der Gemeente Bolsward Officieel Orgaan kl I I Tien jaren oorlogspolitiek. I. No. 64 Woensdag 13 Augustus 1924 63ste Jaargang Oïïiciëele Advertentie. OUD-BOLSWARD. Wenscht U J. NA WIJN Jr. Brieven en stukken voor de Redactie en Administratie, opgaven van advertentiën enz., te zenden aan het Bureau van Uitgave: Firma B. CUPERUS Az. te Bolsward - Telefoon No. 4 Weths. voornoemd: WEEK-AGENDA. budget als het Neder- een heerlijke verfrissching in de warme zomerdagen, neemt dan eens een kijkje in de GROENTE- EN FRUITZAAK bij de Blauwpoort, Dijkstraat 39. Wij ontvingen weer een reuzen partij VRUCHTEN, als: Roode Bessen, Pruimen, Handperen, Handappelen, Bananen, Sinaasappelen en zijn ruim voorzien van LIMONADE enz. Vraagt bij ons prijsopgaaf van: SLA- en SNIJBOONEN, UITJES, AUGURK JES, ANDIJVIE, enz. voor den inmaak. Aanbevelend, Dijkstraat 39 - Bolsward TELEFOON 112 van 9 Oct. kwam schryven van den 1914 - 1 Augustus - 1924. Advertentieprijs: 10 cent per regel. Bij contracten aanmerkelijke korting. Dienstaanbiedingen, Koop- en Verkoopadvertentiën, Personeelaanvragen, enz., enz., van 15 regels 50 cent. Iedere regel meer gewoon tarief Bolsward te verkoopen. deelden daarin niet te Kantoor Gemeente-Ontvanger. Burgemeester en Wethouders van Bols ward maken bekend, dat het kantoor van den Gemeente-Ontvanger van 18 tot en met 23 Augustus 1924 GESLO TEN zal zijn. Bnrgem. en 8. J. PRAAMSMA, Burgem. H. HAITSMA, Secretaris. Bolsward, 12 Augustus 1924. bedroeg, in 1919 tot 3296 millioen steeg, en in 1921 weer tot 2239 millioen daalde; dat de uitvoer, die in 1918 slechts 417 millioen bedroeg, in 1919 tot 1731 milli oen was gestegen en in 1921 weer tot 1369 millioen daalde. Terwijl in 1914 de extra uitgaven #nog maar” 84 millioen bedroegen, stegen deze in 1917 tot 377 en in 1918 tot 568 millioen; de Rijks- middelen, die in 1914 176 millioen be droegen, waren in 1918 tot 510 en in 1919 tot 618 millioen gestegen. Het indexcijfer voor de kosten van levens onderhoud in 1913 stellende op 100, was dit in 1920 alleen voor voeding tot 236, in totaal tot gemiddeld 222 gestegen. Terwijl by werken ten behoeve van het Ryk bij aanbesteding uitgevoerd, in 1913 een timmerman gemiddeld 24 ets. per uur verdiende, een verver 221/2 ets., een los werkman 18^2 ets., bedroegen deze cijfers in 1920 resp. 65x/2> 59i/2 en 49x/2 ets.: terwijl in de mijnindustrie de ondergrond- sche arbeiders in 1913 gemiddeld f 2.95 per werktyd verdienden, was dit in 1920 tot f7,71 gestegen; voor bovengrondsche arbeiders van f 1,87 tot f 5,25. Zoo zou men met vrachtprijzen, met wisselkoersen, met cijfers van den rentestand van de geldmarkt, met bedragen van aanbestedin gen, met cyfers van werkloosheid en werk loosheidsverzekering, ja met wat niet al kunnen voortgaan, en ieder dezer cijfers zou niet een verandering aanduiden, maar een ommekeer op zichzelf, het bewijs in zich dragen, dat er op elk gebied niet iets, maar veel in de wereld veranderd is. Wie dan ook ziet, dat de gemiddelde levensstandaard, stelt men deze op 100 in 1914, tot 360 of meer is toegenomen, gelijk in cijfers aangegeven, kan zich moeilyk verwonderen. Wie ziet, dat de uitgaven landsche in het vijf- of zesvoudige zyn gestegen; wie ziet de enorme toename van onze staatsschuld, van onze werkloosheid, woning- en andere uitkeeringen, kan zich eigenlijk slechts verbazen, dat