der Gemeente Bolsward
Officiéél Orgaan
VS PEPERMUNT
U WILT GOED
OUD-BOLSWARD.
SMAKEN
verschillen. Wie van LICHT en LICHT
TREKKEND houdt, neme de
puike, kloeke 7 cents Sigaar „DESEO”
Engros TROMP, Sneek.
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
62ste Jaargang
Woensdag 28 Februari 1923
No. 18
z
STADSNIEUWS.
En
Innerlijk conflict.
LICHAMELIJKE OPVOEDING
EN SPORT.
onveranderd het kranten-
Die schelmsehe tuchthuisboeven!
lekker in de sociëteit en
EN GOEDKOOP!!!
DAN KAN ALLEEN
U BEVREDIGEN
OVERAL VERKRIJGBAAR
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
van nabij
beschouwen.”
De nadere toelichting op dit bericht,
alsmede eenige verdere onthullingen in deze
zaak, mij door mijn Mentor aan de hand
gedaan, moet ik tot het volgend nummer
uitstellen. Het geheel zou te veel plaats
ruimte in eens vorderen, daar ik er nu
meteen eenige zaken en feiten, onze vroegere
schutterij betreffende, kan by voegen.
Gegroet: O BS ER V A TOR.
Met een strak, ondoorgrondelijk gezicht
staat ie er by. Unverfroren. De neutrale
drager van het gezag.
Automatisch zegt hij 't telkens: »Door-
loopen, mannen! Niet bleven staan. Dat
mag niet. Doorloopen, daar heen”. En
er is een klank in zyn stem als ging het
hem niet aan. Telkens gaat de rechterarm
met de eene groene band erom in dezelfde
richting. De andere hand rust op het
gevest van de sabel.
Maar ik ken hem.
En ik weet, dat daar geen gewone
politieagent staat, die domweg zijn plicht
doet naar voorschrift van hooger hand.
Ik heb met hem gepraat meermalen en
ik heb onder de plankige uniform den
menseh leeren kennen.
om uw stem te krijgen. Denk terug aan
den tijd, dat de S.D.A.P. zich ging ver
zetten tegen de millioenen, die werden
weggesmeten, terwijl voor andere doeleinden
nooit geld beschikbaar was. Denk nog
eens aan de militiewet van vroeger, voordat
de algemeene dienstplichtwet er was.
Wanneer de lotingen gehouden werden en
een arbeidersjongen trok een dienstplichtig
nummer dan kon hij maanden de kazerne
intrekken, werd uit zijn vak gerukt en
moest maar zien zich later weer te redden
wanneeer hij er uit kwam. Maar de bour
geoisie? Die heeren toonden hun vader
landsliefde door naar een ronselaar te gaan
om dan voor een paar honderd gulden een
arme arbeidersjongen hun vaderlandsche
plichten te laten nakomen.
Ondanks hun vaderlandsliefde deden ze
geen enkele poging om die onrechtvaardig
heid uit den weg te ruimen. Toen kwam
de S.D.A.P., die men dan altijd verwijt
dat ze geen vaderlandsliefde kent, en zei:
wanneer dan vaderlandsp/icAZen bestaan,
dan is het niet meer dan eerlijk dat niet
alleen de arbeidersjongens, maar ook de
bezittende klasse die plichten gevoelt.
Alle jaren door is er gestreden en steeds
weer konden nieuwe resultaten worden
geboekt. Zoo kwam het jaar 1918, het
verkiezingsjaar en de S.D.A.P., die toen
7 plaatsen bezette, kwam met 't dubbele
aantal te voorschijn. Toen werd het den
machthebbers duidelijk dat zij met een
partij te doen kregen, waarmee terdege
rekening moet worden gehouden.
De S.D.A.P. kwam toen met de andere
linksche partyen overeen, om te voorkomen
dat bij herstemmingen de reehtschen zouden
profiteeren van de verdeeldheid der linksche
partijen, ook andere candidaten te steunen
en de voorwaarde dat alle partyen die
samenwerkten een programma zouden op
stellen, dat uitgevoerd zou worden in de
4 jaren van 19131917. Op dit pro
gramma stond oplossing schoolstrijd en
algemeen kiesrecht. Voor het laatste punt
was reeds jaren gestreden, doch ook de
schoolstryd moest volgens de S.D.A.P.
thans tot een oplossing komen, daar deze
steeds te veel tijd opslokte van de Kamer
zittingen en dringend om regeling vroeg.
