ard
srij
'35
to”
der Gemeente Bolsward
Officieel Orgaan
N
Woensdag 30 April 1924
63ste Jaargang
No. 34
in
Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave:
Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4
Ie
eri|,
GA
sward,
nd.
J. NA WIJN - Dijkstraat 39 - BOLS WARD.
1
100
Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 62'/2 cent per 3 maanden
WEEK-AGENDA.
lig-
tijd
jn
Van den Hak op den Tak.
9
arden.
DE GESCHIEDENIS DER
ARBEIDSORGANISATIE,
door Mr. Dr. N. Hofstee.
jwers!
(AAS,
er pond.
5 ets.
Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting.
Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen,
enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief
Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”,
Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel
Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd.
iRD.
APRILSTORM.
Waaraan danken wij onze steeds meer uitbreidende clientèle?
Niet omdat wij ’t weggeven, maar omdat U bij ons goede kwaliteit koopt tegen
den laagst mogelijken prijs.
Heden SPINAZIE per pond 12 ct., SNIJSLA per ons 10 ct.,
KROPSLA per krop 13 ct., WITLOF per pond 22 ct.
Wij hebben nog een partijtje lh bussen SLABOONEN op te ruimen voor 65 ct.
Verwacht in het laatst der week MALTA KRUIM en BLOEMKOOL.
Aanbevelend,
rd
Bolswardsche Courant
J
’n
Wordt vervolgd.
3.
Pan
end
te
bij
te
tra.
zij kan dat niet andere doen
ze te naasten. In de Vereen.
Noord-Amerika heeft men ge
II
perf
aren
nverf
iren
ernis
ets.,
natzwart
I deze
enschen
lan met
grootste
irbazing
goede
sulfaten
aar te
men van
oeders
ek olie
dere
r
poeders
ar.
R,
n (Dr.)
baar in
KE” 26
waar de oude dood ziet,
’t Moet gebeurd zyn verleden Zaterdag
in de tram, die zes uur van hier vertrekt.
Een rentenier-boer zit in een niet-rook-
coupé te rooken. De conducteur, die hem
op zqu overtreding attent maakt, ontwaart
tot zijn ergenis, dat onze reiziger ongestoord
blijft doorrooken. Nu begint het couduc-
tenrtje uit een ander vaatje te tappen:
„Zie je dan niet, dat hier niet gerookt
mag worden? Dat heb je dan tech op te
volgen!* Heel lakoniek merkt het rookend
boertje op, terwijl hij met groote gebaren
wyst op de zich in de tramwagen bevin
dende reclames: „Doe jij èlles, wat hier
bljjkt weer een nieuwe phase te zyn aan
gebroken, de laat-kapitalistische. De nieuwe
organisatievorm, waardoor deze phase is
gekenmerkt, is vlg. Yzerman t. a. p. het
gesocialeerde bedrijf (niet te verwarren met
de sociaal democratische opvatting daarvan),
dat hij onderscheidt in het staatsbedrijf en
het coöperatieve bedrijf.
Bewoog de staat zich in het begin-tijdperk
van het moderne kapitalisme weinig of niet
op economisch terrein, dit is geheel anders
geworden, zijne werkzaamheden op dit terrein
zijn thans van zeer groote beteekenis.
Aanvankelijk dankten alle groote onder
nemingen haar ont-taan aan het particuliere
initiatief van kapitaalbezitters. Hoe omvang-
ryker die ondernemingen werden, zoo meer
gingen zij over uit het bezit van een of
enkele particulieren aan groote kapitaal
krachtige lichamen, maatschappijen op aan-
deelen, hier te lande gegoten in den vorm
van de naamlooze vennootschap. Een of
enkele personen zijn niet meer in staat de
reusachtige kapitalen, die voor het meer
en meer toenemende groot-bedryf noodig
zijn, te verschaffen. Het zeer eigenaardige
bij deze maatschappijen op aandeelen is,
dat de kapitalist niet meer zelf bedrijfsleider
is. De bekende Engelsche staathuishoud
kundige Adam Smith (1728-1790) was
dan ook van meening, dat dit niet de
geschikte vorm was voor de onderneming,
onidat bij den bedrijfsleider de prikkel van
het eigen belang ontbrak en zoo voorspelde
hij, dat die maatschappijen geen toekomst
land lang niet zoo heeft kunnen aarden.