de oorlog geen grooter gevolgen heeft gehad. Het verwonderlijkste van alles mag misschien heeten, dat men nu, met al deze cijfers van slechts ellende voor zich, nog spreekt over de mogelijkheid van een nieuwen oorlog; nog maar de waarschijnlijkheid veronder stelt, dat Europa, dat arme, geheel uitge- pntte Europa, opnieuw bereid, maar ook instaat zou zyn om zich dergelyke ver- nietigingsweelde welk een schrijnende tegenstelling! nog eens te veroorlooven 1 De cijfers, die van deze tienjarige periode van economische oorlogspolitiek want ook op ecomisch gebied is het oorlog ge bleven na den vrede ten dienste staan, zyn talrjjk. Zij staan vele en belangwek kende vergelijkingen toe. Maar veel of weinig cijfers, zy doen niet anders dan ons eiken keer verkondigen, dat tengevolge van de dwaasheid der volkeren zelven, geleid als men wil door slechte leidslieden, het leven duur en moeilijk is geworden; dat wij, het levend geslacht, hebben inge boet aan materieele en moreele levensvreugde, en voor het komend geslacht den levens strijd zoo ettelyker malen moeilyker hebben gemaakt. Is het dan niet, wanneer men op den dag terugziet, die al deze politieke en economische ellende over ons bracht, het juiste oogenblik om te zeggen: dat nooit meer. En als wy het allen zeggen, en niet alleen zeggen, maar als een geloof in ons zelven voelen, dan moet het mogelijk zijn om het te verwezenlijken 1 De Volken bond is ongetwijfeld ook op economisch ge bied nog slechts een begin, een zwak, een bescheiden begin. Maar men bedenke, dat hy nog niet anders dan zwak en be scheiden kan zijn, en dat hij slechts dan sterk kan worden, wanneer alle volkeren bem sterk willen hebben. Dan zal menig keer met opoffering wellicht van eigen nationale verlangens moeten geschieden, maar het zal, indien dit geleidelyk van allen kant geschiedt, ook leiden tot een versterking van de werkelijk internationale banden, waarvan op den duur elk land profijt zal trekken. Als 1934 het resultaat van een dergelijke ontwikkeling mag zien, zal een tienjarig tijdperk achter ons liggen, dat, naar wij hopen, in verblijdend contrast zal zijn met het thans voleindigde. van een Advertentiën voor dit blad worden gratis geplaatst in „Wonseradeel”, Makkumer Courant en „Hennaarderadeel”, welke bladen door geheel Wonseradeel en Hennaarderadeel geregeld huis aan huis worden bezorgd. Verschijnt Woensdags en Zaterdags Abonnementsprijs franco per post 6272 cent per 3 maanden zou uitgelachen zijn; wie eenmaal voor speld zou hebben, dat een millioen Kronen voor een gulden viel te verkrijgen, ware voor dwaas verklaard. En toch is het ge schied; toch heeft men ten leste een val van de Mark gezien, die phenomenaal is; een gevolg van de inflatie van het papier geld, ook al weer een rechtstreeks uit vloeisel van den oorlog. Maar daartegen over heeft men gezien, dat Oostenryk, en zoo straks Hongarije, economisch gedeelte lijk in den put, worden gereconstrueerd met hulp juist van degenen, die nog gisteren en ook heden de politieke en economische vijanden, van datzelfde land zyn. En deze vijanden doen dat alweer niet uit overmaat van altruïsme, maar een voudig, wijl hun eigen belangen daarby betrokken zijn, wyl de economische samen leving internationaal dusdanig is samen geweven en samengeweven is gebleven on danks den oorlog, dat de val van den een