der Gemeente Bolsward
Officieel Orgaan
r
VAN SLOOTEN’S
VRAAGT DIT MERK
(VAN SLOOTEN, HARLINGEN)
OUD-BOLSWARD.
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
62ste Jaargang
Woensdag 5 December 1923
No. 96
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
WEEK-AGENDA.
ej
bij?”
Van den Hak op den Tak.
Wintermaand.
December
Mijnheer, is
neen, nooit geweest
staat om
met een
Terwijl de
IL
LXIV. -p./x-XS
maar dadel ijk een aardig-
plaatsen aan en als het kan een drinkbak,
waarvoor gezorgd moet worden, dat het water
niet bevriest. 21 December is de kortste dag.
Tuinbouw.
Bekijk de lijmringen. De moestuin geheel
om werken en mesten; grasperken gieren;
hollen schoonmaken en in potten zetten.
Snoeien van sierboomen, ooftboomen met
vloeibaar carbolineum inspuiten, nadat de
basten geborsteld en schoongemaakt zijn.
Aardbeien met mest onder stroo bedekken.
Als het niet vriest, kunnen de vrnchtboomen
worden uitgedund.
Ruishouding
Vogels niet vergeten; ga de waterlei
dingen nog eens na. Zorg dat voor Sint
Nicolaas en Kerstmis alles op tijd besteld
en bezorgd is. Raadpleeg bij het doen
Uwerinkoopendeadvertentiesindezecourant. Opgescharreld, kwam hij toch stilletjes
Rygi'èue.
IJssport is
dat er
een gezonde beweging, alleen
zorgen, dat er geen koude wordt gevat.
Het schoeisel goed na laten kijken en her
stellen.
Dieren- en Plantenwereld.
Mollen maken hun winterkwartieren in
orde; houtsnippen zijn weggetrokken; sijsje,
winterkoninkje en roodborstje zingen bij
mooi weer het hoogste lied uit; enkele
spreeuwen, die anders eerst in Februari
komen, verschijnen weer; trekvinken ver
dwijnen geheel. Alle loof boomen zijn kaal,
alleen paardebloem, herdersstaf en kruis-
kruid bloeien, madeliefjes, sleutelbloem en
pyrus japonica beginnen bij gunstig weer
te bloeien, ook sneeuwklokjes, crocus,
dotterbloem en speen-kruid vertoonen wel
eens hunne bloesems.
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonsèradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62*/2 cent per. 3 maanden
Koud was het buiten. Gezellig en warm
was het binnen. Van die gelegenheid maakte
ik gebruik, om de roman, waar ik dezen
zomer in was blijven steken, te vervolgen.
Ik las o.a.„Ernstig ziek lag de gravin
gekluisterd aan haar sponde. En het nabij
zijnd einde haars levens observeerende, riep
zij het schoone weesmeisje bij haar en
zeide met zwakke stem: Als ik zou sterven,
lAmalie, zullen mijne kinderen moederloos
zijn... Daarom: Amalie, ga dan met mijn
heer de graaf huwen, en wees goed
voor hem en onze telgen... Doch de pleeg
dochter, die blijkbaar niet politicus genoeg
was, openbaarde: Juist, mevrouw de gravin,
waren wij daarover aan het spreken I En
van deze stonde af aan, genas de gravin
zichtbaar van haar vreeselijke kwaal; im
mers, zij wilde niet, dat haar man dat
geluk zou deelachtig worden..." Tot zoover
schrijf ik uit die roman. Gaarne wilde ik
ook het vervolg van deze historie aan mijn
geachte lezers voorleggen, doch ik ben bang,
dan in conflict te zullen komen met de
Auteurswet. Nu weet ik wel, daar zien
sommigen niet zoo precies naar. Mij zijn
tenminste „verslaggevers” bekend, die alles
maar gappen, of, om ’t netter uit te
drukkenaltijd schaar en stijfsel bij de
hand hebben. Nochtans slikt het leesgrage
publiek veelal die //nieuwtjes” als oorspron
kelijk. De wereld wil nu eenmaal bedrogen
zijnl Zóó was het vóór honderd jaren
zóó is het nóg. Die sigarenrooker evenwel.
