der Gemeente Bolsward
Officieel Orgaan
Uiterst lage prijzen.
1
Plooirokken
P. 0. v. d. KLEI
Fa.T.S.v.d.Zee
Mantelcostuum
of Japon
R. P. DE BOER
Op complete Keukeninslallaiie
geven we op onze spotprijzen nog eens
extra 10 pCt. korting.
Profiteert van onze extra aanbiedingen
Gegoten Fornuis
flink formaat f 31,47.
Gegalv. Emmers
vanaf f 0,75.
W. ZEUL I ZOOK’S BANK
voor Landbouw en Handel,
Sneek - Oude Koemarkt 35
Nieuwe zending
Partijtje STERKE
Telef. 88 Telef. 88
Appelmarkt - Bolsward
DjjkstF. 45 Bolsward
Aupings Matras
V
62ste Jaargang
Zaterdag 3 Maart 1923
No. 19
Een
bij ons gemaakt, vol
doet aan alle eischen.
Kookkachels
in alle maten en uitvoeringen,
Geëmailleerd
Keukengereedschap,
Huish. Artikelen
in Alluminium, Blik en
Gegalvaniseerd,
worden door ons VER beneden
eiken concurrentieprijs
verkocht.
Wij leeren den mensch
slapen
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
en verzekeren hem nimmer iets
A
V.
ongehinderd
vanaf
Uit Wonseradeel.
Beleefd aanbevelend,
■■■si
FABRIEK:
M> M.
Naar den Ijsberg te Harlingen.
Februari 1823
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
A
beters te begeeren dan een
15 JAAR GARANTIE
*—ï\doch aldte/rc nwt dm. naa/ni:*"*
Geeft af
SPAARBANKBOEKJES
RENTE 4 pCt.,
terugbetaling dagelijks.
Deposito rente 5 pCt. één jaar vast
In alle maten (voor ledikant en bedstede)
te verkrijgen bij
BLEEKSTRAAT - MAKKUM
Speciaal in Bedden en Matrassen.
Vertrouwd adres. Vraagt prijscourant.
DEVENTER
W PRIMA KWALITEITEN.
DE LAAGSTE PRIJZEN.
hem volstrekt, niet onverschillig, of hij dat
span paarden verkocht en hij zag hier in
het samentreffen dezer twee liefhebbers
een gunstige kans. Hij zou het dit najaar
te Leeuwarden reeds verkocht hebben, doch
hij zat er wat over in tweestrijd. De prijs
door Wubbe van der Werf geboden, was
hoog genoeg maar Sikkesz had vijftig
gulden meer geboden, doch dit was een
Groninger en Kweldam was een rechte
Fries. Hij hield van alle menschen, doch
van de Friezen het meest. Hij wenschte
ook den Groningers alle goeds, maar toch
het liefst zou bij zien, dat zijn edel span
in Friesland bleef. De paarden op zijn
eigen boerderij opgefokt, moesten eigenlijk
niet de grenzen over. Van der Werf woonde
te St. Jacobi, dus dat was Friesland, echter
de Groninger had vijftig gulden meer ge
boden... ook niet te versmaden.
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62‘/2 cent per 3 maanden
WITMARSUM, 28 Febr. In eene druk
bezochte vergadering van de Christelijk-
Historische Kiesvereeniging „Christelijk
Volksbelang in Wonseradeel” werd de
volgende candidatenlyst voor de a.s. raads
verkiezing vastgesteld:
1. G. van Slageren, Wons. 2. S. B.
Algera, Gaast. 8. Joh. Tichelaar, Parrega.
4. T. van Eijck van Heslinga, Arum.
5. H. de Jong, Ferweude. 6. S. M. Brandsma,
Schraard. 7. S. Faber, Hichtum. 8. M.
Weerstra, Longerhouw. 9. R. de Boer,
Parrega. 10. W. Burghgraaff, Schraard.
11. T. op de Hoek, Makkum. 12. D. Visser,
Witmarsum. 13. M. Keulen, Burgwerd.
