der Gemeente Bolsward
Officiéél Orgaan
V.S. PEPERMUNT
vergeten heb.
1
Woensdag 21 Februari 1923
62ste Jaargang
No. 16
1
I
OUD-BOLSWARD.
L
7
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
- OVER -
„D ES EO”
Toch nog winter!
Uit het leven van een Atheïst.
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62*/2 cent per 3 maanden
DE HAREN
RIJZEN MIJ
TEN BERGE nu
ik de
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
Engros TROMP, Sneek.
Vergadering van „Het Nut”.
Herman Poort in „De Doele”.
a
I
Bolswardsche Courant
b
i
STADSNIEUWS.
OBSERVATOR.
-
it.
Engros bij R. G. VAN SLOOTEN, Harlingen
en bij de bekende grossiers.
’t Is wel wat laat dat hjj is gekomen,
maar bij is er nu toch werkelijk.
De heerlijke, zonnige dagen, die wij
in Jannari en begin Februari gehad hebben,
deden ons aan geen winter meer denken.
De eerste madeliefjes waren er reeds
en de rozeboompjes begonnen hier en daar
opnieuw te bloeien. Eu ziedaar, plotseling
zaten wij in de kou en lag bet winterkleed
voor ons uitgespreid. Het stemde ons
niet aangenaam, nü nog winter. Was bij
nu maar weggebleven, de verlangens naar
de lieve lente waren al opgewekt.
De winkeliers in onder- en bovenkleeding
vooral mopperden al lang, ’t Wil maar
geen winter worden, de menscben koopen
geen wintergoed en ’t is nog te vroeg
om met zomergoed uit te pakken.
De winterjassen en wintercostuums van
vorige jaren werden wat onder handen
genomen, doch zij werden weer opgeborgen
en als men ze al droeg, nu ja, dan was
het, omdat het nu eenmaal zoo behoort
hè, maar niet omdat het noodig was.
Neen, ’t is geen winter die met blijdschap
is begroet.
1) De heer Herman Poort, die woon
achtig in in Den Haag, zou over
Eokhuizen-Stavoren naar Bolsward
komen. Door staking der veerdienst,
moest de heer Poort een andere route
nemen. Dank zij den heer Dr. Beekhuis,
die zijn auto beschikbaar stelde, kon
de heer Poort toch nog op tijd hier
zijn. Het woord van dank door
Ds. Kossen hiervoor aan Dr. B.
gebracht, was zeker wel op zijn plaats.
het algemeen houden de Friezen van een
forsche, lichte, lichttrekkende SIGAAR.
En daarom is
(7-CENTS SIG -XAR) zoozeer gevraagd.
bijgevoegd te worden, dat nu de belasting
op ’t gemaal niet meer bestond men ook
afschafte de verordening op den verkoop
van het brood en de broodzetting. Tevens
behoefden de turven niet meer per sé door
de beëedigde tnrfdragers en meters bij de
burgerij op zolder gebracht te worden, de
schippers mochten het zelf nu doen als
men dat verkoos, en ook mocht de turf
nu per 100 stuks inplaats van per ton
geleverd worden. Ik zag ook nog een
ingezonden adres van den heer L. R. Lan-
tinga, die als Directeur der Stads-Bank van
Laening verhooging van salaris vroeg, maar
tevens verzocht hem een wachtgeld toe te
kennen wegens het vervallen der betrekking
van ontvanger der stedelijke belastingen.
Ik heb nagezocht, dat zijn verzoek om
wachtgeld, afgewezen werd, doch dat bij
om de zaken af te wikkelen, nog tot 1
Juni in functie mocht blijven als ontvanger.
Als Directeur evenwel werd hem, tot
vertroosting misschien, f 200 verhooging
toegekend.
Om nu ten opzichte der belastingen alles
mee te deelen wat mij onder oogen is
gekomen, wil ik dit artikel besluiten met
de vermelding, dat de Raad besloot van
de schippers, die aan den wal kwamen,
eenig walgeld te heffen en ook dat bet
tarief voor het marktgeld, zoowel voor
aanvoer van vee, als voor uitstallingen op
straat, marktdisschen enz. werd herzien.
Gegroet:
XXIX.
