der Gemeente Bolsward
Officieel Orgaan
V.S. PEPERMUNT
vergeten heb.
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
Woensdag 31 Januari 1923
62ste Jaargang
No. 10
HET JAAR 1922.
OUD-BOLSWARD.
VOETBAL.
DE HAREN
RIJZEN MIJ
TEN BERGEnu
ik de
Slot.
4.
Ik
doet,
'k meen.
I
Engros bij R. 0. VAN SLOOTEN, Harlingen
en bij de bekende grossiers.
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
ons kwijtge-
en thee,
voor de grap,
En uit nieuwsgierigheid,
’k Wou hooren, wijl het kermis was,
Wal mij daar werd gezeid.
Ik wist, dat met waarzeggerij,
Die vrouw mij toch bedroog...
Zij hield, bij alles wat ze zei
Een slag om d’ elleboog.
was, zei zij, vanaf mijn jeugd
Gelukkig steeds geweest,
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62‘/2 cent per 3 maanden
’k Was nu aan ’t eind haast van mijn baan,
Daar was zij voor bevreesd.
Ik lachte en zei: Dat weet ik ook:
Die tachtig jaren telt,
Maakt niet veel kromme sprongen meer,
Dat hoeft mij niet voorspeld.
Dat nam ik haar niet kwalijk dus,
Ik stemde het haar toe.
Maar mijn geluk in vroeger tijd...
'k Wou gaarne weten: hoe?
Daar maakte zij zich zoowat af:
Geen ziekte had ik veel,
En 's werelds zegen, zoo zij zei,
Viel ruimschoots mij ten deel.
Nu goedDat ’k steeds sobreeren meest,
Dat ging die vrouw niet aan,
Doch ’k vreeg wat meerder klarigheid,
Omtrent mijn daagsch bestaan.
Toen zei ze: «Wee» voorzichtig man!
«Je speelt gevaarlijk spel,
Je lust, dat zie ik aan je neus,
«Je nat en droogje wel!
Toen, vrouwbegreep je, dat ik haar
Geen meer vertrouwen schonk,
Omdat ik vast in veertig jaar
Geen enk’le borrel dronk.
Toen ’k opstoof, trok ze gauw bakzeil,
Zou ’t met de gek beslaan
Ik meenje drinkt veel kofje
«Trek je dat zoo niet aan.
«Je hebt daarbij, gelukkig maar,
«Ook een gezonde maag...
Zoodat ik, riep ik heengaand uit,
Geen praatjes meer verdraag.
Gelijk het mij in cakewalk
Beviel het u daar slecht.
Voor oudjes komt er van zoo iets
Heel weinig meer terecht.
Thomasvaar.
Nou ja, dat is, zoo ver het reikt,
Maar ik vond het beroerd,
't Verwijt van iets, waartegen ik,
Lang strijd reeds heb gevoerd.
Waar ziet zoo’n vrouw mij toch vooraan?
Als ik mijn zin eens kreeg,
Dan werd er heel geen drank verkocht,
De kroegen bleven leeg.
'k Ben nu aan 't einde van mijn vers,
’t Werd langer dan ik dacht,
Eén ding kwam er, daar sluit ik mee,
Dat ’k erger had verwacht.
Er kwam belatting tp tabak,
’t Hing lang al in de lucht,
Dat was iets, waar ik vrees voor had,
Daar was ik voor beducht.
Ik rook nog tegen d’ ouden prijs,
’k Begrijp niet, hoe het kan,
Vooraf was er veel drukte mee,
Nu merk je niets er van.
Myn pijpje rook ik door de week,
Des Zondags een sigaar;
En zoolang dat mij nog goed smaakt...
Blijf ik wel Tkomaevaar.
Verhuurd aan Lourens Louren’s Posthu
mus voor f 13,10. Totaal 815 gld., 12 st.
8 penn.
In 1855 is er voor den Harlingerweg
iets afgenomen en in 1864 een perceel
land geruild met de Kerkvoogdij van Wit-
marsum.
Het Armhuis kaeeg een toehaak van f 100.