noodwendig de val van den ander met zich sleept. Op het oogenblik, dat wij ^herdenken”, dat tien jaren geleden het onvoldoende politiek- en economisch inzicht van degenen, die als leiders van de Europeesche samen leving waren aangewezen, al deze rampen over ons hoofd bracht; herdenken, ook dat er in de democratische volken, ongeacht welke, niet voldoende besef van economische realiteit heeft bestaan om een dergelyke ramp vóór alles af te wenden op dat zelfde oogenblik ongeveer schynt er in- tusschen eenig licht te schemeren. De Rubrbezetting met al de gevolgen, ook weer economische, van dien, heeft ertoe geleid, dat men de noodzakelijkheid van een oplossing van het Duitsch-Fransche conflict in het herstelvraagstuk is gaan inzien. Men heeft toen deskundigen te hulp geroepen, en de Commissie onder leiding van den Amerikaanschen Generaal Dawes mag zich de verdienste toeschryven dit eerste licht in de duisternis te hebben vooruitgeworpen. Het plan-Dawes is zeker niet volmaakt, en ook als zoodanig door de Londensche conferentie der Geallieerden niet erkend, maar het biedt in elk geval een mogelijkheid van afdoening. Men denke daarover niet gering, want wordt het ge heel ten uitvoer gebracht, dan heeft Duitsch- land in de jaren, die onmiddellyk voor ons liggen, bedragen van 1 milliard Goudmark in 1925, opklimmend tot 2^2 milliard Goudmark in 1929, te betalen, terwijl deze toeneming daarna voortgaat, wyl Duitschland geacht wordt dan steeds beter instaat te zijn om aan zyn verplichtingen te voldoen. Ongetwijfeld zyn dat groote bedragen, maar wie zich eens even voor oogen stelt wat de oorlogvoerenden bereid waren, dan toch uitsluitend ter vernietiging van den ander, in oorlogstijd beschikbaar te stellen, zal over de economische kracht van de partijen toch ook anders oordeelen. Cijfers, vastgesteld in het begin nog maar van 1916, deden reeds toen het aantal gewonden en vermisten van alle oorlog voerenden tezamen op 16 millioen vast stellen; de gesneuvelden en blyvend in validen op byna 4 millioen, terwijl het verlies aan menschelijk kapitaal op ruim 19 milliard werd berekend. Op datzelfde oogenblik werden de oorlogskosten voor alle oorlogvoerenden tezamen op 120 milliard geschat; zij zijn daarna eerder toe- dan afgenomen, zoodat men zoo in het algemeen en zeer globaal een som kan vaststellen, die aan het einde van den oorlog was verspild, en zulks uitsluitend in den dienst van de vernietiging. Wil men, ter illustratie van al het bovenstaande, enkele, zoo nauwkeurig moge- lyke cijfers? Hoezeer ons verbruik ge durende den oorlog werd beperkt, kan daaruit blijken, dat de kolenaanvoer, die in 1913 bijna 20.000 ton bedroeg, in 1916 tot 6.180 ton, en in 1918 tot 225 ton was geslonken; dat de petrolenmaanvoer, die in 1914 170.000 ton bedroeg, in 1911 tot 48 ton was beperkt! Welke schade onze uitvoer tengevolge van den oorlog leed en wel lyden moest, kan hieruit blijken, dat de uitvoer van katoenen goe deren, die in 1918 371/2 millioen K.G. omvatte, in 1917 maar 6^2 millioen K.G. bedroeg; dat de uit voer der cacaofabrieken in 1918 86 millioen K.G. en in 1917 nog slechts 2 millioen K.G. bedroeg. Hoe zeer geheel onze handel door den ooriog werd ontwricht, blykt, wanneer men ziet, dat de invoer, die in 1918 637 millioen Voor het plaatsen van advertenties bevelen wij ons blad bij