Illlllllllllllllll Illlllllllllllllll uoer. AUTO VERHUUR Opening Sportpark Sneek. f I f i f1 fiq De Bolswardsche Courant en Westergoo W. VAN DER WERFF B U I T E N L A ND. HERINNERINGEN. I I ufier 23^5 Jaargang en A moeders der slachtoffers liepe aan hei Vrii :l heer De Hoop, ZO CENT PER K M. wel )ed, te ?er, vel A. Ferwerda, Quick, Huizum, 13.9 <ER affuiten Verschijnt Dinsdags- Vrijdagsavonds. Het Britsche Rijk. Indrukwekkende en treffende tooneelen hebben de vorige week plaats gehad op het marine-kerkhof Haslar bij Ports mouth, waar het stoffelijk overschot van twee en veertig officieren en manschap pen van den Britschen onderzeeër L. 55, negen jaar geleden in de Oostzee tot zinken gebracht, met marine-eer werd ter aarde besteld. De kisten waren Een V. D.-bericht uit Milaan meldt: Een Pullman-trein uit Genève is bij het binnenrijden in het station in botsing gekomen met een locomotief. Twaalf spoorwegarbeiders werden gewond, on der wie drie ernstig. gemaakt met de athletiekwedstrijden. Een groot aantal toeschouwers was bij deze wedstrijden tegenwoordig.. De tribune was bijna geheel bezet. Alles werd met aandacht gevolgd. De uitslagen der verschillende wed strijden zijn als volgt: Hardloopen, 100 M., dames. 1. A. Zon- 1. 2. A dve r t e n t i n per regel: Woensdagsnummer 10 cent. Zaterdagsnummer 12 cent. Tusschen de tekst dubb. prys. Aangesloten bij het Bureau voor oplaagcontröle. en besluit met verzoeken het arde: )28 ir wart 1928, (erna istra. n. Frankrijk. Gedurende de laatste weken werd de pransche Riviera door een internationale dievenbende onveilig gemaakt. In de af- geloopen week werden verscheidene be- roovingen van rijke toeristen bij de po litie aangegeven. Het schijnt, dat de die ven het voornamelijk gemunt hebben op de rijke Amerikaansche en Engelsche da mes. Een Amerikaansche mevr. Scott werd te Monte Carlo beroofd van haar juweelen, ter waarde van 40.000 dollar. Duitschland. Op het congres van den Al-duitschen Bond, dat op het oogenblik te Plauen wordt gehouden, heeft de bekende Justiz- rat Class, die sedert 1919 bij alle contra revolutionaire bewegingen de hand in het spel heeft gehad, e|en rede gehouden, waarin hij zeide, dat de Alduitschers niet alleen den tegenwoordigen staat en zijn leiders bestrijden, maar dat zij tot hun leedwezen ook genoodzaakt zijn, over rijkspresident Von Hindenburg den staf te breken. „Hoe langer hoe meer blijkt, dat rijkspresident Von Hindenburg de taak niet vervult, die hem als niet- marxistisch staatshoofd was gesteld, de zaak van Duitschland te redden.’1’ De heer Von Hindenburg heeft dit niet ge probeerd. Of dit in gebreke blijven te wijten is aan gebrek aan politiek inzicht dan wel aan politieken onwil, of aan bei de, is niet van belang. Geen onbevoor oordeelde kan ontkennen, dat sedert den dag, waarop Von Hindenburg zijn ambt heeft aanvaard, alles, maar dan ook alles, zich ten kwade heeft gekeerd. Daarvoor is de rijkspresident verantwoordelijk te genover het huidige en toekomstige Duitschland. ons zelf en voor onze kinderen en voor heel de maatschappij. Gelukkig mensch die niet alleen denkt, maar óók nadenkt, en bij dat nadenken ook de voordeelen weet te halen uit de herinnering. Ten slotte. Daar zullen in elk men- schenleven ook herinneringen zijn aan veel dat veroordeelt, althans beschul digd, misschien wel verwijt en zelfs ver ontrust. En het zijn de diepste levens vaak, die daarvan weten, om er niet veel over te spreken, maar het des te meer te gevoelen. Gelukkig, die daarbij de zeker heid mag hebben, dat over dat