JURRES COMPLETE AMEUBLEMENTEN Jgtënd Samen f225 enuwstl11^^ De Bolswardsche Courant en Westergoo DE UI. H. ÖE8ERIÜS KÖPTEIJU Kinderarts te Leeuwarden is vanaf heden eiken Woensdagmiddag van 45 en eiken Zaterdagmorgen van 10—11 te consulteeren in het R.K. Ziekenhuis te Sneek MANTELS H. MAAT DORST. ZIBTEHIÏlflns ÜIEU8ELIUIIIKELS B U I T E N L A ND. Stadsnieuws. 23^ Jaargang fDRAlSlffAvArsVftLKEriBURG'S** Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12 Woensdag 10 October 1928 en A Beter dan confectie In prijs niet meer hooger 4 Stoelen, 2 Crapauds 1 Tafel, 1 Spiegel-Dressoir Dit no. bestaat uit 2 bladen. Porto Binnenland P/a ct. Buitenland 4 ct. Verschijnt Dinsdags- Vrijdagsavonds. iLeesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct. Voor het Buitenland f7.- per jaar. Uesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal. EVERTRAAT1 trokken revolvers en verklaarden dat hem niets kwaads zou overkomen als hij zich rustig hield. Men wilde hem al leen maar verhinderen zijn radiorede te houden. In snelle vaart reeds de auto in Oos telijke richting cWstad uit. Pas in Gross-Ziethen, op enkele uren afstands van Berlijn, stopte de auto. Intusschen verscheen om kwart voor zevenen in de studio van de Rundfunk een heer, die zich als Schwarz voorstelde. Men stélde hem het manuscript van de rede, die al tijd eenige dagen van tevoren ter con- tröle moet worden ingeleverd, ter hand. De man begon de rede van den heer Schwarz voor te lezen. Na enkele zinnen echter hield hij zich reeds niet meer aan het manuscript, maar begon een plei dooi te houden voor deelneming aan de communistische volksstemming inzake de kruiserquaestie. Toevallig luisterde er niemand van de Rundfunk mee en zoo kwam het, dat men pas te laat bemerkte wat er ge beurd was. De pseudo-Schwarz had in tusschen alle gelegenheid gehad, zich onopgemerkt te verwijderen. Rusland. Uit Moskou wordt gemeld: De „Krassin” is te Petersburg aan gekomen en met enthousiasme begroet door vertegenwoordigers van het gou vernement, talrijke delegaties en organi saties. Watervliegtuigen, oorlogssche pen, koopvaardijschepen voeren de zee Het Britsche Rijk. Te Llandudo heeft Lloyd George op een groote openbare vergadering in ver band met het openen van de jaarlijk- sche conferentie der Liberale Federatie van Wales gezegd, dat het liberalisme de groote levenskracht is van de natie en dat zal blijven. Het had onder zijn leiders de bekwaamste en best ge schoolde en meest vruchtbare politieke denkers van den dag. Er zijn in Groot Brittannië millioenen mannen en vrou wen die de liberale beginselen aanhan gen. Het liberalisme werkt meer dan eenige andere leer voor de belangen van het volk. Hij betoogde dat de To ries op hun conferentie te Yarmouth hadden besloten, dat het fiscale stelsel van het land in het vervolg protectio- nisch moest zijn. Als we een conserva tieve meerderheid voor het parlement krijgen, zal zij, aldus L. G., het fiscale stelsel, dat alle moeilijkheden ten spijt Groot Brittannië heeft groot gemaakt, ondersteboven werpen. Protectie betee- kent hooge prijzen, vrijhandel betee- kent lagere prijzen. Bond van Chr. Harmonie- en Fanfare corpsen In Friesland. Vanwege het hoofdbestuur van boven genoemden Bond werd Zaterdag j.l. in „Ons Gebouw” alhier, een vergadering gehouden, tot bijwoning waarvan waren uitgenoodigd onderscheidene ^muziek corpsen in (deze omgeving, welke nog niet bij een Bond zijn aangesloten. De opkomst was niet groot. Vertegen woordigd waren de volgende muziek corpsen: „Hallelujah” te Makkum, „Ex celsior” te Nijland en „Studio” te Hei denschap. Na voorgegaan te zijn in gebed opende de voorzitter de vergadering met een kort welkomstwoord, waarop hij het doel der bijeenkomst, propaganda te maken voor den nieuwen Chr. Muziekbond, na der uiteenzet. Gewezen wordt op het feit, dat er nog al misverstand bestaat omtrent het doel van dezen nieuwen Muziekbond. Deze staat echter niet tegenover, doch naast den reeds bestaanden ouden Bond. Nooit is het de bedoeling geweest dien tegen te werken, maar te trachten langzamer- A dve r t e n t i n per regel: Woensdagsnummer 10 cent. Zaterdagsnummer 12 cent. Tusschen de tekst dubb. prys. Aangesloten by het Bureau voor oplaagcontröle. Nleuwestad 63. Tel. 992 Leeuwarden 4 LEEUWARDEN GRONINGEN Voorstreek 7 O. Ebbingeptr. 