H.H. bestuurders van ver- eenigingen aan, terwijl wij hen tevens attent maken op ons adres voor de levering van alle soorten vereenigings-drukwerk als convocatie-biljetten, reglementen, diploma’s, programma’s, tekstboekjes enz. enz. FIRMA B. CUPERUS Az. Woensdag 13 Aug.: J.V.O. afd. Bolsward. Vergadering 's avonds 8 uur in café „Voorwaarts”. Bazar van de R.K. Werkl. vereen, des nam. van 3 tot 11 uur. Geref. Zangvereen. „Pro Rege”. Wegens vacantie geen Repetitie. Schaak- en Damclub „Westergoo—Tavenu”. Speelavond eiken Woensdag. Aanvang kwart voor acht uur in „Ons Gebouw”, leeszaal, boven. Biljartclub „Jan Wiemers”. Speelavond des avonds van 7—11 uur in café Gaarmann. Donderdag 14 Aug.: Bazar van de R.K. Werkl. vereen, geopend van 10 uur voorm. tot 3 uur nam. en van 5—11 uur nam. Lycurgus en Wilhelmina. Oetenavond van 8—10 uur op het Sportterrein. R.K. Zangkoor. Repetitie ’s avonds 8 uur in café Slippens. Vrijdag 15 Aug.: Bazar van de R.K. Werkl. vereen, geopend van ll’/2 uur voorm. tot l’/2 uur nam. en van 4 uur tot afloop. Zangvereeniging „Voorwaarts” vacantie. Sted. Muziekkorps „Bolsward”. Gewone repetitie des avonds 8 uur in de muziek school. Zaterdag 16 Aug.: Onderling Ziekenfonds. Contributie-afdracht ’s avonds van 6—7 uur in „Ons Gebouw”. Stadsspaarkas. Gelegenheid tot ’t inbrengen van gelden, des avonds 7 uur in het lokaal Politiebureau. Maandag 18 Aug.: Orgelbespelingen. 6e concert, te geven door den heer A. Alt, ’s avonds van 7‘/2—8'/2 uur in de Ned. Herv. Kerk. Dinsdag 19 Aug.: Gemengd Koor „Bolsward”. Wegens vacantie geen repetitie. Aankondigingen in deze rubriek worden kosteloos opgenomen. Opgaven moeten Dinsdagsavonds in ons bezit zijn. missive van Wonseradeel gekomen waarin namens den Raad wordt bericht, dat men de massaliteit hoe eerder hoe liever wenscht op te heffen, en dus wel genegen is de helft op tauxatie aan Bolsward over te doen. Dat aanbod is reeds vroeger van de hand gewezen, weshalve ons Dag. Bes*, voorstelt, aan den Minister te berichten, dat Wonse radeel niet wil verhuren en Bolsward geen lust heeft om de helft over te nemen. Als men de overname berekent en dan nog de kosten van onderhoud moet betalen, moet het gebouw minstens f 500 huur doen, doch Wonseradeel wil nergens van weten en ’t zal dus raadzaam zijn, de zaak aan zijn beloop te laten. De Raad ging met deze meening van B. en W. geheel accoord. Ik mag hierbij niet onvermeld laten, dat de heer Peereboom, die eigenlijk deze zaak aan het rollen heeft gebracht, aan het slot dezer historie geen werkzaam deel meer kon nemen. Hij was intusschen lid der Provinciale Staten geworden en wijl hy in 1877 periodiek als raadslid aftrad, stelde hij zich, uithoofde zijne velerhande drukke werkzaamheden, niet weer beschik baar. Het was den 22 Augustus’77 de laatste maal dat hij als raadslid tegenwoordig was, en aan het einde dier zitting sprak hij daarom een woordje ten afscheid. Na eerst nog even een schermutseling tusschen hem en den Wethouder Binkes te hebben aangeroerd, over de verslagen die de Geallieerde overwinnaars onderling elkander in den oorlog hebben voorgeschoten. Hierbij staat Amerika wel als grootste schuldeischer voorop, en nog steeds bestaat bij een groot deel van Europa de neiging om te veronderstellen, dat Amerika deze schuld zonder meer zal kwytschelden. Ter wijl juist Amerika, na zijn