WONS. Beroepen bij de Geref. Kerk
alhier, de heer C. v. d. Wonde, cand.
te Sneek.
was: 1°. dat die berg uitgehold was;
2°. dat overigens overal het ijs op zee
vlak en effen was, wijl ’t met stil weer
was gaan vriezen.
Wat hij verder schrijft ever „tonknup-
pelen” ook dit was mij bekend. De ruwe
zeden in vroegere tijden brachten ook ruwe
vermaken mee. Er waren er meer van dat
genre; men bad ook het hanekoppen en
palingtiekken bijv, waarbij dieren op wreede
wijze gemarteld werden en het bekkesnijden,
waarbij moedige jongelingen er een eer
instelden elkander te verminken.
Gelukkig beleven wij meer beschaafde
tijden en in mijn verbaal komt ook wel
een wedstrijd voor maar van vredelievender
aard, zooals U zal blijken.
Inmiddels met hoogachting,
enz., enz.,
„Och!”antwoordde Kweldam op vroolijken
toon, „het is een last voor een koopman,
altoos door zulke liefhebbers achtervolgd
te worden. Ik zal, omdat ik een paar flinke
jonge paarden heb, niet eens
kunnen schaatsenrijden”.
„Verkoop ze mij dan en ge zijt van
dien last bevrijd”, hernam Gerrit Sikkesz.
„Hei wat!” bracht van der Werf daar
tegen in, „ik heb Kweldam vanmorgen het
eerst ontmoet en toen naar de paarden
gedongen”.
„Ik doe geen negotie op het ijs’t, riep
de koopman en zich tot het gezelschap in
de grot wendende, zei bij: Wat zegt gij,
mannen? We drinken hier een kop warme
melk en gaan dan verder”.
Men gaf hem gelijk, maar wie meende
dat het den slimmen koopman ernst was
met zijn gezegde, vergiste zich. Het was
Terwjjl hij onder het gebruik van een
kop warme melk hierover nadacht, kwam
hij eensklaps op de gedachte dat hij mis
schien aan den tweestrijd een einde kon
maken en niet onwaarschijnlijk vond hij
hier een uitweg om zoowel zijn begeerte
naar winst als zijn voorliefde voor een
gewestgenoot te bevredigen.
Bij het verlaten van den Ijsberg was
hij met zijne dochter en met van der Werf
in een tamelijk talrijk gezelschap geraakt
en ook Gerrit Sikkesz had zich bij hen
gevoegd. Ook verscheidene Harlingers, be
nevens ouderen en jongeren uit andere
plcatsen.
Zoowel Kweldam en zijne dochter als
Wubbe van der Werf moesten elkander
bekennen, dat hunne verwachting, hoewel
door allerlei verhalen hoog gespannen, toch
nog overtroffen werd, door hetgeen zij
aanschouwden.
Vele kooplieden hadden hunne kramen
en disschen op het ijs opgeslagen, en er
vormde zich als het ware een winkelstraat,
waar goede zaken gedaan werden. Bijna
niemand kon de verzoeken afslaan om hier
op het ijs iets voor zich of de zijnen, voor
vrienden of kennissen als herinnering mee te
nemen. Ook wareu er verscheidene koek
kramen en van der Werf meende, toen zij
een paar keer de kramen langs gereden
waren, Brechtje een versnapering te moeten
aanbieden. Hij bedacht waarschijnlijk of
het niet mogelijk zou zijn bet bondgenoot
schap van de dochter te winnen, om den
vader te bewegen hem de paarden voor den
geboden prijs af te staan, en hij meende
op den goeden weg te zijn, toen Brechtje
zonder eenige bedenking te maken, onbe
schroomd en dankbaar zich de lekkernij
liet welgevallen, maar even later vergiste
hij zich deerlijk met een auder aanbod.
„Zie eens, vader I” riep Brechtje, „daar
is ook een kraam met goud- en zilvergoed!”
Zij bleven er bij stilhouden en terwijl
de vader met een paar kennissen uit Har
lingen een praatje hield, bekeken Brechtje
en Wubbe een zilveren lepel, waarop
gegraveerd stond: „Desen lepel gekogt op
't ijs in de see tot Harlingen 1828”.