Wellicht was het een feit geweest dat
het algemeen kiesrecht eerder was gekomen,
ware niet door den moord van een Servisch
onderdaan op een Oostenrijksch vorst het
oogenblik aangebroken dat de imperialisten
kans zagen de geweldige massamoord te
ontketenen.
Toen deze verschrikkelijke oorlog begon,
eerst in het verre Oosten, doch al dichter
en dichter onze grenzen naderend, hebben
duizenden vrouwen gevoeld, dat zij mede-
zeggingschap moesten hebben om te ver
mijden dat na deze moord op groote schaal
weer zoo iets door de machthebbers in 't
leven kon worden geroepen. Zonder pardon
moesten wij, vrouwen, afstand doen van
onze mannen en jongens en toen pas ge
voelden wij eerst goed wat het zeggen
wil, dat voor de wetgeving je onmondig
waart.
Het einde van de economische ont
wrichting kwam en tegelijk de tijd dat de
wensch van het algemeen kiesrecht in
vervulling zou gaan. Het algemeen kies
recht voor de mannen kwam, maar ondanks
de getuigenissen van vooraanstaande mannen
werd over het vrouwenkiesrecht het veto
uitgesproken. Toen onze menschen nog
probeerden het vrouwenkiesrecht er door
te krijgen, waren de woorden van Gort
van der Linde: Wij gaan geen stap verder.
En toen er na het linksche een rechtsch
ministerie kwam, gevoelden wij allen dat
het een harden strijd zou worden om het
vrouwenkiesrecht te bemachtigen. Onver
wacht kwam echter de beslissing. In Rusland
werd door de socialen het sein van protest
tegen de massamoord gegeven. Niet door
de tegenwoordige communisten, maar door
de oude socialisten, van wien velen later
ter dood werden gebracht onder het bolsje
wistisch bewind. Hierna volgde Duitschland
en dan herinneren wij ons weer de woelige
dagen van November 1918, toen ook de
regeerders in Holland zich in een hoek
lieten duwen, omdat ze vreesden dat het
volk revanche zou nemen van de onder
drukking.
Zy zeiden later wel dat in dien tijd
Troelstra zich vergist had, maar het was
juist onze Christelijke regeering die zich
vergistte. Dit begrepen de heereu later
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62’/2 cent per 3 maanden
Dr. J. H. O. Reijs schrijft in De Nieuwe
Courant een zeer lezenswaardig artikel over
de ^lichamelijke opvoeding en sport” waaruit
wij gaarne het volgende overnemen:
'Het doet mij genoegen, door de redactie
van de Sportrubriek gevraagd te worden,
een bijdrage te leveren over de Lichamelijke
Opvoeding, omdat zich daardoor de gelegen
heid voordoet, om op een plaats, van waar
het gehoord wordt door sportbeoefenaren,
eens te zeggen, dat sport en lichamelijke
opvoeding toch zoo weinig met elkaar te
maken hebben, ja, dat de sport aan de zaak
der lichamelijke opvoeding eer kwaad dan
goed doet. In de eerste plaats, omdat alle
excessen in de sport bedreven, verweten
worden aan de lichamelijke opvoeding.
Een enkel voorbeeld hiervan.
Toen eenige jaren geleden het Rijks-
instituut voor de Lichamelijke Opvoeding,
een inrichting hoofdzakelijk voor studie
bestemd, in de Tweede Kamer ter sprake
kwam, verklaarde de heer De Savornin
Lohman zich er tegen, omdat hij zonder
dit ook wel boksen kon leeren
Ook wordt door de samenvoeging van
sport en lichameiyke opvoeding een ge
dachten verwarring verkregen, die de lichame
lijke opvoeding zeer zeker niet ten goede
komt. Zoo werd onlangs op een school
artsenvergadering de vraag besproken, of
wedstrijden toe te laten zijn bij de lichame
lijke opvoeding. Hier is ook weer begrips
verwarring. De lichamelijke opvoeding kent
geen wedstrijden.
Waarom zou zij Het is haar toch niet
te doen om de prestaties, maar om de
oefeningen zelf. Waarom zou zij dan de
prestaties tegenover elkaar stellen in wed
strijden En zooals het bij het Reken
onderwijs kan voorkomen, dat de onder
wijzer zegtnu zullen we eens zien, wie
het eerst die som heeft uitgerekend, zoo
kan het by de lichamelijke opvoeding
ook voorkomen, dat de onderwijzer eens
om het hardst laat loopen, maar dit zijn
uitzonderingen, die het nog niet recht
vaardigen te spreken van de wedstrijden
by de lichamelijke opvoeding.