weigering om het Verdrag van Versailles te teekenen en tot den Volkenbond toe te treden, zich van de Europeesche aangelegenheden heeft losgemaakt. Amerika is in den oorlog ge gaan, omdat het last daarvan ondervond; omdat schepen, bevracht met zijn goederen en waarop zyn passagiers reizen deden, werden getorpedeerd. Amerika heeft geen grondgebied geëischt, en degenen, die be weren, dat Amerika uit commercieele over wegingen in den oorlog is getreden, schijnen niet te bedenken, dat al in even sterke mate, toen het nog tot de neutralen be hoorde, Amerika geweldige handelsvoor- deelen uit den oorlog behaalde. Amerika heeft wellicht bedoeld om Frankrijk, Enge land en de overige Geallieerden, die tot zyn grootste schuldenaars behoorden, te steunen, maar het heeft dien steun min of meer opgegeven, nadat eenmaal de oorlog was geëindigd. Amerika beheerscht onge twijfeld een groot deel van de economische positie van de wereldhet financieel over wicht is als gevolg van den oorlog, van Engeland naar Amerika verplaatst. Leende vroeger Amerika in Engeland, thans is het omgekeerd, en het is onwaarschijnlijk, dat de oude toestand zich spoedig zal herstellen. De economische wetten zijn nu eenmaal niet zoo eenvoudig als men verwacht dat ze zynDuitschland, dat den oorlog ver loren heeft, is wellicht industrieel en eco nomisch eerder op zijn verbaal dan Frankrijk dat den oorlog gewonnen heeft. Wat wij allen wenschen, dat is het herstel van Europa, waarin het herstel van de overige wereld ligt opgesloten. Wat wel ieder wenscht is, dat aan Duitschland lasten worden opgelegd, die het kan betalen en die Frankryk noodig heeft om zich van de schade, die dit land in de eerste plaats van den oorlog heeft ondervonden, te her stellen. Maar wat ieder land voor zichzelf wenscht, is dat het financieel evenwicht in zijn staatsuitgaven zal terugkeeren. Ter Internationale Conferentie te Brussel, in het najaar van 1920 bijeengeroepen, en die het aanzijn gaf aan de financieel-econo- mische organisatie van den Volkenbond, is wel gebleken hoezeer de staatsschulden van elk land zijn toegenomen; hoezeer deze toeneming een geweldigen druk aan renten en aflossing op elk budget veroor zaakt, zoozeer zelfs, dat daardoor ook in die landen, waarin militaire uitgaven eerder zyn toe- dan afgenomen, het percentage daarvan op het geheel niettemin is terug- geloopen. Terwyl in den oplevingstijd on middellijk na den oorlog de noodzakelijkheid tot bezuiniging geenszins werd ingezien, terwijl toen integendeel alle denkbare sociale en sociaal-economische behoeften met gulle hand werd toegegeven, terwijl men toen de invoering van den achturigen arbeidsdag als het eerst noodige beschouwde, is men later, noodgedwongen en in het eene land sneller dan in het andere, op dien weg teruggekeerd. Men heeft de in oorlogstijd overmatig uitgezette staatsdiensten weer besnoeidmen heeft bezuinigd veelal daar, waar men juist niet bezuinigen moest; men heeft in militaire en maritieme orga nisaties ingegrepen, en in verschillende landen is men erin geslaagd om reeds tot een sluitend budget te komen. Nederland gaat op dien weg nog steeds voort; te moeizamer zijn hier de pogingen, waar niet ontkend kan worden, dat economische en politieke overwegingen door elkander gaan. Daaraan is het ongetwyfeld toe te schrijven, dat Indië, welks budget eigenlyk