der Gemeente Bolsward
Officieel Orgaan
I MATRASSEN
DEKENS
R. M. Dijkstra, Wommels
BEDSPREIEN
R. P. DE BOER MAKKUM
NIEUWSTE STALEN
W. ZEUL ZOON S BANK
voor Landbouw en Handel,
Sneek - Oude Koemarkt 35
V.S. PEPERMUNT
R. P. DE BOER - MAKKUM
(^wonge/j
f
HAMDEN
Houten- en Koperen Raamgarnituren
'BEDDEN
TAFELKLEEDEN
VITRAGES EN ALLOVER
70 SOORTEN
AUPINGS MATRASSEN
voor Ledikant en Bedstede
I OVERGORDIJNEN
II
Zaterdag 24 Februari 1923
62ste Jaargang
No. 17
KI
VEEREN
KAPOK
ZEEGRAS
KAPOK
ZEEGRAS
STROO
LEDIKANTEN van f8,50 tot f32,—
Nachtkastjes en Waschtafels
KINDERLEDIKANTEN en WIEGEN
BLEEKSTRAAT - TEL. No. 9
JAPON- en BUKSKINSTOFFEN
vergeten heb.
BLEEKSTRAAT - TEL. No. 9
Stoelkussens, Linoleum,
Vloerzeil, Tafelzeil, Karpetten enz.
a
jF
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
ALLE PRIJZEN
GROOTE KEUZE
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Uit Bolsward.
Kon vliegen
over
a
■■■Ki
Naar den Ijsberg te Harlingen.
Februari 1823
Wij leveren U Japonnen vanaf f 15,— gemaakt.
Mooie blauwe Kamgaren Japon voor f 30,
Colbert-Costuums naar maat vanaf f 28,50.
Levering steeds met 16 a 18 dagen.
Rouwgoederen direct.
Beleefd aanbevelend.
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
Het neusje
het rijden op
WOLLEN
BONTE
SATINET
MOLTON
BELEEFD AANBEVELEND
BOT PRIJZEN 30 TOT 160 CENTS
PLUCHETTE
SERGE
RIPSTOF
Geeft af
SPAARBANKBOEKJES
RENTE 4 pCt.,
terugbetaling dagelijks.
Deposito rente 5 pCt. één jaar vast
Heden ontvingen wij de
Hardrijderij te Leeuwarden.
Bij den Dinsdag gehouden hardrijderij
van mannen wist onze stadgenoot R. Nota
van de 41 deelnemers op het laatste zestal
te komen. Hij ontving een gratificatie
van f 10,
DE HAREN
RIJZEN MIJ
TEN BERGEnu
ik de
Engros bij R. G. VAN SLOOTEN, Harlingen
en bij de bekende grossiers.
warden onderhandeld had over de twee jonge
paarden, die deze dolgraag wilde koopen
en waarvoor vader, als echte koopman,
wel een nog honger bod verwachtte.
De drie personen van ons verhaal, reden
de haven uit, maar ’t bleek hun weldra,
dat men voorzichtig moest zijn. Het ijs
was sterk genoeg rnaar de baan was aan
beide kanten met kramen als afgezet en
een zeer talrijke menigte bewoog zich daar
op schaatsen. Van heinde en ver waren
de nieuwsgierigen, mede aangelokt door ’t
fraaie winterweer, komen opzetten om het
zeldzame schouwspel te bewonderen, daar
men even veilig op zee kon rijden als op
de binnenwateren en dan nog bet wonder
van den ijsberg! VERITAS.
Wordt voortgezet.
BIJ APOTH. EN DROGISTEN
I VOOR
PLUCHE 1
WOLLEN
BONTE
AANBEVELEND.
SOLIED ADRES
i I
een oud geschrift wordt gehandeld
het heldenstuk van Pier, een vers
werd er op gemaakt, en een couplet er van
laat ik volgen:
„De knaap
Voor ’t baasje dat, gelijk
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62‘/2 cent per 3 maanden
was lang berucht
een vogel door
[de lucht
’t ijs. ’t Is Pier, die
[de elf steden
Van Friesland op één dag heeft in het
[rond gereden,
En nog zijn maal met vrede at in den
[Oliekoek
Te Bolsward in den stal, bij Vetlap van
[der Hoek”.
van den zalm echter was
zee bij Harlingen. Om dat
te kunnen moet men hebben een ouder-
wetschen winter en dat was die van 1823,
en dan was de IJsberg het doelwit, waar
eigenlijk half Friesland een kijkje kwam
nemen.
