Officiéél Orgaan der Gemeente Bolsward Ï.S. PEPERMUNT „DESEO” No. 12 Woensdag 7 Februari 1923 62ste Jaargang Iets over onze voeding. OUD-BOLSWARD. Uit de Raadszaal. TROMP - Sneek DE HAREN RIJZEN MIJ TEN BERGEnu ik de BERICHT! „De Brandstichter" Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave: Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4 Redactie. egoisme, of iets belang stellen in Het de gemeente- ver- Vergadering op Dinsdag 6 Februari 1923. b. en is de kloeke, lichte, lichttrekkende 7-CENTS SIGAAR. Vraagt ze Uwen winkelier. bet Hooge Bolwerk voor hunne daar wat versiering aan te vergeten heb. Engros bij R. G. VAN SLOOTEN, Harlingen en bij de bekende grossiers. Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting. Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen, enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief. Deze vrouw heet van haar zelf Marij Jansdr. was in 1618 wed. van Oupcke Tjerk». Is dat jaar hertrouwd met Jan Fransen Bollema. Van Marij Jans zij 2 testamenten van 1599 en 1627, doch omtrent het Convent staat niets beschreven. Tegenwoordig waren alle 13 leden. Na opening door den Voorzitter en goedkeuring der notulen werd mededeeling gedaan der In gekomen stukken: Van Ged. Staten goedkeuring der wijzi ging begrooting, het suppl. kohier H. O. en de vaststelling der jaarwedden van de Wethouders op f 400, Dat door B. en W. inzake ’s Raads voorstel tot wijziging der Commissie voor steunuitkeering aan Ged. Staten is geant woord, dat naar hunne meening de stich tingen, die de gelden beschikbaar stellen, ook de regeling daarvan behooren te hebben en dus naar hunne meening een verzoek Het zal onze lezeressen en lezers zeker aangenaam zijn te vernemen, dat wij in ons volgend Woensdagnnmmer een aan vang zullen maken met een nieuw feuilleton. Wij verkeeren in de gelukkige omstandig heden weder een mooie, zeer boeiende en oorspronkelijke Friesche novelle te kunnen geven, getiteld Detective-verhaal met Stille Bouke als hoofdpersoon. Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”, Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd. ter bewoninghe oude luijden”. Toch bleek aldra dat de daarvoor be stemde ruimte onvoldoende was; nog in hetzelfde jaar 1618 kochten de Diakenen van den Burgemeester Gerrit Folkerts Vogelsangh «vijf aan eenleggende caemers, staende op de Grote Campen, naest het Convent”. Hoe en waarvan de koopsom beiaald werd, is niets te vinden. Is in de oude documenten of annotaties dikwerf melding gemaakt van schenkingen en legaten ten bate het Armen-, Wees- of Gasthuis, omtrent bet Convent is daarvan in den beginne niets te vinden. Pas in 1631 wordt voor het eerst daarbij ook de Diaconie genoemd. Uit de bijeengezochte staten en registers, in ’t stedelijk archief acnwezig, blijkt evenwel dat men later ook dezen armenadministratie goed heeft bedacht. Uit die lijsten toch valt op te maken dat van 1631 tot 1789 aan de Diaconie «is besproken ende gegeven” de belangrijke som van 37811 car. guldens 11 stuivers en 8 penningen, dat is dus in een tijds verloop van nagenoeg 160 jaren dooreen genomen 235 gulden per jaar. In ’t jaar 1653 werd door Jhr. Pieter van Heerema, overleden te Tjerkwerd, een legaat van duizend goudguldens aan het convent vermaakt. De rentedezeraanzienlijke som, geschat op f 70, moest door de gezamenlijke erfgenamen opgebracht worden. (Duizend goudguldens 1400 car. gld). Sommigen hebben hun gedeelte in den loop der tijden afgekocht, doch op de Walta- State te Tjerkwerd rust tot in onze tijden de verplichting eener jaarlijksche rente van 26 gulden. Aan de Diaconie kwamen van ’t begin dezer Administratie af ten goede alle gewone en buitengewone collecten