Illlllllllllllllll
Illlllllllllllllll
uoer.
AUTO
VERHUUR
Opening Sportpark Sneek.
f I
f i
f1
fiq
De Bolswardsche Courant en Westergoo
W. VAN DER WERFF
B U I T E N L A ND.
HERINNERINGEN.
I
I
ufier
23^5 Jaargang
en
A
moeders der slachtoffers liepe aan hei
Vrii
:l
heer De Hoop,
ZO CENT PER K M.
wel
)ed, te
?er, vel
A. Ferwerda, Quick, Huizum, 13.9
<ER
affuiten
Verschijnt Dinsdags-
Vrijdagsavonds.
Het Britsche Rijk.
Indrukwekkende en treffende tooneelen
hebben de vorige week plaats gehad op
het marine-kerkhof Haslar bij Ports
mouth, waar het stoffelijk overschot van
twee en veertig officieren en manschap
pen van den Britschen onderzeeër L. 55,
negen jaar geleden in de Oostzee tot
zinken gebracht, met marine-eer werd
ter aarde besteld.
De kisten waren
Een V. D.-bericht uit Milaan meldt:
Een Pullman-trein uit Genève is bij
het binnenrijden in het station in botsing
gekomen met een locomotief. Twaalf
spoorwegarbeiders werden gewond, on
der wie drie ernstig.
gemaakt met de athletiekwedstrijden.
Een groot aantal toeschouwers was
bij deze wedstrijden tegenwoordig.. De
tribune was bijna geheel bezet.
Alles werd met aandacht gevolgd.
De uitslagen der verschillende wed
strijden zijn als volgt:
Hardloopen, 100 M., dames. 1. A. Zon-
1.
2.
A dve r t e n t i n per regel:
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prys.
Aangesloten bij het Bureau
voor oplaagcontröle.
en besluit met
verzoeken het
arde:
)28
ir wart
1928,
(erna
istra.
n.
Frankrijk.
Gedurende de laatste weken werd de
pransche Riviera door een internationale
dievenbende onveilig gemaakt. In de af-
geloopen week werden verscheidene be-
roovingen van rijke toeristen bij de po
litie aangegeven. Het schijnt, dat de die
ven het voornamelijk gemunt hebben op
de rijke Amerikaansche en Engelsche da
mes. Een Amerikaansche mevr. Scott
werd te Monte Carlo beroofd van haar
juweelen, ter waarde van 40.000 dollar.
Duitschland.
Op het congres van den Al-duitschen
Bond, dat op het oogenblik te Plauen
wordt gehouden, heeft de bekende Justiz-
rat Class, die sedert 1919 bij alle contra
revolutionaire bewegingen de hand in het
spel heeft gehad, e|en rede gehouden,
waarin hij zeide, dat de Alduitschers niet
alleen den tegenwoordigen staat en zijn
leiders bestrijden, maar dat zij tot hun
leedwezen ook genoodzaakt zijn, over
rijkspresident Von Hindenburg den staf
te breken. „Hoe langer hoe meer blijkt,
dat rijkspresident Von Hindenburg de
taak niet vervult, die hem als niet-
marxistisch staatshoofd was gesteld, de
zaak van Duitschland te redden.’1’ De
heer Von Hindenburg heeft dit niet ge
probeerd. Of dit in gebreke blijven te
wijten is aan gebrek aan politiek inzicht
dan wel aan politieken onwil, of aan bei
de, is niet van belang. Geen onbevoor
oordeelde kan ontkennen, dat sedert den
dag, waarop Von Hindenburg zijn ambt
heeft aanvaard, alles, maar dan ook alles,
zich ten kwade heeft gekeerd. Daarvoor
is de rijkspresident verantwoordelijk te
genover het huidige en toekomstige
Duitschland.
ons zelf en voor onze kinderen en voor
heel de maatschappij. Gelukkig mensch
die niet alleen denkt, maar óók nadenkt,
en bij dat nadenken ook de voordeelen
weet te halen uit de herinnering.