Door mijn uitstapje naar oudere tijden
en de beschrijving van het Armenhuis en
daarna het Convent, ben ik van mijn oud
chapitre afgeraakt en hoewel er meer van
dat vroegere gebeurde zich voor mijn blikken
ontplooide, meen ik toch voorshands weer
bij honk te moeten blijven. Dus bij het
jaar 1865 moet ik mij weer bepalen, wijl
in artikel XXII ik bezig ben geweest de
Blauwpoort af te breken. Van dat jaar
meen ik nog het verloop der gemeente
raadsverkiezingen te mogen vermelden. De
Gemeenteraad bestond toen nit 11 leden,
en wel de heeren: H. M. Ament (tevens
Burgemeester) 8. Lijcklama a Nijeholt en
J. de la Lande Cremer (Wethouder*) Mr.
B. J. de Kok, Dr. G. Hamming, J Brou
wer Dz., W. van Hulst, 8. R. Dijkstra,
J B. van den Oever, D. G. de Jong en
C. J. Westerhaan, Gemeente secretaris was
de heer 8. W. Fennema.
Aao de beurt van aftreding waren de
heeren Mr. B. J. de Kok, D. G. de Jong
en W. van Holst. Krachtens art. 7 der
Gemeentewet had den 3den Dinsdag in
September de verkiezing plaats. Vooraf
waren per advertentie en per circulaire
heel wat personen aanbevolen. De kiesver-
eenigingen waren nog niet verrezen om
leiding te geven, de actie ging gewoonlijk
van enkele clubjes uit. Bepaalde candi
daten werden nimmer gesteld, elk was vrij
zijn stembiljet in te vullen met den naam
van dengene, dien men bet meest gewenscht
achtte. Er waren op 19 Juli drie leden
voor den Raad te kiezen, elk mocht dus
3 namen op zjjn stembriefje plaatsen.
Geen wonder dat er vele verstrooide stem
men uit de bus kwamen. De uitslag was,
dat er 187 geldige briefjes waren inge
leverd.
-Mr. B. J. de Kok verkreeg 104 stem
men en was dus opnieuw benoemd. Verder
bekwamen J. Y. Galema 75. D. G. de Jong
(Aftr 70, W. A. Peereboom 68 G. Schoon-
hoff 62 stemmen. Deze 4 heeren kwamen
derhalve in herstemming voor de 2 nog
open vallende zetels.
Dat de winter van heden zich niet
overal in hetzelfde kleed tooit, bewijzen
de berichten in de bladen over geweldige
stormen. En als wij hier nog iets krijgen
van wat in Amerika plaats heeft gevonden,
dan wacht ons nog veel onaangenaams.
Laten wjj daarom hopen dat het blijft bij
hetgeen wij nu hebben en dankbaar zijn
dat het zoo is.
Langs de geheele kust van den Stillen
Oceaan heeft een ontzettende storm gewoed.
Voor zoover bekend, zijn zes schepen ver
loren gegaan, waaronder het Engelsche schip
«Tuskan Prince”, metende 5000 ton. Het
laatste draadlooze bericht, dat van het schip
werd ontvangen, luidde: «Wij gaan naar
de diepte. De boot breekt doormidden”.
Bestaan is: anders worden.
Multatüli.
In de Goudsche Crt. deelt ds. B. J.
Kanis uit Stolwijk eenige bijzonderheden
mede omtrent het leven van den bekeerden
atheïst Croiset.
De heer Croiset heeft zelf het volgende
aan ds. Kanis geschreven
«Oud 45 jaar. Eerst H. B. Stoen
boekhouder handelscorrespondentop 22'/2
jaar naar Amsterdamsche Tooneelschool,
kort aan het tooneelj op 25 jaar naar
Parijs (loopjongen, boekhouder); terug naar
Holland, boekhandelaar en propagandist
voor de anarchistische denkbeelden.
Weer naar Parijs; chef van de magazij
nen in groote fabriek.
Terug naar Holland; ik ga schrijven
in anarchistische bladen, heb een geheel-
oithouders-café in Rotterdam, verhuis naar
Amsterdam en treed nu regelmatig als
spreker en schrijver op voor het anarchisme.
Nu begint mijn carnèrre als declamator
(hoofdzaak Multatuli-vertolking). Spreken
voor de «Dageraad”.
Werd op 32 jaar tengevolge van over
spanning door propaganda op de markten
in de dagen van Juliana’s geboorte zenuw
ziek en verkeer gedurende vijf jaar drie
maal in een sanatorium.
Omdat ik niet meer spreken of schrijven
kan word ik spiegel- en lijstenmaker, open
een zaak als zoodanig in Hilversum, na 2
jaar failliet.
Wordt in Utrecht bioscoop-explicateur.
Ga weer naar Parijs, pakhuisknecht. Kom
ten gevolge van oorlog terug.
