der Gemeente Bolsward
Officiéél Orgaan
J
ard
M
i
OVERAL
wordt gevraagd de
zuivere medicinale
Pepermunt
Geen wonder!
OUD-BOLSWARD.
1
J.
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
Woensdag 30 Januari 1924
63ste Jaargang
No. 8
WEEK-AGENDA.
OBSERVATOR.
STADSNIEUWS.
des
des
er
weg,
IJS EN SCHAATSENRIJDEN.
)gd.
•M
)D.
t.
en
van
van
een
de eer komt toe
dat dit zelfs in het
de vroeger gestelde conditiën had de boete
f 100 moeten bedragen.
Gegroet,
et
ing.
srs
nis.
10
•0
15
10
15
ct.
en
den
van de
volkomen waar, wat
er is later net zoo
keien gefoeterd, dat
uit de hoofdstraten
om
bon.
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief.
stollen en ons het genot bezorgde op de
Ijzeren schinkels te kunnen zwieren, ^zacht
gedodijnd als gewiegd op de lucht”.
Het heeft in vele onzer dorpen en steden
en ook in onze stad wat leven in de
brouwerij gebracht en vooral de noodige
opgewektheid, terwgl de prikkelende kou
ons vaak de wangen deed gloeien van pret
en het oog deed schitteren van heerlijke
levensvreugd, waarbg de ouden zich weer
jong gevoelden.
En het blijft voor de vrienden
wintervermaken zoo
de dichter Bogaers zegt:
Noem het een weelde, bij ’t suizen der
[blaren,
Zomers te drinken de koelte van ’t woud,
’s Avonds te mijm’ren aan
Voor het plaatsen van advertenties bevelen
wij ons blad bij H.H. bestuurders van ver-
eenigingen aan, terwijl wij hen tevens
attent maken op ons adres voor de levering
van alle soorten vereeniglngs-drukwerk als
convocatie-biljetten, reglementen, diploma’s,
programma’s, tekstboekjes enz. enz.
FIRMA B. CUPERUS Az.
Woensdag 30 Januari:
Geheelonth.-Jeugdorganisatie „De Hoop der
Toekomst”. Vergadering ’s avonds 6 uur
in „Ons Gebouw”.
Schaak- en Damclub „Westergoo—Tavenu”.
Speelavond eiken Woensdag. Aanvang
kwart voor acht uur in „Ons Gebouw”,
leeszaal, boven.
Bibliotheek St. Vincentiusgebouw, ’s avonds
van 7—8 uur.
Donderdag 31 Januari:
R.K. Zangkoor. Repetitie ’s avonds 8 uur
in café Slippens.
Mannenkoor „Hollandia”. Zanguitvoering, des
avonds 8 uur in „Ons Gebouw” (zie adv.)
Verkooping Winkelhuizing, door Notaris
S. van der Burg, ’s avonds 8 uur in
café „Voorwaarts”.
Verkoopingen door Notaris Feitsma,
avonds 7 uur in café Boermans.
Vrijdag 1 Februari:
Zangvereen. „Voorwaarts”. Repetitie
avonds 8 uur in café „Voorwaarts”.
Mannenkoor „Hollandia”. Repetitie ’s avonds
7 uur.
Sted. Muziekkorps „Bolsward”. Gewone
repetitie des avonds 8 uur in de muziek
school.
Chr. Gemengd Koor. Repetitie des avonds
8 uur in de Chr. School „Rehoboth”,
Hengstepad.
Bolswardsche Biljartclub. Speelavond in het
clublocaal „De Doele”, van 7 tot 11 uur.
Zaterdag 2 Februari:
Onderling Ziekenfonds. Contributie-afdracht
’s avonds van 5'/2—6'/2 uur in „Ons
Gebouw”.
Bolswardsche Burgerwacht. Schietoefening
’s avonds 8—10 uur in het gymnastiek
lokaal van het Weeshuis.
Dinsdag 5 Februari:
Tempelieren. Vergadering ’s avonds 8 uur
in café „Voorwaarts”.