Ten slotte. Daar zullen in elk men-
schenleven ook herinneringen zijn aan
veel dat veroordeelt, althans beschul
digd, misschien wel verwijt en zelfs ver
ontrust. En het zijn de diepste levens
vaak, die daarvan weten, om er niet veel
over te spreken, maar het des te meer te
gevoelen. Gelukkig, die daarbij de zeker
heid mag hebben, dat over dat alles de
vredekus van een liefhebbend vaderhart
gegeven werd, omdat, werd weer ge
keerd met het „Ik heb gezondigd”, en
met de begeerte om voortaan te blijven
dicht bij huis.
den vertegenwoordigers van het mini
sterie van marine en van de Britsche
vloot, benevens de marine-attachees van
Frankrijk, Italië, Amerika, Argentinië,
Peru, Japan en Estland.
Het stoffelijk overschot werd in één
enkel graf ter aarde besteld.
Eens houdt ons hoofd op van denken
en zullen ook de beelden uit het verle
den voor altijd worden uitgewischt, maar
om naar de hope der onsterfelijkheid,
welke leeft in onze ziel, de eeuwige wer
kelijkheden te geven aan wie hier leer
den wandelen door het geloof, teneinde
daardoor te komen tot het aanschou
wen, een zien van aangezicht tot aan
gezicht en een verzadigd worden met
het beeld op den berg van het leven ons
getoond, aan elk, die leerde afdalen tot
’s levens diepten, om daar zich zelf te
leeren kennen en dan buiten zich zelf
te zoeken en te vinden den grond zijner
toekomstverwachting.
DRABMAvanVALKEMBURG'S
e 4 LEVERT RAM1
Een der wonderlijke gaven van ons
denkvermogen is de herinnering of het
geheugen.
Het is die eigenschap, waardoor wij
ons jaren en jaren lang, nog precies, met
al de bizonderheden die daarbij behoor
den of zich daarbij voordeden, kunnen
indenken wat eens gebeurd, of gespro
ken is. Ook bij het dier vindt men tot
op zekere hoogte, hetzelfde. Een os kent
zijn bezitter; zelfs een ezel de krib van
zijnen heer en het geheugen van een
paard is bizonder sterk. Wanneer het er
gens een goede stal heeft gehad, zal het
deze niet licht vergeten. De plek waar
het eens ‘geschrokken is, wordt lang
schuw vermeden of slechts met moeite
gepasseerd en in de donkerheid van den
nacht zal het met slappen teugel beter
den weg naar huis vinden, dan menig
mensch, vooral wanneer deze het stuur
kwijt is.
Ook bij een hond is deze gave van het
instinct sterk ontwikkeld. Wat kan men
dit trouwe dier op grond van zijn her
inneringsvermogen niet leeren. Hoe weet
hij na jaren zijn heer of meesteres uit
duizenden weer te vinden, en hoe blij
kan dat beest zijn, als hij na lange schei
ding deze weer ontmoet.
van bloemengeur daar gaarne vertoeven
en nooit, nooit moede worden haar te
koesteren en vast te houden, en in te
drinken als water dat een dorstige ziel
verkwikt. Maar wat kan zij ook schrik
wekkend doen huiveren vanwege hare
somberheid, en hare donkerheid en haai
smartenwee.
België.
Te Blankenberghe deed zich, evenals
het vorige jaar, een relletje voor tegen
Duitsche badgasten, nadat het gansche
zomerseizoen alles rustig is gebleven en
het bezoek van Duitschers zelfs is toege
nomen. Jonge Duitschers hadden op het
strand een fort gegraven en dit „Nürn
berg” gedoopt. Een heer verzocht den
Duitschen naam weg te nemen, wat da
delijk werd gedaan. Een Belgisch meisje
plantte; daartoe aangezet door anderen,
een T
een Duitsch meisje werd weggenomen,
waarop de omstanders jouwden. Enkele
honderden personen wierpen met zand.
De herrie werd zoo erg, dat de politie
moest ingrijpen. De Duitschers werden
door de jouwende menigte tot aan hun
hotel begeleid.
Gebruik makelde van de vriendelijke
uitnoodiging van den Raad van Commis
sarissen van de N.V. tot oprichting en
instandhouding van het „Sportpark
Sneek”, waren wij tegenwoordig bij de
officieele opening van het nieuwe Sport
park aldaar, welke Zaterdag j.l. heeft
plaats gehad.
Op het groote en mooi aangelegd
terrein werd ’s morgens 9 uur een aan
vang gemaakt met onderscheiden wed
strijden door de leerlingen van de Open
bare en de Katholieke scholen.