in veel sterker mate ontwricht was dan het Nederlandsche, reeds thans tot een begin van herstel van het evenwicht is teruggekeerd, en dat daarvan verwacht mag worden, dat het dit herstel behoudt. In tal van landen, de oorlogvoerende zoowel als de niet-oorlogvoerende, ziet men deze pogingen aangewend. Zy worden daar, waar de valuta is gedaald, wel zeer be moeilijkt. Een verschijnsel ook van den oorlogstyd, maar vooral van den na-oorlogs- tijd; de depreciatie der valuta. Wie een maal zou hebben voorspeld, dat de Duitsche Mark nauwelijks een milliardste gedeelte van de werkelyke waarde zou verkrygen, III. Wanneer wij het politiek-economisch karakter van den oorlog en den na-oorlog gadeslaan, treedt daaruit wel sterk naar voren het internationaal karakter van de tegenwoordige samenleving. De lessen na den oorlog waren blijkbaar voor menigeen nog niet voldoende om te beseffen, dat evenzeer als de oorlog in staat is geweest om ook bij den meest onschuldigen neutrale de staatshuishouding in de war te gooien, herstel van den economischen toestand alleen langs internationalen weg mogelyk is. Nederland, dat zoo groote belangen heeft in Duitschland, maar ook in tal van andere landen, dacht het werkelyk zich van de slagen van den oorlog te kunnen opheffen, terwijl de toestanden in die andere landen ongunstig bleven? Degenen in elk geval, die aldus kortzichtig gedacht hadden werden spoedig wijzer gemaakt. De vrede van Versailles was niet alleen een politiek doch ook een economisch verdrag; op Duitschland, later ook op Oostenrijk en de andere Centrale landen werden drukkende verplichtingen gelegd. Geheel de politiek vanaf dat oogenblik is beheerscht door de vraag in hoeverre Frankrijk zou verkrijgen wat het wenschte. Daarby is dan gekomen het probleem der Intergeallieerde schulden, d.w.z. van de teruggave van de bedragen LXXXV. In het nummer van 16 Juli j.l., staat aan het slot, dat ik den afloop der ver wikkelingen nog een keer moest verdragen. Hier is bedoeld verdagen uitstellen alzoo, en heden zullen wy krygen de slotscene. In September 1877 zegde Wonseradeel by deurwaarders-exploit het gebruik van het zoogenaamde Justitiehuis aan den Minister op, en werd daarvan door dat Gemeentebestuur kennis gegeven aan onzen Raad. In de vergadering van 11 Sept, werd dat voor notificatie aangenomen afwachtende alzoo de dingen die komen zouden. Bij de vergadering dan ook ter tafel een Minister van Justitie, behelzende dat het ’t gebouw voor het kanton den Staat tegen 12 Mei 1878 opgezegd. ^Daargelaten zoo wordt er aan toegevoegd of Wonseradeel bevoegd is, zonder medewerking van Bols ward zulks te doen en dat van kosteloos gebruik geen sprake kan zyn, daar door den gebruiker vrijwat aan ’t gebouw is te koste gelegd (in de laatste twee jaren voor f 800), is de Minister genegen te huren, gaande dan het onderhoud weer over op de eige naars.” De Burgemeester deelde mee, dat het Dag. Bestuur onzer gemeente in contact getreden is met Wonseradeel, doch daar wil men niet verhuren, en heeft er op gezinspeeld het gebouw voor haar deel aan B. en W. oor- moeten treden, want: neemt het Rijk de helft van Wonse radeel over, dan zal het dien van ons ook wel nemen. Er was dien dag ook een gebruik van gerecht aan was aan Bolswardsche Courant

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1924 | | pagina 1