Bolswardsche Biljartclub. Speelavond in het
clublokaal „De Doele” van 7 tot 11 uur.
Gemengd Koor „Bolsward”. Repetitie van
’t Oratorium „Judas Macabeus”, ’s avonds
8 uur in „De Doele”.
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
rijdende. Dit deel van
aan de Hollanders, en
buitenland is erkend, blijkt uit de benaming
»hollandern*, waaronder men in Weenen
het kunstrgden verstaat. Dat was een eeuw
geleden al zoo; wie toen niet minstens
den naam van z’n meisje in het ijs kon
snijden, was een prul. Jan van der Laar
uit Leiden kon nog wel meer; hij reed
(in 1809) den ^looping the loop”, duikelde
dus al rijdende kopje over. Maar als het
op snel rijden aankwam, dan moest ge weer
een Fries hebben, Kornelis Ynses teKubaard.
^Kornelis”, zei z’n vrouw, vik heb geen
mosterd en de aardappelen koken al, haal
jij in Bolsward even mosterd Krelis bond
zijn scheuvels onder en was met den mos
terd terug toen de aardappels gaar waren;
de afstand was geweest 3 uren gaans heen
en terug.
Schaatsenrijden is wie weet mis
schien al zoo oud als de wereld, en blgkens
de godenleer ook niet beneden den stand
van de góden. Die van de dichtkunst
althans, Braga, heeft twee zijner discipelen,
Uller en Skadi, benoemd tot sneeuwschoen-
goden. De schaatsen waren toen nog niet
meer dan houten glijborden; later zijn ze
van been gemaakt (van runderen of herten),
zooals ze in 1180 al te Londen te zien
waren. In het Friesch Museum te Leeu
warden kan men ze nog zien; men reed
niet op, maar men schoof er, met behulp
van een prikstok met ijzeren punt, op voort.
Aan het einde der 14e eeuw zgn de eigen
lijke schaatsen gekomen; men leest van
de maagd Lydwine van Schiedam dat zij
op scolootsen reed. In het midden der 16e
eeuw had Amsterdam ook z’n schaatsen-
makersgilde, een bewijs, dat de ijssport al
een tak van bestaan had opgeleverd. Het
is misschien niet algemeen bekend, dat ook
Czaar Peter de Groote, behalve aan schepen
bouwen, ook deed aan schaatsen maken;
althans, hg heeft leeren schoenen aan de
schaatsen gemaakt, wat den naam Peter-
schaatsen verklaart.
Geen sport zonder wedstrijd: in 1465
reeds kende men in ons land de hard
rijderij. De eerste hardrijderij voor vrouwen
is (natuurlijk) in Friesland gehouden; dat
was in 1805, op den len Februari. Er
reden 130 mededingsters om een gouden
oorijzer, ten overstaan van 12000 toe
schouwers. Wie zulke hardrijderijen gezien
heeft, zal opgemerkt hebben, dat de deel
nemende dames het wel eens erg ruim op
een accoordje gooiden met de mode. In
vroegere jaren is dat zóó ver gegaan, dat
men (in 1809) des konings bgstand inriep,
om die tafereelen te verbieden!
Voor een... Marokkaan is de aanblik
van een hardrijderij, zooals men begrijpen
zal, bijzonder frappant. Men kan dat afleiden
uit de woorden, waarmee de gezant van
een Marokkaansch vorst rapporteerde aan
Z. M., wat hij in de Residentie gezien had:
^Verbeeld u, dat op zekeren t|d van het
jaar, dien men hier winter noemt, alle
wateren worden overdekt met een koek
precies als kandijsuiker, maar niet zoo zoet.
Dan komt er een menigte menschen op
dien koek staan; zij binden onder eiken
voet een glad ijzertje en gaan loopen zóó
snel, dat een struisvogel eer buiten adem
zou geraken, dan hen bijhouden. Ja, ik heb
er twee om ’t snelst zien loopen, waarvan
de een in ’t zelfde oogenblik dat hij afreed,
ook reeds aan ’t eind der baan was, en de
ander, die 't won, nog een halve minuut
vroeger.”