Te 10 uur werd begonnen met de Drie-
kampen door Adspiranten van den Turn
kring „Sneek”.
Te 11 uur had de officieele opening
plaats.
Behalve het bestuur en leden van den
Raad van Commissarissen waren hier
bij tegenwoordig het Dag. Bestuur der
gemeente, de Regenten van het O. B.
Weeshuis, het bestuur van Vreemdelin
genverkeer, leden van den Raad, de
Commissie voor Lich. Opvoeding, de Ar
chitecten, de Inspecteur van het Lager
Onderwijs, de voorzitter van den Ned.
Kaatsbond en vertegenwoordigers van
onderscheidene sportvereenigingen.
Vanaf de groote tribune, waarvan
bij den ingang een 10~tal aangeboden
bloemmanden en bouquetten in vaas
prijkten, werd de aanwezigen een harte
lijk welkomstwoord toegesproken door
den heer P. Sikkes, voorzitter van den
Raad van Commissarissen.
Spreker zal geen nadere beschouwing
geven over de geschiedenis van het ont
staan van het Sportpark, waarvan de
totstandkoming zeer veel moeite heeft
gekost en niet steeds zonder tegenwer
king is gebleven, maar liever een blik'
vestigen op de toekomst En hierbij komt oefeningen gedemonstreerd en een begin
dan als van zelf naar voren de nood
zakelijkheid van krachtigen arbeid om te
behouden en in stand te houden wat ver
kregen werd.
Tweeërlei beweegredenen zullen daar
toe de kracht geven, n.l. de belangen van
de sport en de belangen van de gemeen
te Sneek.
De belangstelling voor de lichamelijke dervan, Quick, Htrizum, 137 sec.
opvoeding is in dezen tijd steeds groeien
de. Schonk men vroeger zijn aandacht
aan de geestelijke, de verstandelijke zijde
der opvoeding, thans is de lichamelijke
opvoeding zeer in tel. Gaat in sommiger
oog het enthousiasme voor de sport wel
wat te ver, en kan met recht op eenige
uitwassen worden gewezen, zpoals bijv,
het stellen van den wedstrijd1 boven de
eigenlijke sport, toch is het noodig ge
legenheden ter beoefening der sport te
openen en daaraan goede leiding te ge
ven.
Italië.
Gedurende de laatste dagen is een
groot aantal communisten gearresteerd.
In Albano en in eenige andere plaatsen
werden meer dan vijftig communisten
in arrest gesteld. In een wijnhandel werd
een goed ingerichte communistische
drukkerij gevonden, welke in beslag werd
genomen.
tot f 40
f39
f5£
no
f l
f»
fl
fl
n f»
fis
2. J. Mulder, Sparta, Dronrijp, 13.8
sec.
3.
sec.
Hardloopen, 200 M, Heeren.
H. Jaarsma, S. G. V., Sneek, 23 sec.
C. Ras, S. G. V., Sneek, 23.2 sec.
3. A. Postma, Quick, Huizum, 23.4 sec.
Polsstokhoogspringen, Heeren:
1. J. Rutgers, Leeuwarden, Leeuwar
den, 3.25 M.
2. D. van Delden, S. G. V., Sneek,
3.20 M.
Thom
Vijbris
dvSji
reina,
Anb
mSjoer
IEL
1928
Jan 4
'ietjedj
KeulJ
Margd
m IJfJ
mtje ij
a Beid
lusIjS
ariaij
g-a.EiJ
i Jam,
altje i
akeWi
■iwe i
Tryntj
a.Wjk
inga e
Eeu»
Saeek
d. Sipr
-Ükelij
ingergi
atefio;
tsma i
En naarmate de jaren klimmen, ver
menigvuldigen zich de beeltenissen uit
het verleden, zoodat het daar binnen een
musea schijnt te worden, waar van alles
en allerlei wordt opgetast, om als bij
een kaleidoscoop voor en na aan het oog
te worden ontrold. O, daar zijn wel men-
schen van wie gezegd wordt dat zij geen
langer geheugen hebben dan van twaali
uur tot middag. Ge kunt ze soms aan
treffen van die gedachtenlooze wezens
schijnbaar, die oogenblikkelijk weer ver
geten zijn wat gesproken of gedaan, be
volen of vermaand .of gewaarschuwd
werd. En daar zijn van die zorgelooze
naturen, die onbekommerd en ondoor
dacht, vaak nog erger dan het redeloos
dier, voortleven van den eenen dag in
den anderen, van den eenen toestand in
den anderen, zonder winst te doen met
de ervaringen van het leven, de blijde en
de droeve.
