EL PROGRESO
Sa
I
1
t
De Bolswardsche Courant en Westergoo
h
Em
H
I i
REDDEN.
BUITENLAND.
I
Een oude vriend I
[DRAIS^vanVALKENBURO'S^J
c A «ïLEVÉRTR*^*
Stadsnieuws.
Jaarvergadering.
Officieel orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12
I 23^ Jaargang Woensdag 5 December 1928 No.
en
A
•LEEUWARDErr
Ingezonden Mededeelingen
1®!
f
Verschijnt Dinsdags-
Vrijdagsavonds.
neerlagen, door velen niet geacht; door
de meesten voorbij geloopen; door de
massa niet geholpen. Een gansch groot
heir, op het punt om lichamelijk of gees-
Hier komt een taak tot allen, die iets
verstaan van de innerlijke bewegingen
der barmhartigheid, en bovenal tot hen
die weten, dat zij zelf als een brandhout
uit het vuur zijn gered. Het is de roeping
om eveneens uit te gaan en met opof
fering van zich zelven, te doen wat ge
daan kan worden om anderen te redden.
Men spreekt veel over de verwrongen
toestanden op allerlei levensterrein. Het
remedie voor alle kwalen is om degenen
die ten doode gegrepen zijn, op welke
wijze en in welken vorm dan ook, te red-
dene en te verstaan dat zij wankelen
ten doode, indien men zich hier ont
houdt.
En het meest vruchtbare, maar ook het
meest gezegende leven is dat, hetwelk de
diepte van dit woord in heel zijn om
vang heeft leeren peilen, om dan het
middel te mogen zijn van die vele ver
lorenen, in veilige haven te brengen.
mWR/I
JIG/WEH
6-ó-J0-J2'J5 ct
versterken op het onduldbare misbruik,
aldus van de Fransche gastvrijheid ge
maakt.
Vereeaiigde Staten.
Reuter meldt uit New-York:
Grootvorst Alexander Michaelowtsj,
zwager van wijlen Tsaar Nicolaas den
Tweeden, is hier aangekomen om een
serie conferenties te houden. In een inter
view verklaarde de grootvorst, dat hij
geen enkel vooruitzicht zag op een aan
staande wijziging van den politieken toe
stand in Rusland. De verbanning van de
leden der vroegere leidende Russische
klassen heeft dezen geleerd, goede arbei
ders te worden en eenvoudig te leven.
A dve r t e n t i n per regel:
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cerrt.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Aangesloten bij het Bureau
voor oplaagcontröle.
SUMT/MDE/t
nieuwe oogst
Chocolade-letters.
„voordeelig”.
BRANDSMA’s WINKELS.
id
Frankrijk.
Met het oog op ’t herhaaldelijk voor
komen van politieke moorden, door bui
tenlanders op Fransch gebied gepleegd,
heeft de ministerraad een geheel van
schikkingen getroffen om het toezicht te
Duitschland.
Doordat de moderne vakbonden in de
ijzerindustrie Zondag hebben besjoten,
evenals de werkgevers en de Christe
lijke vakbonden, het door de rijksregee-
ring gedajie voorstel te aanvaarden en
zich aan een door den rijksminister van
Binnenlandsche Zaken, Severing, te vel
len arbitrale uitspraak te onderwerpen,
is de uitsluiting in de metaalindustrie als
geëindigd te beschouwen.
De aanvaarding van het regeerings-
voorstel door den Duitschen Metaalbe-
werkersbond geschiedde na een beraad
slaging van vier en een half uur met 25
tegen 14 stemmen.
Nadat de rijkskanselier ook de toe
stemmende antwoorden der metaalbe-
werkersorganisaties had ontvangen, ver
zocht hij minister Severing officieel zich
met de bemiddeling in dit conflict te be
lasten, hetgeen door dezen werd aan
vaard.
Naar men verwacht zal het bedrijf bij
de ijzerverwerkende ondernemingen on
middellijk kunnen worden hervat, terwijl
daarentegen bij de ijzerproduceerendë
maatschappijen de voorbereidende werk
zaamheden voor de hervatting der werk
zaamheden eenige dagen in beslag zul
len nemen. Wat de hoogovens betreft,
deze hebben een periode van acht A tien
dagen noodig, alvorens zij hun normale
productie weer zullen hebben bereikt.
De voorziening met grondstoffen van
de ijzerverwerkende fabrieken is door
de nog voorhanden voorraden verzekerd'
De werkgevers deelen officieel mede,
dat ze hun bedrijven heropenen, en dal
de tewerkstelling geschiedt naar gelang
van de arbeidsmogelijkheid.
