j
l
ii
1
'4
1
n
y
w.
Tweede Blad van Woensdag 5 Dec. 19231
Raadsverslag der Gemeente Bolsward.
f
de post te verlagen met f 300.
kolken hebben, meen
i’
de Oude Turfkade
Grootzand
betalen.
Totaal
Hiervoor te rekenen aan kleine herstellingen f
Schoonmaken der wallen en bestrijken met teer en carbolinenm -
volgno. 146 te verminderen
zoo goed mogelijk te be-
Ui
Vergadering op Dinsdag 27 November 1923.
van het
vreemdelingenverkeer om
I
en 4 genoemde adressen deelt de commissie de
van dezen ambtenaar,
en roosters zijn
a
r„
naar het door ons aan de begrotingscommissie
9 Nov. j.l. en stellen U voor alsnog een post op
te brengen onder volgno. 221a tot een bedrag
Herstellen van pl.m. 40 M. houten wal aan deStoombootkade -
Herstellen wal KI. Djjlakker van wed. Faber tot brug voor Anholt -
Herstellen wal aan de Oude Turfkade-
Volgno. 153. Over deze post
ingelicht.
De architect rapporteert:
Zeer moelijk en niet met absolute nauwkeurigheid kan nu aangegeven
worden, welke wallen voor de som van f 3800.zullen worden uitge
voerd. Wanneer het water in den a.s. zomer weer 40 h 50 c.M. is
gedaald, komen er met onze oude houten wallen, altijd onaangename
verrassingen voor den dag, die met geen paar honderd gulden zijn te
betalen. Waar de wallen slecht zijn wordt door het zakken van het
water de grond achter den wal als het ware weggetrokken, waardoor
inzakken der bestrating. Dit vereischt steeds direct plaatselijke herstelling.
- - - - - - 400.—.
400.—.
800.—.
550.—.
400.—.
400.—.
100.—.
200.—.
Herstellen wal
Herstellen wal aan de Nieuwe Turfkade
Herstellen wal aan
Herstellen wal aan de Broerestraat
Herstellen wal Gr. Dijlakker, Oordje, Laag Bolwerk
voor tooipalen, walklossen enz
Behalve het herstellen der wallen aan de Stoombootkade en Kleine
Dijlakker, acht ik mij niet gebonden om de geraamde sommen juist
voor die wallen zoo te besteden. Veel wallen zijn zeer slecht en moeten
binnen korten tijd vernieuwd worden.
De wal aan de Nieuwe Turfkade, moet van eene nieuwe beschoeiing
worden voorzien over de geheele lengte met hier en daar nieuwe palen; de
wal aan de Oude Turfkade vraagt om een nieuwe beschoeiing evenals
gedeelten wal aan het Laag Bolwerk.
De wal aan de Broerestraat en Kapelstraat moeten een nieuwe be
schoeiing hebben met de helft nieuwe palen.
De wal aan de Kampen zal heelemaal vernieuwd moeten worden.
De wallen langs de Kolk voor de gasfabriek, Groote Dijlakker en
Groot Zand zullen voor een groot gedeelte binnen 5 jaar een nieuwe
beschoeiing moeten hebben of nog een keer aan de buitenzijde met
planken beklampen.
De toestand der wallen is hier niet best en wanneer daar jaarlijks
steeds gedeelten goed worden hersteld kunnen wij zorgen, dat de toestand
niet slechter wordt.
Zouden de wallen die nu slecht zijn allen behoorlijk hersteld werden,
dan zou dit pl.m. f 20.000.— kosten.
De heer Haima. M. de V. I Waar de commissie voorstelt de bestra
ting der Kleine Dijlakker voorloopig te laten rusten, wenscht ze de
post a f 550.voor herstellen wal KI. Dijlakker van Wed. Faber tot
brug voor Anholt te schrappen.
Zonder hoofdeljjke stemming aldus besloten.
Volgno. 226. Subsidie openbare leeszaal.
