z 4IH II. Beintema’s Verpakte Koffie M Snceker Sloomververij en Chem. Wasscherij D. HOEKSEMfl l Zn., Sneek, Iel. Inl. 235 li Fabrikaat: Firma H. DONKER, IJ. J. VAN HETTEMA UB il 1 KLOMPEN in A. ZUIDEMA, Sneekerp., Bolsward CADEAUX ARJ I 'I KOFFIE, THEE, VET EN - MARGARINE - MET CADEAUX >1 I m I I De misdaad hij de drug. EEE lÉEE EJE WFWl EBE TERPSTRA KOOI, zacht en belegen K. PLANTINGA ZOON, Bolsward N.V. HET WAPEN VAN AMSTERDAM P. J. Th. Schuhmacher, Achter de Hoven 20, Leeuwarden. E '5 Uitstoomen - Verven van alle Stoffen in prachtige uitvoering y iepen, wilgen en populier hebben wij in grooten voorraad ■mm tegen billijke prijzen, s^mbh IÜJ0JE NAGA ill (van Bordeauxwijn) GEHEEL GEREED flesch f 0,80 J I rnrri njnT yq 1 EET BANNING’S per FEUILLETON. Bijhouden van Boekhoudingen. Opmaken van Balansen. Advies in Belastingzaken. Onderwijsin Boekhouden. Bolsw ard— Lee uw arden. VRAAGT ZE UWEN WINKELIER. ST. JANSPOORT - BOLSWARD J ACCOUNTANTSKANTOOR Oud Kerkhof 3, Sneek. i de Haarnetten „The Frisia” I I I MEEL i ii - VAN OUDS BEKEND ADRES - I en heel rustig een den recher- ii het huisje des nachts was er zelfs regen ZELFRIJZEND BAKMEEL BOEKWEITE- GORT TARWE BLOEM Uitsluitend Prima Kwaliteiten Vraagt Uwen Winkelier onze merken Een Eriesche detective-geschiedenis. MOKKA PREANGER JAVA No. 1 No. 2 en sombere dag. Hessel werd weinig o TELEFOON 374. ELECTRISCHE KOFFIEBRANDERIJ LEEUWARDEN Per pondspakje f 0,60 - 0,50 - 0,45 - 0,40 0,85 was uitgehaald Ja, waarlijk een trieste In het huis van gesproken. Men was er onder den indruk van de gebeurtenis, die de schitterend wintersche Kerstmis op zoo wreede wijze Speciale afd. voor uitstoomen en ontsmetten van beddegoederen. Goederen worden aangenomen te Bolsward bij Van Bergen, te Wommels bij Wed. Boschma, te Oosterend' bij Joh. IJkema, te Oosterlittens by IJ. Seffinga, te Makkum bij R. P. de Boer, te Burgwerd bij G. Posthumus, te Arum bij P. Bergsma, te Achlum bij S. Politiek en te Workum bij Gez. Dijkstra. Ja, maar nu ben je er glad naast, vriend, zeide de rechercheur hardop lachende. Hier is geen twijfel meer mogelijk Kom mee, herhaalde de rechter. Ulbe werd naar buiten geleid. De briga dier hield hem vast, terwijl de rechercheur alleen nog even achter bleef. Wanneer heeft de moord plaats gehad? vroeg Bouke hem. Donderdagavond, antwoordde de reohercheur. Mis, zei Bouke. Hebben jullie de lamp en de kachel onderzocht? Natuurlijk. Dan heb je daar niet bij nagedacht. En heb je de krant gevonden? Welke krant? Als je daar niets van af weet, ben je niet op de hoogte. Je hebt mooi praten, sprak de recher cheur op eenigszins beleedigden toon. Maar weet jy wel dat deze Ulbe het gestolen geld in zijn kast had en dat zijn hamer bij het lijk lag? Hij zweeg als een mof, toen wy hem met bewijzen overstelpten. Maar wij zullen de bekentenis er straks wel uit krijgen. Het is vandaag tweede Kerstdag, sprak Bouke. Vóór Nieuwjaar is Ulbe hier weer als vrij man terug. De rechercheur lachte. - Met die geschiedenis in je eigen dorp heb je ons meesterlijk overtroefd, dat moet ik zeggen. Maar nu moet je niet denken, dat je er altijd achter bent. Gegroet! De rechercheur verdween haastig, om zich weer bij zijn gezelschap te kunnen voegen, dat reeds op den besneeuwden weg voortstapte, gevolgd door een groote menigte, die de leelijkste verwenschingen aan het adres van Ulbe uitte. Er vlogen sneeuw ballen door de lucht, waarmee men den ver dachte wilde treffen, doch waarvan er een terecht kwam op den rug van den Officier van Justitie, die zich nydig omkeerde. De rechercheur maakte aan dit sneeuw ballengooien een einde. Spoedig kwamen zij aan het huisje der vermoorde weduwe, waar Ulbe met het lijk moest geconfronteerd worden. In de voorkamer, waar het lyk was, moest thans de lamp aangestoken worden. Onwillekeurig dacht de rechercheur aan Bouke’s vraag of hij de lamp onderzocht VII. Ulbe had zijn lippen samengeknepen. Hy trok