echter de belastingen op bet lidmaat-worden, be dragende 1 gulden per persoon en die op het doopen, zijnde een halve gulden, vloeiden in de beurs der Kerkvoogdij zoolang totdat die belasting werd afgeschaft. De genoemde collecten beliepen voorheen meer dan in latere tijden, de opgaven nog bewaard, getuigen zulks. Een voorbeeld: Anno 1706 Gecollecteerd op Nieuwjaar, ’s morgens 37 car. guldens, ’s middags 13 c. g. 8 stuivers. De laatste dag van Januari, ter gelegen heid van het H. Avondmaal 137 c. g. en 9 stuivers. Den 2 Mei van hetzelfde jaar tweede houden van ’s Heeren Nachtmaal 154 car. guldens en 7 stuivers. uDit zijn sommen die respect inboe zemen” teekent wijlen de beer Bartstra hierbij aan en «verbazend overtreffen de bedragen, waarmede de Diaconie thans wordt afgescbeept; vroeger zag men in de Avoudroaalbekkens nooit anders dan zilver geld, thans is ’t meest koper!” De verhouding tusschen Armvoogden en Diaconie is niet altoos geweest als men zou wenschen en verwachten ook doch daarover een volgenden keer. Gegroet OBSERVATOR. Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62'/2 cent per 3 maanden Wordt ons de vraag gesteld: waarom wij eten”, dan kan ieder daarop antwoor den: »om te leven” (en niet omgekeerd!) Maar waarom we niet leven kunnen zonder te eten, is meer een vaag begrip waarvan ieder wel de waarheid voelt, zonder die goed onder woorden te kunnen brengen. Om deze, inderdaad zeer ingewikkelde zaak wat duidelijker voor te stellen, deelt men de taak van het voedsel scherp in drieën en drukt het uit als volgt: In de eerste plaats behoedt het voedsel ons lichaam voor achteruitgang. Het lichaam is samengesteld uit ontelbare vele, uiterst kleine cellen, die ieder een eigenaardige taak hebben te verrichten. Elk van die celletjes gaan langzamerhand in kracht verminderen en sterft ten slotte geheel af. Vernieuwing is dus noodzakelijk en voor die wederopbouw moet ons voedsel zorg dragen. Van die geregelde «slijtage”, zooals men het wel uitdrukt, bemerken we al heel weinig. In enkele gevallen is het echter voor ieder duidelijk waar te nemen. Zoo weet elk, dat onze huidoppervlakte geregeld kleine schilfertjes afgeeft (duidelijk zichtbaar binnen donkere kousen of andere donkere kleedingstnkken die de huid raken); verder dat onze baren altijd ten deele uit vallen en wanneer er geen afwijkingen zijn, weer aangroeien. Dit slechts als voorbeeld van het geregelde afsterven van onze cellen, zooals het overal in ons lichaam plaats grijpt, waarbij het verlorene weer moet worden aangevuld. van enkele arme ende Bij kinderen, zoolang ze niet volwassen zijn, heeft het voedsel nog meer te doen dan vervangen. Voor den groei is extra voedsel noodig, om geheel nieuwe cellen te vormen. Vandaar dat krachtig voeden dan zoo noodzakelijk is. Iets dergel(jks heeft plaats gehad in het tijdperk van herstel na een zware ziekte, waarbij ongewoon veel van het lichaam verloren is gegaan. Het is dns heel verklaarbaar dat ook dan weer, meer dan anders goede voeding moet herstellen wat ten gronde ging. In de tweede plaats levert ons voedsel ons warmte. We zijn pas gezond, wanneer ons lichaam een bepaalde warmtegraad heeft (plm. 37 gr. C.) en ’t kan niet veel daaronder of daarboven gaan of 't leven is al niet meer mogelijk. Het is nu de taak van ons voedsel, voortdurend te zorgen dat de noodige warmte wordt gele verd; het doet dus als bet ware dienst als «brandstof”. En er moet nogal wat warmte worden voortgebracht, want ons lichaam heeft ook voortdurend een aan zienlijk warmteverlies. Zelfs bij groote hitte is onze omgeving altijd nog minder warm dan ons lichaam; hierdoor moeten we steeds warmte afstaan en wel meer naarmate ’t om ons heen kouder