Onder invloed van oorlog wijzigen zich
mijn anarchistische denkbeelden, word in
tusschen lid van de Socialistische Partij
en haar tweede candidaat voor de Kamer.
Intusschen ben ik lid van de communis
tische Partjj geworden.
Op 37 jaar weer naar tooneel. Een jaar
bij Rooyaards. Een jaar bij Cbrispijn. Een
jaar bij Intiem Tooneel. Daarna lid van
den regie-raad bij Heyermans en ambulant
speler.
Ik werd herkozen en aangesteld als secre
taris van de Ned. Tooneelkunstenaarsver-
eeniging en redacteur van Tooneelleven.
Intusschen was ik redacteur Bilversumsche
Crt., redacteur Dageraad, mede-redacteur
De overige stemmen waren als volgt:
W. van Hulst (Aftr.) 48. David de Jong
23, D. Brouwer Wz. 15, S. W. Hoekstra
10, 8. Bruinsma 8, T. H. Brouwer 8,
H. Rolff 7, J. Jakles 5, J. F. Meijer 4
D. de Jong 3, S Krnisinga van Juchem 3
M. Weersma 2, T. B. Burenga 2. F. W
C. Ledeboer 2, J. R. Wigersma 2, H. C.
de Haas 2, J. M. Niebuur 2, J. E. Westen
berg '2, terwijl nog 21 personen elk 1
stem hadden, doch dat lijstje wordt te
lang. Het bovenstaande meende ik, als
herionering aan nog bekende personen
niet te moeten weglaten.
Op 2 Augustus bleek bij de herstem
ming, dat gekozen waren de heeren De
Jong en Peereboom met 118 en 105
stemmen. De heeren Galema en Schoon-
hoff verkregen reap. 92 en 76 stemmen.
Door de gevoerde actie vooral voor de
herstemming, was bet (en denkelijk voor
't eerst in onze stad) een partijstemming
geworden. Het gevolg was, dat niet lang
daarna begonnen werd met de oprichting
der kiesvereenigingen. Nog dat zelfde jaar
(November) kwam tot stand «Nederland
en Oranje”, toegedaan de Christelijk-His-
torische beginselen. De bekendmaking en
oproep ging uit van de Bestuursleden D. M
Eerdmans en D. G. de Jong. Eenigen tijd
daarna kwamen de andere richtingen uit,
wat ik naar rangorde des tijds hoop te
melden.
Als ik over 1865 nog vertel dat de
ontvanger der Rijks Directe belastingen,
de heer N. J. C. Velius Baert naar Kampen
werd verplaatst en de heer H. K. Pel van
Wolvega hier als zoodanig werd aangesteld,
heb ik hiermee een goede aanleiding om
over te gaan naar de gemeentebelastingen,
en meteen het jaar 1866 binnen te gaan.
In een der vroegere artikelen heb ik aan
geduid, dat er ten aanzien der gemeente
belastingen verandering zou komen met 1
Januari a.s. De accijnzen op gemaal, drank,
vleesch en brandstoffen ten bate der gemeente
moesten vervallen en waar de inkomsten
ontoereikend waren, moest door het beffen
van een hoof lelijken omslag de gemeente-
begrooting sluitend gemaakt worden. Gezegd
is, meen ik, dat men het maximum te
dezer stede bepaalde op f 6000. Daarop
werd de Koninklijke goedkeuring verkregen.
De turfschippers, onder aanvoering van
H. J. Seekles, vroegen teruggave van de
belastingen, die zij op turf, steenkool enz.
reeds hadden betaald, toen zij hun winter
voorraad insloegen. Nu met 1 Januari die
belasting verviel, was, wat zij nog in voor
raad hadden, bij den aanvang des jaars
onbelast. De Raad heeft dan ook het
verzoek toegewezen en de regeling aan
B. en W. in overleg met de daarvoor
aangestelde ambtenaren opgedragen.
Ook de Grossiers: H. Donker, T. F.
Albada Jelgersma en J. H. Snijders ver
langden terug, wat zij als belasting voor
wijn en sterkendrank hadden moeten offeren,
voor zoover zij die dranken nog in voor
raad hadden. Dit werd in zooverre inge
willigd, dat van den voorraad op 1 Mei
a.s. zou worden terugbetaald, het meerdere
bedrag, dat nu als rijksaccijns verschuldigd
was, een en ander onder controle der rijks-
commiezen.
De Hoofdelijke omslag was nu iets
nieuws. Dat men de heffingen op spijzen
en dranken miste, was welkom, maar elk
zijn portie betalen voor het onderhoud der
gemeente, daar was men niet mee ingenomen.