Op een bruiloft zijn zij uitbundig vroo-
lijk; op een begrafenis luidruchtig be
droefd, en de lach en de traan hebben zij
allicht voor het grijpen, om evenwel heel
spoedig daarna alles weer te vergeten, en
te doen alsof niets voor viel, ’t Leven
was hun geen leerschool. Noch de vreugd
noch de smart noch het goede, noch het
kwade, maakte ©ogenschijnlijk op hen ’n
blijvenden indruk, en hun bestaan heeft
veel van het plantenleven, hetwelk zich
ook regelt naar het oogenblik.
Wat van zulk een gevoelloosheid of
stompzinnigheid de oorzaak is, kan in
vele gevallen niet worden nagegaan. De
ze kan ook zeer verschillend zijn, en ge
zocht moeten worden in de afstamming,
in de opvoeding, in de omgeving waarin
het jonge leven opgroeide, of ook wel
in de geestelijke vermogens welke be
zeten worden. Niet minder houdt het ka
rakter en het temperament hiermede
nauw verband. Daar zijn open karakters,
menschen die zoo maar elk een blik in
hun verborgen' hartekamer geven, zoodat
heel de wereld zien kan hoe het daar
gesteld is, en wat daar woelt en werkt,
of Heft en lijdt, daar zijn ook gesloten
karakters, menschen die niemand ver
gunnen een blik in hun innerlijk leven te
slaan; die misschien door hun naaste
omgeving niet gekend worden vanwege
hunne inbandigheid, en alles verbergen
wat wellicht de diepte van het leven be
roert. Vandaar dat op het uitwendige niet
immer kan worden afgegaan. Dat deze
laatsten misschien nog wel meer voelen
en dieper lijden dan de eersten, zooals
ook dat bekende spreekwoord bedoelt:
„Hoe harder gekreten, hoe vlugger ver
geten”.
Ook in het stille, verborgen, gesloten,
afgetrokken, eenzame leven van den stoi-
cijn, wordt misschien nog meer doorleefd
als de buitenwacht denkt. In elk geval,
ook deze hebben hunne herinnering en
zoo lang het hart van een mensch nog
klopt, en niet veranderd is in een steen,
is het vatbaar voor indrukken, en gevoe
lig voor hetgeen plaats grijpt, en kan het
zelfs door de herinnering voor veel
kwaads bewaard, of van slechte paden
terug gebracht worden. Is het niet ge
beurd, dat een enkel, schijnbaar niets
beteekenend voorval, het luiden eenei
klok, het hooren eener melodie, een vroo-
lijke kinderstem of een teedere blik zelfs
plotseling een beeltqnis uit Ifing ver
vlogen dagen voor de aandacht riep,
waardoor men bewaard bleef in de ure
der verzoeking? Kwam niet menig ellen
dige, die misschien op het punt stond
weg te zinken in de smart of onder de
zonde en de schuld van het leven, op
datzelfde! oogenblik tot nadenken aan
het Vaderhuis waar het eens zooveel an
ders en beter was, en waardoor het ver
langen werd opgewekt om derwaarts
weer te keeren? En is het niet juist de
herinnering aan zooveel schoons en
goeds uit lang vervlogen dagen wellicht
die opnieuw de hoop ging wekken op
betere tijden, en de kracht gaf, zich an
dermaal in te spannen, om te komen uit
den nood of de moeite of de ellende,
of de diepte van schuld, om zoo de zon
weer over het leven te zien opgaan?