Of het overdrijven der Marokkanen in
’t bloed zit, is ons onbekend. Maar dat de
Friesche hardrijder Adam destijds elf meter
per seconde haalde, is een feit, dat wel
aanleiding kon geven tot voorstellingen als
die van den zwarten ambassadeur. Fokke
(ook een Fries) kon er ook wel wezenin
een stillen maannacht schaatsende, zag hg
zgn schaduw aan voor een mededinger in
snelheid. Dies zette hij nog wat meer aan,
maar toen zijn partner hem onder een brug
toch inhaalde, moest hij nijdig erkennen:
»Dat heste woun, dóvel.” Hetgeen in ’t
Nederlandsch overgezet zijnde, zeggen wil:
#Dat heb je gewonnen, duivel!”
Januari raakt ten einde. Wij hebben in
den afgeloopen winter sneeuw en dooi
gehad, weten niet wat hij ons nog brengen
zal, maar kunnen tevreden zijn. Want wg
hebben ook prettig aandoende, frissche
droge kou gehad, die de wateren deed
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62‘/2 cent per 3 maanden
Het ijs dat de riviervaart belemmert,
bevordert in Rusland de sledevaart
vooral in de noordelijke provinciën
ons land het
Schaatsenrijden.
Friesland is de klassieke provincie
de schaatsensport, zoo lazen wij juist
dezer dagen in De Avondpost:
In doorsnee is de Fries de snelste op
het gladde gzer, maar lang niet de mooist-
LXIX.
Heb ik in 't vorig stukje gesproken
over het schaatsenrijden, nu past daar heel
goed bg, een ander middel om zich snel
te verplaatsen, n.l. het rijwiel; thans geheel
ingeburgerd, was in den tijd waarover nu
geschreven wordt, de velocipède nog iets
nieuws. Wel heeft de mensch altoos gezocht
naar middelen om zich snel te verplaatsen,
hetzij dan over den beganen grond of
gelijk de vogelen door het luchtruim en
inderdaad zijn er in vroeger eeuwen reeds
pogingen gedaan en machines bedacht om
het idéé te verwezenlijken, die echter in
de practijk niet beantwoordden aan de
gekoesterde verwachtingen. Onze Holland-
sche dichter Huigens reeds sprak er van,
dat hij het een kostelijke zaak zou vinden,
wanneer iemand uitvond *dat hij zijn wagen
kruide en zat er zelvers in”. De vélocipède
kwam en bracht veler harten in verrukking.
Reeds lang had men karretjes, waar men
op zat en dan met de voeten op den grond
schuivend, sneller vooruit kon dan met
gewoon loopen, doch een Parijzenaar vond
in 1869 het trappen aan een krukas van
het wiel uit en nu had men het rijwiel
in wording.
Snel maakte toen in Frankrijk en weldra
ook elders de nieuwe uitvinding vorderingen.
Men hoorde en las van haast niets anders
dan velocipèdes, welk woord bg ons is
vervormd in fiets en misschien dat sommige
der oudste ingezetenen zich nog herinneren,
hoe vreemd men opzag, als zich zoo’n
voertuig langs de straat bewoog. Om er
vlugger op vooruit te kunnen komen, werd
het voorwiel allengs grooter, het achterwiel
kleiner gemaakt en weldra had men rijwielen
met een verbazend hooge zitting, waar
men trapte op het groote voorwiel en een
heel klein achterwieltje was aangebracht
om den berijder toch niet geheel opéén punt
te laten steunen, ’t Was een haast levens-
gevaarlijke toer, zouden wij nu zeggen,
zulk een rijwiel te gebruiken, maar het
was toen de sport van den dag en op de
Koemarkt was het oefenterrein. Daar waren
geen slooten op zij, men mocht al eens
van zijn hooge stelling aftuimelen en wat
onzacht op de steenen terecht komen, men
verdronk er niet en... die wat slag er van
bad, kon weldra goed sturen en dan was
men klaar. Er waren ook soms karretjes
met drie wielen, doch dat was niet je
ware. Wellicht dat men zich nog herinnert,
hoe groot de belangstelling der jeugd was,
wanneer er zich een fiets in de stad ver
toonde, doch hoe weldra enkelen zich zoo
gelukkig konden rekenen, er een te bezitten.