De minderheid der commissie stelt voor deze post te schrappen op
grond van principieele overwegingen.
B. en W. adviseeren den verlaagden post goed te keuren.
De heer Van der Zee. M. de V.l Daar ik in principe tegen deze
instelling ben, zal ik tegen subsidieering daarvan stemmen.
Het voorstel van B. en W. om aan de leeszaal f 860.subsidie te
verleenen wordt aangenomen met 7 tegen 6 stemmen. (Tegen de h.h.
Boekema, Lunter, Van der Zee, Eerdmans, Van der Klei en Van der Wal).
Voorstel B. en W. om voor 1924 in totaal °/0 pensioensbijdrage
te verhalen op ambtenaren en werklieden.
De meerderheid der commissie stelt voor het voorstel van B. en W.
aan te nemen, de minderheid wenscht overeenkomstig het advies van
de 0. v. G. O., voor 1924, in totaal op ambtenaren en werk
lieden te verhalen.
B. en W. antwoorden:
Met betrekking tot het voorstel betreffende verhaal van pCt.
pensioenspremie, verwijzen wij naar het hierbij overgelegd schrijven der
commissie voor georganiseerd overleg d.d. 8 November 1923 en naar
ons nader advies d.d. 9 November j.l., waarin wij ons aanvankelijk
voorstel handhaven.
De heer Haima. M. de V. Ook nader overleg heeft de commissie
niet van meening doen veranderen.
De heer Boekema. M. de V. Ik ben het geheel eens met wat de
beer Eerdmans in het begin der vergadering opmerkte over ’t georganiseerd
overleg. Hij drukte het zoo terecht uit, dat dit niet anders bedoelde,
dan dat de 2 partijen, werknemers en werkgevers tot elkaar komen en
eene oplossing vinden. Nu heeft men van werknemerszijde een offer
gebracht en mij dunkt hieraan hadden B. en W. sanctie moeten geven.
De heer Van der Wal. M. de V.l Gelijk U bekend is, heb ik
als lid der commissie, na overleg met de afgevaardigden, gestemd voor
inhouding van 3x/8 pCt. pensioensbijdrage. Ik zou het betreuren, indien
de Raad besloot 71/2 pCt. te heffen, omreden dat ik den werknemer
beschouw als een schepsel Gods en de Raad als dienaar Gods in dezen -maar
als patroon geroepen is een loon te geven waarvan men behoorlijk kan
leven. Verschillende raadsverslagen heb ik nagegaan, o. a. Harderwijk
en Gaasterland, waar men besloot geen bijdrage te vragen. In andere
gemeenten, waar de loonen hooger zijn, besloot men naast pensioens
bijdrage zelfs het loon te korten. Maar niemand uwer zal tegenspreken,
dat het loon hier niet hoog is, en m. i. niet van dien aard, dat bij de
tegenwoordige stijging van de eerste levensbehoeften, men 7^2 pCt. zou
kunnen inhouden. Dan houdt men niet voldoende loon om een gezin
daarvan behoorlijk te onderhouden.
De heer Van der Klei. M. de V.l Ook ik had aan den vooravond
plan het georganiseerd overleg te bespreken. Maar door de uitstekende
wijze waarop de heer Eerdmans dat heeft gedaan, ben ik daarvan
ontslagen. Ik zal stemmen voor het voorstel van de commissie van
georganiseerd overleg.
De heer Yssels. M. de V.Ofschoon ik in principe tegenstander
ben van het betalen van pensioenpremie en ik liever had gezien, nu
de werklieden meenden een offer te moeten brengen, dat zij tot 3x/2 pCt.
loonsvermindering hadden geadviseerd, zal ik thans met het voorstel
der commissie voor G. O. accoord gaan. Met groote instemming heb ik
het pleidooi van den heer Eerdmans over het georganiseerd overleg
gehoord. En waar het uitgebracht advies dier commissie met overgroote
meerderheid is genomen, waren B. en W. verplicht dat over te nemen.