Nicolaas, en met ’t oog daarop wilde hij van den een, noch van den ander. Eindelijk
een fijne sigaar rooken. In een sigaren
winkel aanlandende, vroeg hem de handelaar:
„Sigaren?” De heer antwoordde: „Ja, mijn
heer.” Nu dacht onzen winkelman, dat hij
iets zou verkoopen, bijzonder geschikt om
als surprise dienst te doen. Hij sprak
daarom: „Juist, mijnheer. Welnu, hier ziet
u eenige soorten, geschikt voor cadeaux.”
De klant haalde z’n neus op en gaf te
kennen: „Merci! Ik wenschte er eenige te
hebben, om zélf te rooken!" Deze man
scheen al eens kennis gemaakt te hebben
met: cadeaux-sigaren. En kent u dat geval
met dien predikant? Meermalen was Zijn
Eerwaarde te verstaan gegeven, dat er
telkens méér knoopen in het kerkzak je
Het was mijn plan de aanteekeningen
over het jaar 1869 weer op te vatten om
zoo, koutende over dien tijd, te trachten
eenige herinneringen voor de lezers op te
disschen, doch de vorige week luisterde ik
een gesprek af, waarin men Observator
zoowat van duimzuigerij ging betichten.
Om schuil te blijven, kon ik mij niet
mondeling verdedigen, doch zal het nu
schriftelijk doen.
Men beweerde, nooit eerder gehoord te
hebben van het oliekoekensturen naar
Sneek toen (20 Dec. 1878) de 2e kamer
aannam het regeeringsvoorstel over het spoor
Leeuwarden-Stavoren, waarbij Bolsward ook
aan de lijn zou komen, en dat (18 Jan. ’79)
eenige gezouten haringen als antwoord
terugkwamen, toen de Ie kamer het ont
werp verwierp. „Aardig gevonden”, zei
men, maar men beschouwde het als een
verzindsel.
Mijn verdediging tegenover die verden
king is, dat ik van de oliekoeken of pekel
haringen niet meegeproefd heb; ’k was
nog in de vlegeljaren en mocht nog niet
bij de heeren van „de Doele” komen. Ik
herinner mij echter wel, dat de vlaggen
uitkwamen en er mnziek was, omdat het
spoor hier zou komen, doch aan de feest
vreugde in de sociëteit mochten de jongens
niet meedoen. En toch is het verhaal over
die societeitsaardigheid niet gefingeerd.
’t Is al eenige jaren geleden, dat een
geloofwaardig Bolswarder ingezetene, toen
het zoo toevallig ter sprake kwam, mij die
grap verhaalde. Ik begreep dat hij er zelf
aan meegedaan had, zonder dat hij dit liet
uitkomen, maar de waarheidsliefde van dien
heer (helaas voor korte jaren overleden)
durf ik niet verdenken. De inkleeding van
het verbaal is van mij, doch het feit zelf
berust naar mijn vaste overtuiging op
waarheid.
’t Is dezelfde heer, die mij menig andere
grap of aardigheid heeft meegedeeld uit
dien tijd toen Lij jong was en levenslustig.
Eén er van heb ik reeds vroeger gebezigd
(de schutterij in de wapens om de ont
vluchte Leeuwarder tuchthuisboeven te
pakken) en andere hoop ik bij gelegenheid
in mijn schetsjes in te vlechten. Wel trok
het steeds mijn aandacht, dat de verteller
in zijn bescheidenheid nooit zijn eigen
heldendaden vertelde. En toch gevoelde ik,
dat hij meermalen dapper meegedaan heeft.