O, wat had een jongeheer, die zich zoo
rijk gevoelde, een makkers om hem bg het
leeren rijden behulpzaam te zijn en... dan
ook om beurten zelf eens te mogen rijden.
Er zijn stellig nog wel, die zich de ge
voelige opstoppers nog herinneren, welke
Da vele liefhebsters en liefhebbers van
schaatsenrijden hebben dezen winter niet
te klagen. Reeds vroeg gekomen is hij al
wel eenige malen weer vertrokken, maar
toch al vier of vijfmaal weder teruggekeerd.
Jong en oud, van beider geslacht, haalt
hun hart op aan de gezonde en heerlgke
ijssport. Een groot aantal hardrijderijen
zijn door het geheele land en in het bij
zonder in onze provincie gehouden en alles
bijelkaar geteld is het een niet onaanzien
lijke som gelds, die hierbg verreden is.
Vooral de vrouwen hebben hiervan een
groot bedrag gewonnen. De bodem der kas
is bij verscheidene Usclubs reeds te zien,
doch het spijt hen niet hun leden dit jaar
weer eens terdege te kunnen doen genieten
van de genoegens, welker bevordering toch
hun doel is.
Een flinke droge vorst is ons allen zeer
zeker aangenamer dan een kwakkelwinter
met regen en sneeuw. Meer dan ooit is
dan ook nu weer in vele huisgezinnen het
weerpraatje aan de orde van den dag.
De lusten, maar ook de lasten worden
overwogen en vooral de jeugd heeft meer
oor voor de eersten. En zij luistert met
open ooren naar de verhalen van vader
en moeder over de ouwerwetsche winters,
die echter nog strenger waren als groot
vader en grootmoeder aan het vertellen
gaan, toen men in dezen tijd van het jaar
op de groote rivieren arde en overal vroolijk-
heid was door de genoegens van de sport
op het ijs.
de oevers der
[baren,
Onder een hemel, besprenkeld met goud.
’t Luwtje nochthaus in die koelende dreven,
't Starrengegli o in het golvend verschiet,
Moest ’k er ’t ijs en de schaatsen voor
[geven
Lach wien het lust, ii begeerde ze niet.
ze opdeden bg een onzachte aanraking met
de straat, ’t Was toen ook al:
hKunst te leeren is verdriet,
Wie het kent, die acht het niet”.
Ook zal men zich wellicht nog vaag
herinneren, wat een belangstelling er van
de jeugd getoond werd, toen op Vrgdag 24
Juni bij een boelgoed in #De Wijnberg”
ook een driewielige velocipede werd verkocht
de eerste fiets zeer stellig, die te Bolsward
in het openbaar geveild werd.
't Is wel opmerkelgk, dat juist in den
tijd toen de rijwielen kwamen, er een
streven kwam om de straten der stad meer
effen te maken. Men begrijpe mij niet
verkeerd, ’t ging niet om het de fiets
rijders gemakkelijk te maken, maar voor het
gewoon vervoer per as was reeds lang
geklaagd over de hooge bruggen en de
hobbelige balsteenen. Den 2 Mei besloot
de Raad dan ook dat ook in de hoofd
straten de keien zouden vervangen worden
door een betere bevloering en hoewel het
een groote uitgaaf vorderde, na eenig
wikken en wegen besloot men tot het
aanschaffen van de vierkante vlakke quenast-
keien; het was wel wat duur, zoo werd er
in den Raad geredeneerd, maar men was
er dan'ook voor altoos mee klaar.