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
Die IJsberg stond niet ver van de
Pollen, de beruchte zandbank, waarop de
branding der baren de zee eerst een poosje
open had gehouden. Door het grillige spel
van wind en ijs waren daar de schotsen
tot aanmerkelijke hoogte opeen geschoven.
Het bijzondere er van was, dat de schotsen
een tamelijk groote grot vormden, waarin
ruimte was voor verscheidene personen.
Toen men deze zonderlinge ijstent zag,
waren er terstond een paar Harlingers op
bedacht, dit ijskasteel in exploitatie te
brengen. De top werd wat hooger gemaakt,
binnenin werden de wanden wat van de
uitstekende punten ontdaan, een paar
vlaggen aan lange palen er op geplaatst
en nadat ook de vloer nog wat geëffend
was, konde er een tafel in met wat banken
er om heen. Toen werd er warme melk,
koek en ook wel bier en jenever verkrijg
baar gesteld (want de vergunningswet was
er toen nog niet) en ziedaar, een door de
natuur gevormde herberg op zee.
De nieuwe herberg trok al dadelijk de
Harlingers aan, maar weldra ging de mare
van den vreemden ijsbesg zich in de om
streken verspreiden. Schaatsenrijders be-
Mynheer de Redacteur.
Mooi zoo. ’t Wintert nog, nu ik mijn
verhaal moet vervolgen. Ja ’t was in 1823
wel wat meer ernst met Thialf den Ruig-
baard dan heden, maar bij is dan toch
gearriveerd, er wordt schaatsgereden. Gisteren
(Dinsdag) sprak ik drie heeren uit Har
lingen die naar bier op schaatsen gekomen
waren. Waar de Harlingers over ijs te
Bolsward komen, mag een Bolswarder toch
zeker ook wel over het ijs van Harlingen
schrijven en denken.
Voor ik mij daartoe bepaal, moet ik
nog even de mededeeling doen, dat men
heel lang geleden reeds over den elfsteden
tocht sprak, en er een Bolswarder was
die op zjjn eentje die toer volbracht. De
Friesche Ijsbond bemoeide er zich nog
niet mee, ook had elke stad geen controle
commissie maar de baanvegers of kasteleins
moesten als getuigen hun handteekening
op een papier stellen, en dat papier was
later het wettige bewijs, de uren van
aankomst in elke stad stonden er bij ge
noteerd.
In
over
„Ja, meid! ’t Is hier kermis en dat
daar ginder zal de ijsberg zijn”, antwoordde
vader.
Bij den zeedijk waren eenige bouten
bruggetjes gelegd, ten gerieve der schaatsen
rijders om van den wal op het ijs te komen
en een dezer werd door Kweldam en Brechtje
betreden. Vader boog zich op één knie
om zich de schaatsen onder te binden.
Zijn dochter had zulks niet te doen. Een
jonge boer stond ze als ’t ware op te
wachten en alsof ’t afgesproken was, reikte
hij naar haar schaatsen, die ze hem met
een lachje toestak. Zij steunde, terwijl de
jongen beurtelings haar voeten met de
breede roode banden snoerde, met één band
op zijn schouder, een echt ijstafereeltje,
een schilder waard. Weldra waren de
„ijzeren wieken” aangebonden en vader
behoefde nu geen voorrijder meer te zijn.
Wie het was, die nu bij het aardige
meisje in de gunst zag te geraken? Het
was Wubbe van der Werf, een goede
kennis van vader en waarmee zij op reis
van St. Jacob naar Harlingen ook al even
gesproken had. Toen zij dien morgen van
wal gingen, stond daar juist gereed om
ook naar den IJsberg te rijden deze jonge
boer en toen hij Kweldam zag, riep bij
vroolijk den Bergumer paardenkoopman toe:
„Hé, koopman! ook op schaatsen? Zeker
naar hier gekomen om mij het span jonge
paarden te verkoopen, waarvoor ik dezen
herfst te Leeuwarden goed geld hebgeboden?”
roemden er zich op, dat ze er geweest
waren, dat lokte anderen uit om er ook
been te gaan; de Leeuwarder Courant bracht
het bericht de geheele provincie over, ja
zelfs buiten de grenzen.
Het overtalrijk bezoek gaf weer aanleiding
tot het plaatsen van vele disschen en
kramen, zoodat bet op zee haast kermis
leek en er was compleet van alles te koop.