Ik zal stemmen voor S1^ pCt.
De heer Lunter. Zie, M. de V. I B. en W. hebben overwogen en
gezegd, wat moet er gedaan worden. Zullen we afwachlen of er van
de zijde van de commissie voor G. O. een voorstel gedaan wordt of
zullen we zelf met een voorstel komen. Na dat rijpelijk te hebben
overwogen, kwamen zij tot de conclusie, om vermindering over de heele
linie te bereiken, laat ons voorstellen een bijdrage in de pensioenpremie.
Na lang wikken en wegen werd besloten 71/2 pCt. te vragen.
Nu is het de kwestie om iets meer of minder in te houden. B. en W.
hebben niet willen over vragen, maar stelden de zaak zuiver en vroegen
hetgeen zij billjjk achten, 7x/2 pCt. Zij nemen als grondslag de loonen
die in deze gemeente worden uitbetaald. Ook na inhouding van
71/s pCt. hebben de gemeentewerklieden bij de particuliere vaklieden
nog wel iets voor B. en W., konden dus het inzicht der commissie
van G. O. niet deelen en handhaafden hun voorstel.
De heer De Boer. M. de V. 1 Als minderheid der commissie van
overleg wil ik in het midden brengen de motieven die mij tot m(jne
houding hebben geleid. Ik vind, dat het voorstel van B. en W. om
7x/2 pCt. in te houden, gelet op de algemeene maatschappelijke toestand
der bevolking, niet onbillijk is. In het particuliere leven blijven vele
werklieden beneden het loon, dat de gemeente betaalt en toch moeten
zij bijdragen in de stedelyke belasting. Zij en ook de kleine ondernemers
zijn op hun ouden dag hulpeloos en de gemeentewerkman is daarvoor
verzekerd. Ik acht daarom eene bijdrage van hen in de premie, zooals
B. en W. voorstellen, billijk.
Ik heb gezegd, gaan B. en W. met het meerderheidsvoorstel accoord,
dan zal ik er mee instemmen, maar nu zal ik stemmen voor 7x/j pCt.
De heer Van der Zee. M. d. V.! Mijne meening is bekend; ik be
hoor tot de meerderheid, die 3x/2 pCt. voorstelt. Als minderheid heb
ik in de begrotingscommissie dezelfde idee voorgestaan. In den breede
de gronden die daartoe hebben geleid, aan te voeren, zou hier geen
effect sorteeren. Met ingenomenheid heb ik gehoord op welke wijze de
heer Eerdmans een lans gebroken heeft voor ’t G. O. Ik geloof ook
B. en W. zijn ten dezen niet op den goeden weg door naast een voorstel
van het G. O. dat met groote meerderheid is genomen, nog met een
ander voorstel tot den Raad te komen.
De heer Eerdmans. M. de V.l Waar ik in ’t begin der besprekingen
reeds over deze zaak het woord voerde, was ’t niet mijn doel dat nog
eens te doen. Maar 't gesprokene van enkele heeren lokt mij uit mijn
tent vooral dat van den heer Lunter, mijn oud-collega in de commissie
van G. O. Het door hem gesprokene deed mij leed, omdat hij de be-
teekenis van dat overleg toch moest verstaan. Dat hij niet mee kon
gaan met de voorstellen van G. O. heeft mij dus 't meest verwonderd.
Ook de heer Lunter heeft geen motieven genoemd, net zoo min als
B. en W. Hadden zij nu b.v. maar aangetoond dat de levensvoor
waarden in die mate waren verbeterd, dat de werkman na aftrek van
71/s pCt. evengoed kon rondkomen als verleden jaar. M i. is dat niet
’t geval, maar hebben de gemeentewerklieden en ambtenaren, noodge-
om S1^ pCt. te
de Kampen
w.j en Kapelstraat
en
Slot.
Na de schorsing stelt de Voorz. voor
met f 1730.en het resteerende gedeelte
steden zooals de commissie dat wenschte.
