der Gemeente Bolsward
Officieel Orgaan
HEERLIJK FRISCH
VS VRUCHTENTflBLETTEN
f
I
i
M
Woensdag 25 Juli 1923
62ste Jaargang
No. 60
Officiëele Advertentie.
en niet klevend
los en in rollen
VACANTIE!
I
A
OUD-BOLSWARD.
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
J
l)
Openbare U.L.O. School Bolsward.
m
WEEK-AGENDA.
jaar
toe-
Wethouders voornoemd,
8. J. PRAAMSMA.
De Secretaris,
H. HAITSMA.
Bolsward, 24 Juli 1923.
XI,IX.
ons daarom goed, toen wij
Fransch schilder mochten
ons land «een der schoonste
voor
bij den heer
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
van hevrijding, een zucht
dat men wel bezoeken had
aan Belgie, Duitschland, Zwitser-
diezelfde personen zelfs ons mooie
Geuldal nog nimmer hadden gezien.
Het deed
sens van een
lezen, dat hij
op aarde” noemde, zij het ook, dat die lof
wat overdreven is. Wij herinneren ons eens
gelezen te hebben van iemand, die een
bootreis maakte vanuit Brabant naar Rotter
dam en daarbij in gezelschap was van een
Oostenrjjksch paar uit het hooge bergland,
dat geen woorden kon vinden, om zijn
verbazing en verrukking te uiten, over de
vergezichten, de breede stroomen, de zoo
sierlijke schepenmassa, de vriendelijke
oevers, de prachtige stadsgezichten. En
het deed ons Hollandsoh hart goed, toen
wij eens lazen dat de Times, der Engelsche
eigenaars van jachten met aandrang aan
beval toch de Hollandsche kusten eu stroo
men te bezoeken, ja zelfs Friesland, een
bezoek overwaardig noemde.
lossen, maakt een reis langs Merwede, of
IJsel of Waal, breng een bezoek aan de
liefelijke z.g. doode steden aan de Zuiderzee,
vergeet daarbij niet het schilderachtige
Volendam, maak een reisje naar Marken
en ten slotte verlustig U in een zeiltocht
op onze heerlijke Friesche meren.
Als gij dit hebt gedaan, dan zult gij
mede getuigen, dat ook onze wateren, hun
natuurschoon bezitten en vol waardeering
voor al hetgeen het buitenland te genieten
geeft, zult gij U niet minder verlustigen
in hetgeen natuur en kunst ons ook in
ons eigen mooi Vaderland doen aanschouwen.
Grauwe luchten, grijze zeeën, voorzeker
wij hebben ze, maar zie zelfs deze zooals
Mesdag en anderen ze ons schilderen in
al haar sombere majesteit, doch licht-
schakeringen van het donkerst grijs tot
het schitterendst blauw, van de stormlucht
tot het liefelijkst rood en goud, wij hebben
ze te danken, juist aan die steeds bewegelijke
wolkenmassa, welke boven onze wateren
den zonnegloed vaak verbergt, soms tempert,
en dikwerf in al zijn afwisselenden glans
doet schitteren met verrassende schoonheid.
Voorzeker, het is majestieus de rotsen
steil te zien neerdalen in de wateren der
Middellandsche zee, het golfgeklotsdaartegen
te hooren, de golven te zien aanrollen ais
de stormwind ze jaagt, het schuim te zien
opspatten, het is onbeschrijfelijk schoon,
als men Zwitserland bezoekt of niet zoo
ver willende gaan, een reis maakt langs
den Rijn, den Koning van Europa’s stroomen,
wanneer men bezoeken brengt aan de
liefelijke Ardennen enz. enz. Maar toch
niet minder verrukkelijk is het natuurschoon
dat ons land aanbiedt. Niet minder ver
rukkelijk zijn de breede terrassen, de zacht
hellende glooiingen welke onze stranden
hier en daar aanbieden.