Gelijk ik reeds in mijn aanvangsartikel
meegedeeld heb, vond ik in den Volksalmanak
van 1879 een boeiend verhaal over dit
ijsfeest, dat ik, met eenige bekorting, gaarne
hier navertel.
Jan Kweldam was landbouwer en een
vermaard paardenfokker in de grietenij
Tietjerksteradeel, nabij het dorp Bergum.
Hij had met zijn oudste dochter Brechtje
per schaats een reisje naar Harlingen in
den zin. Moeder de vrouw, kon thuis wel
zoolang op alles toezien, zij zouden bij
bloedverwanten te St. Jacobi-Paroehie over
nachten en dan den volgenden dag wilden
zij zich overtuigen of de geruchten over
den ijsberg bij Harlingen niet erg over
dreven waren.
Na een gezellig avondje en een goede
nachtrust bij hunne familie genoten te
hebben, gingen vader en dochter reeds vroeg
weer de schaatsen onderbinden, want ze
moesten den ijsberg zien. Per schaats met
goed ija is de reis van „St. Jacob” naar
Harlingen niet lang en te ongeveer 10 uur
traden ze dan ook bij Harlingen op den
wal, om de stad door te wandelen naar
de haven.
Kweldam was een stevige man van ruim
50 jaren; hij droeg over zijn donker haar
een ruige schippersmuts, dien hij tot over
de ooren getrokken- had; een dik duffelsch
buisje sloot nauw om zijn bovenlijf, terwijl
een donker bombazijnen korte broek met
grijze kousen de beenbekleeding vormden.
De dochter droeg de volksdracht dier
dagen: een jak met lange schoot en een
stevig pak korte rokken. Zij had tegen
de koude een breed pelerine omgeslagen
en droeg over ’t gouden oorijzer een lange
kanten muts, waarop een hoed met van
voren boog opstaanden rand.
Was de vader een type van een krachtig
en gezond landman, de dochter met haar
frissche tint, haar innemenden lach en
haar heldere kijkertjes, was een beeld van
Friesche schoonheid, waarbij aanminnigheid,
ja schalkschheid niet ontbraken.
Toen ze bij de haven kwamen, riep
Brechtje:
„Zoo waar! Daar staan kramen, vader!
En verder in zee zie ik vlaggen ook!”
Biljartclub.
Daar de biljartsport steeds meer be
oefenaars vindt, is bij eenige ingezetenen
de gedachte opgekomen, door oprichting
van een „Bolswardsche Biljartclub” te
geraken tot nauwgezette kennis van dit
zoo aangenaam, rustig, berekenend spel.
Ter animeering worden liefhebbers dezer
sport nitgenoodigd een ontmoeting bij te
wonen tusschen vijf Bolswarders en vijf
leden der „Sneeker Biljartclub”.
Deze wedstrijd zal plaats hebben a.s.
Vrijdag in hotel „Wiebes” van vijf tot
elf uur.
Bij die gelegenheid wordt bovenstaande
gedachte ijverig gepropageerd en worden
leden aangeworven.
De gedachte is voor Bolsward niet
alledaagsch en wij zijn stellig overtuigd
dat het idee •van de heeren die dit plan
hebben geopperd, wel voor uitvoering
vatbaar is.
„De beide bruintjes meent ge? Hebt ge
aan schaatsen niet genoeg om te rijden?”
was het lachend antwoord.
„Zeker wel zoolang het vriest, maar als
*t weer gaat dooien en zomer wordt, heb
ik op den weg en op mijn land graag een
paar goede paarden?”
Al redeneerende waren ze samen voort
gereden en te Harlingen aangekomen, was
de afspraak gemaakt, dat ze elkander straks
op zee weer zouden vinden. Aan die af
spraak getrouw, stond van der Werf dan
ook reeds, gelijk we gezien hebben, hen
op te wachten.
Terwijl vader en dochter de stad door
wandelden, vroeg Brechtje alras: „Wieis
dat, vader?” en vader vertelde hoe hij met
dezen boer van St. Jacob onlangs te Leen-
Bolswardsche Courant
1
V
©O©©)©©©©©©©©©©©©©)©©©©©©©©©©©
Barsten,Kloven,Ruwe en schrale
huid.ópnnqende lippen Winter t&jf
banden en Wmterieenen Gebruik
\mpurolhZ
IIMR*' PLÜ I II 73