In stemming gebracht wordt dit voorstel aangenomen met 12 tegen
1 stem. (Tegen de heer De Boer).
De heer Haima. M. de V.l In verband met de nadere toelichting,
door den secretaris in de pauze gegeven, stel ik voor volgno. 95 op
zijn oorspronkelijk bedrag te handhaven.
Dit voorstel, voldoende ondersteund, wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Volgno. 150. Jaarwedde stadstuinier.
De commissie stelt voor, gezien de prestatie’s
zijjn salaris te verhoogen met f 200.
De commissie adviseert met de grootste vrijmoedigheid tot deze ver-
hooging, omdat bij aanneming van haar voorstel ook een gezonde
verhouding inzake de salarieering ten opzichte van andere ambtenaren
wordt benaderd.
B. en W. antwoorden
Volgno. 150. Wij willen gaarne onze waardeering uitspreken voor de
wijze waarop de bij dit volgno. besproken ambtenaar zijn functie vervult.
In hoeverre de bewering der commissie betreffende de verhouding,
die er bij de voorgestelde verhooging zou worden geschapen, juist is, is
o.i. niet zoo gemakkelijk uit te maken.
Bij de laatste algemeene salarisherziening meenden w(j, was ook de
jaarwedde van den hierbedoelden functionaris in goed» verhouding tot
die der andere ambtenaren gebrach), wat blijkens de sanctie die de Raad
daaraan verleende, ook diens gevoelen was.
Echter zijn er later door den Raad partieele verhoogingen aan diverse
ambtenaren toegekend, waarvoor B. en W. indertijd waarschuwden. In
hoeverre daardoor de jaarwedde van den stadstuinier, in eene scheeve
verhouding tot die der anderen kwam te staan, laten wij thans gaarne
aan ’s Raads oordeel over.
De heer Haima. M. de V.l De commissie erkent gaarne dat het
moeilijk is een vergelijking te maken tusschen de salarissen der onge
lijksoortige ambtenaren. Toen hebben wij nauwkeurig nagegaan wat
werkzaamheden deze functionaris zooal verricht en hebben daarbij de
vrijheid genomen hem te vergelijken bij den directeur der gemeente-
reiniging en den baas-fitter aan de gasfabriek. En die vergelijking, mede
in verband gebracht met de w(jze waarop hij zijn taak verricht, geeft
ons de vrijheid voor de stellen post 150 met het voorgesteldo bedrag
te verhoogen.
De heer Pannekoek Loois. M. de V. I Hoewel ik in ’t algemeen het
gevoelen van de commissie met betrekking tot dit punt deel, vind ik
’t toch wel wat risicant in deze vergadering direct het voorstel der
commissie te steunen, dat wil niet zeggen dat ik tegen zal stemmen.
Als wij hier beginnen met partieele verhoogingen, dan kunnen die
steeds terug keeren, waarom ik adviseer deze kwestie in de commissie
voor georganiseerd overleg ter sprake te brengen.
De heer Eerdmans. Je ziet mij zoo aan, maar ik ben geen lid der
commissie van georganiseerd overleg.
De heer Pannekoek Loois. De heer Eerdmans zegt, hij is niet lid
der commissie. Neen, maar 't vorig jaar werd voorgesteld de jaarwedde
van den baas-fitter te verhoogen en toen was ’t de heer Eerdmans die
sterk aandrong om dat te behandelen in georganiseerd overleg. Ik zou
thans in elk geval gaarne nadere motieven van B. en W. hooren.
De Voorzitter. Ik geloof niet, dat B. en Wdie kunnen geven. Zij
laten de beslissing aan den Raad over.
Het voorstel der commissie om de jaarwedde van den stadstuinier te
verhoogen met f200.wordt aangenomen met 11 tegen 2 stemmen.
(Tegen de h.h. IJssels en Lunter).
Volgno. 151. Onderhoud bruggen.