Zoekt de liefelijke plekjes op bij Muidsr-
berg, Valkevren, Bergen, Noordwijk, Kat
wijk, Zandvoort en ook ons Gaasterland,
waar gij onder het lommer van schaduwrijk
geboomte U neer vleiend, aan Uw voet
het water der Zuiderzee hoort kabbelen,
als ware het een binnenlandse^ meer.
Zet U neer aan het wereldberoemde
Scheveningsche strand, richt Uw blik in
de nabijheid en in de verte op de wateren
der Noordzee. Denkt U ook daar een
avondzon, die ter kimme neigt en U over
het onbewogen watervlak een lichtbrug
doet aanschouwen, die van den gezichteinder
reikt tot aan het strand waar gij staat.
Gaat boven op een duin zitten en luistert
naar het zachte geruisch dat over de
wateren tot U komt, naar het stormachtig
geloei dat de zee, als in toorn ontstoken, U
doet hooren en bedenkt daarbij, dat achter U,
op betrekkelijk o zoo korten afstand, de liefe
lijkste bosebjes U lokken, om langs hun wan
delwegen te dwalen, sierlijk geboomte U zijn
koele schaduw biedt, een rijkdom van
bloemen in de lusthoven der villabewoners,
een allerbekoorlijkste afwisseling toovert
voor het verrukte oog.
Dan zult gij begrijpen, hoe van
tot jaar duizenden vreemdelingen
stroomen, ook om in het zilte nat ver
sterking van lichaamskracht en zenuwleven
te zoeken, maar niet minder, om het eigen
aardig schoon te bewonderen, dat ons land
hun aanbiedt, in tegenstelling met de
oorden die zij bewonen.
Of wel gaat naar ons Zuiden, het dal
der Geul en Gulpe, geniet daar van «ons
klein Zwitserland” of maak een bootreis
langs Gelderland’s Eijn, met zijn glooiende,
boschrijke heuvelen, langs Limburg’s Maas
met zijn boeiende sehoone bergen, geniet
de breede rivier, die Rotterdam’s kaden
bespoelt, waar ook de zeekasteelen hun
schatten tot binnen in de stad komen
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62*/2 cent per 3 maanden
De heerlijke vacantietijd is weer aange-
hroken. Lang is er naar verlangd, vooral
door de kinderen. De leerlingen der inrich
tingen voor hooger onderwijs gingen vóór,
die der scholen voor lager- en uitgebreid
onderwijs volgen a.s. Zaterdag. Het zich
dag aan dag inspannen om hun kennis te
vermeerderen heeft voor een aantal weken
plaats gemaakt voor dagen van ontspanning.
Van den drukkenden last van allerlei huis
werk zijn zij eenigen tijd ontheven. Zij
slaken een kreet
van verlichting.
Zij zijn thaas vrij. En met die vrijheid
der kinderen breekt voor vele ouders een
moeilijke tijd aan. De vacantie zijn
tegenwoordig zoo lang, klagen zij. In hun
tijd duurde die hoogstens drie weken. Thans
echter wel zes! Hoe zullen zij hun kinderen
zóó lang bezig houden. UitgaanI Uitgaan!
roepen de kleinen! Dech dat is bet juist
wat voor vele ouders, op het platteland
vooral zoo moeilijk gaat. De middelen van
verkeer zijn er primitiever. De jeugd blijft
liefst niet lang op een zelfde plaats. En
toch hebben de kinderen van het platteland
weer veel voor op die der groote steden.
Vooral de kinderen der stoffelijk minder
bevoorrechten hebben het daar niet zoo
aangenaam. Daarom is men reeds op de
gedachte gekomen om ten behoeve der
vacantiehoudende jeugd iets nuttigs, doch
tegelijkertijd iets aangenaams uit te zoeken.
Men vraagt zich af of ontspanningsplaatsen
niet te verkrijgen zijn, waar de jongens
en meisjes beziggehouden kunnsn worden
en zij spelenderwijze handenarbeid kunnen
doen, z.g. «slojd”.
