Officiéél Orgaan
der Gemeente Bolsward
V PEPERMUNT
mag hebben.
a
Woensdag 10 Januari 1923
62ste Jaargang
No. 4.
HET JAAR 1922.
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
omen
hans
en meer,
Terugblik op het jaar 1922.
t welk
’anne-
icillen
nissie
coord
waar,
t een
heel
veel
len.
iter
leid
dit
die
om
irdig
zijn,
rtijd
irbij
leele
aten
iben
ding
iden
te bij.
jesteld
Ik
t tot
iteld.
n in
hier
hans
kan
angs
1 me
ver-
n of
lacht
ater-
Het
/aart
voor
o ik
ken
aan
>oge
be-
kan
gen
>dat
ing
wel
is.
iga.
Zee,
iet de
ligden
aden.
Itaat,
zich
i W.
b ver-
omdat
nd en
i basis
zwaar
elden.
zwaar
en te
•amen
Vervolg van no. 2.
het probleem der engten, is die
bezit der petroleum velden van
thans in Engelsche handen, een
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
Naast
van het
Mossoel,
belangrijke internationale kwestie, terwijl
de Turksche eischen ook het vraagstuk
der capitulaties weer op den voorgrond
hebben gebracht. Dit vraagstuk betreft de
onderdaien van alle Europeesche staten en
raakt dus alle landen, ook
Nederland,
dat dan ook evenals andere mogendheden
zijn woord daarover zal hebben mee te
spreken.
Het is niet het eenig contact, dat wij
met de internationale politiek hebben. De
Volkenbond, die ook dit jaar weer te
gezinde politiek, zoodra die met Fransche
eischen in botsing kwam, ziet er zijn
positie niet door versterkt. Trouwens de
jongste ministerwisseling bracht ook in de
richting der Engelsche politiek eenige
wijziging.
Reeds geruimen tijd was onder de con
servatieven, op wie Lloyd George grooten-
deels steunde, een verzet tegen den eersten
minister merkbaar geweest voor het tot
de uitbarsting kwam, die Lloyd George
deed aftreden. De zorg voor de intacte
kracht der conservatieve partij was onge
twijfeld een der oorzaken even goed als
de tegenzin tegen den oud-radicaal, die
Lloyd George was. Maar het was toch
aanvankelijk vooral de lersche politiek die
de die-hards tegen Lloyd George in het
veld bracht. Na den eeuwenlangen strijd
die ook de laatste jaren nog scherp gevoerd
werd, veranderde de Engelsche regeering
het vorig jaar plotseling van tactiek door
Ierland de vrijheid te geven. Die nieuwe
beweging kreeg dit jaar geheel haar beslag
De lersche Dail keurde de overeenkomst
met Engeland goed en een voorloopige
lersche regeering werd gevormd. Maar zij
kreeg dadelijk tegen de onverzoenlijke
republikeinen onder De Valera’s leiding
strijd te voeren, terwijl ook de verhoudingen
met het Noorden tot vechtpartijen aan
leiding gaf. De verkiezingen gaven haar
echter een groote meerderheid. En door
de benoeming van een Ier tot gouverneur-
generaal werd de eigen regeering compleet.
Het land kreeg daarmee ongeveer de positie
van een dominion, zooals Zuid-Afrika, dat
ook eens tegen de Engelschen strijd voerde
en waar dit jaar de beroemdste aanvoerder
uit dien strijd generaal Christiaan de Wet
overleed, maar dat toch den oud-strijder
Smuts tot eerste minister heeft, schoon de
vereeniging van nationalisten en arbeiders
de voortduring van zijn bewind bedreigt.
De onverzoenlijke conservatieven konden
zich daarmee echter niet vereenigen, stootten
zich aan de Egyptische politiek, die Egypte
Italië
scheen ze daarom ook in hartelijkheid te
winnen, sinds nu onlangs Mussolini, de
oud-revolutionnair, er tengevolge van den
fascistischen staatsgreep de ministerieels
portefeuille en feitelijk de dictatoriale
macht bemachtigde.
Sinds den aanvang van het jaar leed
het land, waar na den dood van Benedictus
XV kardinaal Ratti als Paus PiusXIziju
intrede deed op het Vatikaan, aan miuiste
rieele crisissen en een labielen regeerings-
toestand. Facta, de voorlaatste eerste mi
nister, bleek allerminst de man, die hierin
verandering kon brengen en den toestand
verstevigen. De fascistische beweging, op
gekomen als terreur tegen de communisten
maar zich langzamerhand tot een min of
meer reactionnaire nationalistische beweging
hervormende, deed er haar voordeel mee.