Ook het feit dat de lichamelijke opvoe
ding meestal vermeld wordt in de sport
rubriek onzer dagbladen, komt haar niet
ten goede. Want daardoor zal zij dikwijls
vallen buiten de aandacht van hen, die
toch alle belangstelling voor de lichameiyke
opvoeding moeten hebben ouders, onder-
wyzers, autoriteiten die misschien geen
belang hebben voor de sport. De sport
kan daar trouwens wel buiten, die is best
in staat, zichzelf te helpen. Maar met de
lichamelijke opvoeding is dit niet het
geval.
Daarom zou ‘het veel beter zijn, wanneer
de berichten over lichameiyke opvoeding
opgenomen zouden worden onder: Opvoeding
en Onderwys. Dhèr hooren zij thuis.
Hier mag ik nog een wanbegrip sig-
naleeren.
De lichamelijke opvoeding zou volgens
enkelen moeten zijnvoorbereiding en
opleiding tot de sport. Het is zoo fout en
zoo jammer. Wel zal natuuriyk door een
betere lichamelijke opvoeding van de jeugd
aan de sport beter materiaal toegevoerd
worden, maar dat kan nooit de bedoeling
zijn van de lichamelijke opvoeding. Haar
bedoeling is de harmonische liehaamsont-
wikkeling, om te komen tot gezonde,
krachtiche menschen en daardoor tot geluk.
Enthousiast heeft hij zich tegen mij
uitgelaten. Toen was er glans in zijn
oogen en geestdriftig gebaarden zijn handen.
En de boeken heeft hij mij laten zien,
waarin hij zich in stille uren verdiept.
Tolstoy en Roland Holst en De Ligt en
andere. Hun idealen zijn zijn idealen.
Nieuwe wereld. Andere samenleving, die
komen moet. Waarin meer recht en meer
liefde. De menschen dichter bij God.
Met geweld te brengen? Neen, het zou
niet het goede middel zijn. Toch, zonder
strijd zal hot niet komen en de ééne klasse
alleen zal het kunnen doen... Dat is de
droom, die bij droomt als hij in duistere
nachten loopt langs de stille straten.
hy weet: dat is het beste in hem.
Nu, toch staat hij er bij den uitgang
van de stakersvergadering. En staat er
als tegen hen. Hy kan niet anders. Hij
mag niet anders. Zijn werk, waaraan bij
eens troaw beloofd heeft. Zyn vrouw en
zijn kind. En nu gaat 't ook nog. Tot
orde mannen, dat kan. Maar als ’t over
een poos eens anders moet worden en de
betooging met de gummistok uit elkaar
moet geranseld, wat dan?
Ik zie hem staan. Strak. Plichts
getrouw. Als doet ie machinaal zijn werk.
Maar ik denk: 'Man, wat heb jij het
moeilijk!
gemaakt, maar wat ik van myn vriend
vernam in verband met wat ik zelf er
over vond, dient nu voor te gaan.
Eerst maar
bericht:
We zaten zoo
daar klonk de kreet:
Op mannen, op! de boosheid naakt,
Aan alle kant de stad bewaakt,
Op, Bolswards dapp’re schutters!
’t Gevaar was groot, maar groot ook
de moed en nog grooter de lust, om in
plaats van nog wat te plakken en zich
dan in -de armen van den slaap te werpen,
nu op te springen en gewapend in den
looppas naar de verzamelplaats te snellen,
't Duurde niet lang, of daar waren ze
allen aangetreden. Wat er te doen was,
was geen onbekende zaak meer. Er waren
tuchtelingen uit de gevangenis te Leeuwar
den ontsnapt, trots de inspectie van den
Minister van Justitie en van den Inspecteur
van 't gevangenwezen; trots de waakzaam
heid van de bewakers binnen en de schild
wachten buiten het tuchthuis. Zij waren
er uit, dat was zeker; minder zeker was
het wat men moest gelooven van al de
geruchten, die omtrent de vluchtelingen in
omloop kwamen. Zy zouden hun koers
hierheen gericht hebben; de heldhaftige
verbeelding van sommige verhalers had ze
gezien als kraaien in de boomen. Zy konden
hier zijn of nog komen en welke ijselijk
heden had men dan niet te wachten! Sid
deren moet men reeds bij de gedachte.
Maar Bolswards schutters, altyd vaardig,
Betoonden echten mannenmoed,
Zij toonden zich het schild’ren waardig,
Wee! als het kwam, dat roofgebroed!