gewillig de kleeren aan, die de verbaasde Hessel hem zenuwachtig bracht. Kan ik de familie niet even goeden dag zeggen? vroeg Ulbe, die nu uiterlijk heel kalm was geworden. Neen, zeide de rechercheur. Je blyft nu bij ons. Kom maar mee. Terzelfder tijd legde hij haastig een paar boeien om Ulbe's polsen. Boer Hessel protesteerde daar heftig tegen. U weet niet sprak de rechter ernstig, wie u in uw dienst hebt. Als u medelijden wilt betoonen, denk dan aan die ongelukkige vrouw, die in koelen bloede vermoord is. Hessel zweeg en ging doodelijk bleek naar zijn woonkamer, waar hij Ulbe’s arre statie mededeelde. ’t Is schande, riep Jeltje uit. Ik heb den waren moordenaar genoemd, maar ze willen er een onschuldige voor zitten laten. Daar steekt wat achter, dat zeg ik maar. Bouke schudde het hoofd, toen hij ver nam dat men Ulbe meenam. Hij ging de kamer uit en zag dat de heeren van de rechtbank op het punt stonden om met de ambtenaren en den geboeiden Ulbe te vertrekken. Bouke legde de hand op den schouder van cheur, die verbaasd omzag. Ken je mij nog? Hé, dat is een oude bekende, zeide de rechercheur. Voor een paar jaar heb je dien moord op dien boerhoe heet hij ook weer, kranig opgehelderd. Is dat de slotsom van jullie onder zoek? vroeg Bouke, terwyl hij op de boeien van Ulbe wees. Ja. Vooruit, sprak de rechter, wij moeten voortmaken. Wacht even, sprak Bouke op dien toon van gezag, die hij in ernstige oogen- blikken wist aan te nemen en waarvoor zelfs de rechterlyke autoriteiten eerbied DAMES! Vraagt bij Uwen kapper Verpakt in rose enveloppe. U is dan verzekerd een prima Haarnet te ontvangen. (In dubbel en enkel). Voor engros verkrijgbaar bij Wat zou dat? vroeg de officier van justitie, die bij de deur stond. Dat is merkwaardig. Ik zal u dat straks wel uitleggen, zeide de rechercheur. Deze riep nu den brigadier en vroeg hem Jy hebt hier vanmorgen de kachel aangezet, nietwaar? Zag je er ook iets byzonders in? Er was heelemaal niets in. Niets? Neen, de kachel schoongemaakt. Dat had je mij ook wel kunnen zeggen. Wat beteekent dat toch? vroeg de officier opnieuw. Mijnheer daar is toch nog iets vreemds waar ik eerst nog eens over denken moet. De rechercheur keek ernstig en zag wantrouwend om zich heen. - Heeft een van de heeren ook een krant gezien? vroeg hij, aan het gesprek van zooeven met Bouke terugdenkend. Niemand had een krant gezien. Ik begrijp er niets van, sprak hij. Nu werd Ulbe bij het lijk gebracht, doch op alle vragen was zijn vaste antwoord dat hij niets zeggen mocht. Begrijp je nu zelf niet, sprak de rechter tot hem, dat een bekentenis in je eigen belang is Hier is een moord gepleegd; jij bent de laatste die hier in huis is geweest, de weduwe had eenige duizenden guldens in geld, die hier verdwenen zijn, maar bij jou zijn teruggevonden en bovendien is de moord met uw hamer gepleegd. Toe, beken nu toch. Ontlast toch je geweten, dat zal voor jou zelf een verlichting geven. Ulbe kneep opnieuw de lippen samen en zweeg. Maak dat eens open, zeide de rechter tot den rechercheur, terwijl hij het verzegelde doosje te voorschijn haalde, waarin de haren zich bevonden welke de vermoorde weduwe in hare hand had. De rechercheur opende het doosje en de haren werden bij die van Ulbe vergeleken. Oogenschijnlyk volmaakt dezelfde, sprak de rechter. En zich tot Ulbe wen dende, vroeg hij Heeft de ongelukkige nog lang met je geworsteld? Martel my niet, mijnheer. Ik weet nergens van. had gestoord. Maar, al werd er dan ook weinig ge sproken alleen Jeltje hield af en toe een wijdloopige ontboezeming toch was ieder vol van den moord en van Ulbe’s arrestatie. Marijke, de dochter des huizes, trachtte voortdurend Bouke te bewerken, om nog eens mee te gaan naar het huis der weduwe. Misschien kon er nog iets gevonden worden om Ulbe te redden. Want na Bouke’s uitlating, dat Ulbe op den Oudejaarsdag weer mee zou dammen, was zij van Ulbe’s onschuld overtuigd, hoe