31 Duitschland. De communisten te Berlijn hebben Zaterdag wel een bijzonder sterk staal tje uitgehaald, schrijft het „Hbl.” Dien avond om zeven uur zou de heer Wolf gang Schwarz, redacteur van de „Vor- warts”, voor de Berlijnsche radio een rede uitspreken over de vredesproble- men. Even na zes uur werd de heer Schwarz opgebeld met de mededeeling, dat de Rundfunk hem per auto zou la ten afhalen/lnderdaad verscheen even later voor het huis van den heer Schwarz een auto, waar hij niets kwaads vermoedend instapte. Nauwe lijks had zich de auto in beweging ge zet, of twee heeren, die in de auto zaten, Jaarvergadering. J.L Donderdagavond vierde de buurt- vereeniging Nieuwmarkt-Rij kstraat-Wip- straat hare tweede jaarvergadering in „De Doele”. Als naar gewoonte werd na afloop der gewone werkzaamheden, het verdere ge deelte der vergadering feestelijk voort gezet met verschillende attracties. Bij het binnenkomen in de Doelezaal kwam direct de feeststemming er al in, omdat deze zoo keurig was ingericht, en wat zeker niet weinig bijdroeg, dat bijna al de leden met hunne huisgenoo- ten aanwezig waren. De voorzitter, de heer A. Blauw, opent klokslag half negen deze vergadering en richt eerst een woord van dank aan de feestcommissie welke dit jaar voor het eergt de leiding op zich had genomen om voor het feestelijk gedeelte zorg te dragen. Hierna gaat hij over om hen ieder met een onderscheidings-medaille te vereeren, hetwelk met applaus werd begroet. Daarna richt hij het woord tot de ver gadering en spreekt namens het bestuur de voldoening uit voor de schitterende opkomst, zeggende: moge het voor het bestuur een'bewijs zijn van sympathie voor onze buurtvereeniging. Zeer zeker geldt dit ook voor U allen, want hieruit blijkt, dan ook de eensgezindheid van onze buurt en het spreekwoord wordt hier bewaarheid: „een goede buur is be ter dan een verre vriend”. Hierna heet hij de aanwezigen harte lijk welkom en verzoekt aller medewer king tot het welslagen van dezen avond. De notulen worden gelezen en onver anderd vastgesteld. Daarna geeft de penningmeester ver slag van de financiën, welke geen reden tot klagen geven. Dan volgt verkiezing van een bestuurs lid, daar de heer F. Langedijk aan de beurt is van affreden en wegens vertrek van de buurt niet herkiesbaar is, wordt in zijn plaats benoemd de heer S. Wou ters. Daar de rondvraag geen tijd in beslag nam sloot de voorzitter het eerste ge deelte der vergadering en gaf de leiding over aan den voorzitter der feestcom missie, den heer A. F. de Boer. Deze sprak eerst een feestrede uit, waarna het welkomstlied werd gezongen Toen volgde een prachtige revue, daarna elk wat wils, ’t Eén volgde het andere op, en eer men er aan had gedacht, was hei twee uur in den morgen, dat men schei den ging. Een ieder was hoogst voldaan over deze schitterende feestavond en zal deze nog lang in het geheugen blijven. Hebt U wel eens dorst gehad? Waar lijk „dorst”? Neen, nu maar niet zóó, dat ge bi- zonder trek voeldet voor een kop thee of koffie, of een andere verkwikkende drank, maar in waarheid dórst. Zoodat uw keel heesch was van droogte; zoo dat uwe tong kleefde aan uw gehemelte; zoodat uvz lippen smachten naar lafe nis; zoodat het u was alsof gij waart overgegeven aan een verschroeiende hitte, gelijk die woestijnreiziger die moeizaam voort waadt in het gloeiend zand, zonder één droppel verkwikking op zijnen weg te vinden? Wat is dat iets vreeselijksl Als het binnen in u brandt, en