Maar het kwam niet. De lieve maan
zag verwonderd neer op de gewapende
mannen en haar licht deed de geweren
reeds in de verte vreeselijk schitteren,
't Moest al een domme of blinde boef zijn,
die zich in de nabijheid waagde van zulk
een onheilspellend verschijnsel. En dom
of blind waren zy niet, om wie het nu te
doen was. Wel waren zij de geweerdragers
bij 't tuchthuis gepasseerd, maar het was
gebeurd in een nacht, toen wind en regen
hooren en zien deed vergaan, terwijl boven
dien die geweerdragers geen schutters waren.
’t Was een geruststelling voor Bolswards
burgerij. Elke uitgang der stad werd gedu
rende den geheelen nacht van Zondag op
Maandag bewaakt door een drietal koene
mannen. Waren de boeven er buiten, ze
zouden er wel buiten blijven, en waren ze
binnen de stad, dan waren ze zoo goed
als in den val, want de grachten bevatten
geen water genoeg, om ze ov$r te zwemmen.
Met die zekerheid kon ieder gerust gaan
slapen, behalve die weinigen, die door de
ongewoonheid van ’s nachts schutters te
zien, een zekere rusteloosheid toonden, en
wat langer dan anders de straat met hunne
tegenwoordigheid vereerden.
Latere berichten zijn geheel in tegen
spraak met de geruchten, die hier in omloop
waren en geven de overtuiging dat het
geheel niet in het plan der vluchtelingen
heeft gelegen, Bolsward in te nemen. In
geheel andere richting werden twee reeds
gevat en de anderen gezien, maar dat
kunnen onze schutters niet helpen, en daar
ze zoo bereidvaardig optraden en zoo kloek
hartig in de bres sprongen, terwijl er zeer
weinig grond voor gevaar bestond, mag
dit ons een waarborg zijn:
Dat we ook op hen kunnen bouwen
En vertrouwen
Als we werk’lyk 't gevaar
De vrouw naast den man in den
strijd naar het socialisme.
Vrijdagavond j.l. had in café Voorwaarts
een openbare vergadering plaats van de
afdeeling Bolsward der Sociaal-Democratische
Arbeiders Partij. Als spreekster trad op
mevr. G. Miedema-Zondervan van A’dam,
die voor dezen avond als onderwerp had
gekozen: 'De vrouw naast den man in
den strijd naar het socialisme”.
Toen de voorzitter van de afdeeling
Bolsward de vergadering te ruim 8 uur
op de gebruikelyke wijze opende, was de
zaal tot in de uiterste hoeken bezet.
De Spreekster begon er haar vreugde
over uit te spreken, dat de vrouwen in
zulk een grooten getale waren opgekomen,
omdat het noodig is dat vooral de vrouwen
doordrongen worden van den strijd die
ook weer aanstaande is. Wederom staan
wij voor de verkiezingen en evenals de
vorige malen zal er door onze partij een
extra propaganda worden gemaakt. Leid
echter uit het feit, dat er ook bij de a.s.
Provinciale Statenverkiezingen, wederom
propaganda zal worden gemaakt, niet af,
dat de S.D.A.P. is een verkiezingsparty.
Niets is minder waar, want vanaf het
eerste moment dat de strijd begonnen is,
hebben wij voortdurend getracht de mannen
en vrouwen te vereenigen onder de vanen
der Sociaal-Democratie en de Moderne Vak
beweging, Dat zij in dit opzicht beter bij
de mannen dan bij de vrouwen is geslaagd,
komt omdat de vrouwen nog te veel
hechten aan het idee, dat wanneer zy
binnen de vier muren van haar woning
met het kleine beetje dat zij tot hun be
schikking hebben, zoo goed mogelijk
trachten rond te komen, hun plicht doen.
Wij moeten haar er echter van doordringen,
dat buiten de huishouding nog een heel
groot terrein voor haar braak ligt, wanneer
zij er naar streven haar kinderen zoo goed
mogelyk het leven in te sturen. Vaak
blijkt dat de vrouwen, die zich reeds
hebben geschaard onder de vanen der
S.D.A.P. of moderne Vakbeweging, meer
dan ooit haar best moeten doen om eenig
inzicht te krijgen in de wanverhoudingen
die er bestaan, om te kunnen strijden voor
verheffing der gemeenschap.
Toeh werd in de eerste strijdprogrammen
van de S.D.A.P. direct reeds bet algemeen
kiesrecht voor mannen en vrouwen opge
nomen. Natuuriyk vond dit eerst geen
weerklank, maar vanaf 1905 werd onver
zwakt door onze partij hiervoor geijverd.