Toen de biljetten van aangifte werden
rondgezonden, waren velen daarover slecht
te spreken. Die eigen aangifte, dus zoo
maar als ’t ware publiek vertellen, boe
stevig men in de schoenen stond, dat was
nog bet ergste. Die een beste zaak had,
wilde er niet mee pronken, die een flinke
spaarpot bezat, wilde dat niet voor anderen
weten, hij wiens zaken slecht gingen en
dus eigenlijk geen bestaan had, geneerde
zich dat te bekennen; klaagde bij zijn
nood, dan dacht men aan belastingontdui
king. Neen, die nieuwe belasting, dat was
voor onze burgerij over ’t algemeen niet
wat zoeks. De eigen aangifte is dan ook
slechts één jaar voigehouden. ’t Volgend
jaar werd er door den Raad een raming
gemaakt naar elks vermogen en inkomen.
Wie te hoog werd geschat, kon reclameeren,
wie te laag getaxeerd werd, hield zich koes.
En zoo is het jaren en jaren gebleven,
met dit verschil trouwens, dat het maximum
van f 6000 allengs booger is geklommen.
Omtrent de belastingen dient hier nog
van Domela Nieuwenhuis’ Vrije Socialist,
hoofd-redacteur van bet dagblad Volksblad,
medewerker aan de Groene Amsterdammer,
Telegraaf en Tribune.
Tengevolge van de langdurige, verloren
en door mij geleide tooneelstaking, geheel
werkloos geworden.
Weer naar Parijs.
Daar om mijn meening in de gevangenis
gezeten en over de grenzen gezet en zonder
eenig bezit, zonder één middel van bestaan
December 1920 in Holland terruggekeerd.
Ben nu nog alleen zeer ambulant bij
Heyermans en leef zoo goed en kwaad als
’t gaat van spreken en voordragen.
Ben in begin dezes jaars voor de vijfde
maal getrouwd. Heb vijf kinderen.
Op godsdienstig terrein zijn mijn denk
beelden die van het atheïsme (godlooche-
ning. Red.)
Wat wij vreesden is Maandagavond
helaas bewaarheid geworden. De opkomst
van belangstellenden in de voordracht van
den heer Herman Poort was niet groot.
De voorzitter, Ds. Kossen (die den spreker
en alle aanwezigen hartelijk welkom heette)
zeide in zijn openingswoord wel, dat «de
elementen tegen ons waren”, doch wij
meenen dat het aantal personen, dat wer
kelijk belang stelt in schijnbaar droge
onderwerpen als een verhandeling over
kunst in de litteratuur, in een klein stadje
als Bolsward, niet voldoende is om er de
groote zaal van «De Doele” mede te vullen.
Wat natuurlijk in het geheel nog geen
reden behoeft te zijn om dergelijke voor-
dracht-avonden niet te beleggen. Integen
deel, gelooven wij dat bet juist goed is
er mede voort te gaan, opdat de opvoedende
kracht die er van uit gaat het aantal
belangstellenden steeds grooter zal doen
worden. Op bet platteland en in de kleine
steden wordt over het algemeen begrijpe
lijkerwijs meer gelezen dan dit in de groote
plaatsen het geval is, waar men zich meer
overgeeft aan andere genietingen.
En dan is het te prijzen in mannen
als Herman Poort, dat zij er niet tegen
opzien de plattelands-gemeenten te bezoeken
om ons te vertellen, hoe wij van de schoon
heid der letterkunde het meest en het
best kunnen genieten, t)
En door de wijze waarop Herman Poort
dat doet, geeft het luisteren naar hem al
hoog genot. In prachtig gebouwde zinnen,
keurig uitgesproken, hebben wij niet alleen
zijn heerlijke woordenkeus bewonderd, doch
ook zijn kunst van voordragen, zijn kunst
om zijn woorden ingang te doen vinden
bij zijn gehoor.
Uit ieder woord sprak warm gevoel,
levenstinteling, liefde voor de kunst der
litteratuur, het was een en al temperament,
maar vooral mooi sentiment. Hij heeft
ons gesproken over schoonheid en ons
attent gemaakt op wat men te verstaan
heeft onder realisme en romantiek. Heel
veel dat men realisme noemt is dat
niet. Men denkt aan bet immoreele, het
lagere, doch het onzedelijke is maar al te
vaak de vrucht van fantasie, en dit laatste
is zoo dikwijls geheel in strijd met de
realiteit.
Bij het lezen wordt veelal in 't bijzonder
gelet op de vermelde feiten, op de gebeurte
nissen, doch deze zijn slechts de middelen
van den schrijver.