alles de vredekus van een liefhebbend vaderhart gegeven werd, omdat, werd weer ge keerd met het „Ik heb gezondigd”, en met de begeerte om voortaan te blijven dicht bij huis. den vertegenwoordigers van het mini sterie van marine en van de Britsche vloot, benevens de marine-attachees van Frankrijk, Italië, Amerika, Argentinië, Peru, Japan en Estland. Het stoffelijk overschot werd in één enkel graf ter aarde besteld. Eens houdt ons hoofd op van denken en zullen ook de beelden uit het verle den voor altijd worden uitgewischt, maar om naar de hope der onsterfelijkheid, welke leeft in onze ziel, de eeuwige wer kelijkheden te geven aan wie hier leer den wandelen door het geloof, teneinde daardoor te komen tot het aanschou wen, een zien van aangezicht tot aan gezicht en een verzadigd worden met het beeld op den berg van het leven ons getoond, aan elk, die leerde afdalen tot ’s levens diepten, om daar zich zelf te leeren kennen en dan buiten zich zelf te zoeken en te vinden den grond zijner toekomstverwachting. DRABMAvanVALKEMBURG'S e 4 LEVERT RAM1 Een der wonderlijke gaven van ons denkvermogen is de herinnering of het geheugen. Het is die eigenschap, waardoor wij ons jaren en jaren lang, nog precies, met al de bizonderheden die daarbij behoor den of zich daarbij voordeden, kunnen indenken wat eens gebeurd, of gespro ken is. Ook bij het dier vindt men tot op zekere hoogte, hetzelfde. Een os kent zijn bezitter; zelfs een ezel de krib van zijnen heer en het geheugen van een paard is bizonder sterk. Wanneer het er gens een goede stal heeft gehad, zal het deze niet licht vergeten. De plek waar het eens ‘geschrokken is, wordt lang schuw vermeden of slechts met moeite gepasseerd en in de donkerheid van den nacht zal het met slappen teugel beter den weg naar huis vinden, dan menig mensch, vooral wanneer deze het stuur kwijt is. Ook bij een hond is deze gave van het instinct sterk ontwikkeld. Wat kan men dit trouwe dier op grond van zijn her inneringsvermogen niet leeren. Hoe weet hij na jaren zijn heer of meesteres uit duizenden weer te vinden, en hoe blij kan dat beest zijn, als hij na lange schei ding deze weer ontmoet. van bloemengeur daar gaarne vertoeven en nooit, nooit moede worden haar te koesteren en vast te houden, en in te drinken als water dat een dorstige ziel verkwikt. Maar wat kan zij ook schrik wekkend doen huiveren vanwege hare somberheid, en hare donkerheid en haai smartenwee. België. Te Blankenberghe deed zich, evenals het vorige jaar, een relletje voor tegen Duitsche badgasten, nadat het gansche zomerseizoen alles rustig is gebleven en het bezoek van Duitschers zelfs is toege nomen. Jonge Duitschers hadden op het strand een fort gegraven en dit „Nürn berg” gedoopt. Een heer verzocht den Duitschen naam weg te nemen, wat da delijk werd gedaan. Een Belgisch meisje plantte; daartoe aangezet door anderen, een T een Duitsch meisje werd weggenomen, waarop de omstanders jouwden. Enkele honderden personen wierpen met zand. De herrie werd zoo erg, dat de politie moest ingrijpen. De Duitschers werden door de jouwende menigte tot aan hun hotel begeleid. Gebruik makelde van de vriendelijke uitnoodiging van den Raad van Commis sarissen van de N.V. tot oprichting en instandhouding van het „Sportpark Sneek”, waren wij tegenwoordig bij de officieele opening van het nieuwe Sport park aldaar, welke Zaterdag j.l. heeft plaats gehad. Op het groote en mooi aangelegd terrein werd ’s morgens 9 uur een aan vang gemaakt met onderscheiden wed strijden door de leerlingen van de Open bare en