bezwarend alles ook voor hem scheen. Alleen geloofde zij niet dat Ulbe spoedig weer in vrijheid zou gesteld worden. Toen Bouke echter geen plan bleek te hebben om iets te doen en heel rustig een boek zat te lezen, besloot Marijke eens naar dominee te gaan, die misschien wel eenigen invloed zou willen aanwenden, om licht te brengen in de duistere zaak. Zij trotseerde dus den ellendig glibberigen weg met de smeltende sneeuw en ofschoon hare voeten aanstonds nat werden, ging zij dorpwaarts. Zij had zich echter haar wan deling kunnen besparen, daar zij den dominee in de mist tegenkwam. Wel, dominee Leersema, zeide Marijke, dat is wel toevallig, ik zou juist naar u toe. Naar mij, juffrouw Maryke? Ja, ik moet eens met een man van verstand praten over die geschiedenis van den moord. Het maakt mij onrustig. Wel, zeide dominee Leersema, dat treft, want ik zou juist naar uw ouders, om die eens te bezoeken in verband met die zaak. Ik zal dus met u oploopen, als u terug wilt gaan. Marijke was terstond bereid naar huis terug te keeren. Hoe tragisch de geschiedenis ook was, waarvoor Marijke en de jonge dominee zich interesseerden, toch scheen voor beiden deze ontmoeting niet onaangenaam te zijn. Marijke maakte zich bezorgt of dominee er ook erg van geschrokken was, dat er zoo iets vreeselijks onder zijn gemeenteleden Waar is dat kistje, dat je met den hamer gemaakt hebt? Het stond boven op die kast, sprak Ulbe, naar de ladekast wijzende. Maar nu staat er niets, zeide de rechercheur. Wy hebben ook nergens een kistje gevonden. Ik geloof geen woord van dat kistje, sprak de Officier van Justitie. Je hebt ons willen beetnemen, Ulbe, maar wij zyn je te glad af hoor I Ik heb toch een kistje gespijkerd. Hoe zag het er uit vroeg de rechter. Zwart gelakt. Waar is het dan? Ik weet het niet. Neen, natuurlijk, de dingen waar het op aankomt, weet je niet of mag je niet zeggen. Kom, laat ons gaan, sprak de officier. Wij zullen hem wel zoo in ’t nauw brengen, dat hij tenslotte door de mand valt. Ulbe werd opnieuw weggeleid. Te voet ging het thans naar het naast bijzijnde dorp, waar een rijtuig met twee paarden werd besteld. Ulbe moest hier tegen het woedende dorpspubliek beschermd wor den en de vreeselijkste verwenschingen werden naar zyn hoofd geslingerd. Het was een geluk voor den geboeide, dat het rytuig spoedig gereed was, en eenige uren na het vertrek zat Ulbe reeds in voor-arrest. In het huis van boer Hessel heerschte groote verslagenheid. Allen waren onder den indruk van Ulbe’s arrestatie en over het raadsel van die vierduizend gulden. Jeltje was de eenige die maar aldoor praatte en op de justitie afgaf, die den waren schuldige liet loopen en een onschuldige opbracht. Bouke sprak geen woord. Totdat Hessel aan hem vroeg: Wat denk jij er nu van Zou Ulbe het gedaan hebben? Toen stond Bouke op. Hij klopte zijn pijp boven de kachellade uit en sprak: Op Oudejaarsavond zullen Ulbe en ik ons partijtje dam uitspelen. IV. Triest en donker was het den Dinsdag, die op Kerstmis volgde. Het fraaie winterweer was plotseling omgeslagen en De zaak daar in het huisje aan de brug is heel eenvoudig, maar toch niet zoo eenvoudig als jullie het nu opvatten sprak Bouke. Nu hing over nog wegens L* jou meer en meer te kennen. De rechercheur stond met de armen over de borst gekruist zwijgend en peinzend voor zich uit te staren. er een dikke, benauwende mist de aarde. De wegen, den vorigen dag hard, waren schier onbegaanbaar de smeltende sneeuw. naa. riy oezag aaarom ae lamp nog eens goed en stak haar voorzichtig aan. Toen zij brandde lichtte by de peer omhoog en bemerkte dat de lamp vol olie was. Die lamp is vol, sprak hy. sema wederkeerig bezorgd was, dat Marijke kou zou vatten deor met natte voeten langs den weg te loopen. Wordt vervolgd. fl I jrnr nun W IÏÏÏI TTIÏTTW COGNAC 'r^> i IIIIIIIIIIUIII 1 Bisschopwijn

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1923 | | pagina 4