Aandacht wordt geschonken aan wat er
medegedeeld wordt. Andere verlangens
bestaan er niet.
Maar die medegedeelde feiten zjjn niet
de hoofdzaak. Wanneer wij een boek
terhand nemen en haastig doorlezen, alleen
maar om te weten wht er in staat, zonder
dat wij nog iets meer willen, dan hebben
wij niet met ons gevoel gelezen. Wij
Bovendien verkeerden langs de kust nog tal
van andere schepen in nood.
Ook over het geheele Amenkaansche con
tinent woedde de ontzettende storm. Enorme
schade werd aan schepen, aan gebouwen en
andere bezittingen toegebracbt. Het is nog
niet bekend, hoeveel menschenlevens er
verloren gingen.
Voor de kust aan de zijde van den Stillen
Oceaan, nabij Cape Flattery, geraakte het
houten schip «Nika” in brand. Op haar
noodseinen begaf zich een ander schip, de
«San Tarta”, naar de plaats, waar eerst
genoemd schip zich bevond. De «San
Tarta” liep evenwel zelf op de kust.
Op den Atlanliscben Oceaan verkeerde
het Italiaansche stoomschip «Moncensio”
in zinkenden toestand. Het schip bevintit
zich op 15 mijl afstand van Cape Henry
(Virginië).
In verschillende deelen van Amerika werd
het spoorwegverkeer door hevigen sneeuw
val gestremd. Te Pittsburg is door den
hevigen storm de derde verdieping van een
buis afgewaaid. Eenige kleine woningen
werden omvergeworpen.
In een aantal steden zijn personen van
koude omgekomen.
Ook Canada is door den orkaan geteisterd
Er heerscht daar op ’t oogenblik een
groote koude. Volgens opgaven is de
ingetreden koude heviger dan in jaren is
waargenomen. Het spoorwegverkeer onder
vindt ook in Canada veel belemmering
»an den sneeuwval. In het Noorden van
Alberta heeft de sneeuwstorm 78 uur
onafgebroken gewoed.
Door dichters wordt de winter geschetst
en bezongen als een der aangenaamste,
prettigste en liefelijkste jaargetijden.
Wij zullen ons maar niet voor den
geest halen wat schoons ze ons van den
winter al niet mededeelen in hunne prachtige
verzen. Och, als het ideale geschetst
wordt dan bekommert men zich vaak
weinig om de werkelijkheid, zooals de zaken
zich aan ons voordoen. Wij kunnen ons
eensdeels wel vereenigen met hunne beschou
wingen, want het ligt er toch zoo toe,
de winter staat ons elk jaar te wachten,
wij zeggen in dezen met Joris: «Het is
alzoo als het iswat zal een mensch er
ook al meer aan doen”. Laten we dus
er ons in leeren schikken en ons zelven
trachten wijs te maken, dat al is hij maar
kort bij ons, bij ook nog wel wat aangenaams
brengt, dat bij evenals de zomer ook zijn
genoegens en genietingen geeft. Dat zal
ons dan bewaren voor mopperen en knorrig
heid. Maar toch gelooven wij, dat de
meeste menschen, wanneer men hen vraagt
wat zij liever hebben, den zomer of den
winter, den zomer zullen kiezen. En vooral
zal die uitspraak in deze dagen voor den
winter zeer ongunstig uitvallen, om de
eenvoudige reden, dat de genoegens zeer
weinig zijn en de ellende, in deze tijden
van werkloosheid en armoede, daardoor
veel grooter wordt.
Want, brand in het eene huis een
vroolijk, knappend vuur, waar de overvloed
telkens het gezellig brandend vuur onder
houdt, er zijn er helaas toch ook nog
velen waar geen smeulende vonk in den
haard is, waar men van koude beeft en
verkleumend eindelijk eenige verwarming
zoekt onder de dunne wolle dekens; waar
het gebrek de wangen doet verbleeken.
In den winter komen de tegenstellingen
vooral aan den dag. Dan gevoelt de
beweldadigde hoe gelukkig het is vele
aardsche goederen te bezitten, maar de
arme gevoelt dan ook eerst recht hoe
groote ramp het is van alles ontbloot
te zijn.
Doch ook juist in den winter bemerkt
men bet best, dat ondanks de kou, bij
menigeen een warm hart klopt. Dan kan
menigeen toonen en toont ook werkelijk
menigeen, dat er in zijn boezem iets
spreekt van menscbenliefde en een niet
uitsluitend leven voor zichzelf.
van