de Katholieke scholen. Te 10 uur werd begonnen met de Drie- kampen door Adspiranten van den Turn kring „Sneek”. Te 11 uur had de officieele opening plaats. Behalve het bestuur en leden van den Raad van Commissarissen waren hier bij tegenwoordig het Dag. Bestuur der gemeente, de Regenten van het O. B. Weeshuis, het bestuur van Vreemdelin genverkeer, leden van den Raad, de Commissie voor Lich. Opvoeding, de Ar chitecten, de Inspecteur van het Lager Onderwijs, de voorzitter van den Ned. Kaatsbond en vertegenwoordigers van onderscheidene sportvereenigingen. Vanaf de groote tribune, waarvan bij den ingang een 10~tal aangeboden bloemmanden en bouquetten in vaas prijkten, werd de aanwezigen een harte lijk welkomstwoord toegesproken door den heer P. Sikkes, voorzitter van den Raad van Commissarissen. Spreker zal geen nadere beschouwing geven over de geschiedenis van het ont staan van het Sportpark, waarvan de totstandkoming zeer veel moeite heeft gekost en niet steeds zonder tegenwer king is gebleven, maar liever een blik' vestigen op de toekomst En hierbij komt oefeningen gedemonstreerd en een begin dan als van zelf naar voren de nood zakelijkheid van krachtigen arbeid om te behouden en in stand te houden wat ver kregen werd. Tweeërlei beweegredenen zullen daar toe de kracht geven, n.l. de belangen van de sport en de belangen van de gemeen te Sneek. De belangstelling voor de lichamelijke dervan, Quick, Htrizum, 137 sec. opvoeding is in dezen tijd steeds groeien de. Schonk men vroeger zijn aandacht aan de geestelijke, de verstandelijke zijde der opvoeding, thans is de lichamelijke opvoeding zeer in tel. Gaat in sommiger oog het enthousiasme voor de sport wel wat te ver, en kan met recht op eenige uitwassen worden gewezen, zpoals bijv, het stellen van den wedstrijd1 boven de eigenlijke sport, toch is het noodig ge legenheden ter beoefening der sport te openen en daaraan goede leiding te ge ven. Italië. Gedurende de laatste dagen is een groot aantal communisten gearresteerd. In Albano en in eenige andere plaatsen werden meer dan vijftig communisten in arrest gesteld. In een wijnhandel werd een goed ingerichte communistische drukkerij gevonden, welke in beslag werd genomen. tot f 40 f39 f5£ no f l f» fl fl n f» fis 2. J. Mulder, Sparta, Dronrijp, 13.8 sec. 3. sec. Hardloopen, 200 M, Heeren. H. Jaarsma, S. G. V., Sneek, 23 sec. C. Ras, S. G. V., Sneek, 23.2 sec. 3. A. Postma, Quick, Huizum, 23.4 sec. Polsstokhoogspringen, Heeren: 1. J. Rutgers, Leeuwarden, Leeuwar den, 3.25 M. 2. D. van Delden, S. G. V., Sneek, 3.20 M. Thom Vijbris dvSji reina, Anb mSjoer IEL 1928 Jan 4 'ietjedj KeulJ Margd m IJfJ mtje ij a Beid lusIjS ariaij g-a.EiJ i Jam, altje i akeWi ■iwe i Tryntj a.Wjk inga e Eeu» Saeek d. Sipr -Ükelij ingergi atefio; tsma i En naarmate de jaren klimmen, ver menigvuldigen zich de beeltenissen uit het verleden, zoodat het daar binnen een musea schijnt te worden, waar van alles en allerlei wordt opgetast, om als bij een kaleidoscoop voor en na aan het oog te worden ontrold. O, daar zijn wel men- schen van wie gezegd wordt dat zij geen langer geheugen hebben dan van twaali uur tot middag. Ge kunt ze soms aan treffen van die gedachtenlooze wezens schijnbaar, die oogenblikkelijk weer ver geten zijn wat gesproken of gedaan, be volen of vermaand .of gewaarschuwd werd. En daar zijn van die zorgelooze naturen, die onbekommerd en ondoor dacht, vaak nog erger dan het redeloos dier, voortleven van den eenen dag in den anderen, van den eenen toestand in den anderen, zonder winst te