Niet alle ouders zijn in de gelegenheid
hun kinderen gedurende de vacantie iets
te laten genieten buiten de plaats hunner
inwoning, ’t Is daarom zoo heerlijk, dat
schoolreisjes worden gemaakt, dit jaar zelfs
voor langer dan één dag. Daar wist men
vroeger niet van. De behoefte aan het op
reis gaan was toen trouwens ook bij de
volwassenen niet zoo algemeen als dit thans
het geval is. Of misschien bestond de
behoefte wel, maar men was er niet toe
in de gelegenheid. Hoeveel arbeiders
mochten zich verheugen in een vacantie
tijd, zooals dit heden het geval is? Dat
waren er maar zeer weinigen. Één dag,
vaak zelfs slechts een halven dag werd vrijaf
gegeven, bijv, ter gelegenheid van de kermis.
’t Is goed, dat ook daarin verandering
is gekomen. Iedereen heeft recht op gepaste
ontspanning na inspanning. Wanneer men
een jaar lang met lust en ijver werkzaam
is geweest, zich heeft ingespannen zijn plicht
te doen, is het noodig en billijk dat men
gelegenheid krijgt, zich eenige dagen te
kunnen onttrekken aan den dagelijksche
arbeid.
Het is goed dat het lichaam en den
geest tot rust komen. Het is noodig dat
men iéts anders boort en ziet, nieuwe
indrukken opdoet. Het verruimt den blik,
het bevordert den lust en de opgewektheid,
waarmede men na de genietingen der
vacantie weder opnieuw zijn arbeid hervat.
In verschillende groote steden, als Amster
dam, Den Haag en Rotterdam, bestaan
vereenigingen, welks leden iedere week een
klein bedrag besparen, teneinde jaarlijks
een drie-, vier- of vijfdaagsch reisje te
kunnen maken.
Dat zijn vereenigingen, die een goed en
nuttig werk doen. Zij bevorderen de alge-
meene ontwikkeling, kweeken liefde voor
moeder natuur, brengen eerbied bij voor
den Schepper van het Heelal. Zij werken
mede aan de beschaving der menschheid,
doen de deelnemers aan de te maken reisjes
inzien, dat er zooveel mooiere en hoogere
genietingen zijn, voor minder geld, dan
waaraan zij zich voordien vaak overgaven.
Het zijn verstandige menschen, die zich
allerlei lagere genotsmiddelen ontzeggen,
die niet avond aan avond in een bioscope
of schouwburg zitten, doch jaarlijks een
reisje gaan maken. Het dan gemaakte
genot blijft hen veel langer bij en draagt
veel mooier vruchten.
Het op reis gaan wordt dan ook ieder
jaar algemeener. En velen trekken naar
het buitenland. Dat zij dit doen, die hun
eigen land reeds voldoende kennen, dat is
te rechtvaardigen. Doch het is te betreuren,
dat zoovelen dit ook doen, die de mooie
plekjes in hun eigen land, hun eigen om
geving zelfs, met minachtend schouder
ophalen voorbijtrekken. Wij hebben het
ervaren,
gebracht
land en
Gelijk gemeld is, begon het jaar 1868
met winter. Winter en ijsvermaak geven
in Friesland leven en vertier. Op «ge
vleugelde voeten” te kunnen zwieren
opent in onze provincie de oude verkeers
wegen. Dan kon men eens komen, waar
men anders niet eens aan dacht. Jammer,
dat er onder de velen, die op ’t ijs uit
spanning zoeken, steeds telken jare eenigen
het slachtoffer worden van hun roekeloosheid,
want de ijsongelukken zijn in de meeste
gevallen aan onvoorzichtigheid toe te
schrijven. De wintertijd, die in vele ge
zinnen vreugde brengt, heeft op die wijze
treurige herinneringen. Ook dezen winter
vielen weder talrijke ongevallen voor, voor
zoover mij bekend echter niet in onze
woonplaats of de naaste omstreken.