Schr. beschouwt de verbruikscoöperatie als
een der krachtigste wapens van den ver
bruiker tegen den woeker der kapitalistische
monopolies.
De productievereenigingen zijn voorna
melijk op het gebied van den landbouw
tot hooge ontwikkeling gekomen, speciaal
in Denemarken, (hier te lande zijn als
zoodanig te noemen beetwortelsuiker-, aard
appelmeel-, stroocarton-, zuivelfabrieken,
exportslagerijen). Schr. is van meening, dat
in de toekomst de productiecoöperatie op
het gebied van den landbouw een rol zal
spelen, welke overeenkomt met die, welke
thans reeds het grootbedrijf in de industrie
vervult.
Zooals bekend zal zijn, kent men in bet
algemeen aan de coöperatieve vereenigingen
niet zoo’n groote beteekenis voor de toekomst
toe als de Schr.
rIn welke richting gaat nu de econo
mische ontwikkeling?” vraagt Y. ten slotte
en zegt dan: „Uit de voorgaande hoofd
stukken blijkt o.i. dat deze ontwikkeling
inderdaad in een vaste en vast te stellen
richting verder schrijdt en dat haar verloop
beheerscht wordt door wetten, die al
thans voor een deel duidelijk te onder
kennen zijn”. Ofschoon die „voorgaande
hoofdstakken” de ontwikkeling der bescha
ving behandelen (ik herinner aan de titel
van het werk, te weten: „De weg der
beschaving”) en de zaak naar tijd en plaats
ruimer behandelen dan ik heb gedaan,
terwijl ik mij meer tot een bepaald gebied
heb beperkt en op dat beperkte gebied
hier en daar wat meer heb uitgeweid,
waarbij voornamelijk van andere bronnen
beb gebruik gemaakt, misschien ook wel
soms eene van die des schrijvers afwijkende
voorstelling van zaken heb gegeven, meen
ik des schrijvers hier aangehaalde woorden
ten volle te kunnen handhaven ook voor
hetgeen ik gegeven heb, met dien ver
stande dan, dat in plaats van „de voor
gaande hoofdstukken” wordt gelezen „bet
voorgaande” en dat ook de door hem
vermelde ontwikkelingswetten uit het door
mij gegevene „duidelijk teonderkennen”zijn.
Enkele dier wetten (schr. noemt er negen)
die m.i. het meest daartoe in aanmerking
komen, zal ik hier noemen en nader be-
bespreken, waarbij lnU veroorloof, bier
meer, daar minder, af te wijken van de
voorstelling, die Y. van de zaak geeft.
lo. De wet der grootte. Eerst hebben
we de familiehuishouding, zich uitbreidende
tot groot-heerlijke huishouding (een of
meer dorpen omvattende), daarna de stads
huishouding, dan de nationale huishouding,
elk met hare eigenaardige arbeidsorgani
satie, opklimmende van familienij verbeid
tot fabrieksnijverheid. Het eindpunt dezer
ontwikkeling is de wereld-buishouding met
hare reuzenondernemingen, hare internatio
nale markten en haar internationale handel
en verkeer, die tenslotte alle volkeren der
aarde tot één groote economische organisatie
zal vereenigen.
Nadruk verboden.
V.
Als laatste pha->e, die de economische
ontwikkeling ons heeft gebracht, noemt
Yzerman t. a. p. de natijd van het kapita
lisme. De vooruitgang gaat steeds sneller.
De oudste vormen van arbeidsorganisatie
hebben waarscbynlykettelykeeeuwen bestaan
en nog de stadsgewijze productie meer dan
vijf eeuwen. De modern-kapitalistische phase
van je gevraagd wordt? Eet jy kwatta met
zwaluw-lucifers Rook jij Oldenkott met
Natuur Wollen Ondergoederen Eet jy
De Boer’s Kindermeel met Philip s Arga?”