Van andere zijde heb ik nog zeer kort
geleden een aardige grap gehoord, hem zei/
betreffende, en ’k zal, nn ik vandaag toch
op mijn praatstoeltje zit, dat hier in vlechten.
werden aangetroffen. De leeraar nu maakte
dat op zekeren Zondag in de volgende
bewoordingen aan zijne gemeente bekend:
„Mijn geachte hoorders worden beleefd
uitgenoodigd, in het zakje ook ’n naald
en wat garen te werpen, opdat ik gebruik
kan maken van de vele knoopen, die telkens
weer aan in het zakje worden gevonden.”
Voorzeker niet onaardig opgemerkt! Dat
moet mede getuigd worden van Bram’s
antwoord. Luister maar. Levi Kamgaren
komt zijn ouden schoolkameraad Bram
Zoutvat tegen, die met een begrafenisstoet
meeloopt. Levi informeert met groote be
langstelling naar de gezondheid van Bram’s
familieleden en oude kennissen: „Tusschen
twee haakjes, Bram, hoe gaat ’t toch met
Sam Zuurflesch? „’k Hoorde, dat-ie erg
ziek was.” „Och, wat zal ik je er van
zeggen, Levi. Hij gaat héél, héél langzaam-
pies vooruit.” Plotseling vraagt Levi, onder
’t meeloopen met de stoet: „Zeg, wie wordt
d’r eigenlijk gereden?" Bram zegt: „Wel,
da’s Sam! „En je zei me pas, dat-ielang
zaam vooruit ging?!" „Nou, doet-ie dat
dan niet? Kijk maar, hoe ellendig-langzaam
oft-ie vooruit gaat!" Niet allen zijn echter
even gevat als dat Brammetje. Jantje kwam
uit de school. Thuis gekomen, zei hij tot
zijn vader: „Vader, de meester had het
vandaag over het vinden van den grootst-
gemeenen deeler." Verrukt gaf de vader
ten antwoord: „Zoo, hebben ze dat ding
nu eindelijk gevonden; daar zochten zeal
naar, toen ik nog ’n schooljoggie was!"
Jantje zette natuurlijk een paar groote
oogen op. Dat deed onlangs Van Puffelen’s
vrouwtje ook. Toch had ze heelemaal geen
ruzie in ’t zin. Enkel las ze voor uit haar
dagblad: „De giraf heeft een tong van
bijna een halven meter, en..." Nu viel
m’n vriend opeens inBen je niet jaloersch
Ja, ’t zit daar nog al eens op! Ze wil nu
ook niet meer bakerenEn wel, omreden
’t echtpaar een erfenisje is thuisgebracht.
Mooi, hè? Maar minder mooi was het
geval, dat zij de vorige maand beleefde,
en waarvan de erfenis de indirecte oorzaak
was. Veel had Elsa van Puffelen al gelezen
over vliegmachines en vliegen. En waar ’t
thans kon lijden, wilde zij met geweld een
toertje door ’t luchtruim maken. Nu, ’t was
hèm best naar den zin. Ze huurden voor
één kwartier een vliegtoestel. De bestuurder
lachte hartelijk: twee zulke oudjes nog eens
in de wolken! Belangstellend vroeg hij:
„Mijnheer, is u ook zenuwachtig?* „Wel
en ook nimmer in
te worden!" zeide mijn vriend
van fierheid trillende stem,
man de machine in gereedheid
ging brengen, pochtte Van Puffelen maar
steeds op zijn durf, en spotte met elke
voorzichtigheidsmaatregel. Of het kwam,
doordat hij er eenigen had „gewipt” vooraf,
dan wel, omdat hij zich nu eens wilde
.aten toonen, iets méér te zijn dan louter
pantoffelheld ik weet het niet, maar ’k
weet wel, dat Elsa van haar kant evenmin
die vrees bekroop, ’t Was tusschen de
beide echtelieden zooiets als een wedstrijd
in drieste, uitdagende volzinnen. Ein
delijk was alles klaar voor ’t reisje. De be
stuurder sprak alsnog tot Van Puffelen
„Mijnheer, durft u een weddenschap met
me aan?" „Waarom niet?" „Als u, trots
alle vreemdsoortige wendingen van ’t vlieg
tuig, géén wóórd zult zeggen, dan hebt u
en uw vrouw gratis gevlogen!" „Aan
genomen!" Stijl als ’n vogel ging het om
hoog, recht op de zon aan, naar ’t geleek.