is; verder verliezen we ook veel warmte bij de verdamping van het zweet- vocht op onze huid; dit heeft onophoudelijk plaats, al bemerken wij daar ook niets van. Nu hebben we het te danken aan de wonderbare inrichting van ons organisme, dat er bij meer warmteverlies ook dadelijk weer warmte geleverd wordt, zoodat onze temperatuur bij felle koude of groote hitte dezelfde kan blijven. Wetende, dat van het voedsel de warmte afkomstig moet zijn, zal men zich dus niet verbazen dat men op koude dagen heel wat meer voedselbehoefte heeft dan bij groote hitte. We behoeven ons dus in ’t laatste geval niet gauw ongerust te maken over wat minder eetlust. In de derde plaats levert het voedsel ons werkkracht, iets wat ook niemand vreemd is. Slecht gevoede paarden zijn tot weinig arbeid in staat en zoo gaat het ook met slecht gevoede menschen. lijke- en staat onze plicht vervullen, te arbeiden is eu anderen tot hulp Hier tegenover staat, dat in het omge keerde geval onze arbeidskracht verloren gaat, we anderen en onszelf schade doen, in zorg en ellende kunnen brengen en veelal op kosten jagen. Natuurlijk mag die «zorg” nooit ont aarden in ziekelijke «bezorgdheid”; moet dus binnen bepaalde grenzen blijven. Die te trekken kan ieder voor zichzelf het beste. Er is geen sprake van ongeoorloofds, indien we in al wat onze gezondheid betreft, is zelfs plicht, te doen wat in onze macht is, om onze gezondheid als kostbare gave te bewaren. Vooral wanneer we niet alleen zijn, en anderen recht hebben op onze lichamelijke en geestelijke krachten, dan vooral mogen we niet roekeloos omgaan met wat ons als kostelijk bezit is toe ver trouwd. Het mag dus wel een verblijdend ver schijnsel worden genoemd, dat er steeds meer belangstelling wordt gevonden, vooral wat de gezondheid betreft. Daarom ook vertrouwen we, dat er onder onze lezeressen zullen zijn, die gaarne wat meer willen weten van «Onze voeding”, dat deel van de gezondheidszorg wat bij de huisvrouw berust en wat van zooveel invloed is op de geheele lichamelijke gesteldheid. De waarde van een goede voeding in dezen tijd nog aan te toonen, lijkt haast overbodig. Wij, die in den crisistijd in meerdere of mindere mate aan den lijve hebben ondervonden, wat «voedsel- schaarschte” beteekent, zijn hierdoor al vrijwel overtuigd geworden. En oneindig sterker nog spreken de gevallen uit de ontredderde landen, waar het voedselgebrek zoo verstrekkende gevolgen blijkt te hebben voor bet tegenwoordige en toekomende geslacht. Gelukkig hebben we in ons land weer overvloed van alle voedingsmiddelen, maar hier geldt het: een verstandig gebruik te maken van het beschikbare voedsel. In zekere mate bezitten we iets wat we «instinct” zouden kunnen noemen en wat ons als regel den goeden weg wijst bij de kenze van ons voedsel. Toch neemt men aan, dat dit in vroegere tijden sterker moet geweest zijn en dat met den voortgang van de beschaving er meer en meer van verloren is gegaan. We kunnen dus niet anders dan blij zijn met wat er door de weten schap vooral in de laatste halve eeuw op dit gebied gevonden is en we moeten er daarom maar dankbaar gebruik van maken. ’t Sterkst voelen we hiervan de waarde in bijzondere gevallen, zooals we hebben meegemaakt in tijden van gebrek aan voedsel, maar ook wanneer bekrompen financieele omstandigheden het voedsel- vraagstuk moeilijk maken of bijv, wanneer in gevallen van gebrek aan eetlust de keuze van voedsel een punt van gewicht zal zijn. Dan vooral blijkt het van nut te zijn, iets te weten van de samenstelling en de hoedanigheid van voedsel en de wijze waarop het door 't lichaam wordt verwerkt. Voeding. Die hebben wij noodig. In het belang van anderen en ons zelf zoo schrijft In en om