Waarom drongen wij er zoo op aan om
medezeggingschap in het Parlement te
verkrijgen? Was het enkel maar de zucht
om een paar vooraanstaande leiders aan
een goed bezoldigd baantje te helpen of
andere partijen den voet dwars te zetten?
Neen, het was onze bedoeling ook binnen
de muren der Kamers de belangen der
arbeiders te kunnen verdedigen.
Velen herinneren zich nog wel dat de
kieswet Sam. van Houten kwam, waarbij
aan het mannenkiesrecht een groote uit
breiding werd gegeven, maar die ook weer
zoo was samengesteld, dat enkel het belang
van het bezit in het oog werd gehouden.
Groot zijn de offers geweest die wij hebben
het algemeen kiesrecht te
gelukkig dat wij steeds in
XXX.
Op een der mooie dagen in ’t begin
dezer maand, ontmoette ik op mijn dage-
lijksche rondwandeling mijn ouden raadsman
en vriend, die reeds meermalen my hoog
gewaardeerde mededeelingen deed over de
dagen zijner jeugd. Lachende klopte bij
mij op den schouder, zeggende: 'HéObs.,
lees je in onze Boltwatdtehe ook de geschie
denis der ontvluchte boeven uit het tucht
huis te Leeuwarden?”
Dat begrijp je, was mijn antwoord.
Zooiets is juist koren op mijn molen. Ik
heb over die ontvluchting vroeger mijne
ouders wel hooren spreken; met veel
belangstelling velg ik de bijzonderheden
van hun kortstondige vryheid, en ik heb
my over de mogelykheid vau hun ont
snapping tot twee malen toe wel iets
verwonderd.
Ja, dat snap ik, maar weet je ook, dat
door die boeven de bevolking onzer stad
ook nog erg in angst heeft gezeten?
Nou ja, mijn vader vertelde wel, dat de
geheele provincie over die ontvluchting in
onrust geraakte, vooral toen ze de tweede
maal uitgebroken waren, en men in den
beginne hen niet op het spoor kon komen.
Zeker, maar de stad Bolsward was er
bijzonder over in onrust. De stad heeft
één nacht eigenlijk in staat van beleg
verkeerd.
Is dat waar? Je wilt mij toch niet
foppen, hoop ik!
Neen, allerminst, luister maar.
En al doorstappende kreeg ik van hem
een interessante geschiedenis te hooren.
Hij wist nog goed, dat de schutters in de
wapens kwamen en de poorten bewaakt
werden. Men verkeerde werkelyk in de
meening dat een paar der boeven bij onze
stad gezien waren op den laten avond,
men vermoedde dat ze zich in onze stad
verscholen hielden, vandaar dat de noodige
maatregelen genomen werden om ze te
pakken.
Thuis gekomen, ging ik mijn papieren
over het jaar 1868 eens doorzoeken en
warempel, ik vond al spoedig een oude
krant daarover handelende. Nn j.l. Zaterdag
het slot van die ontvluchtingshistorie in
de krant stond, meen ik nu dadelijk die
nachtelijke onrust te moeten vertellen. Ik
had over het jaar 1866 al weer iets gereed
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
gebracht om
verkrijgen en
het bezit waren van mannen, die in staat
waren in en buiten het Parlement de
belangen van de arbeiders te verdedigen.
Al was dan de wet Van Houten een kieswet
voor de beter gesitueerden, toch waren er
onder dezen reeds velen, die gevoelden dat
er iets gedaan moest worden voor de
arbeidende klasse en een jaar na de in
werkingtreding van de wet, deden dan ook
reeds de eerste vertegenwoordigers der
arbeiders hun intrede in de Kamer, het
waren Pieter Jelles Troelstra en Van Kol.
En toen zij eenmaal macht hadden ge
kregen, bleek al spoedig dat groote groepen
gevoelden zich onder de S.D.A.P. te moeten
scharen en wat sedert die eerste jaren ver
kregen is ter bescherming van de arbeiders
is verbazend. Want was er voor 1897 iets
gedaan voor deze klasse? Niets, want voelt
ge wel, dat, waar kinderen toen niet
langer dan IP/2 DUr mochten werken in
de fabrieken, de belangen der gemeenschap
werden verwaarloosd enkel om hun belangen
te dienen? Diezelfde partijen die toen het
land regeerden, gaan thans het land door
Bolswardsche Courant