De barre winter, ondanks de genoegens,
brengt ook kommer en ellende mee. In ’t
gezin van den arme wordt dan dikwerf
gebrek aan het noodige geleden. Gelukkig
onze gemeente, waar door de fondsen onzer
voorvaderen steeds mild gezorgd kan worden
voor degenen, die behoefte aan hulp hebben;
niet overal, ja bijna nergens, is de toestand
der gealimenteerden zoo rooskleurig. Dat
is een voorrecht, ofschoon er ook wel
degelijk soms een schaduwzijde aan te
bespeuren is.
’t Ligt niet op mijn weg hierop verder
door te redoneeren, doch een oproep tot
liefdadigheid in Januari 1868 trok mijne
bijzondere aandacht. Men was in diejaren
bezig het kanaal «Holland op z’n smalst”
te graven, het droogleggen van het IJ,
doch Amsterdam met de Noordzee in ver
binding te brengen en te IJmuiden een
goede haven te maken was een werk van
groote beteekenis. Een groote opeenhooping
van werklieden (grondwerkers) bracht dit
mee, maar door het invallen der vorst
stonden de werkzaamheden stil... wat bij
de meesten beteekent: directe armoede.
Voor de winter arriveerde, was al getracht
een deel der werkers naar hun oorspron
kelijke woonplaatsen te doen vertrekken,
maar wat overbleef was nog beduidend
van om vang. En daar heerschte nijpend
gebrek. Uit Amsterdam was reeds krachtige
hulp gezonden, maar weldra bleek da
toestand van dien aard, dat de openbare
liefdadigheid moest worden ingeroepen.
En ook te Bolsward werd die roepstem
gehoord. De toestanden door Haarlems the
Courant en Handelsblatt geschetst, dwongen
tot krachtdadig ingrijpen. De drie Predi
kanten M. E. van der Meulen, C. A. Dar
denne Ankringa en A. W. Huidekoper
met de beide Pastoors G. J. Heuveldop
en J. C. Hondvorst vormden een Com
missie, waar men zijn gaven kon bezorgen.
Al voor de oproep gepubliceerd werd, was
ongeveer f 50,bijeen, en die som klom
tot nagenoeg 100,toen uit Haarlem
bericht werd, dat van alle zijden reeds
voldoende hulp was verstrekt en in de
behoeften ruimschoots reeds kon voorzien
worden. De Commissie besloot toen de
reeds ontvangen gelden een andere bestem
ming te geven, en daar kort te voren te
Katwijk door den storm een groot getal
huisvaders was omgekomen, werd besloten
met instemming der schenkers en schenksters
de weduwen en weezen dier visscherlieden
het bedrag over te maken.
De notaris E. T. Kuiper vroeg ontslag
aan uit zijn ambt, en dit werd met ingang
van 1 Febr. eervol verleend, terwijl het Kon.
Besluit meteen diens schoonzoon den heer
W. A. Peereboom tot Notaris binnen het
Arrondissement Sueek, standplaats Bols
ward, benoemde. De heer Kuiper vroeg
toen ook ontslag als Weesvoogd, en daar
werd hij vervangen door den heer T. van der
Burgemeester en Wethouders van Bols
ward brengen ter openbare kennis, dat de
leerlingen (ook buitenleerlingen) in het bezit
van het bewijs, dat ze de 6e klasse der
Lagere School met goed gevolg hebben
doorloopen, zonder examen tot bovenge
noemde school kunnen worden toegelaten.
Er wordt onderwijs gegeven o.a. in
Fransch, Duitsch, Engelsch, Wiskunde,
Boekhouden en Teekenen.
De school leidt op voor H.B.8., Gym
nasium, Mulo-diploma A en B enz.
De nieuwe cursus begint 1 Sept. a.s.
De te gebruiken leermiddelen worden
gratis van gemeentewege verstrekt.
