigen tijd niet hadden
gezien, maar zij deden zoo zenuwachtig,
dat de recherche argwaan kreeg en een
huiszoeking hield. Met het resultaat, dat
men in den porceleinoven verkoolde been
deren vond, een met bloed bevlekten bijl
en eenige kledingstukken, die eveneens
vol bloedvlekken zaten.
De politie arresteerde daarop de beide
fabrikanten, die respectievelijk 29 en 39
jaar oud zijn. Zij ontkenden hardnekkig
iets te weten van het lot, dat den heer
Engelsman klaarblijkelijk was wedervaren.
En zeiden niet eens te hebben geweten,
dat er „zulke griezelige dingen” in hun
oven lagen.
Het bericht van de vreeselijke vondst
verspreidde zich als een loopeud vuurtje
door Neurenberg en Maandagmorgen kwam
zich reeds een getuige bij de politie aan
melden, nl. een hande’ivriend van de beide
arrestanten. Hij verklaarde, dat hy Vrijdag
middag in de porceleinfabriek was gekomen
en daar de beide firmanten in uiterst ner-
veuzen toestand had aangetroffen. Zij waren
er niet in geslaagd, hun hevige opwinding
te onderdrukken en hun zenuwachtigheid
had op den bezoeker een bevreemdenden
indruk gemaakt.
Nog in den loop van denzelfden dag
kwam eei bloedverwant van Meusel een
pakje by de politie afleveren, dat Meusel
hem Vrijdagmiddag te bewaren had gegeven.
Hij zou het binnenkort weer komen halen.
Bij opening bleek dit pakje het gouden
horloge van den vermoorde, alsmede zijn
horlogeketting, twee ringen en zijn porte
feuille te bevatten.
mannen in den Raad te brengen ook invloed
uitoefende op de stichtingen, waarvan de
bestuurders door den Raad benoemd worden.
Is er in onze dagen soms een krachtige
stembusstrijd, ook vroeger was die er wel,
al waren de argumenten niet eender, met
tegenwoordig. Die verkiezingsaangelegen-
heden zal ik weldra onder handen nemen,
ik dien my nu meer te bepalen bij het
Weeshuis.
Gelijk reeds gezegd is, de handeling
van Weesvoogden hield de gemoederen
in beweging. Die deftige zalen voor Voogden
en Voogdessen afzonderlijk, de groote ramen,
het rijke behangsel, de fraai gestucadoorde
plafonds, de rijke entree bet strookte
niet met den geest der vaderen, het was
weelde, ten koste der weeskinderen, zoo
luidde het gerucht.
Nog heftiger werd de verontwaardiging,
toen Dr. Lycklama als Weesvoogd bedankte.
De openbare opinie was, dat deze, als
hoogst rechtschapen bekend staande heer,
zich ook niet met de daden zijner mede
voogden kon vereenigen, en een nieuwe
storm der gemoederen was het gevolg.
Luide werd het verkondigd dat „Indien
men deze betrekking (van Weesvoogd)
afmeet naar de pracht der salons en den
rijkdom der daarin geplaatste meubelen,
dan heeft die zeker iets aantrekkelijks,
want er is wellicht niet één Ingezetene,
die zulke fraai gemeubelde salons ter zijner
beschikking heeft als de Heeren Voogden
en de Dames Voogdessen van die instelling”.
Er werd ook reeds op gezinspeeld, dat
er voor het beeld der Christelijke liefdadig
heid, dat vroeger in den voorgevel prijkte,
nu geen plaats meer in het front te vinden
was. In 1867 was een ingezonden bericht
in de Friesche Courant over de jaarlijksche
feestviering van het Weeshuis op 25 Nov.
een aanleiding voor den heer J. J. van
Noord, destijds Deurwaarder alhier, om
een stuk in de Bolswarrtsche Courant te
plaatsen over die feestviering. Hij becriti-
seerde dat eerste krantenbericht, omdat
het „bijzonder eigenaardige” van dat feest
niet vermeld was. Die berichtgever
scheen slechts oog gehad te hebben voor
het uitwendige, de versieringen, versnape
ringen enz Hij stemde toe dat de tentoon
gestelde teekeningen der weesjongens, onder
leiding van den heer Martin uit Leeuwarden
vervaardigd en ook het haak-, borduur- en
breiwerk der meisjes een heel gunstigen
indruk maakte, maar er diende vooral ook
gewezen te worden op den gemoedelijken
en vertrouwelijken omgang der kinderen
met den nieuwen Vader en Moeder. Dat
had bem vooral aangenaam getroffen. De
heer Heymessen en Echtgenoote waren ditmaal
eens niet gekozen na een openbare oproeping
van sollicitanten, doch de heeren Voogden
waren zelf op zoek gegaan, om een geschikt
Echtpaar te vinden, dat deze gewichtige
betrekking waardig kon vervullen, en zy
waren blijkbaar zeer gelukkig in hun keuze
geweest.
„Van een
staat er,
dan de
heid had men in deze stichting „tweederlei
prophijt” de weezen hadden nuttige
en leerzame bezigheid en... 't bracht gewin.