ons Huis zijn we verplicht zooveel mogelijk voor onze gezondheid zorg te dragen. Pas wan neer we ons gezond voelen en dus de volle beschikking hebben over onze lichame- geestelijke krachten, zijn we in zoo goed mogelijk te zoo lang het dag en steun te zijn. XXVII. Aan den achterkant der binnenplaats van het zoogenaamde Convent bevindt zich een poort, die zelden gebruikt wordt, doch toegang verleent naar het Hoog Bol werk. Aan den binnenkant is boven deze poort een steen met eenige versiering aan gebracht en daarop staat te lezen: Heb: XIII v 16 En wilt gedeelsaembeit noch weldaed niet [vergeten, Aan die syn verarmt, verout en meest [versleten, Want God UEd. genaed hieruaer beloont, U weldaed die gby bier aen rechte Armen [toont. Anno: 1629. Dit opschrift, nog afkomstig van het oude gebouw, is bij de vernieuwing van het achterste gedeelte in 1871, weer op de oude plaats bevestigd. Daartegenover was in den achtermuur van den kant naar de Kampen een tamelijk groot beeld tegen den muur geplaatst. Men noemde dat beeld Ruth, doch «Ruth” is nu verdwenen. Omtrent het jaartal 1629 valt aan te merken, dat dit denkelijk ziet op een vroegere verbouwing. In het vers zijn door de plaatsing van capitalen (hóófdletters) ook bepaald getallen aangeduid. Het vers is stellig een chronogram of jaartalvers, maar de becijfering er van was mij te moeielijk, wijl de waarde van enkele der letters soms ongelijk wordt aatigegeven en twijfelachtig is. Als stichtingsjaar van deze Diaconie of Gereformeerde Armvoogdij vindt men het jaar 1618. De naam Convent Klooster, doet denken aan een stichting nog uit het Katholieke tijdperk, echter de inrichting van het gebouw (Hofjesbouw) kan ook aanleiding tot dezen naam hebben gegeven. De eigenlijke stichtingsoorkonde bestaat niet meer, doch er is nog aanwezig een titelblad van een boek, waarop vermeld staat: «Fundatie- ende Rekenboek van’tGere- «formeerde Armenhuys, staende op de Grote «Campen, gesticht ter wooninghe voor de «Gereformeerde Armen tot Bolswert, ge «sticht ende opgerecht in den jare XVJC «ende XVIIJ bij ende door navolgende «persoonen, als Maria Oupkes, wed. van «zal. Oupcke T. de edele Gerrolt „van Cvmmihgha en de edele Katharina „v. Ockingha, wed. van gen. Cammiogha; «mitsgaders Rolle van de Leden, die mede «staan onder de zorge en de collatie van «de Dienaren (Predikanten) van Bolsward, «als Successeurs in de Officie der Priesters”. ’t Is wel zeer te betreuren dat dit boek niet meer bestaat. Hierdoor gingen be langrijke bijzonderheden te loor met de stichting en 't eerste beheer dezer stichting in verband staande. Gelukkig evenwel weer dat althans de eerste (titel)pagina nog behouden bleef. Voor zoover bekend, had het Convent bij de oprichting en stichting niets dan het vrij ruime gebouw, geschonken door de twee genoemde weduwen. Vermoedelijk is ook nog voor hunne rekening geweest dat het gebouw «soberlijck ingerigt wert Alle organen, die arbeiden, verbruiken meer voedsel dan wanneer ze in rust zijn, ’t Sterkste komt dit uit bjj het verrichten van spierarbeid. Men heeft gevonden bij nauwkeurige onderzoekingen, dat een spier die arbeidt wel tot 4 a 5 maal zooveel verbruikt als een spier in rust. Het is dus geen wonder dat spierarbeiders zooveel meer voedsel kunnen en moeten verwerken dan menschen die een zittend leven leiden. Toch heeft ook degene die weinig z’n spieren gebruikt nog heel wat werkkracht noodig, want al liggen we, al slapen we, altijd door arbeidt ons hart, gaat de adem haling, de spijsvertering, de uitscheiding enz. rusteloos verder. Zal onze lichaamskracht niet verminde ren, dan moet ook voor ’t leveren van dat arbeidsvermogen ons voedsel zorg dragen. tot wijziging der Commissie niet kan worden ingewilligd. Dan was er een adres van «Andante” om een lokaal der muziekschool te mogen gebruiken. Dit zal in de volgende vergadering be handeld worden. Door den Voorzitter worden aangewezen voor het nazien der rekeningen van a. Gasthuis: de heeren Wesseling, Eerdmans en Yssels. Weeshuis: de heeren Haima, Roode van der Zee. Armenhuis: de heeren van der Wal, Stockmann en Mol, terwijl de overige leden als plaatsvervangers zijn aangewezen. Punten van behandeling. 1. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot verleening van voorschot over 1923 overeenkomstig art. 101 der L.O. wet. Volgens art. 101 der Onderwijswet moet de Gemeente bijdragen tot de kosten van instandhouding der bijzondere scholen. Die vergoeding wordt geregeld naar verhouding wat de kosten per leerling zijn op de openbare scholen. Dit is voor hier gemid deld f 11 63 per leerling lager en f26,83 uitgebreid onderwijs. Op deze som kan 80 pCt. als voorschot verleend worden. B. en W. doen hiertoe het voorstel en dit voorschot uit te betalen per half jaar. Met algemeene stemmen aangenomen. 2. Idem tot wijziging der instructie van den Gemeente ontvanger. Ged. Staten hebben aan besturen de vraag gesteld of wegens hooging der budgetten ook de zekerheids stelling der gemeente-ontvanger dient te worden verhoogd. De zekerheidsstelling moet minstens t/10 van het budget bedragen, of voor het meerdere kasgeld een veilige bewaarplaats worden aangewezen. Volgens het gemeentebudget is de zeker heidsstelling (f 16000,hier veel te laag, maar de girodiensj; bij de post kan als bewaarplaats dienen, zoodat dan geen ver- hooging der zekerheidsstelling noodig is. Daarom wordt voorgesteld art. 8 der instructie zoo te wijzigen, dat de ontvanger steeds verplicht is, als zijn kas f 16000 te boven gaat, dat meerdere bij den giro dienst te storten. Na een redactiewijziging, voorgesteld door den heer Haima, wordt het voorstel met algemeene stemmen aangenomen. 3. Adres T. v. d. Berg e.a., verzoekende verbetering van het pad langs het Stadsstreng met advies van Burgemeester en Wethouders. De bewoners aan het Stadsstreng ver zoeken verbetering van het pad naar en langs hun huizen. B. en W. adviseeren, dat het pad voor hun woningen als particulier eigendom is te beschouwen. De toegangsweg naar het Streng is reeds opgeknapt en verder kunnen B. en W. niet gaan. Uit de discussie blijkt, dat de Burge meester aan de adressanten heeft voorge slagen met het Dag. Best, een vergadering van alle belanghebbenden te beleggen om te trachten tot verbetering te komen. De raad keurt het advies B. en W. goed met algemeene stemmen. 4. Adres 1. Tichelaar en P. de Bruin verzoekende te mogen huren een stukje grond met voorstel van Burgemeester en Wethouders. Adressanten verzoeken ieder een strook grond van huizen om brengen. B. en W. adviseeren het verzoek toe te staan tegen 10 cent per M2 en overigens op gebruikelijke voorwaarden. Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. 5. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot uitdieping vande'Witmarsumer- vaart. Van ’t Gemeentebestuur Wonseradeel kwam het verzoek, de Witmarsumervaart, voor zoover in Bolsward liggende, op te knappen, wijl die verder op gebaggerd is. B. en W. adviseeren het verzoek in te willigen. Bij onderzoek bleek verbetering wenschelijk. De kosten zijn geraamd op ongeveer f4000, maar ’t Gasthuis heeft f 1000 er voor beschikbaar gesteld en bet Weeshuis heeft grond voor berging der specie beschikbaar gesteld. De kosten voor de gemeente zijn daarop geraamd op f 2200. B. en W. stellen voor er hoogstens f 2500 a Bolswardsche Courant V I c.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1923 | | pagina 1