Naar verluidt is tegen den reiziger pro-6-
verbaal opgemaakt. Deze echter redeneert
zóó: „Wat je van de rechter krijgt, behoef
je niet te koopenl* Ja, vele mannen
vliegen voor bet rooken door het vuur;
ik bedoel: ze zyn er verzot op. En dat,
trots de sigaren duur zijn! Trouwens,
juffrouw De Jong bood laatst in dit blad
12-cent sigaren aan voor een dubbeltje.
Da’s nog ’ns boffen! Ik hoorde van de
dankbare stemming, die haar bezielde, van
met dit reuzenkoopje in de Bolswardsche
Courant te hebben geadverteerd. Natuurlijk:
wilt gij uw zaken zien fioreeren, dan dient
gij hierjj» adverteerenl
Deze wijze van reclame wordt toch voor
den zakenman de meer en meer gebruike-
Jyken weg.
Maar ook zy, die een levengezel of
-gezellin zoeken, beginnen het adverteeren
meer en meer te bezigen. Zoodat een
moeder onlangs tot haar dochter die
erg lang in ue krant zat te turen zeide:
„Zoek je naar iets byzouders, Mina?* „Neen
moe, ik kijk enkel maar, wie mij allemaal
per advertentie kennis geven, dat ze mij
ergens wachten!* Ze was dus op jacht
naar liefde. Over „jagen* gesproken: daar
beleefde dien heer laatst wat moois mee!
Hij wilde zijn vrouw eens verrassen met
een door ’m zelf gescholen haas. Voor dat
doel was hij na de jacht een poelierswinkel
binnengejaagd. Met den poelier had hij de
zaak versproken. Doch, lieve grut de
bediende vergiste zich, en bracht inplaats
van een haas, een dikke worst aan het
adres van dea jagers echtgenoote. Zeker,
het vrouwtje was werkelyk ingenomen met
dit hartige geschenk; ze vond bet alleen
maar vreemd, dal er een kaartje by was
met: „Zooeven door uw man geschoten.*
Daar komt nog bij, dat toen manlief thuis
kwam, hij zich de opmerking veroorloofde:
„Klare boschlucht, hé.* Arme man, die
zoo de dupe werd van de ouattendheid eens
knechts! Voor hem hebben we geen hulde,
nietwaar? Als men daarop aanspraak wil
maken, dan ook immer: plichtsgetrouw!
Een halve eeuw practijk had de tandarts
van Bazel. Op den hewusten dag liep het
er als ’t ware storm: Iemand vroeg: „Wat
is er toch bij je buurman den tandarts
vandaag te doen?* De aangesprokene ant
woordde: „Ja, die herdenkt den dag waarop
hy, vóór 50 jaren, begonnen is met kiezen-
tr-kken. En nu zijn al z’n oude klanten
overeengekomen, om zich als officieele hulde
zyuer bekwaamheid, elk een tand te laten
trekken!* Dat komt niet altyd voor, dat
men zijn vroegere weldoeners eer betuigt.
Een tydje geleden, zei een man die aan
boerderij stilhield om zyn paard te laten
drinken: „Gy hebt 15 jaar geleden een
jongen, die hier lang» kwam, binnenge
roepen.* Eenigszins verwonderd, antwoordde
de boer: „Ja.* De ruiter vervolgde: „Gij
waart zeer v.riendelyk voor hem. Gij gaaft
hem te eten en spraakt hem moed in; gij
gaaft hem een oud pak kiee.deren, staakt
een galden in zijn zak en liet hem toen
verblyd verder gaan. Hy zei toen, dat hy
nooit uw vriendelijkheid zou vergeten. Is
dat niet zoo?* „Jawel, dat is zoo*, beaamde
de boer. „Hij zeide, dat hij, als het hem
goed ging in de wereld, zou zorgen, dat
ge geen spijt zoudl hebben van uw vriende
lijkheid voor een armen jongen.* De boerin
riep: „Ach, lieve hemel, bet klinkt als
een sprookje! Gij hebt hem zeker gezien
en gesproken?* „Ja, dat heb ik,* sprak
de vreemdeling, „en hij heeft mij een
boodschap voor u medegeven.* En beiden
vroegen in gespannen verwachting: „Wat
is die boodschap dan wel?* „Hy verzocht
mij u te zeggen, dat hij nog altijd even
Voor het plaatsen van advertenties bevelen
wij ons blad bij H.H. bestuurders van ver
eenigingen aan, terwijl wij hen tevens
attent maken op ons adres voor de levering
van alle soorten vereenigings-drukwerk als
convocatie-biljetten, reglementen, diploma’s,
programma’s, tekstboekjes enz. enz.