Het vroegere Weeshuisgebouw was, in
verhouding met de financiën dan ook in
heel eenvoudigen trant, wat blijkt uit de
nog wel bestaande teekeningen. Boven
een provisiekelder had men een kamer voor
bestuurderen, met 3 gewone klein ’soon
ramen. De zijgevel naar den kant der
speelplaats eindigde in een trapgevel, en
daarin twee ramen voor verlichiing van
een zolderkamer. Een heel eenvoudig pandak,
met smalle goot voor den afvoer van het
regenwater, liep tot den hoofdingang, waar
boven weer een trapgevel was, ook weer
twee liebtkozijnen en daartusechen was
aargebracht een beeltenis, symbool van
liefdadigheid. Op deze beeltenis zal ik
nader terugkomen.
De hoofdingang heeft vrijzeker een stoe-
penluifel g'bad, maar de overkapping was
op de teekening niet meer aanwezig, wel
naar het my toeschijnt was er toen nog
de stoepenbank. Verderop naar den kant
der Groote Kerk waar nu de Voogdessen
kamer is, had men nog een kamer gelijk
vloers met de straat. Het gebouw had,
uitgezonderd de beeltenis boven den ingang,
niets wat aan luxe kon doen dei ken.
Aan den kant naar de stad was een lange
bepleisterde muur, die den voortuin en
de speelplaats van de straat scheidden.
Tegen het gebouw aan was een soort
betimmerde poort, daar was de dagelijksche
in- en uitgang, gelijk die nog thans door
't nu fraaie ijzeren hek is. Wat verder,
waar nu de gymnastiekschool staat, was
nog een gewone deur in den muur, deze
gaf toegang naar de speelplaats. De muur
had ruim een manshoogte, men kon er
van de straat af niet over heen zien, en
de bovenkant was eflen en vlak, er waren
toen nog geen scherpe proppen noodig,
gelijk er nu op het muurtje voor de speel
plaats van School no. I zijn aangebracht;
immers de gymnastiek had de knapen nog
niet lenig gemaakt. Gelijk ik in een
vorig artikel heb gemeld, is bet gebouw
der Gymnastiek pas in 1863 gebouwd,
op het terrein der speelplaats en juist
50 jaren later (1913) is, om dat lokaal te
vergrooten, het overgebleven gedeelte speel
plaats verdwenen. De groote kastanjeboom
en de zich daaronder bevindende wipplank
en schommel zijn toen weggedaan.
De voortuin, tusschen gymnastiekzaal
en het Weeshuis is verfraaid tot een
bloementuindoor het ijzeren hek heeft
men er een gezicht op, langs de Kerkstraat
gaande.
Doch ik zou spreken over de vernieu
wing van het voorgedeelte van het Weeshuis.
Den 25 Januari 1865 werd aanbesteed
het wegbreken van het oude voorgebouw,
en den opbouw van provisiekelders, Voogden
en Voogdessenkamer en daartusschen den
hoofdijigang met ruime vestibule. Het
werk werd aangenomen en naar genoegen
uitgevoerd door Siebe Homminga voor
f 10460. Architect was de heer Le Voir,
gasdirecteur.
Wat er toen gebouwd is, behoef ik niet
nader te omschry«en, het bestaat nog en
het gebouw in de Kerkstraat kan bezien
vervolgens achter in de fabriek en staken
hem daar een paar maal met een mes in
het hart.
Nadat zij zich overtuigd hadden, dat
hun slachtoffer geen teekenen van leven
meer gaf, ontkleedden zij hem, beroofden
hem van zijn sieraden, die een waarde van
1 millioen Mark vertegenwoordigen en van
zijn portefeuille, die ruim 100.000 Mark
en 250 gulden aan Hollandsche bankbil
jetten bevatte.
Meusel bracht "oor alle zekerheid den
rijken buit, zorgvuldig ingepakt, naar zijn
bloedverwant, die het pakje Maandag aan
de politie ter hand stelde. Lederer hakte
tijdens de afwezigheid van Meusel met den
bijl de armen en beenen van het lichaam
af en stopte deze in den oven. Hij pro
beerde ook bet hoofd af te hakken, maar
dat gelukte hem niet. Eerst toen Meusel
terugkwam slaagden zij er met vereende
krachten in. De romp werd in een zak
genaaid en in de nabijheid van het kerkhof
begraven. Het hoofd, dat zij niet in den
oven konden krijgen, begroeven zy elders.
De politie heeft zoowel den romp als
het hoofd onmiddellyk doen opgraven.
De ontsteltenis in Neurenberg over deze
afschuwelijke daad is algemeen. Slechts
met groote moeite heeft de politie kunnen
verhinderen, dat een woedende menigte de
beide moordenaars lynchte”.
Tot zoover het verslag. En wij kunnen
ons volkomen begrijpen en verklaren de
woede en het zich willen wreken der menigte.
Doch dat mag natuurlijk niet, omdat men
dan precies hetzelfde zon doen met hen,
wat men juist in hen heeft afgekeurd en
de oorzaak was der woede.
Er is in Duitschland een boek verschenen
met den veelzeggenden titel: „Untergang
des Abendlandes”, geschreven door Oswald
Spengler en wij dachten daaraan, toen wij
de bovenstaande moordbeschry ving lazen.
De grondstelling van Spengler ie, dat de