In ditzelfde jaar werd met Mr. Boele
Jacobus de Kok ook een ruiling gesloten
over een perceel uit de plaats van Tjeerd
Anskes. Het Armhuis ontving toen in ruil
een stuk oude weg en een toehaak van f 400.
Onder Hiemert lag een stuk weiland
groot 41/2 pondemaat; dit werd verhuurd
aan Jentje van der Veen voor 13 gld. 10 st.
en is in 1837 verkocht aan Mr. L. Dor-
hout te Leeuwarden voor f 500.
Onder Oosterend lag 10 pondemaat land,
verhuurd aan Gerrit Jelles voor 13 gld.
10 st. p. p. In 1876 is dit land over
gedaan aan de kinderen van Minne Ates
Wiersma te Oosterend en in ruil ontvangen
een stuk land te Burgwerd.
Hst Armhuis ontving f 1065 tee, volgens
schatting van deskundigen.
Eén post van inkomsten rest mij nog
te melden en welHuur van woningen f 74,40.
Ofschoon aan het Armenhuis behoorden
28 woningen in de stad en 2 te Burgwerd,
werd toch slechts van vier dezer huur
ontvangen. In de stad werd van een woning
f 18 gebeurd, van een andere 20 gulden
16 stuivers en nog een van 15 gulden
12 stuivers, terwijl te Burgwerd de eene
kamer f 20 deed en de andere gratis werd
bewoond.
Beide kamers te Burgwerd zijn in 1844
publiek verkocht, de netto opbrengst is
geweest f 957,60.
Hoewel van een en ander nog meer zou
zijn te zeggen, meen ik het hierbij te
moeten laten, vreezende menig lezer en
lezeres reeds te lang bezig gehouden te
hebben over deze aangelegenheid.
Gegroet:
OBSERVATOR.
wij de «oliekoekstadbewoners” niet meer
in de Friesche hoofdstad krijgen. De groot-
mogendheden van Friesland alias het
F V.B.-bestuur toch hebben de F.V.B. in
klassen verdeeld wat voor de afdee-
ling reiskosten een gerief is trouwens
en nu zit dan F.C.A. in klasse C. met
een stuk of wat clubs uit Sneek, één uit
Workum en dan «Bolsward”.
«Kurze Rede langer Sinn”, wou ik dus
zeggen dat al eenige jaren de Bolswardsche
voetbalbeweging mij is ontgroeid en den
correspondent van het Sportblad voor
Frieeland komt de «honneurs” toe, ons
geregeld van de verrichtingen zijner clubs
op de hoogte te hebben gehouden.
Toen ik mij voor de tocht naar de binnen
landen van Friesland gereedmaakte, heb
ik mij voor alle nissigheid de nummers
van het bekende groene blaadje in de tasch
gemoord, hier en daar wat notities daar-
gesteld en toen ik de wagen van het
ouderwetsche trammetje verliet dat mij na
baast een halve dag reizen ter bestemder
plaatse deed arriveeren, was ik zoo ver
dat ik het volgende wist
«Bolsward* heeft een keeper die wel voor
twee telt, twee goede vleugelspelers, een
prima half en een paar spelers die niet te
goeder naam en faam bekend staan.
F. C. A. heeft een reuze middenvoor,
een eminente hardwerkende spil en een
vertrouwd backstel.
Den «uitwedstrijd” wonnen de mannen
van «Van der Meulen” met 10 en toen
hadden ze twee invallers en waren on
geoefender of wat deftiger is «minder goed
getraind” dan Bolsward.
Aldus worteltrekkende uit deze alge
braïsche rekensom, was ik liehtgeloovig
genoeg om mijn chance aan F. C. A. te
geven.
Heteerste wat mij in Bolsward teroore kwam
was dat «Bolsward” aanmerkelijk gewonnen
had door het royement van een lid (dat
was dan zeker een «leed”) en de betoonde
collegialiteit van een ander speler, die nu
ook niet meer wou. Dat was myn eerste
XXVI.
In het staatje, vermeldende dejaarrekeoing
van ’t Armenhuis over 1809 in het vorige
nummer, meldde ik onder:
f. Eeuwige Renten: 94 gulden 5 stuivers
8 penningen.