Wat is die gave van het geheugen
toch een onwaardeerbare schat! Wat
geeft zij een rijkdom en een kleur, en een
fleur en een gloed aan het leven, en wat
maakt zij dit vol. Zoodat wij niet alleen
leven bij het huldig oogenblik, of grijpen
naar de toekomst welke vóór lied, maar
Wat is het toch iets wonderlijks, dat
geheugen, ’t Is, alsof gelijk op de ge
voelige plaat in de camera van een foto
toestel, in onze hersens een beeltenis is
afgedrukt van hetgeen ons plaats greep,
of bizonder de aandacht trok, en sinds
dien aldaar bewaard werd. Wat in den
loop der tijden ook verdween, of ver
bleekte, of aan de waarneming ontglipte,
of aan duizend anderen voorbijging, of
voor altijd aan het oog onttrokken werd,
maar dat eene, die herinnering bleef en
ging met ons heel den levensweg op, om
niet eerder ons te verlaten, dan wanneer
ons hoofd ophoudt van denken, en ons
hart van kloppen.
Ik denk bijv, aan onze jeugdherinnerin
gen, en het daarmede vaak zoo nauw
verbonden ouderlijk huis. Wie heeft het,
zelfs op vergevorderden leeftijd nooit,
dat bij stille ©ogenblikken, als bijvoor
beeld de schemering daalt, of de een
zaamheid omringt, of in het nachtelijk
uur de slaap aan de oogen ontvlucht,
hij plotseling, zonder het misschien te
willen of te zoeken, terug gevoerd wordt
in den tijd toen hij nog speelde aan de
schoot van zijne moeder, in den kring
zijner familie, te midden van de speel-
genooten uit de kinderjaren. En opeens
staan zij als in levende lijve voor ons al
die bekenden, voor het meerendeel mis
schien reeds lang heengegaan, maar met
wie wij zulke blijde of ook wel droeve
dagen doorleefden. En wij denken aan
onze spelen, en onze kibbelpartijen, en
onze ruzies, soms vreeselijk heftig naar
het leek, zoodat de ouderen er misschien
bij te pas kwamen, om even spoe
dig weer te worden bijgelegd, en op
nieuw in het spel te worden vergeten.
Wat herinneren wij ons nog het ka
rakter of de bizondere eigenschappen,
uit- en inwendig van al die oude ken
nissen uit de kinderjaren. Wat weten wij
nog precies te zeggen hoe zij er uitza
gen; hoe zij gekleed waren; hoe eens
door hen iets gedaan of gesproken werd,
waarover wij hebben gelachen of mis
schien ook wef geschreid; dat onzen
toorn opwekte, of ook wel ons medelij
den; iets wat wij mooi vonden, omdat ’t
waarde had, of ook wel leelijk, omdat het
slecht was. Wat kunnen ze plotseling
voor ons geestesoog verrijzen, die drei
gende vinger van onzen reeds lang over
leden vader, of die waarschuwing en die
stille traan van onze moeder, of die les
van onzen onderwijzer. Lieflijke toonee
len kunnen als bij een film aan onzen
geest voorbij gaan, die oils brengen als
in een toovertuin; die ons vasthouden,
en na zooveel jaren nog een glimlach
op de lippen leggen; droeve beelden
kunnen ons nog tot droefheid stemmen,
of het voorhoofd doen fronsen, of een
zucht aan onze borst ontlokken, omdat
zij zoo somber zijn en misschien op heel
ons leven zulk een invloed ten kwade
hebben uitgeoefend, dat de schaduw
dier beeltenis steeds met ons gaat, waar
wij ook gaan of staan.
O, die herinnering. Wat kan zij heer
lijk znpt 7iln in al den riikdom harer
Sneek ligt te midden van een welva-
hoofd van den stoet en achter hen volg- rende omgeving. Bestuur en ingezetenen
behooren steeds meer contact te zoeken
met het platteland om daardoor elkan
ders belangen te behartigen.
Spreker hoopt, dat ook de landbouw
organisaties van hunne medewerking en
sympathie zullen doen blijken.
Vervolgens brengt Spr. hulde aan het
Gemeentebestuur en de Regenten van het
O. B. Weeshuis, zonder wier royale me
dewerking van de oprichting niets ware
gekomen. Hier is een groote erkentelijk
heid op haar plaats, ook in het belang
van het onderwijs.
Spreker bre'ngt een woord van dank
aan allen, die steun en medewerking heb
ben verleend en hoopt, dat deze ook in
de toekomst blijvend zal verleend wor
den, opdat dit terrein aan de verwachtin
gen zal beantwoorden,
den Burgemeester te
Belgische vlag op het fort, die door I Sportpark te openen.