Daar opeens... vreemde, angstwekkende
buitelingenalles kraakte en schudde, en
’t geleek, of men straks niet meer zou
vliegen, doch vallen. Maar hoe de opzetter
1UU io ucu uuB. me oigarcuruuKcr cvcuwoi, der weddenschap z’n oor ook te luisteren
dacht er anders over, ’t Liep tegen Sint legde, hij hoorde zelfs geen zucht, noch
waren de 15 minuten verstreken, en landde
men kalm en waardig wederom op Moeder
Aarde. „U bent een held, mjjnheer, werke
lijk, u bent een eerste klas held!" zoo
begroette de bestuurder zijnen tochtgenoot
op de eerste plaats. Iets dergelijks wilde
hij tevens zeggen tot mijnheer’s wederhelft.
„Maar waar is zij?!" riep hij luide. „Ja,"
gaf Van Puffelen nuchter te verstaan,
„’t heeft me werkelijk eenige moeite gekost,
me stil te houden toen zij er uit tuimelde..."
Later hebben ze Elsa teruggevonden op
een stuk bouwland, waar zij met een ge
scheurde rok tusschen de koolrapen lag.
Je moet maar boffen!
ROODBORSTJE.
Nu de tijd voor het houden vanvergade-
ringen en uitvoeringen weer is aangebroken,
maken wij de bestuurders van vereenigingen
attent op deze rubriek, waarin aankondi
gingen enz. gratis worden opgenomen. Op
gaven hiervoor gelieve men tot Dinsdags-
avonds aan ons in te zenden.
Voor het plaatsen van advertenties bevelen
wij ons blad bij hen aan, terwijl wij ons
tevens houden aanbevolen voor de levering
van alle soorten vereenigings-drukwerk als
convocatiebiljetten, reglementen, diploma’s,
programma’s, tekstboekjes enz. enz.
Firma B. CUPERUS Az.
Woensdag 5 December:
Geref. zangkoor „Pro Rege”. Repetitie des
avonds 8 uur in het Wilhelminagebouw.
Donderdag 6 December:
R.K. Zangkoor. Repetitie ’s avonds 8 uur
in café Slippens.
Krite Boalsert. Repetitie ’s avonds 8 uur in
café Hoekstra.
Verkooping Potten- en Aardewerkfabriek,
Huizen en Woningen, door notaris Feitsma
’s avonds 7 uur bij Laas van der Zee.
Vrijdag 7 December:
Zangvereen. „Voorwaarts”. Repetitie des
avonds 8 uur in café „Voorwaarts”.
Mannenkoor „Hollandia”. Repetitie ’s avonds
7 uur.
Sted. Muziekkorps „Bolsward”. Gewone
repetitie des avonds 8 uur in de muziek
school.
Chr. Gemengd Koor. Repetitie des avonds
8 uur in de Chr. School „Rehoboth”,
Hengstepad.
Bolswardsche Biljartclub. Speelavond in *ti
clublocaal „De Doele”, van 7 tot 11 uur.
Zaterdag 8 December:
Onderling Ziekenfonds. Contributie-afdracht
’s avonds van 5‘/2—6V2 uur in „Ons
Gebouw”.
Maandag 10 December:
Schaak- en Damclub „Tavenu”. Speelavond!
des avonds 7 uur in het Wilhelmina-'
gebouw.
Boheemsch Vioolkwartet. Uitvoering des
avonds 8 uur in „De Doele”.
Dinsdag 11 December:
Bolswardsche Biljartclub. Speelavond in het
clublokaal „De Doele” van 7 tot 11 uur.
Gemengd Koor „Bolsward”. Repetitie van
’t Oratorium „Judas Macabeus”, ’s avonds
8 uur in „De Doele”.
Geh.-Onth. Koor. Repetitie ’s avonds 8 uur
in het Wilhelminagebouw.
van dé tafel en
en da;.r voeder-
Met Kerstmis geen kou,
Geen zitten onder de schouw.