verschroeit, en verschrompelt. Want het komt van bin nen uit, die dorst, ’t Zit ’m niet en kel in die droge lippen en die gezwol len tong, en dat dorre verhemelte, en die schorre keel. De kwaal zit dieper; de oorzaak ligt elders. O, wat smaakt in zulke omstandig heden een dronk koud waterl Frisch uit de bron, of pas uit den hemel ge vallen, of getapt onder de kraan. Neen, praat me niet van andere dranken. Als ge dorst hebt, waarlijk dorst, dan is er gewoonlijk geen heerlijker verkwikking dan een beker koud water, overvloedig aanwezig, gratis verkrijgbaar, en nooit vervelend, ’t Is het eerste wat een mensch noodig heeft, zoodra hij zijn in trede in deze wereld doet, ’t is ge woonlijk ook het laatste waar hij naar vraagt, en wat onder ieders bereik ligt, zonder dat het geld behoeft te kosten. Wie zal daarom de waarde van het wa ter schatten! En als dan die vreeselijke dorst ge- lescht mag worden, wat geeft dit nieuwe levenskracht en levensmoed, en levens- fleur. ’t Is alsof men een ander mensch geworden is. Het oog krijgt weer glans, ’t gelaat krijgt weer kleur, de spieren krijgen weer veerkracht, de ademhaling wordt weer normaal, de bloedsomloop regelmatig, het hart functionneert als gewoon en de band van de tong wordt los. Gelukkig mensch, die als hij zóó dorst, ook zulk een lafenis ontvangt hij gevoelt zijn jeugd vernieuwd en met frisschen, vroolijken tred wordt de reis weg vervolgd. Omdat aan dien innerlij- ken nood is tegemoet gekomen, en die dorst werd gestild. t Ook in overdrachtelijken zin kan ge sproken worden van dorst. Daar kan bijv, zijn een dorst naar kennis; een dorst naar geld; een dorst naar macht; een dorst naar eer; óók een dorst naar iets wat nóg hooger is, en daarom van nóg meer beteekenis, een dorst naar het blijvende, het eeuwige, het alles ver vallende, de dorst naar God. Zooals dat eens door iemand zoo tref fend schoon gezegd werd, in dat beken de: „Gelijk een hert schreeuwt naar de vaterstroomen, alzoo dorst mijn ziel naar u, o God.” Of zoo als het in onze mooie Friesche taal in deze woorden een naam, een titel, een hooge plaats, werd weergegeven: „Lyk in harte, hjit forjage, Toarstich skreaut om koeljend focht, Ropt myn siel om de iivge dage, Himet nei Gods timpelnocht. Ja myn siele ropt om God, Longert nei de libbenskat, Hwennear scoe ’k Syn antlit fine, Yn Syn hüs me oan Him forbine? Het is niet het minst een kenmerk van onzen tijd dat van al datgene ’t welk wij daar noemden bij velen iets tot open baring komt. Daar is een dorst naar kennis, en de hoogten des hemels, en de diepten der aarde, en het hart van de zee wordt onderzocht om te weten te komen wat zich daar bevindt en daar door bevrediging te vinden van dat groote verlangen, ’t welk zich altijd uit strekt tot het nog niet bereikte, het niet verkregene, het eindloos verre. Is het niet die geheimzinnige, die schier niet te lesschen dorst, die onze vliegeniers met doodsverachting doet opstijgen, duizenden meters hoog, om daar in het maatloos huis zich te verliezen en over duizend gevaren een weg te vinden, nog nooit door iemand betreden, en een land te ontdekken, nog nimmer door een sterflijk wezen bezocht? Is het niet die dorst naar kennis, die op allerlei gebied, de eene uitvinding na de andere tenge volge heeft, en bijv, de techniek tot een hoogte van ontwikkeling bracht, waar door den mensch schier niets meer on mogelijk schijnt, en heel de stoffelijke wereld zich steeds meer aan hem gaat onderwerpen? En onze fabrieken, en onze laboratoriums en onze sterrewach- ten en onze inrichtingen van onderwijs zijn déér om te bewijzen wat de vrucht is van die onverzadigde begeerte naar méér, van die dorst naar kénnis. Daar is een dorst naar geld en de goudvelden van Californië, zoowel als de speelzalen van Monte Carlo en de ontelbare loterijen verkondigen, hoeve- len door haar werden aangegrepen, en hoe schriklijk zij is in hare uitwerking. Welk