FIRMA B. CUPERUS Az.
Woensdag 30 April:
Geref. Zangver. „Pro Rege”. Repetitie des
avonds 8 uur in het Wilhelminagebouw.
Schaak- en Damclub „Westergoo—Tavenu”.
Speelavond eiken Woensdag. Aanvang
kwart voor acht uur in „Ons Gebouw”,
leeszaal, boven.
Bibliotheek St. Vincentiusgebouw, ’s avonds
van 7—8 uur.
Biljartclub „Jan Wiemers”. Speelavond des
avonds van 7—11 uur in café Qaarmann.
Donderdag 1 Mei:
MEIFEEST, belegd door de afd. der S.D.A.P.
en den Bolsw. Bestuurdersbond, des
avonds 8 uur in „De Doele” (zie adv.).
Muziekgezelschap „Andante”. Repetitie des
avonds 7*/z uur in de Muziekschool
Kerkstraat.
R.K. Zangkoor. Repetitie ’s avonds 8 uur
in café Slippens.
Vrijdag 2 Mei:
Mannenkoor „Hollandia”. Repetitie ’s avonds
7 uur.
Sted. Muziekkorps „Bolsward”. Gewone
repetitie des avonds 8 uur in de muziek
school.
Chr. Gemengd Koor. Repetitie des avonds
8 uur in de Chr. School „Rehoboth”,
Hengstepad.
Bolswardsche Biljartclub. Speelavond des
avonds van 7—11 uur in het clublokaal
„De Doele”.
Zaterdag 3 Mei:
Onderling Ziekenfonds. Contributie afdracht
’s avonds van 67 uur in „Ons Gebouw”.
Stadsspaarkas. Gelegenheid tot 't inbrengen
van gelden, des avonds 7 uur in het
lokaal Politiebureau.
Verkooping van een burgerhuis door notaris
F. I. Bruinsma, des avonds 7 uur in
café Witteveen.
Dinsdag 6 Mei:
Bolswardsche Biljartclub. Speelavond des.
avonds van 7—11 uur in het clublokaal
„De Doele”.
Aankondigingen in deze rubriek worden
kosteloos opgenomen. Opgaven moeten
Dinsdagsavonds in ons bezit zijn.
Breed vleuglen wind, die aan de nachtenlucht
ver ait het west de dakenstad komt naadren
als strijkt een aadlaar neer op rotsennest,
’k hoor 't groeiend suizen van uw breede vlucht.
In kale hoornen, rillend zonder blaadren
gaat sappenbloed bevend door donkere aadren
en of zy in han park deez’ nacht ver-
[gaadren
staan stam men, zwaar in zwarten grond gevest,
dicht tak door tak omhoog tesaam geprest,
voor’t bleek onmeetbaar hemelbreed iu’t west.
Wind joeg daar wolken uit, opeengerugd
als kudden vee, loeit niet hun angst geducht
in ’t brullen luid van 't verre stormgerucht? bestaat nog maar betrekkelyk kort en reeds
Komt, wilde wind, in wijdverspreide macht
heel’t hemelruim, ontembre vloed, doorjagend
met golf aan golf der yle luchtenzee,
’k heb op uw luide lied zoo lang gewacht.