----- - De Burgemeester, de
zegt, dat hij door het gesprokene van
den voorzitter ontheven is van zijn taak
om woorden van dank te brengen voor
den steun en medewerking verleend bij
de totstandkoming van dit Sportpark.
Spreker verklaart verbaasd te zijn, dat
in zoo’n korten tijd en niettegenstaan
de de vele moeilijkheden en bezwaren,
waarmee men te kampen had, een werk
is tot stand gekomen, als we thans hier
aanschouwen.
Waar de voorzitter het verleden wil
laten rusten, wil Spreker toch naar vo
ren brengen, dat het bij de tot stand
brenging niet aan een uitstekende leiding
heeft ontbroken.
Het werk heeft Spr.’s volle sympathie
en meent, dat men aan de onderneming
geen betere dienst kan bewijzen, dan te
beantwoorden aan de verwachtingen
van den Raad van Commissarissen, het
werk te steunen in het belang van sport
en gemeente.
Dan verklaart Spr. het Sportpark voor
geopend.
Daarna is het woord aan den heer P.
K. Dam, inspecteur van het Lager Onder
wijs te Heerenveen. Hij had verwacht,
dat de inspecteur voor de Uchamelijke
opvoeding in zijne plaats zou spreken.
Nu deze niet aanwezig is, brengt Spr.
het bestuur dank voor de uitnoodiging
en woorden van hulde voor de oprich
ting van dit mooie stuk werk. Gaarne
zal Spr. zijn medewerking verleenen bij
het gebruikmaken van dit terrein, ten
dienste van het onderwijs, overtuigd als
hij is, dat het daartoe groote diensten
kan bewijzen. Spr. hoopt, dat heeren
commissarissen en bestuur zullen mee
werken om de beoefening van de sport
in goede banen te leiden.
De heer Nieveen, president-regent van
het O. B. Weeshuis, brengt hulde aan
alle medewerkers, bijzonder aan den heer
Sikkes, voor het tot stand brengen van
het sportterrein. Spr. wijst op vele din
gen in de gemeente, welke door steun
van het Weeshuis zijn tot stand geko
men en steeds geweest zijn in het belang
der gemeente. Hij hoopt, dat ook dit
Sportpark in de toekomst in die belangen
zal bijdragen.
De heer Sikkes dankt de verschillende
sprekers vloor hup uitgesproken wen-
schen en hoopt dat deze in vervulling
mogen komen en verzoekt de genoo-
digden in de koffiekamer saam te ko
men om met het drinken van een kop
koffie de opening te beëindigen.
’s Middags te 1.45 uur werd een op
tocht gehouden, waarbij de talrijke deel
nemers met medewerking van een twee
tal muziekkorpsen, vanaf de Nieuwe
Veemarkt langs verschillende straten naar
het Sportpark marcheerden.
Daar aangekomen werden de reeds in
den morgen aangevangen wedstrijden
voortgezet, verschillende lichamelijke
Woensdag 12 September 1928
waarin opgenomen
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12
van kanonnen en vracht-auto’s. De bloed
verwanten, de weduwen, de vaders en de
óók achteruit tasten naar hetgeen was,
om dAArmede winst te doen. Winst voor
liefdeweelde, zoodat wij, als in een lust
warande, in een zomerprieel te midden
De tweede beweeggrond is het ge
meentelijk belang.
3. L. Drost, T.h.o.r., Harlingen, 310 M.
Estafette, 4 X 100 M., Heeren.
t.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct.
Voor het Buitenland f7.- per jaar.
Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal.
(ding rt
den
loliwiti
loliwul
relfU»
lTARR.
NIEUWE 6-PERS.
WAGENS, s
GROOTE RITTEN
SPECIALE PRIJS I
Official Ford Dealer
BOLSWARD
ns priji
rengsl t
■en Ui
zorgef
lerhaalï
orte of
onvruck
'een
wt nui
jdei ui
!R.
berokka
eteelt te
nen gul
I EEDE-
:en ifluop
is dum
id wort
zaani, D<
kO’VK'
het ml>
igesiokti
-behindt
esultitei
oedkcopt
del te;i:
Duitinsa
/ordt b
tuit fed*
rustig, 1
osten vil
is koele!
Uwe bi
DE JONG^NIEUWSBLAD