De aangifte moet geschieden
Maandag 6 Augustus a.s.
N. van der Baan.
Burgemeester en
In deze rubriek worden gratis alle aankon
digingen van vergaderingen enz. opgenomen.
Woensdag 25 Juli:
Schaakclub „Westergoo”. Speelavond, aan
vang 7’/2 uur in „Ons Gebouw” (Eerste
zaal).
N. C. G. O. V. Bijeenkomst des avonds
8 uur in het Wilhelminagebouw.
Kruisverbond. Vergadering ’s avonds 8 uur
in het R.-K. Werkliedengebouw.
Donderdag 26 Juli:
Strijkorkest „Andante”. Muziekuitvoering,
das avonds 8 uur in het Park.
Zangvereeniging „De Lofstem” Repetitie
’s avonds 8 uur in „Ons Gebouw”.
Vrijdag 27 Juli:
Sted. Muziekkorps „Bolsward”. Gewone
repetitie des avonds 8 uur in de muziek
school.
R.K. Zangkoor. Repetitie ’s avonds 8 uur
in café Slippens.
Chr. Gemengd Koor. Repetitie des avonds
8 uur in de Chr. School „Rehoboth”,
Hengstepad.
Bolswardsche Biljartclub. Speelavond van
6 tot 11 uur in „De Wijnberg”.
Zaterdag 28 Juli:
Werkl.-Ver. „Eendracht zij ons Doel”. Leden
vergadering, des avonds van 7 tot 9 uur
in café „Voorwaarts”.
Stadsspaarkas. Inbrengen van gelden des
avonds 7 uur, in het lokaal Politiebureau.
Onderling Ziekenfonds. Contributie-afdracht
’s avonds van 5’/2—6'/2 uur in „Ons
Gebouw”.
Chr. Knapenvereen. Vergadering des avonds
7'l2 uur in „Ons Gebouw”.
Maandag 30 Juli:
Chr. Jongelings-Vereen. Ledenvergadering
des avonds 8 uur in „Ons Gebouw”.
Dammen en schaken, ’s avonds vanaf 7'/2 uur
gelegenheid in het Wilhelminagebouw.
Korfballen, ’s avonds 8 uur op ’t Sportterrein.
Dinsdag 31 Juli:
Chr. Vrouwenvereen. „Dient elkander door
de liefde”. Gewone vergadering ’s avonds
8 uur in „Ons Gebouw”.
Jongedochtersvereeniging „Eben Haezer”. Ge
wone vergadering in „Ons Gebouw”.
Bolswardsche Biljartclub. Speelavond van
6 tot 11 uur in „De Wijnberg”’
Geh.-Onth. Koor. Repetitie ’s avonds 8 uur
in het Wilhelminagebouw.
Tempelieren. Vergadering des avonds 8 uur
in café „Voorwaarts”.
Woensdag 1 Aug.:
Schaakclub „Westergoo”, Speelavond, aan
vang om 7‘/2 uur in „Ons Gebouw”
(Eerste zaal).
Biljartclub „Jan Wiemers”. Speelavond van
7 tot 11 uur in café „De Drie Kronen”
(H. Gaarman).
Weij. De heer Kuiper, een lange reeks
van jaren hier te Bolsward werkzaam
geweest, was den laatsten tijd echter lijdende
een lange rust was hem niet beschoren,
nog datzelfde jaar (1 Mei) overleed hij in
den ouderdom van 72 jaren. In het begin
dezes jaars besloot de Raad een oud gebouw,
zeer bekend bij oud en jong, te doen
verdwijnen, n.l. «de Kapelle”. De naam
Kapelstraat herinnert nog aan dat ver
dwenen gebouw, echter vele bejaarde stadge-
nooten herinneren zich nog levendig, hoe
ze daar onderwezen werden.
Want het voormalige kerkgebouw werd
na de Reformatie veranderd tot een school.