Na het congres van Napels was ’t duidelijk,
dat zij met haar leger van tienduizenden
zwarthemden Italië in haar macht had.
En het eerste ministerschap van haar auto-
cratischen leider was het natuurlijk einde.
Door een besluit van Kamer en Senaat
heeft deze leider Mussolini met zijn helpers
in de regeering nu voorloopig een dicta
toriale macht.
Tegenover het buitenland komt hij fel
en beslist voor Italië’s rechten op. En ’t
is ongetwijfeld reeds merkbaar, dat door
zijn optreden de beide andere groote
Entente-mogendheden reeds meer met Italië
rekening houden.
Engeland,
dat tot nu toe in Italië een willigen
medestander had in zijn meer verzoenings-
OCH,. OCH
Dat ik nu niet van die
heerlijke
Engros bij R. O. VAN SLOOTEN, Harlingen
en bij de bekende grossiers.
Genève vergaderde, heeft die politiek meer
dan vroeger tot gemeen goed van alle
volken gemaakt. Maar meer dan deze bond
maakte de geheele internationale toestand
door den drukkenden invloed, die zij thans
op het wereldleven uitoefent, de richting
dezer politiek en de internationale gebeurte
nissen voor ons allen van het hoogste
belang. Het uitstel van de behandeling
onzer Vlootwet in onze Tweede Kamer
toonde het verband. Maar de invloed deed
zich vooral oeconomisch en finantieel voelen.
De ontreddering der wereld en de crisis,
die er het gevolg van werd, schiep ook in
ons land een toestand van malaise, die
vooral land- en tuinbouw trof, maar waarvan
wij allen de gevolgen te dragen krijgen.
De noodzakelijkheid van bezuiniging en
versobering in ons openbare, maar ook in
het particuliere leven en van verhoogde
inspanning bleek te duidelijk, dan dat men
zich aan haar drang zou kunnen onttrekken.
De tendenz tot loonsverlaging en ver
lenging der werktijden toonde zich aller-
wege. Wijziging van de Arbeidswet, waar
door de 48-urige werkweek werd ingevoerd,
maar ook de ontevredenheid van het spoor
wegpersoneel als reactie op de plannen tot
loonsverlaging en verlenging der werktijden
en een toenemende ontstemming onder de
arbeiders waren er het gevolg van. Maar
oek de overheid bleek van de juistheid
van den bezuinigingseisch overtuigd. Veilig
stelling van den gulden werd de leuze. En
het bouwwetje tot beperking van den
scholenbouw, de nieuwe burgerlijke pen
sioenwetten zonder premievrijdom, waartegen
de Eerste Kamer zich verzet had, het plan
tot verlaging der ambtenaarssalarissen en
tot nieuwe klassificatie der gemeenten ont
stonden. Op alle begrootingen werd zooveel
mogelijk bezuinigd en de jongste troonrede
stelde nieuwe bezuiniging in het vooruit
zicht, een plan, dat blijkens de begroo-
tingsdebatten de algemeene instemming
had. Naast wetten en besluiten, die aan
dezen bezuinigingseisch hun ontstaan
'dankten, kwam een vrij ingrijpende ver
andering van ons erfrecht tot stand, werd
een Landbouwongevallenwet, een wijziging
van de Stoomwet, een wet tot regeling
van het levensverzekeringsbedrijf enz. inge
voerd, terwijl de Kamers van Arbeid werden
opgeheven. Tegen een ontwerp, dat plaat
selijke keuze invoerde inzake drankverbod,
verzette de Eerste Kamer zich. Datzelfde
lot ervoeren de voorstellen tot Grondwets
herziening, zooals die aanvankelijk waren
ingediend. De regeering wijzigde de voor
stellen in dien zin, dat de wijziging der
Kieswet en der Provinciale Wet kwam te
vervallen, evenals de ontbindbaarheid der
Provinciale Staten en aan de pensioen
regeling voor leden der Tweede Kamer
haar terugwerkende kracht ontnomen werd.
In dezen nieuwen vorm konden de heeren
aan beide zijden van het Binnenhof zich
ermede vereenigen, zoodat nu invoering
van de evenredige vertegenwoordiging ook
voor de Eerste Kamer wel de belangrijkste
wijziging werd.