De commissie adviseert op grond van eerder genoemde algemeene
overwegingen deze post met f500.te verlagen en te brengen van
f4180.— op f3680.—-
De gemeente-architect rapporteert:
Voor 1924 is deze post ruim f 600.lager geraamd dan in 1923,
terwijl in 1924 de meeste bruggen geverfd, ijzeren liggers en enkele oude
gemetselde landhoofden nagezien en hersteld moeten worden.
Hoewel het meerendeel der bruggen hier in de stad in goede conditie
is, meen ik toch het nu geraamde bedrag te moeten handhaven, om te
kunnen zorgen, dat over eenigen tijd niet hetzelfde gezegd wordt van
de bruggen, als nu van de wallen, n.l. dat ze te slecht zijn. De post
f 1000.is voor 14 vaste bruggen, 3 ophaalbruggen en 2 draaibruggen.
De heer Haima. M. de V.l Ook na de kennisname van het rapport
van den Opzichter kan de commissie niet voetstoots met B. en
meegaan.
De heer Van der Wal. M. de V.l Ik ontraad om op den post onderhoud
bruggen te bezuinigen, want dat gaat nog minder dan ’t bezuinigen op
straten. Door verwaarloozing kan men spoedig aan groote reparatie toe
komen.
Het voorstel der commissie betreffende volgno. 151 wordt verworpen
met 9 tegen 4 stemmen. (Voor de h.h. Boekema, IJkema, Haima en
De Haan.)
Volgno. 152. De commissie stelt voor
De architect antwoordt:
Onder herstel putdeksels valt ook het herstellen van betonputten die
in 1918 van oorlogsmateriaal zijn vervaardigd en waarvan reeds enkele
hersteld zijn, velen gescheurd, wachtende op invallen en herstellen.
Waar wij hier ongeveer vijf honderd putten en
ik de geraamde post niet te kunnen verlagen.
Enkele oude ijzeren urinoirs moéten volgend jaar weer van enkele
pleisters worden voorzien en dan bijgeverfd.
Voor pompen en materiaal, waaronder steen, specie
de geraamde bedragen noodig voor gewoon onderhond.
De heer Haima. M. de V.l Nu uit de nadere toelichting van den
Opzichter blijkt, dat onder herstel putdeksels ook valt het herstellen
der betonputten, wil de commissie hare opmerking als ongedaan be
schouwd zien.
Zij betreurt ten zeerste de mededeeling, dat die betonputten in 1918
van oorlogsmateriaal zijn vervaardigd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt thans de post goedgekeurd.
Volgno. 153. Over deze post zou de commissie gaarne beter worden
Ik stem toe, velen in ’t particuliere leven hebben ’t slechter dan z(j
en ook ik vind ’t jammer dat velen hunner een kwaden ouden dag
hebben, maar de heer De Boer zal mjj toestemmen, dat dit voor ons
geen reden is om ook den gemeentewerkman zoo te behandelen, maar
dat ’t onze plicht is hem een menschwaardig bestaan te verzekeren.
De heer De Boer. M. de V. I Naar aanleiding van ’t laatstgesprokene
van den heer Eerdmans wil ik opmerken, dat al zou de gemeente de
geheele premie op den gemeentewerkman verhalen, hij m.i. nog in
gunstiger positie zou zijn dan een groot deel der burgerij.
En toch moet die burgerij bijdragen voor ’t premievry pensioen van
de gemeentewerklieden. Ik ben niet overtuigd, dat 't voorstel B. en W.
onbillijk is.
De heer Van der Wal. M. de. V.l Naar aanleiding van het betoog
van den heer De Boer, die niet wil dat de burgerij in dat premievrij
pensioen zal bijdragen, wil ik even recht zetten, dat indertijd dit
premievrij pensioen ia ingevoerd in plaats van 't loon te verhoogen.