doen met de ervaringen van het leven, de blijde en de droeve. Op een bruiloft zijn zij uitbundig vroo- lijk; op een begrafenis luidruchtig be droefd, en de lach en de traan hebben zij allicht voor het grijpen, om evenwel heel spoedig daarna alles weer te vergeten, en te doen alsof niets voor viel, ’t Leven was hun geen leerschool. Noch de vreugd noch de smart noch het goede, noch het kwade, maakte ©ogenschijnlijk op hen ’n blijvenden indruk, en hun bestaan heeft veel van het plantenleven, hetwelk zich ook regelt naar het oogenblik. Wat van zulk een gevoelloosheid of stompzinnigheid de oorzaak is, kan in vele gevallen niet worden nagegaan. De ze kan ook zeer verschillend zijn, en ge zocht moeten worden in de afstamming, in de opvoeding, in de omgeving waarin het jonge leven opgroeide, of ook wel in de geestelijke vermogens welke be zeten worden. Niet minder houdt het ka rakter en het temperament hiermede nauw verband. Daar zijn open karakters, menschen die zoo maar elk een blik in hun verborgen' hartekamer geven, zoodat heel de wereld zien kan hoe het daar gesteld is, en wat daar woelt en werkt, of Heft en lijdt, daar zijn ook gesloten karakters, menschen die niemand ver gunnen een blik in hun innerlijk leven te slaan; die misschien door hun naaste omgeving niet gekend worden vanwege hunne inbandigheid, en alles verbergen wat wellicht de diepte van het leven be roert. Vandaar dat op het uitwendige niet immer kan worden afgegaan. Dat deze laatsten misschien nog wel meer voelen en dieper lijden dan de eersten, zooals ook dat bekende spreekwoord bedoelt: „Hoe harder gekreten, hoe vlugger ver geten”. Ook in het stille, verborgen, gesloten, afgetrokken, eenzame leven van den stoi- cijn, wordt misschien nog meer doorleefd als de buitenwacht denkt. In elk geval, ook deze hebben hunne herinnering en zoo lang het hart van een mensch nog klopt, en niet veranderd is in een steen, is het vatbaar voor indrukken, en gevoe lig voor hetgeen plaats grijpt, en kan het zelfs door de herinnering voor veel kwaads bewaard, of van slechte paden terug gebracht worden. Is het niet ge beurd, dat een enkel, schijnbaar niets beteekenend voorval, het luiden eenei klok, het hooren eener melodie, een vroo- lijke kinderstem of een teedere blik zelfs plotseling een beeltqnis uit Ifing ver vlogen dagen voor de aandacht riep, waardoor men bewaard bleef in de ure der verzoeking? Kwam niet menig ellen dige, die misschien op het punt stond weg te zinken in de smart of onder de zonde en de schuld van het leven, op datzelfde! oogenblik tot nadenken aan het Vaderhuis waar het eens zooveel an ders en beter was, en waardoor het ver langen werd opgewekt om derwaarts weer te keeren? En is het niet juist de herinnering aan zooveel schoons en goeds uit lang vervlogen dagen wellicht die opnieuw de hoop ging wekken op betere tijden, en de kracht gaf, zich an dermaal in te spannen, om te komen uit den nood of de moeite of de ellende, of de diepte van schuld, om zoo de zon weer over het leven te zien opgaan? Wat is die gave van het geheugen toch een onwaardeerbare schat! Wat geeft zij een rijkdom en een kleur, en een fleur en een gloed aan het leven, en wat maakt zij dit vol. Zoodat wij niet alleen leven bij het huldig oogenblik, of grijpen naar de toekomst welke vóór lied, maar Wat is het toch iets wonderlijks, dat geheugen, ’t Is, alsof gelijk op de ge voelige plaat in de camera van een foto toestel, in onze hersens een beeltenis is afgedrukt van hetgeen ons plaats greep, of bizonder de aandacht trok, en sinds dien