Tengevolge van deze Grondwetsherzie
ning moesten de Staten-Generaal ontbonden
worden. De nieuwe verkiezingen, waarbij
47 partijen elkaar bestreden, leverden in
de Tweede Kamer een meerderheid van
60 zetels tegen 40 aan de rechtsche par
tijen en in de Eerste een van 41 tegen 9.
Op 25 Juli werden daarna de Staten-
Generaal ter afhandeling van de Grond
wetsherziening heropend. Het bestaande
ministerie onder Mr. Ruys de Beerenbrouck
hervormde zich met een minister van
Marine, die tot nu toe ontbrak en een
nieuwen minister van Waterstaat, terwijl
het departement van Landbouw werd
opgeheven. Het nieuwe zittingsjaar werd
daarna in September geopend met een
nieuwe troonrede, die o.a. regeling van de
rechtspersoonlijkheid der kerkgenootschap
pen, een nieuw wetboek van burgerlijke
rechtsvordering en een nieuwe regeling der
Arbeidsovereenkomst, een wijziging van de
Kieswet, door de invoering van evenredige
vertegenwoordiging voor de Eerste Kamer
noodig geworden, eene herziening der
Drankwet, geleidelijke afschaffing der Huur
wetten, wijziging van de Wet op de be
smettelijke ziekten ter ondervanging van
het bezwaar tegen vaceinedwang, enz. enz.
beloofde.
Deze troonrede werd niet, als gewoonlijk,
door de Koningin zelve uitgesproken. Hare
Majesteit, die o.a. door deelname aan de
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62’/2 cent per 3 maanden
de onafhankelijkheid gaf en brachten ten
slotte hun verzet tot tastbare uiting, toen
de Oostersche politiek van Lloyd George
op de onverzettelijkheid der Turken dreigde
te stranden. Op het oogenblik, dat de oorlog
in het nabije Oosten dreigde, terwijl onder
de Moslims in Voor-Indië, waar Gandhi’s
beweging reeds getuige den aanslag op
het gevolg van den Prins van Wales, toen
die in Indië reisde een gevaarlijke
stemming wekte, de ontevredenheid wagens
Engeland’s anti-Turksche houding toenam,
moest Lloyd George voor den conservatieven
leider Bonar Law plaats maken. De ver
kiezingen, die daarna plaats hadden, en
die den conservatieven een meerderheid
van 70 zetels boven de andere partijen
gaven, maar niettemin toch de arbeiders
partij en de liberalen van Asquith de
grootste voordeelen brachten, bevestigden
den nieuwen eersten minister in het gezag.
Waar deze en de conservatieven in het
algemeen een wat strakkere houding tegen
over Duitschland en een minder rekening
houden met de wereldbelangen voorstaan,
is het begrijpelijk, dat men in
Duitschland
met deze verandering niet bister is in
genomen.
Want alleen van vèr strekkende tegemoet
komingen inzake de uitvoering van het
vredesverdrag kan Duitschland een te boven
komen van zijn overstelpende moeilijkheden
hopen. De mark daalt er met een werkelijk
bewonderenswaardige snelheid. En de nood
der bevolking vooral voor middenstand en
intellectueelen stijgt bijna in het zelfde
tempo. De onrust, die van dezen toestand
en van de veranderingen, door den oorlog
gebracht, het onvermijdelijk gevolg is,
bemoeilijkt nog elke poging tot herstel,
waar de eischen der schadevergoedings-
verplichtingen, ook in de hooge bezettings-
lasten tot uiting komend, daarvoor nog
plaats mochten laten. Niet het minst in
de rechts-radieale kringen toont ze zich.
De vermoording van Rathenau, den minister
van buitenlandsche zaken, en de voort
durende roerigheid dier kringen was er de
vernietigende uiting van. Daarnaast bereidde
de houding van Beieren, dat o.a. tegen de
wet ter bescherming der republiek in verzet
kwam, het rijk nog tal van moeilijkheden.
Door het vormen van een grootere coalitie,
waarin ook de Duitsche Volkspartij op
genomen zou zijn, trachtte de regeering
Frankrijk
in het geding.
Die vriendschap sprak zich anders in de
internationale politiek wel zoo duidelijk uit,
dat men voor haar vooreerst nog niet be
hoeft te vreezen. België volgde Frankrijk
vrijwel overal als een getrouwe schildknaap.