Voor altoos mee klaar! Men weet het,
lang over die gladde
ze voor eenige jaren
weer verwijderd zijn,
er gewone waalklinker te hebben waarop
de paarden „schrep kunnen houden” en ook
voetgangers en wielrijders zich met gemak
kunnen bewegen. Een groot deel der in
1870 aangekochte keien is voor korte jaren
van de hand gedaan, een gedeelte is nog
aanwezig, o.a. op den wal langs de Oude
Turfgracht, de Knossenlaan voor een
gedeelte.
De verbetering van het verkeer eischte
ook, dat de hooge bruggen onderhanden
genomen werden en gelijk reeds vroeger
gemeld werd, er waren al voor een paar
der steenen posten verlaagde houten bruggen
gekomen en znlks beviel zoo goed, dat
men er mee doorging.
De Marktbrug van de Dgkstraat naar de
Koornmarkt, wg noemen het nu het Markt
plein voor de Wijnberg, werd vernieuwd
en 20 Juni aanbesteed, terwijl in de raads
zittingen van 16 Mei en 28 Juni besloten
werd, meerdere posten af te breken en zoo
noodig er houten bruggen aan te brengen.
Zoo zie ik dat toen besloten werd tot
verwgdering van de Hanekoperspost en
de Stormpost. Eerstgenoemde heeft gelegen
over de Dijlakker tegenover de Hanekopers-
steeg, de andere naar ik vermoed, tegen
over de Koemarkt, om een groote Dijlakker
met de Wipstraat te verbinden. Ook de
Brouwerspost over de Dijlakker, verder op
naar de Groote kerk, de brug waarbij we
in de feestweek zoo’n fraai tuintje op straat
hadden, werd in 1870 vernieuwd.
Ik meen dit schetsje te moeten eindigen
met de vermelding van een ongeluk, dat
bij een der brugwerken plaats vond.
’k Heb straks al verteld dat 20 Juni
was aanbesteed de vernieuwing der Markt
brug vóór de Wijnberg. Aannemers waren
Homminga en Oosterbaan en er was voor
geschreven dat er naast de nieuw te maken
brug een hulpbrug moest zgn, zoolang de
werkzaamheden duurden. Die hulpbrug was
er dan ook, maar zie, op een drukken
weekmarktsdag, toen heel wat boeren en
boerinnen zich daarop bevonden, stortte
eensklaps de stellage in, en dreven ver
scheidene marktbezoekers tusschen de palen
en planken in het water.
Dat was een tumult, een gejammer van
wonder en geweld. Onze gymnastiekmeester,
de heer de Zeeuw, die in de Wijnberg
was, heeft bij de redding zich dapper
gedragen en verscheidene personen uit het
water gehaald. Er waren wel die eenige ver
wondingen hadden opgedaan, doch gelukkig
geen enkel ernstig geval, 't Liep nog al
goed af, maar men was verontwaardigd,
dat er een brug was gemaakt, die niet
voldoende sterk was. De aannemers beweer
den evenwel, dat hun werk goed was
geweest, doch dat de schippers een der
middenpalen hadden omver gevaren, ’t Was
moeielijk uit te maken, en ik kon er
ook niets verders van vinden. Ik zag
alleen, dat de aannemers dezer brug
later f 50 boete kregen wegens te late
oplevering der brug, en dat de Raad
hierbg nog toegeeflijk was, want volgens
Staatspensioen.
Voor den Bond van Staatspensionneering
trad j.l. Vrijdagavond op de bovenzaal
Hoekstra, als Spreker op, de WelEerwaarde
Heer J. J. T. Spaargaren, predikant te
Aartswoud, en lid van het Hoofdbestuur,
met het onderwerp: ^Staatspensioen voor
allen”.
Toen we 8 uur ter vergadering kwamen,
waren er slechts enkele belangstellenden,
welk getal vermeerderde tot een opkomst
van... 9 zegge en schrgve: negen!