De donkre stad schijnt onder striemen
[klagend;
in zwart van muur en dak, uw slagen dragend,
lichtvensters staan, met blikkende oogen
[vragend,
als angstig beest: wat het u ooit misdee;
ginds rinkte een ruit, van dak eeu pan afgleê;
een luik sloeg dicht, giert piepend, klap-
[pend, mee
met takgekraak. Hoor! krijschend luid door
dacht
de stormenwind in feestgevier van kracht
wijd-zwarte bange stad deez’ voorjaarsnacht.
Loei-gierend op tot fluiten hoog en schril
juicht windenzang in ’t vormloos luchten-
[stooten,
doortuimlend straat en steeg en tuin omlaag,
’k Zit luistrend voor myn raam van span-
[ning stil.
Waar werd die windenkraebt uit boei ont
bloten?
welk land en volk werd door haar lied
[omfloten?
en heeft als ik nog één dien zang genoten?
of schrikte één angstig op bij wilde vlaag?
die nu myn zwarte stad doortrilt gestaag,
een alvernielend wraakgericht, als plaag
en straf voor schuld of zonde in lust of gril.
Klinkt ginds door ’t gieren hulpgeroep en gil
uit huiv’rende angst voor wilden windenwil?
zouden hebben. Wij weten allen, hoe weinig
die voorspelling is uitgekomen, al kannen
we volkomen begrijpen, hoe men destyds
zoo oordeelen kon.
Zoo was het dan geen wonder, dat zoo
goed als de naamlooze vennootschap ook
de staat, „rykste aller kapitalisten”
noemt hem Y. zich op dit gebied ging
bewegen en als concurrent van de kapita
listische onderneming optrad, en zoo werd
deze op haar beurt uit meer dan een ge
bied verdrongen (spoorwegen, trams, tele
grafie, telefonie, post, gas, electriciteit,
waterleiding; cok b.v. ten onzent, exploi
tatie van mynen).
Naar mate er grootere organisaties ont
staan op het gebied van handel en nijver
heid, is het algemeen belang steeds weer
met de ontwikkeling en werking dier orga
nisaties gemoeid. Immers het algemeen
belang vordert een ruime voorziening in
de behoeften der menschen en die groote
lichamen hebben voor een belangryk deel
die behoeftenvoorziening in handen en
kunnen zoo licht misbruik maken van hunne
macht ten koste van de verbruikers. En
juist in dezen tyd beginnen de grootbedry ven
zich aaneen ie sluiten tot z.g. kartels,
syndicaten, trusts, eeue ontwikkeling, die
uit den aard van het kapitalistische pro
ductiesysteem voortvloeit. Immers de kapi
talistische productie is gericht op het behalen
van winst door den ondernemer en waar
deze door onderlinge concurrentie in gevaar
komt, zullen de ondernemers zich gaan
aaneen sluiten om zoo de concurrentie op
te heffen en de winst veilig te stellen, liefst
nog een schepje er op te doen. Zoo wordt
een monopolie (lett. alleenhandel)geschapen,
waarvan de verbruiker allicht de dupe wordt.
(Terloops zy opgemerkt, dat anderen de
trusts en kartels en dgl. beschouwen als
een uitwas van het kapitalische productie
systeem, dat wel weer zal verdwijnen. Als
waker voor het algemeen belang zal daarom
de staat zich genoodzaakt zien vroeg of laat
die reusachtige organisaties onschadelyk te
maken en
dan door
Staten van
tracht ze door de wetgeving tegen te gaan,
met het gevolg, dat ze in een anderen
vorm sterker en krachtiger weer te voor-
schyu zyn gekomen.
Ook by de botsingen tusschen de groote
vereenigingen van ondernemers en arbeiders,
waarbij dikwyls groote algemeene belangen
zijn betrokken, b.v. stopzetting van het
handelsverkeer, ook de thans bestaande
uitsluiting in Twente mag m.i. hier worden
genoemd, en die duizenden broodeloos eu
werkeloos kunnen maken, kan de staat ten
slotte niet werkeloos blyven toezien. Zoo
heeft de wetgever ook hier te lande maat
regelen genomen door het in het leven
roepen van de Arbeidsgeschillenwet, krach
tens welke thans ryksbemiddelaars zullen
worden benoemd, is intnsschen geschied.