Deze som werd telken jare ontvangen
van eigenaren van huizen, meest in de stad,
wier panden met die bedragen bezwaard
waren. Ze zullen, als zijnde onvervreemdbaar
nog wel worden afgedragen aan deze ad
ministratie.
e. Grendpachten10 gulden 19 stuivers
8 penningen.
Op gelijke wijze als boven, maar dat>
rustende op erven of landerijen. Ze zijn
verkregen door vroegere schenkingen of
wegens ’t toestaan van erfdienstbaarheden
ten gunste dier gronden. De gemeente,
en ook de andere stichtingen hebben der
gelijke grondpaehten en renten telken jare
te innen.
d. Rente van Effecten 452 gulden
2 stuivers 12 penningen.
Deze obligatiën enz. zijn vroeger aan
gekocht voor de opbrengst van verkochte
vastigheden.
In 1809 waren er 5 stukken in de geld-
leening ten behoeve der provincie Friesland
samen f 10204 en zijn in 1815 gecon-
venteerd in:
1°. Een bewijs van primitieve inschrijving
Grootboek N. W. schuld groot f 4700.
2°. Idem aandeel uitgestelde schuld,
groot f 9400.
3°. Negen kansbiljetten a f 1000 en
twee ieder f 200.
In 1825 is een dezer biljetten uitgeloot
met f 1000 betaalbaar in 1843.
Later bleek evenwel zoo staat er in
de memorie dat deze kansbiljetten ver
loren zijn gegaan tijdens de administratie
van Mr. D. Jakles en in 1828 zijn op
diens kosten weer voor gelijk bedrag kans
biljetten aangekocht. In 1842 zijn ze
echter «uit voorzorg” staat er bij
geconventeerd in bewijzen aandeel Nat.
Werk. Schuld somma f 1800 en een
obligatie ten laste der stad Bolsward, groot
f 3800, rente 21/2 pCt.
Om door de moeielijkheden heen te komen,
welke ontstonden bij de Fransche over-
heersching, moesten gelden geleend worden.
Een oud staatje daarvan vond ik en het
is wal aardig het hier te laten volgen.
Het staat in de balans opgegeven onder
de rubriek Schulden.
Aan den heer J. Haitsma te Bolsward
f 2000, rente 4 pCt.
Aangegaan in 1874, afbetaald in 1840.
Aan het Weeshuis alhier f 500, rente 3 pCt.
Opgenomen 1795, afbetaald in 1832.
Aan het Gasthuis alhier f 1000, rente3 pCt.
Gekregen in 1795 is in 1859 kwijt
gescholden.
Aan het Weeshuis alhier f 1000, rente4 pCt.
Ontvangen in 1799, terugbetaald in 1840.
Aan het Gasthuis alhier f 2000, rente 4 pCt.
Opgenomen in 1799 ons kwijtge-
sehslden in 1859.
Aan het Weeshuis alhier 1200, tegen 4 pCt.
Ontvangen in 1803 en 1804 terug
betaald in 1840.
Aan Jacob Roelofs te Bolsward f 600,
tegen 4 pCt.
In 1805 ontvangen, aan de erven terug
betaald in 1817.
Aan het St. Anthoniegasthuis f 3000
h 3 pCt. rente.
Ontvangen in 1808
scholden in 1859.
Deze lijst reeds spreekt duidelijk van de
moeielijkheden waarmede deze administratie
te worstelen heeft gehad in den zooge-
naamden Franschen tijd, geen wonder, dat
het daarna een teer zal zijn geweest weer
op dreef te kernen. Een nobel idee wekt
„F. C. A.” krijgt klop. De nieuwe clubs verdringen de oude.
„Bolsward” over alle liniën haast superieur. Derood-wittekampioens-
illusies vernietigd. De kansen der kanaries stijgen aanmerkelijk.
Reeds lang had ik met de redactie de
afspraak gemaakt den wedstrijd tusschen
de Bolswarder pretendenten voor de eere-
plaats 1ste klas F.V.B. te zullen verslaan.
Waarom hadden wij die afspraak gemaakt?