Dat was al heel weinig, en we hadden
gedacht, dat men de bijeenkomst niet zou
laten doorgaan. Maar jawel! de Spr. ver
zocht wat naderbg te komen; en toen we
allen knusjes zaten, begon de heer W. Bran
denburg, onder wiens presidium deze ver
gadering stond, een kort openingswoord,
en gaf vervolgens ds. Spaargaren gelegen
heid tot het uitspreken zgner rede.
Spreker zeide, dat er op het oogenblik
schier overal inzinking is te constateeren,
waar het betreft afdeelingen van den Bond
van Staatspensionneering. En toch: onze
zaak mag niet achteruitgaan. Als dat ge
beurde, zou de 23-jarigen strijd schande
doen aan het beginsel, dat de Bond voor
staat. Dan gaf Spr. een historische beschou
wing van het ontstaan en het zich verder
ontwikkelen van den Bond.
Een kwarteeuw geleden behoefde het
niemand vreemd te zijn, dat er belangrgke
misstanden bestonden in de maatschappg.
De mannen, die onze Vereeniging opricht
ten, waren Christenen, die hadden een
liefdevol hart voor de nooden hunner
naasten, een intens medelgden; dat hebben
zg getoond tot hun dood! Zij konden niet
zien, dat ouden van dagen gebrek leden
zij wilden aan ’t werk, om hun een
zonnigen levensavond te bezorgen. Toenter
tijd vooral was het, dat een oud paard het
dikwerf beter bad, dan een oud mensch!
De heeren Wielenga en Boswijk te Arnhem
kwamen in 1891 bgeen om te bespreken,
wat zij konden doen voor de ouden van
dagen. Intusschen benoemde het ministerie-
De Lely een commissie, met de opdracht,
te overwegen wat er voor de ouden van
dagen kon worden gedaan. Ook kwam er
in 1895 een ontwerp-Kuyper. De doctor
zeide: «De ouden van dagen kunnen niet
wachten, geen dag en geen nacht!” Evenwel
zgn deze regeeringsbemoeiïogen opgelost in
een politieken strijd. Daarentegen is de
Bond van Staatspensionneering strikt
neutraal, en eenige jaren terug was iedere
godsdienst er als het ware in vertegen
woordigd.
Wij staan op ’n mooi, etïsch standpunt,
ons geweten spreekt! Wij strijden tegen
een onrecht, dat de menschen op hun ouden
dag wordt aangedaan. Wij willen Staats
pensioen voor iedereen. Allen, bijv, volgens
den Burgerlijken Stand, een zekere nit-
keering. (Denemarken verstrekt reeds sinds
1891 naar behoefte.) Wij willen mede goede
Tehuizen voor onze ouden, niet als de
tegenwoordige gestichten; wij willen hen
gezellig doen wonen en ook: samen
niet gescheiden.
De idee van die mannen bovengenoemd,
heeft zachtjes aan ingang gevonden.
De tegenstand en minachting, die zij
echter hadden te verduren, was niet van
de lucht. Doch zij werkten door. En in
Arnhem en omgeving was al spoedig een
clubje, dat een goede organisatie voor hesl
Nederland wenschte. Zg wilden aanvankelijk
den leeftgd van 60 jaren omdat op
dien leeftgd het grootste gedeelte zgn werk
kracht verliest waarop de Staat wette
lijk, zonder naar inkomens te vragen, een
door haar zelf vast te stellen pensioen zou
uitkeeren. Nu de eerste schapen over den
dam waren, gelukte het ds. Vis, thans nog
hoofdbestuurslid, in Den Beemster de eerste
afdeeling van den Bond op te richten. Een
jaar later telde de Bond reeds 100 afdee
lingen met ruim 1000 leden. Langzamer
hand nam het beginsel-Staatspensioen een
voorname plaats in in het vereenigings-
leven. Wat niet wegnam, dat de ouderen
soms felle avonden meemaakten. Men kwam
met Bijbelsche bezwaren; noemde Staats*
Bolswardsche Courant
i