Telkens en telkens weer wordt de staat
voor een nieuwe taak gesteld en zoo mogen
wij met grond verwachten, zegt Y., dat
ook in de komende tijden de bemoeiïugen
van den staat voortdurend veelom vattender
en verstrekkender zullen blijven worden.
Van de coöperatieve bedrijven, zegt Y.,
(ik wijs er nog eens uitdrukkelijk op, dat
Y. weergeeft de ideën van de Duitscbe
socioloog Müller-Lyer) dat zij ook tot de
gesocialiseerde bedryven behooren, immers
evenmin als het staatsbedrijf, beoogt de
de coöperatie het particuliere voordeel van
een of meer ondernemers, de exploitatie
van het coöp. bedryf geschiedt ten gemeenen
bate van alle leden. Maar terwyl by het
staatsbedrijf als het ware van bovenaf ge
organiseerd wordt, komt by het coöp. bedryf
de organisatie van onderen op door eigen
hulp tot stand.
Schr. onderscheidt twee soorten van
coöp. vereenigingen, n.l. de verbruiksver-
eenigingen en de productievereenigingen.
De eerste verbruiksvereeniging werd
opgericht in Engeland in 1844 in Roch
dale. Ze telde aanvankelyk slechts 28 leden,
die een kapitaaltje van f 386 bijeen hadden
gebracht; de wekelykscbe omzet bedroeg
f 24. Dit is de kiem geweest van de
grootsche ontwikkeling op het gebied der
coöp. verbruiksvereeniging, die Engeland
heeft te zien gegeven. Deze hebben thans
eigen fabrieken, zeeschepen, plantages enz.
en zetten jaarlyks voor millioenen om. In
België heeft de verbruikscoöperatie een nog
hoogere vlucht genomen, terwijl ze in ons
Luidloeiend lied van voorjaars westewind
giogt ge over rustvlak veld, langs woelge
[stroomen
die hijgen ’t golven-vlak op-neer-vooruit,
gevreesd daar ook, of soms verlangd bemind
Gaf land en stroom u blij verwellekomen?
in sprietend gras, op wei, in kale boomen,
na winterslaap nog suf van koude droomen,
en wachtend lentes roep: ontbot! ontspruit!
Hoorde ik niet lente’s komst voorspellen luid
in 't wildst geloei en 't gierendst gilgefluit?
Angst schokt in 't afgeleefd vermolmde
[dat ontbindt;
voor nieuw leven
[blind,
jong daadveriangen krachtbeloften vindt.
Wild' westewind, ginds buiten waaiend wyd,
breed rond de zorgenstad, die ’k moet
[bewonen;
daar gierend-uit zang van te komen bloei;
ik, stil in stad, hoor ’t ver geluid verblyd.
Wee,wieuitangst uw voorjaarswoeden honen,
't vrij luchtenvolk zal hen zyn krachten toonen
en niet met bloemdoorgeurden droom be-
[loonen
als mij, die naar de toekomst hopend groei.
Dat al ’t geweld van donker stormgeloei
mij nu als ’t veld, als stroom of bosch, omstoei;
want, beef ik mee met zwaar geklank van
[stryd,
die slaag met vlagen om mynzorgzich spreidt,
ik word, o zegen! lentewaarts geleid.
Breedvleuglen wind, die ’k naadren zag in
[nacht
en westerhemel wolkenvry deed bleeken,
en goot daaruit op stad uw wilde stroom,
'k zing luid en angstvrij nk 't lied dat gy
[bracht.
Geen akker is ooit voor uw kracht geweken,
alleen dood hout moet voor uw woeden
[breken
en molmend zwakken huivren voor uw streken.
Wie ’t leven wachten dadenloos in droom,
als dorre wei of bladerlooze boom,
ontwaken roepend: dat de lente koom!
Vreugd die ik zorgenvol vaak heb verwacht,
waar ik met moed en lust naar beb getracht,
voorspelt gy, wijde, wilde, vrije macht.
Is. P. DB VOOYS.
Uit: „Van de Armen”. W. Versluys, A’dam.