Wij kunnen natuurlijk nu nog niet
zeggen, welk weer het met Kerstmis zal
zijn, doch weten wel, dat de zoo vroege
en plotseling ingetreden wintertoestand in
geheel Europa van dien aard is, dat er
volgens de weerkundigen groote kans is
op voortduring der winterverschijnselen.
De koude in Engeland en het Westelijk
deel van het vasteland wordt nog steeds
sterker. Ook in Oost-Europa verscheen een
vorstgebied van beteekenis en er viel dan
ook veel sneeuw, wat altjjd in de metero-
logie is aangezien voor omstandigheid, die
voor sterke vorst gunstig is. In Zweden
nam de vorst sterk af, maar dat is een
verschijnsel, dat men daar ’s winters steeds
kan opmerken.
In de luchtdrukverdeeling waren de
veranderingen nog belangrijker. De depressie
voor Scandinavië is vervangen door een
gebied van hoogen druk, terwijl in Midden-,
Zuid- en Zuidwest-Europa zich een groot
gebied van vrij lage luchtdrukking ont
wikkelde. De Inchtdrukvervallen zijn zeer
gering, zoodat er weinig of geen wind was.
Over groote uitgestrektheden heerschte
mist, waardoor de nachttemperatureft ver
hinderd worden ver te dalen.
In ons land is de vorige week veel
sneeuw gevallen.
Drieduizend man hebben te Amsterdam
aan de opruiming gewerkt; te Rotterdam
waren 1500 man er mee bezig, te Arnhem
100 gemeentewerklieden en 800 werkloozen
met uitgebreid opruimingsmateriaali.
Hieronder volgen eenige nuttige denken,
zooals wij die in de bekende Pe.stalozzi-
kalender lezen:
Kennis der natuur.
Geef de vogels afval
leer ze kennen, leg hier
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
Bedoelde heer dan toen nog een
jongman woonde bij zijn ouders aan
de Appelmarkt. Zijn vader was een nauw
gezet en ordelievend burger en, hoewel hij
zijn kinderen wel een gepaste ontspanning
gunde, moesten ze toch steeds ordelijk en
op tijd 's avonds binnen zijn. Dit laatste
nu strookte minder goed met de wilde
laren der jongelui, en zij wisten dan ook
wel een uitweg. Hun huis had een uitgang
aan de Koemarkt, en die achterdeur werd
door de jongelui, soms zonder vaders weten,
gebruikt. Zoo had ook bedoeld zoontje eens
een slippertje gemaakt en kwam in den
nacht door den tuin weer binnen. Nu scheen
het wel dat hij in de duisternis niet goed
kon volgen de slingerpaden van den tuin,
althans hij raakte daar van ’t goede pad
en kwam in een perk dahlia’s terecht.
i en
ongemerkt binnen. Maar de vertreden
bloemen zouden niet onopgemerkt blijven,
zijn zuster zag de verhavende dahlia’s en
vermoedde wel, hoe het was toegegaan.
Aan de ontbijttafel, waar allen prompt
moesten verschijnen, zei ze, met eenschalksch
oogje naar haar broeder: „Het heeft van
nacht zeker hard gewaaid!” De oude
heer antwoordde: „Gewaaid? dat heb ik
niet gemerkt, hoe kom je daar zoo
Zus antwoordde: „Ik heb wel iets ge
hoord en zag straks, dat onze dahlia’s
wat verwaaid zijn” en zich wendende tot
haar broeder, die al wat op heete kolen
zat, vervolgde ze: „Je mag ze dadelijk wel
wat opbinden”. Broertjelief haastte zich
den wenk op te volgen, en voor papa zijn
morgenwandeling door den tuin deed, waren
de sporen der verwoesting zoo goed mogelijk
verdwenen.
Dergelijke jongensstreken heb ik uit dien
tijd verscheidene hooren vertellen en, waar
het te pas komt, zal ik ze vermelden.