Door het aan brengen van een zoldering
verkreeg men twee verdiepingen en zoo
kon onder het gewone, en boven het
latijnsche onderricht gegeven worden. In
«Bolswards Kunst en Kunstgeschiedenis”
door Ds. M. E. van der Meulen, lees ik over
dit voormalige kleine kerkgebouw, dat
stond aan de Kerkstraat en gedeeltelijk
over het water «de Broerehaven” bij het
Armenhuis was heengebouwd, het volgende:
«Ten slotte werd in 1868 de «Kapelle
van Miraeulen” afgebroken, die gewjjd
was aan O. L. Vrouwe van Seven Wolden,
en die eertijds met grooten toeloop werd
besocht als hebbende groot verdienst van
aflaten. (Schotanus). De soldaten van
Bronkhorst verbranden in 1580 het
wonderdoende Mariabeeld en waar vroeger
de vrome schare genezing kwam zoeken
voor lichaam en ziel, daar zette later
de levenslustige jeugd zich neer, om
wijsheid te garen ir> het oude Latium
eis te drinken uit de bron aan den
Helicon ontsprongen. In plaats van de
Moeder Gods, plaatste men der Heidenen
Godin op den troon. Hic, zoo stond
boven den ingang
Hic sophiae, hic alma Minerva tenellis
Castalias propinat aquas Heliconis
[alumnes.
Hier biedt de weldadige Minerva aan
hare jonge voedsterlingen de Castalische,
de heldere wateren aan der wijsheid en
van den Helicon.”
Daar door den bouw van nieuwe scholen
het oude gebouw doelloos was geworden,
(de schoolbanken waren een jaar te voren
reeds verkocht) en alleen neg soms dienst
deed als vergaderlokaal (het Matigheids
genootschap kwam gewoonlijk hier bijeen)
besloot de Raad op 15 Februari 1868 om
’t gebouw op afbraak te verkoopen. Kort
daarop werd nog aanbesteed het weg
breken van den steenen boog over het
water, en ’t maken van een houten brug,
om de twee einden der Kerkstraat weer in
verbinding te brengen.
Niet onaardig vind ik de vermelding
van een destijds gepubliceerd gedichtje,
vervaardigd door den heer G. Fokkens,
hoofd der Burgerschool, en waarin door
schemert de verschillende bestemmingen,
waartoe veor en na het gebouw zich leende.
Laatste verzuchting der Oud» Kapel.
Het is een oude wet en leering:
«Wat niet meer leven kan, moet dood!”
Zoo sprak de wijze stadsregeering
Toen ze onlangs mijnen val besloot.
Mijn val! wat heb ik dan misdreven?
Wat kwaad wordt mij te last gelegd?
Wat staal men mij naar ’t grjjze leven?
Is ’t vonnis wel naar wet en recht?
Was ’k in mijn jeugd geen trouwe moeder,
Vond men bij mij geen heul en heil?
Was niet mijn zoon der geesten hoeder,
Had hij voor elk niet alles veil?
’k Werd ouder, ja, maar nam geen ruste
Grootmoeder was voor alles goed;
Zij gaf graag ieder wat hem lustte
Wat toch een grootmoe niet al doet?
O! wat een vreugde 't mij toch baarde,
Al was mijn jarental reeds groot,
Toen ’t kindervolk hier wijsheid gaarde,
Gezeten op mijn ouden schoot!
Die schoot had ruimte voor hen allen,
’k Nam allen even liefd’rijk op,
En ’t was me een innig welgevallen
Als deze of gene kleine strop
Zijn makkertjes vooruit wou streven,
Of boe hij toonde wat hij kon,
En met het schrift, door hem geschreven,
Het uitgeloofde prijsje won!
’t Was of in m^ de jeugd herleefde...
'k Vermoedde in mijn vreugde niet
Hoe ’t noodlot boven 't hoofd mij zweefde
En vreugd zou wijken voor verdriet.
Dra zag ik links en rechts verrazen
I
Bolswardsche Courant
W
«t
1
c5r.’
IT