een naamloos wee, welk een zee van ellende, heeft de gelddorst al niet tengevolge gehad, in het persoonlijke leven, en het familieleven, in het leven van de maatschappij en zelfs van een heel volk! Wat heeft zij een bloed en tranen veroorzaakt! Wat heeft zij het kromme recht zoeken te maken, en niet zelden ten koste van het geluk van een ander bevrediging gezocht. O wee, wie door haar wordt aangegrepen, en komt in de macht van het koude metaal. Het ontneemt hem zijn rust, en zijn wel vaart, en zijn vrede. Het doet het merg in zijn beenderen verdrogen, het haar voor den tijd vergrijzen, de teerste zie lesnaren verstommen, en maakt den mensch onvatbaar voor hoogere indruk ken. Géén god, die méér aanbidders heeft dan het geld, maar óók niet één, die meer slachtoffers maakt, en de mammon is nog wreeder dan de mo loch. Waarlijk, ’t is niet zoo onverstan dig om te vragen om niet in de strikken der geldgierigheid verward te raken, omdat deze een wortel is van allerlei kwaad. Daar is een dorst naar macht, en de geweldige wereldoorlogen in de ja- ren en eeuwen welke achter ons liggen, en van de wereld één groot slagveld maakten, waar de grond de levenskracht der natiën indronk, kunnen ons doen zien wat de rampzalige gevolgen zijn, wanneer de grooten der aarde door de dorst naar macht worden aangegrepen. Als de Nebukadnezars, of de Alexan ders, of de Caesars, of de Napoleons worden overweldigd door die schrikke lijke begeerte, om zonder te rekenen met de gevolgen, hun scepter te zwaaien tot aan de einden der aarde en dan te kunnen zeggen: „Is niet dit het Babel dat ik gebouwd heb, door de sterkte mijner macht, en ter eere mijner heer lijkheid?” En in ’t klein vindt ge dit zelfde terug óók in het particuliere leven bij elk, die op eenigerlei wijze onrecht vaardig zijn invloed oyer anderen wil doen gelden, enkel aangédreven door de zucht naar meerdere grootheid. Ook hier zijn dan vaak geen middelen te slecht om het doel te bereiken, al zal het ook daarbij gaan ten koste van het geluk van den naaste. Daar is een dorst naar eer en aanzien, nauw met die naar macht verbonden, die niet minder algemeen is, en ook niet minder gevolgen hebben kan. Waar kan de eerzucht een mensch al niet toe bren gen, en wat wordt er vaak niet gedaan om tot aanzien te komen! Hoeveel kron kelpaden worden daarvoor niet ingesla gen; hoeveel levens wellicht daardoor niet verwoest; hoeveel kleinen daardoor in het slijk vertreden! Wat wordt er vaak niet gedaan, en ook gelaten, om een lauwerkrans, een kroon te krijgen! Als hier de muren eens spreken konden, of de geheime kabinetten, of de gesloten dossiers, of de binnenkamers gehouden conferenties eens openbaar werden! Alsof een klinkende naam, of een hooge positie of.een ridderorde, of eene plaats in het midden der wereldgrooten in staat zou zijn een menschenhart voldoening te schenken en tot rust te brengen. Daar kan óók zijn, en in deze dagen wordt dit niet minder openbaar, in alle rangen en standen een dorst naar het hoogere, het blijvende, het eenige, een dorst naar God. Daar is een zoeken, en een tasten, en een uitsteken van de han den, of men ook vinden mocht. Men is vragensmoe, en zwervensmoe, eri zoe- kensmoe. Men heeft het overal willen vinden, en nergens gekregen. Wél voor een oogenblik; wél voor een korten tijd, zooals soms een of andere drank de li chamelijke dorst schijnt te kunnen be vredigen, maar daarna kwam die on- leschbare begeerte naar meer, naar iets anders, weer boven. Zelfs de overvloed van het leven bevredigde niet. Zelfs het beste van beneden stelde te leur. En het arme, rustelooze hart, „meer dan de po pelblaren, méér dan aan ’t oeverstrand het ritselende riet”, bleef al maar vra gen, en hunkeren en begeeren, soms in stille oogenblikken het méést, en ver bijsterend sterk. Geen wonder, want dat kleine menschenhart is geschapen voor de eeuwigheid, en gelijk eenmaal een