Men moet niet denken, dat alleen in onze
dagen de jeugd wel eens wat durft uit te
halen, de balsturigheid van de jonkheid is
een permanent verschijnsel. Zulke typische
stukjes, kenmerkende den geest der tijden,
vond ik altoos aardig en hield ze in 't
geheugen.
Laat ik nog
heidje ophalen.
Met de drukte van Sint (Nicolaas is
menigeen wellicht niet gesteld op meer
ernstige mededeelingen en zal men mij
mijn causerie van heden niet euvel duiden.
Bij de straks bedoelde familie op de
Appelmarkt was het gezellig in huis en
vooral als er neefjes of nichtjes te logeeren
waren. Daar woonden destijds in Dronrijp
een oom en tante van de Bolswarder
jongelui; daar had men een zoontje, die
studeerde. Met de vacantie kwam hij
dikwerf te Bolsward, want daar was het
vroolijk en gezellig. Laurens, zoo heette
neef, was als student, hier in zijn knollen
tuin. Op zekeren namiddag ging hij met
de neefjes mee naar diens makker, wonende
aan den overkant op de Groote Markt.
Daar was een groote tuin en dus een fraai
speelterrein. Evenwel de heer des huizes
was ook hier behept met de ouderwetsche
degelijkheid en ordelievendheid, en dus:
„de jongens mochten in den tuin spelen,
maar bedaard en netjes en vooral niets
vernielen”. In den beginne ging het dan
ook wel goed, doch stilletjes en bedaard
zijn is niet der jongens aard, 't Ging al
spoedig op een ravotten en krijgertje spelen
door de tuinpaden. Ze hadden veel schik
en weldra was het: „Wie kan over dat
bloemperk springen?”
’t Gelukte de knapen, doch Laurens,
die het ook zou beproeven, kreeg ’t zij bij
ongeluk of met opzet een stootje in de
zij en... daar lag hij midden in de rozen.
Op het gejuich en hoerageroep kwam de
heer des huizes eens zien en verontwaardigd
over de verwoesting zou hij den vreemden
jongen eens duchtig onderhanden nemen.
Toen hij met gezwinde pas op hem toe
kwam, koos Laurens het hazepad, maar de
vijand achtervolgde hem en het werd nu
een krijgertje spelen in vollen ernst.
De jongen kon het vlugst loopen en
trachtte door ’t huis heen en den winkel door
op de straat te vluchten. Ongelukkig voor
hem, stond de winkeldeur niet open en
voor hij deze kon openen, was de oude
heer hem op de hielen. Nu begon er een
wedloop in den grooten winkel. Daar stonden
in fraaie orde, op rij en gelid, eenige open
zakken met peulvruchten en granen en
daaromheen ging het nu in gezwinde pas.
Om den draai kort te kunnen nemen,
pakte Laurens den buitensten zak even
beet en... daar vlogen de groene erwten
den geheelen winkel over. Foei! en dat,
waar alles altoos zoo punctueel in orde
was. De oude heer, wiens gemoed reeds
ang op ’t kookpunt stond, bleef van ver
ontwaardiging stilstaan, trouwens het loopen
op de ronde harde erwtjes was ook gevaarlijk.
Van het oogenblik dat de achtervolger
stilstond maakte Laurens gebruik om de
deur uit te komen. Hij is nooit weer in
dien tuin en dat huis geweest en oom,
die ook van den wedloop vernam, stuurde
Laurens naar zijn ouders. Dat was de
straf, want gestraft moest er worden om
niet in onmin te geraken met den buur
van den overkant.
En wie was nu die Laurens? Het was
de later wereldberoemd geworden schilder
Alma Tadema, over wien ik later wellicht
wat degelijkers zal verhalen dan deze
jongensstreek.
Gegroet,
OBSERVATOR.
BOLSWARDSCHE COURANT
1
t
I'
V S Peperoni ut
houdt de mond frisch en rein,
ontsmet de keel en is daardoor
geneeskrachtig bij verkoudheid en
keelaandoeningen.
I
1ST