Ik hoop niet dat de mentaliteit van vele werkgevers bij de gemeente
wordt ingevoerd. Als men tegenwoordig de bladen leest, doet men bij
vele werkgevers droeve ervaringen op. Dan is ’t te doen om den
werkman er onder te krijgen. Wij als Raad moeten daaraan niet meedoen.
De Voorzitter, Ik was van plan over deze zaak geen woord te zeggen,
maar 't laatste betoog van den heer Van der Wal mag ik niet onweer
sproken laten. De heer Van der Wal generaliseert en daardoor doet hij
iets, dat ik op B. en W. niet mag laten rusten. Er is geen sprake
van, dat daaraan hier is gedacht mijnheer Van der Wal. Overigens wil
ik nog een enkel ding recht zetten.
Men heeft een vergelijking getroffen met den toestand van verleden
jaar, maar men moet vergeleken met 1920, toen de loonen zijn vast
gesteld. Verleden jaar is de te betalen pensioenpremie met 8l/2 pCt.
verhoogd, wat de gemeente moest betalen, terwijl 't het gemeentepersoneel
ten goede komt, dit was dus een indirectie verhooging. Was ’t loon
in 1920 goed, dan kan er o.i. nu 71/2 pCt. worden ingehouden.
Maar blijkbaar heeft ieder zijn gevestigde meening en kunnen we tot
stemming overgaan.
Het voorstel van B. en W. om pCt. pensioensbijdrage in te
houden wordt verworpen met 6 tegen 7 stemmen. (Voor de h.h. De
Haan, De Boer, IJkema, Lunter, Haima en Eisma).
Hiermee is aangenomen het voorstel van de meerderheid der commissie
om 3t/a pCt. in te houden.
Algemeene opmerking.
De minderheid in de commissie is van meening, dat uit bezuinigings-
overwegingen, maatregelen dienen te worden beraamd om de verlofdagen
voor de gemeentewerklieden te verminderen.
B. en W. antwoorden
Ten aanzien van de door de minderheid der commissie gemaakte
opmerking over het verlof der werklieden, deelen wij mede, dat dit is
vastgelegd in het door den Raad aangenomen werkliedenreglement, waarin
derhalve uitsluitend door den Raad wijziging zou kunnen worden gebracht.
De heer Yketna. M. de V.l Uit goede bron vernam ik, dat nu
het jaar bijkans ten einde is, een groot deel van de werklieden hun
verlofdagen lang niet hebben gebruikt. Ik meen daarom, dat wat de
eene niet begeert, de ander niet strikt noodig is. Mocht er te gelegenertijd
een meerderheid in den Raad voor zijn, dan zou ik willen voorstellen
het aantal verlofdagen der werklieden te verminderen van 14 tot 7,
waardoor eene belangrijke bezuiniging zou worden verkregen.
De heer De Haan ondersteunt bet voorstel Ykema.
De heer Haima. M. de V. I Wij hebben het betrokken commissielid
in overweging gegeven deze zaak niet bij de begrooting te behandelen,
f dan liever een voorstel bij den Raad in te dienen tot wijziging
van het werkliedenreglement.
De heer Ykema. M. de V. 1 Ik heb nu alleen eene bespreking
uitgelokt, om dan, zooals ik zeide, te gelegenertijd daartoe een voorstel
te doen.
De Voorzitter. Waar uw voorstel niet voldoende ondersteund wordt,
kan het geen punt van bespreking meer uitmaken.
B. en W. merken verder op:
Het heeft ons college bevreemd, dat de begrootingscommissie ten
aanzien van geen der ingekomen adressen advies heeft uitgebracht.
Met betrekking tot die adressen merken wij het volgende op:
1. Op het adres van het hoofdbestuur van het Friesch Volks-
sanatorium om subsidie, adviseeren wij afwijzend.
2. Onze zienswijze ten aanzien der adressen van de plaatselijke
afdeelingen voor vacantiekolonies is U bekend. Evenals voorheen
adviseeren wij afwijzend.