aldaar bewaard werd. Wat in den loop der tijden ook verdween, of ver bleekte, of aan de waarneming ontglipte, of aan duizend anderen voorbijging, of voor altijd aan het oog onttrokken werd, maar dat eene, die herinnering bleef en ging met ons heel den levensweg op, om niet eerder ons te verlaten, dan wanneer ons hoofd ophoudt van denken, en ons hart van kloppen. Ik denk bijv, aan onze jeugdherinnerin gen, en het daarmede vaak zoo nauw verbonden ouderlijk huis. Wie heeft het, zelfs op vergevorderden leeftijd nooit, dat bij stille ©ogenblikken, als bijvoor beeld de schemering daalt, of de een zaamheid omringt, of in het nachtelijk uur de slaap aan de oogen ontvlucht, hij plotseling, zonder het misschien te willen of te zoeken, terug gevoerd wordt in den tijd toen hij nog speelde aan de schoot van zijne moeder, in den kring zijner familie, te midden van de speel- genooten uit de kinderjaren. En opeens staan zij als in levende lijve voor ons al die bekenden, voor het meerendeel mis schien reeds lang heengegaan, maar met wie wij zulke blijde of ook wel droeve dagen doorleefden. En wij denken aan onze spelen, en onze kibbelpartijen, en onze ruzies, soms vreeselijk heftig naar het leek, zoodat de ouderen er misschien bij te pas kwamen, om even spoe dig weer te worden bijgelegd, en op nieuw in het spel te worden vergeten. Wat herinneren wij ons nog het ka rakter of de bizondere eigenschappen, uit- en inwendig van al die oude ken nissen uit de kinderjaren. Wat weten wij nog precies te zeggen hoe zij er uitza gen; hoe zij gekleed waren; hoe eens door hen iets gedaan of gesproken werd, waarover wij hebben gelachen of mis schien ook wef geschreid; dat onzen toorn opwekte, of ook wel ons medelij den; iets wat wij mooi vonden, omdat ’t waarde had, of ook wel leelijk, omdat het slecht was. Wat kunnen ze plotseling voor ons geestesoog verrijzen, die drei gende vinger van onzen reeds lang over leden vader, of die waarschuwing en die stille traan van onze moeder, of die les van onzen onderwijzer. Lieflijke toonee len kunnen als bij een film aan onzen geest voorbij gaan, die oils brengen als in een toovertuin; die ons vasthouden, en na zooveel jaren nog een glimlach op de lippen leggen; droeve beelden kunnen ons nog tot droefheid stemmen, of het voorhoofd doen fronsen, of een zucht aan onze borst ontlokken, omdat zij zoo somber zijn en misschien op heel ons leven zulk een invloed ten kwade hebben uitgeoefend, dat de schaduw dier beeltenis steeds met ons gaat, waar wij ook gaan of staan. O, die herinnering. Wat kan zij heer lijk znpt 7iln in al den riikdom harer Sneek ligt te midden van een welva- hoofd van den stoet en achter hen volg- rende omgeving. Bestuur en ingezetenen behooren steeds meer contact te zoeken met het platteland om daardoor elkan ders belangen te behartigen. Spreker hoopt, dat ook de landbouw organisaties van hunne medewerking en sympathie zullen doen blijken. Vervolgens brengt Spr. hulde aan het Gemeentebestuur en de Regenten van het O. B. Weeshuis, zonder wier royale me dewerking van de oprichting niets ware gekomen. Hier is een groote erkentelijk heid op haar plaats, ook in het belang van het onderwijs. Spreker bre'ngt een woord van dank aan allen, die steun en medewerking heb ben verleend en hoopt, dat deze ook in de toekomst blijvend zal verleend wor den, opdat dit terrein aan de verwachtin gen zal beantwoorden, den Burgemeester te Belgische vlag op het fort, die door I Sportpark te openen. ----- - De Burgemeester, de zegt, dat hij door het gesprokene van den