En toen het te Londen bij de bespreking
der van Duitschland te nemen waarborgen
een eigen weg ging, bleek wel hoe slecht
dit den Franschen vriend beviel.
De politieke toestand van Frankrijk,
waar het proces-Landru heel wat opschudding
wekte, werd als trouwens de geheele inter
nationale toestand, maar in bijzondere mate
door het schadevergoedingsvraagstuk be-
heerscht. De ministerwisseling, die Poincaré
aan het bewind bracht werd er door ver
oorzaakt. En zijn verhouding tot andere
staten stond geheel onder den invloed ervan.
Met
Ik zelf ben er niet bij geweest,
't Was op een bovenzaal,
En trappen klimmen kan ik niet,
Dat weet je allemaal.
Doch Buurvrouw heeft er van verteld
Hoe kranig zij het vond,
En hoe Mevrouw gesproken had
Daar bij den Vr^heidsbond.
De mannen hebben altoos al
Alleen de baas gespeeld,
Dat wij er niets aan konden doen,
Heeft ons al lang verveeld.
Nu is voorgoed dat liedje uit,
Het onrecht werd hersteld;
Dat wij mee mochten stemmen gaan,
Heb ik je reeds verteld.
Ik moest dien dag naar ’t Armhuis toe,
Doch dat was niet zoo slim,
’t Mag op ’t Stadhuis heel deftig zijn,
Ik houd niet van geklim.
Daar ’t jaar, dat nu begonnen is,
Ook raadsverkiezing heeft,
Dan doen we mee, en 'k ben benieuwd,
Wat uitslag het dan geeft.
Ja, vroede mannes! weet wel, dat
Je zetels wankel slaan;
De nieuwe bezems vegen schoon,
Hoe zal het met je gaan?
Wij willen ook op ’t kussen nu,
Het recht staat bij ons hoog,
Ons kransje heeft, dat weet ik vast,
Drie dames reeds op ’t oog.
Het zijn gewikste, en niet dom*,
Zij zeggen, waar ’t op staat,
Doch laten het bij praten niet
Zij willen ook de daad.
Wie dat dan zijn?... Dat zeg ik niet!
Wij houden ons bedaard
Ik zal niet klappen uit de school,
Dan kijkt men in ons kaart.
Wij eischen ons rechtmatig deel,
En spelen eerlijk spel,
De spreuk van ’t deksel op den neus,
Kent iedre vrouw heel wel.
En wat men zegt van damespraat.
Dat weten w’ ook al lang,
Doch ied’re vrouw houdt, waar het moet,
Haar tong wel in bedwang.
De vrouw is wel zoo wqs, dat zij
De spreuk voor oogen houdt:
Het spreken mag soms zilver zijn,
Het zwijgen is vaak goud.
Toeh heb ’k wel wat te zeggen nog,
Maar denk’lijk komt mijn man...
En als die spreekt zwijg ik maar liefst...
Nu weet j’ er alles van.
Dus komt hij klaar, de andre week,
Dan lees je ’t in de krant.
Maar kan hij niet dan komt er nog
Een stukje van mijn kant.
PIETERNEL.
Voor Thomasvaar vraag ik excuus,
Die komt wat laat dit jaar,
Hy was een weinig ongesteld,
En heeft zijn werk niet klaar.
Och, weetje, hoe het eig’lijk is?
Wat indruk dat ik kreeg?
Zijn krachten nemen allengs af,
Het vers wordt hem te dreeg.
Hij lijkt op 't oog neg niet zoo min,
Als men hem stappen ziet,
Maar d’ oude dag plaagt meer
Hij zelf beseft het niet.
Zijn denkkracht wordt hard minder ook,
Wat mij al dikwerf bleek,
Zijn jaarvers draagt daar sporen van,
Het komt in d’ andre week.
Ik wil ’t wel gaarne voor hem doen
En stelde het hem voor,
Maar o! dat leek hem niets er naar,
’t Was poesje ’t oog uit, hoor!
Ik heb het immers haast gereed!’’
Zei hij, met boos gezicht;
„Je hoeft voor mij niet in de bres,
Ik maak ’t nieuwjaarsgedicht!”
Doch zie, reeds een paar weken al
Was hij druk in de weer,
Hij zat te rijmen heel den dag,
Maar ’t wou niet lukken meer.
Hij wordt, zoo 'k zei, bepaald te oud,
’t Geheugen blijft niet sterk,
Hij zit en schrijft, en krast weer door,
Hij heeft veel werk van ’t werk.