3. De door de vereeniging i/Ambachtsteekenonderwijs” en #de
Hanze” gevraagde bijdragen, namen wij reeds in de ontwerp-begrooting
op, waaruit ons gevoelen U dus duidelijk is.
4. Reeds meermalen besloot de Raad tot niet-inwilliging
verzoek der Prov. Friesche Vereeniging voor
subsidie uit de gemeentekas.
Wij adviseeren U ook thans in dien zin te besluiten.
Voorts verwijzen we U
gericht schrijven van
de begrooting aan
van f 5000.
Tenslotte zij opgemerkt, dat het onder volgno. 7 uitgetrokken subsidie
f 500.te laag is, daar abusievelijk op f 8000.inplaats van op
f 8500.is gerekend. Laatstgenoemd bedrag is toegezegd.
Wij stellen U dus voor volgno. 7 met f 500.te verhoogen.
De specificatie in de toelichting op volgno. 28 is niet juist. Daar
moet gelezen worden: 1150 lasten a f4.turfstrooisel 100 last h
f 6.is f 600.verkoop pakken f 625.Het totaal wordt dan
f 7975.—.
Iu verband met ons nader ingekomen advies op het adres van de
afd. Bolsward en omstreken van volksonderwijs, stellen wij U voor onder
volgno. 228a navolgende post uit te trekken
Subsidie aan de afd. Bolsward van de vereeniging volksonderwijs in
de kosten van een cuisus voor vervolgonderwijs f 120.
De heer Haima. M. de V. I Het bevreemdt de commissie, dat het
B. en W. bevreemdt, dat de begrotingscommissie ten aanzien van geen
der ingekomen stukken advies heeft uitgebracht.
Immers wie zwijgt, stemt toe. Zoo is het ook met de commissie.
Het onder 1 genoemde verzoek moest helaas worden afgewezen, gezien
de wijze waarop ook andere nuttige instellingen zijn behandeld.
Een der leden had gedacht een gedeelte van het subsidie voor drank
bestrijders daarvoor te bestemmen, doch hij heeft daar van afgezien,
meenende daarmede de kracht dier nuttige instellingen te veel te
verzwakken.
Over de onder 2, 3
meening van B. en W.
De heer Pannekoek Loois. M. de V.l Ik wil beginnen bij punt 1
en wel ’t verzoek van 't Volkssanatorium en zal daaraan vastkoppelen
't adres van de kindervacantiekolonies. Wij hebben hier een instelling
als het Groene Kruis, die heel nuttig werkt, ik wil dit graag erkennen,
maar de Vacantiekolonies en het Sanatorium werken toch ongeveer in
dezelfde Ijjn. ’t Laatste is vooral ter bestrijding van de algemeen ge
vreesde ziekte, de witte pest, welke ziekte meestal voorkomt in de
kring van minder gesitueerden. Als iedere gemeente zou doen als
Bolsward en deze inrichting niet steunen, waar moet ’t dan belanden.
En ik vind 't bedrag, dat voor 't Sanatorium wordt gevraagd, gezien de
prestatie, niet hoog.
Ik stel daarom voor èn ’t verzoek van ’t Sanatorium èn dat van de
Vacantiekolonies, 't laatste dan met 10 °/0 vermindering en in dezelfde
verhouding te verdeelen als vorige jaren.
De heer Van der Klei. M. de V.l Ik heb er de vorige vergadering
toe meegewerkt, dat 't verzoek van ’t Sanatorium in handen van B. en
W. werd gesteld om advies. Na kennisneming daarvan zal ik voor 't
voorstel B. en W. stemmen, alhoewel ik ’t werk van ’t Sanatorium
waardeer.
Het voorstel Pannekoek Loois om gunstig te beschikken op 't adres
van het bestuur van 't Friesch Volkssanatorium werd hierop aangenomen
2dwongen, ziende de toestand der financiën, ingestemd
f 3800.—.
I
I
u
-
i
i t
I I