Wel omdat de bekeade voetbalrubriekver-
zorger van de Bo'swardsche Courant voor
deze gelegenheid den lezers nu gaarne eens
een verslag wou voorzetten van iemand
buiten de plaats, zoodat das alle schijn
van partijkiezen vermeden werd. Want de
stuurlui langs de kalklijnen of te wel het
„publiek" zijn zoo geneigd om, wanneer
een scribent de waarheden op ’t tapijt
brengt, hem direct partijdigheid in de
schoenen te duwen.
Zoo heb ik dan Zondag de oude stad
van Gysbert Japicx opgezocht, om daar
incognito den wedstrijd bij te wonen en
dan naar beste weten en kunnen rapport
op te stellen en uit te brengen.
Laat ik even zeggen, dat de oudste
Bolswardsche club mij niet geheel vreemd
was, ze kwamen vroeger ook in Leeuwarden
en verloren vaak ik durf niet zeggen
«haast altijd” wel eens met een stuk
of 14 tegen en 0 voor. Ze waren altijd
prettige tegenstanders die F.C.A.-ers en
konden wel tegen een stootje, tenminste
als ze 't eene jaar «knock out” geslagen
werden, kwamen ze de volgende competitie
met evenveel plezier terug.
De laatste jaren is er op voetbalgebied
veel veranderd (verbeterd durf ik niet te
zeggen.) Het aantal jongelui dat tegen een
bruin leer aanschopt tenminste tracht
te schoppen is exorbitant toegenomen.
Een groot deel van hen leeft van Vrijdag
tot Dinsdag in een soort voetbaldelirium,
redeneert over knullen van «refrees”, de
moeilijke regels van «absijt”, zegt dat ze
er Zondag op los zullen huffen, kortom
al men zoo tusschen die enthousiasten
staande de uitslaglijst raadpleegt, blijkt
wel dat er veel verandering in de voet
balsport maar weinig verbttering is gekomen.
Die verandering en toename der voetbal
sport dan is ook de oorzaak geweest dat
Je zei, ’t gaat als een golvend boot,
En zoo kreeg ik ook zin.
Maar, menschen! wat werd ik bevreesd,
’t Was iets wat mij niet past,
’k Was blij, dat 'k levend onder was,
’k Hield mij aan buurvrouw vast.
Ja lach maar Oudje! ’k was beroerd!
Doch nu moet ook gezeid
Gij zijt toen in dat spel geweest
«Van Kunst en Nijverheid”.
Je doopceel werd daar fijn gelicht
’t Was iets uit d’ oude doos,
Maar toen je uit den wagen kwaamt,
Was je verschriklijk boos.
Thomasvaar.
Nou ja, het ging toen
het, dat het Bestuur van het Gasthuis
in 1859 de pen heeft gehaald door de
vorderingen ten laste dezer armenadmini
stratie. Een bedrag toch van f 6000 werd
toen kwijtgescholden.
Om een beetje uit de schuld te geraken,
was dan ook reeds in 1839 met concent
der Prov. Staten overgegaan een der
boerenplaatsen te gelde te maken. De op
brengst was voor 48 pondemaat met huis
in totaal f 13625,12.
De tijden waren toen wel drukkend.
Laat ik ten slotte nog even aanstippen
welke landerijen toen (1809) aan’t Armen
huis behoorden en wat ze opleverden.
Onder Boleward. 1°. Een zathe en landen,
groot 53 pondemaat. Verhuurd aan G.T. W.
Doekeles, tegen 14 gulden 10 stuiver per
pondemaat. De zuivere opbrengst was per
jaar f 797 50.
Hiervan moest de stad Bolsward elk jaar
f 5 ontvangen.
2°. Een idem groot 66 pondemaat, ver
huurd aan Tjeerd Anskens voor 14 gulden
15 stuivers per pondem. Zuivere opbrengst
f 973,10.
Elf pondemaat dezer plaats zijn onder
Oegeclooster gelegen.
3°. Een zathe en landen onder Laard
en Zaard, groot 82 pondemaat. Verhuurd
aan Fokke Ties voor 15 gld. 1 st. p. p.
Totaal f 1234,10.