voorzitter ontheven is van zijn taak om woorden van dank te brengen voor den steun en medewerking verleend bij de totstandkoming van dit Sportpark. Spreker verklaart verbaasd te zijn, dat in zoo’n korten tijd en niettegenstaan de de vele moeilijkheden en bezwaren, waarmee men te kampen had, een werk is tot stand gekomen, als we thans hier aanschouwen. Waar de voorzitter het verleden wil laten rusten, wil Spreker toch naar vo ren brengen, dat het bij de tot stand brenging niet aan een uitstekende leiding heeft ontbroken. Het werk heeft Spr.’s volle sympathie en meent, dat men aan de onderneming geen betere dienst kan bewijzen, dan te beantwoorden aan de verwachtingen van den Raad van Commissarissen, het werk te steunen in het belang van sport en gemeente. Dan verklaart Spr. het Sportpark voor geopend. Daarna is het woord aan den heer P. K. Dam, inspecteur van het Lager Onder wijs te Heerenveen. Hij had verwacht, dat de inspecteur voor de Uchamelijke opvoeding in zijne plaats zou spreken. Nu deze niet aanwezig is, brengt Spr. het bestuur dank voor de uitnoodiging en woorden van hulde voor de oprich ting van dit mooie stuk werk. Gaarne zal Spr. zijn medewerking verleenen bij het gebruikmaken van dit terrein, ten dienste van het onderwijs, overtuigd als hij is, dat het daartoe groote diensten kan bewijzen. Spr. hoopt, dat heeren commissarissen en bestuur zullen mee werken om de beoefening van de sport in goede banen te leiden. De heer Nieveen, president-regent van het O. B. Weeshuis, brengt hulde aan alle medewerkers, bijzonder aan den heer Sikkes, voor het tot stand brengen van het sportterrein. Spr. wijst op vele din gen in de gemeente, welke door steun van het Weeshuis zijn tot stand geko men en steeds geweest zijn in het belang der gemeente. Hij hoopt, dat ook dit Sportpark in de toekomst in die belangen zal bijdragen. De heer Sikkes dankt de verschillende sprekers vloor hup uitgesproken wen- schen en hoopt dat deze in vervulling mogen komen en verzoekt de genoo- digden in de koffiekamer saam te ko men om met het drinken van een kop koffie de opening te beëindigen. ’s Middags te 1.45 uur werd een op tocht gehouden, waarbij de talrijke deel nemers met medewerking van een twee tal muziekkorpsen, vanaf de Nieuwe Veemarkt langs verschillende straten naar het Sportpark marcheerden. Daar aangekomen werden de reeds in den morgen aangevangen wedstrijden voortgezet, verschillende lichamelijke Woensdag 12 September 1928 waarin opgenomen Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12 van kanonnen en vracht-auto’s. De bloed verwanten, de weduwen, de vaders en de óók achteruit tasten naar hetgeen was, om dAArmede winst te doen. Winst voor liefdeweelde, zoodat wij, als in een lust warande, in een zomerprieel te midden De tweede beweeggrond is het ge meentelijk belang. 3. L. Drost, T.h.o.r., Harlingen, 310 M. Estafette, 4 X 100 M., Heeren. t. Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct. Voor het Buitenland f7.- per jaar. Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal. (ding rt den loliwiti loliwul relfU» lTARR. NIEUWE 6-PERS. WAGENS, s GROOTE RITTEN SPECIALE PRIJS I Official Ford Dealer BOLSWARD ns priji rengsl t ■en Ui zorgef lerhaalï orte of onvruck 'een wt nui jdei ui !R. berokka eteelt te nen gul I EEDE- :en ifluop is dum id wort zaani, D< kO’VK' het ml> igesiokti -behindt esultitei oedkcopt del te;i: Duitinsa /ordt b tuit fed* rustig, 1 osten vil is koele! Uwe bi DE JONG^NIEUWSBLAD

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1928 | | pagina 1