Het was volstrekt geen fraai bewerkt stuk,
maar Brechtje scheen het toch te bewon
deren.
„Wiltge de lepel van me present hebben?”
vroeg van der Werf en taste reeds in zijn
zak om den koopman te betalen.
Zij zag verbaasd en verstoord op; Een
stuk zilver present Wel neen Wat denkt
ge wel Als ik den lepe! wil hebben, kan
ik het aan vader vragen”. En zij keerde
hem met een verhoogde kleur den rug toe
„Hui!” dacht Wubbe, „niet te vlug
van stapel loopen, wat geduld oefenen” en
zich tot Kweldam begevende, zei hij
„Kom koopman, we moeten nog bij den
Ijsberg zien”.
De paardenkoopman volgde hem en ook
de dochter bleef niet achter. Zelfs merkte
Wubbe aldra op, dat zij toch niet erg
verstoord op hem was, want op een plek,
waar ’t ijs wat hobbelig was, en men dus
licht kon vallen, stak hij haar de hand
toe ter ondersteuning; zij nam die aan en
hield hem stevig vast. Eo hij werd weer
haar voorrijder, en heel spoedig waren ze
den ijsberg genaderd. Zoowel voor Kweldam,
ais voor de twee jongeren was dit natuur
wonder nieuw.
’t Gebeurt heel dikwerf dat bet zeejjs
door den wind opeengeschoven wordt, en
er zich dan hooge bergen van schotsen
opeenstapelen, maar overal was de zee met
een effen ijsvloer bedekt, terwijl er juist
hier eerst een paar heuvels schenen ont
staan te zijn en daarover was een dak van
groote schotsen geschoven. Verrassend was
het te zien, hoe bier door de natuur een
bol was gevormd. Luide spraken allen
hun verwondering er over uit terwijl zij
een paar malen rondom het ijsgevaarte
rondreden. Zij zoudeu evenwel ook gemeend
hebben, dat er aan hun reis iets ontbrak,
waren ze den berg niet binnengereden.
Vroolijk zwaaiden zij onder de overhangende
ijsschotsen door, en namen op een der
banken plaats. Nauwelijks ecbter had van
der Werf zijn oogeu langs het aanwezige
gezelschap laten gaan, of zjjn gelaat betrok
een weinig toen hij daar een landbouwer
van Zuidbroek in Groningerland opmerkte.
Toch groette hij beleefd, en wees de hand
niet af die ook hem werd toegestoken
door Gerrit Sikkesz, een lang en mager
jongmensch, den man, dien Wubbe hier
allerminst verwacht bad en ook ongaarne
zag, wijl die ook vroeger gading maakte
aan het span jonge paarden van Kweldam.
„Ik dacht wel, dat ik u hier kon ontmoeten”,
voegde de Groninger schertsend den paarden
koopman toe.” „Hebt ge er geen spyt van
mij uw bruintjes niet verkocht te hebben?
Komt ge mij misschien zeggen, dat niemand
er hooger bod voor wil doen?”
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
Toen er zoo wat rondgereden werd op
zee, zag Kweldam eensklaps een gelegenheid
om het door hem beraamde plan uit te
voeren en toen ze weer tusschen de kramen
rondreden, merkte niemand het op, dat hij
Wubbe een wenk gaf en die twee zich
een weinig van de overigen afzonderden.
VERITAS.
Wordt voortgezet.
P.S. Het was mij een verrassing in het
vorig Zaterdagnummer een Ingezonden stuk
aan mij gericht aan te treffen. Voor de
aan mijn schrijven getoonde belangstelling
betuig ik mijn dank.
Wat die inzender meedeelt over het
meermalen voorkomen van ijsbergen,daarmee
stem ik volkomen in. Bij mijn studie over
de zeeweringen heb ik genoeg gelegenheid
gebsd te bemerken dat die ijsschnivingen
dikwerf belangryke schade toebrachten aan
de paalwerken. Het bijzondere van 1823
Bolswardsche Courant
'Dei
7
Flanel Blousen
Kussensloopen
57
Fa.T.S.v.d.Zee
Zó