4°. Idem, groot 48 pondemaat, verhuurd
aan Ane Jans voor 14 gld. 16 stuiver p. p.
Opbrengst netto f 710,40.
Deze plaats is 21 Nov. 1839 publiek
verkocht, gelijk boven is gezegd.
5°. Idem onder Allingawier, groot 44
pondemaat 4 einzen 4 roeden.
De Diaconie te Tjerkwerd had hierin
2 pondemaat over hoog en laag.
Deze plaats was verhuurd aan Jan Annes
voor f 19 p. p. Totaal f 842,65.
60. Idem te Burgwerd, groot 85 pondm.
Verhuurd aan Rients Jans voor 12 gld.
17 st. 8 penn. p. p.
In totaal netto 1094 gld. 7 st. 8 p.
7°. Idem te Witmarsum groot 621/2 pd.
Thomasvaer.
Twee nieuwe tcholen kwamen klaar,
Gebouwen van belang,
Een kostbaar iets voer land en stad,
Te duur weldra, ben 'k haag.
Ook in Den Haag ziet men ’t al in,
Men wil bekrimpen gaan,
Doch daarbij dient het onderwijs
Op peil te blijven staan.
In scholenbouw heerscht weelde thans,
Wijl elk maar bouwen kan;
De Staat gaf hen de handen vrij,
En nu kwam dit er van.
Voor elke richting nu een school
Dat is thans maar de leus!
Wat was dat anders in ons tijd,
Toen had men heel geen keus.
Men zag naar richting toen niet om,
Verdeelde het naar stand,
De defligen wat bij elkaar,
En verder navenant.
Men had teen eigenlijk geen keus,
Het geld bepaalde dat,
’t Was mingegood, of tusschenbei,
Of die meer centen had.
Wij zaten vredig naast elkaar
En leerden, meen ik, goed,
Nu is er scheiding alleszins,
Men meent dat dit thans moet!
Voorheen had men de Burgerschool,
Dat was voor d' eerste klas,
Daar gaf men 't hoogste schoolgeld ook
Omdat men burger was.
Da Tusschensehool was ’t middenstuk
Toen tusschen arm en rijk,
Daar gaf de kleine burgerstand
Dan van zijn krachten blijk.
De mingegoeden ook vereend,
Daar deed ook elk zijn best,
Wie trouw en lang de school bezocht,
Dio won het van de rest.
Want leerplicht kende men toen niet,
Elk maakte het begin,
Bij d’ armen was de lust vaak klein,
Verdienen meer naar ’t zin.
De ryk’ren kwamen later nog
Bij de Mesjeu terecht,
Eu werden op de Fransche school
Wat extra onderlegd.
Stand schijnt nu geen beletsel meer,
Om naar één school te gaan,
De standen zijn nu weer gemengd,
’t Komt nu op richting aan.
Vier m.u.l.o. scholen in ons stad
Dat is toch niet te min,
Hawar! als elk zijn best maar doet
Dan schik ik het nog in.
Thomasvaar.
Juist vrouw, 't is niet meer als van oude,
De oude tijd verdween:
Als ieder nu zijn bost maar
Zal 't beter gaan, naar
Die schelen uit ons jongen tijd,
Zoo vol gepropt en klein,
Voldeden niet aan goeden eisch,
't Moet frisch en luchtig zijn.
Goed onderwijs is van belang,
't Is levenskapitaal,
Doch d’ eisch wordt soms ook overvoerd,
Dat weten w' allemaal.
En wordt er met de wetenschap
Verdraagzaamheid geleerd,
Dan zijn de kosten goed besteed:
Is wedstrijd niet verkeerd.
De kermii, Thomas! weet je nog?
Gaf dit jaar veel vertier,
Men zag er zooveel tenten staan
Als 't vroeger ook was hier.
Thomasvaar.
Ja vrouwtje! die huppelende brug
Die lokte je, niet waar?
Daar ben je immers in geweest,
Maar o! wat zag je raar!
Nou ja, dat kwam je riedt het aan,
En bnurvronw wou er in,
1
Bolswardsche Courant
H'
n
PlETERNEL.
PlETERNEL.
PlETERNEL.
PlETERNEL.