Van zelf ’t gaat in vertrouwen, hoor!
Vertel het hem maar niet,
Want dak het niet recht vlotten wil,
Doet hem juist groot verdriet.
Doch als hij ’t in de krant dan leest?
Zoo rijst misschien uw vraag..
Deez’ krant wordt stil verdonkremaaud,
Waar ik wel zorg voor draag.
Hij zei, 'k moest schrijven aan de krant
Dat ’t vers één week vertraagt...
Nu neem ik gauw mijn trekken waar,
En schrjjf, wat mij behaagt.
Vanzelf, ik heb nu 't padje ruim
En zeg dus wat mij lust,
Want Thomas neemt, wijl ik dit schrijf,
Een oogenblikje rust.
Er is één zaak, waarvoor ik mij
Bijzonder intresseer,
Wijl Thomas er den draak mee steekt,
Pen ik het gauw ter neer.
Men zegt, het is der vrouwen recht
Te hebben ’t laatste woord,
Maar zie, het gaat nu omgekeerd,
Wijl je my ’t eerste hoort.
Ja, iets is waarlijk omgekeerd,
Belangrijk ook voorwaar,
De vrouwen mochten stemmen gaan,
Vijf Juli van dit jaar.
Met gulden letters, hel en klaar,
Mag wel geschreven staan
De eerste schrede naar ons recht
In de historieblaan.
Voor mannen is ’t een hard gelag
Te delven ’t onderspit,
De vrouw speelt nu ook mee de baas,
Dat geef ik zwart op wit.
Vanaf mijn jonkheid was ’t mij leed
Dat ik niet stemmen mocht,
En dat de vrouw den weg naar recht
Nog altoos vruchtloos zocht.
Wij mochten lijd’lijk toezien slechts
Wat m’ over ons besloot,
Doch nu zijn we gelijk bevoegd,
En daarop gaan we groot.
Voor ’t eerst nu op mijn ouden dag
Mocht ik mee stemmen gaan,
Al valt het loopen m’ altoos zwaar,
Toen stapte ik als een haan.
Ja, vrouwen! die dit mooglijk leest,
Beseft uw waarde wel;
Doe maar gerust aan politiek,
Ons heil staat mee op 't spel.
Hier trad, ik meei in ’t laatst van Maart,
Als spreekster op vrouw Boon,
Die stelde op heel heldre wijs
De plicht der vrouw tsu toon.
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
feesten ter herdenking van de inname
van Den Briel voor 350 jaren, welke
inname het begin werd van onze onaf
hankelijkheidsstrijd tegen Spanje, en aan
de Groningsche feesten haar medeleven met
het volk bewees, bracht op dat oogenblik
haar bezoek aan de drie Scandinavische
rijken, Denemarken, Zweden en Noorwegen,
waar haar een allerhartelijkste ontvangst
ten deel viel. De reeds bestaande hartelijke
verhouding tusscben ons en de drie Noor
delijke volken werd er ongetwijfeld door
verinnigd.
Ook met de andere Europeesche Staten
bleven we in vriendschappelijke betrekking,
al laat de hartelijkheid der betrekkingen
tusschen ons
en
België
nog wel wat te wenschen. De toenemende
invloed der Vlamingen, die een hartelijke
verhouding met ons land nastreven, mag
ons echter doen verwachten, dat dit gaande
weg beter zal worden.
Die toenemende invloed werd natuurlijk
niet zonder strijd verkregen. De processen
tegen Vlaamsche leiders, o.a. tegen Dr. de
Beuckelaere, wiens vrijspraak volgde, en
de ophitsende beweging tegen anderen, als
tegen prof. Daels, waren er het gevolg van.
En nog pas bewezen de relletjes te Luik
bij het bezoek van de hoogst gematigde
Vlaamsche ministers Jaspar en Franck, de
woede der Walen en Franskiljons. Maar
de Vlamingen geven geen kamp. De strijd
voor hun rechten concentreert zich thans
om de Vervlaamsching der Gentsche Hooge-
scheol, die het ontwerp van Van Cauwelaert,
Antwerpen’s burgemeester, heeft voorgesteld.
Daarentegen verdubbelen ook de Frans
kiljons, veel meer dan de Walen, hun
pogingen, de Vlamelingen er onder te
houden en brengen daartoe ook de vriend
schap met
Bolswardsche Courant
H
I