groot man heeft gezegd, rust dit niet eerder dan wanneer het rust vindt in God. Dat is de allerhoogste, de aller felste, de allervreeselijkste dorst, niet het minst omdat de gebroken bakken dezer wereld voor deze dorst geen la fenis hebben. Hoevelen hebben dit niet ondervonden, toen zij overal tevergeefs hadden gezochtl Napoleon op St. Helena nam de toe vlucht tot ’t Nieuwe Testament. Tolstoi, zocht zijn laatste troost in de afscheids rede van Jezus tot Zijne jongeren. En in onze dagen gaan de scharen uit, naar Krisnamurthi, of naar de kerk, of naar een nieuwe profeet, of luisteren in stilte, ongezien door de massa, naar wat de radio hun predikt van eeuwige dingen. Want zij hebben dórst en zij zoeken verzadiging. Mannen en vrouwen, uit eiken stand, in eiken levenskring, naar den drang van hun arm hunkerend hart. Eigenaardig kenmerk van onzen tijd. Eenerzijds zoo vól, zoo overvloedig vól, anderszij ds zoo leeg, zoo schrikba rend leeg, dat velen van dorst versmach ten, en in de wereldsmart en de levens- armoede ondergaan en omkomen. Arme menschenl Beklagenswaardige zielen! En dat waar in het midden der tijden en het midden der volkeren voor allen de Christus staat met Zijn uitgebreide Middelaarshanden om als een Heiland te zegenen, en het hen toe te roepen, dat wie gedronken zal hebben van het wa ter dat Hij geven zal, in eeuwigheid niet meer zal dorsten, omdat het water dht Hij geven zal in hen een fontein van water wordt, springende tot in het eeuwige leven.” O, gij alle dorstigen, komt tot deze wateren! België. Een nieuwe en ditmaal ontzettende ramp schijnt de IJzerstreek te bedreigen. Naar de bladen vroeger al mededeel den werden de herstellingswerken aan de IJzersluis na den oorlog zeer slecht uitgevoerd, zoodat al van knoeierijen wordt gesproken. Door den voor een paar dagen opgeworpen vóorloopigen dam heeft het water zich een weg kun nen banen onder het betonnen stortbed waarop de groote sluis en de brug rus ten, met het gevolg dat het geheele be tonwerk in elkaar dreigt te storten. Mocht dit gebeuren dan is tegen het hooge water geen dam bestand en moet de zee de geheele streek overstroomen zooals in 1914. Infanteriesoldaten en manschappen van den pontonniersdienst zijn naar Nieuwpoort gebracht, waar zij trachten het gevaar te keeren door een nieuwen tweeden dam te bouwen, een honderd meter vóór het bedreigde sluiswerk en door het aanbrengen van teenen en aar de de spleten in den eersten dam te stoppen. In heel den omtrek is de bevolking op de hoogte gebracht van het dreigend gevaar. Overal wordt de wacht gehou den. Technisch personeel van den tele graafdienst is eveneens ter plaatse aan gekomen, daar thans ook gevaar dreigt voor den kabel met Engeland, die op vrij geruimen afstand haast bloot ligt. Volgens de laatste berichten zou de toe- •stand niet meer zoo onrustwekkend zijn, al dringt het hooge water nog bij stjoo- men door spleten in den eersten dam en al jaagt het met het grootste geweld door de gleuf onder het stortbed, in welks betonnen vloer ook een groote spleet is ontdekt. De soldaten hebben order gekregen zonder rust door te wer ken tot afwending van het gevaar. Ook burgers zijn te hulp geroepen. De minister van Openbare Werken, Baels, die met vacantie in Frankrijk was, is ijlings naar Brussel terugge keerd. op de „Krassin” tegemoet. De haven van Petersburg was versierd met vlag gen. Op het oogenblik, dat de deelne mers aan de expeditie aan land gingen, speelden zich onbeschrijflijk geestdrif tige scenes af. Het consulaire corps woonde den ontvangst van de „Kras sin” bij. De pers wijdde speciale'nummers aan de expeditie. De heldhaftigheid, zelf verloochening, van de sowjetexpeditie worden in artikelen geprezen, de vrucht bare wetenschappelijke resultaten van de expeditie eveneens. z E JONGS NIEUWSBLAD waarin opjjenomen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1928 | | pagina 1