Bij de behandeling in de Kamer van
de oorlogsbegrooting werd door den af
gevaardigde van het departement du
Nord, den heer Coutel, geëischt eveneens
voor de ontruiming het inrichten van een
verdedigingsstelsel, dat op doeltreffende
wijze de N.O.-grens van Frankrijk zou
aanval, die volgens spr. steeds te vree-
zen was. De versterkingswerken van de
Hindenburglinie, die tegen Frankrijk ge
richt zijn, bestaan volgens hem nog im
mer en België zou thans wellicht minder
dan in 1914 bereid zijn zich tegen een
aanval te verzetten.
Het kwam tot een debat over Syrië
toen Sixtel Quenin (soc.) voorstelde het
desbetreffende begrootingsartikel naar de
commissies terug te zenden ten teeken
dat Frankrijk zijn mandaat in Syrië weer
in handen van den Volkenbond wil stel
len.
Poincaré keerde zich tegen dit voor
stel en zette daarbij uiteen, dat het hier
ging om een quaestie van loyauteit te
genover den Volkenbond en de betrokken
bevolking.
Was men er wel zeker van, zoo vroeg
Poincaré, dat de natie, aan welke het
mandaat over Syrië zou worden toever
trouwd in plaats van Frankrijk, dezelfde
mooie onbaatzuchtigheid zou toonen om
de bevolking op de onafhankelijkheid
voor te bereiden? Ware niet te vreezen,
dat een mogendheid met imperialistische
tendenzen zich zou vestigen temjdden
van de bevolking die Frankrijk be
schermt?
De premier stelde de quaestie van ver
trouwen. Daarop werd het voorstel met
380 tegen 200 stemmen verworpen.
Italië.
In den Zaterdag gehouden minister
raad heeft Mussolini verklaringen afge
legd over de Italiaansche buitenlandsche
politiek. Hij legde er den nadruk op dat
de aandacht van alle regeeringen thans
gevestigd is op de poging met Duitsch-
land een overeenkomst te bereiken.
Daarbij loopen echter de opvattingen zelf
over de te volgen procedure nog ver uit
een. Italië heeft zijn standpunt in deze
aangelegenheid sedert lang op duidelijke
wijze geuit.
Mussolini besprak vervolgens het nieu
we handels- en vriendschapsverdrag van
Italië met China. Dit verdrag is niet al-
leen uit politiek maar ook uit econo
misch oogpunt van belang.
Ten slotte roerde Mussolini het von
nis van de Parijsche jury-rechtbank aan
tegen den Italiaanschen arbeider, die den
plaatsvervangenden Jtfaliafanscjien con
sul te Parijs vermoordde en daarvoor 2
jaar gevangenisstraf gekregen heeft.
Mussolini verklaarde, dat het heele
Italiaansche volk zich door het vonnis
van de Parijsche jury-rechtbank ernstig
gekwetst gevoelde. De regeering begrijpt
de verontwaardiging van het Italiaan
sche volk en verheugt zich er over dat
de betoogingen der Italiaansche studen
ten tegen het vonnis zich volkomen kalm
afgewikkeld hebben.
De werkloosheid onder de Engelsche
mijnwerkers is ontstellend groot Op het
oogenblik zijn bijna 300.000 hunner zon
der werk en van deze 300.000 vormen
niet minder dan 250.000 een permanent
overschot op de arbeidsmarkt. Met hun
vrouwen en kinderen komt dit hierop
neer, dat thans meer dan een millioen
personen aan de nooddruft zijn prijs
gegeven.
Dit is de korte inhoud van een op
roep, die de Federatie van Mijnwerkers
tot het Engelsche volk richt en waarin
zij zegt,- dat de bevolking der mijndis
tricten wordt bedreigd door een cata
strophe, die zich laat vergelijken met ’n
een of andere geweldige natuurramp. De
werkloosheid is van zoo langen'duur, dat
groote aantallen arbeiders reeds sedert
lang geen recht meer hebben op de uit-
keeringen, bepaald bij de verzekerings
wetten tegen werkloosheid, terwijl de
armenbedeeling den toestand niet be-
heerscht en het overbrengen van werk-
looze mijnwerkers naar andere indu
strieën nog pas in zijn begin is, zoodat
de resultaten daarvan nog gering zijn.
De Federatie doet daarom een beroep
op het Engelsche volk om de mijnwer
kers te helpen opdat zij den harden win
ter kunnen trotseeren.
Engeland.
Men begint thans het ergste te vreezen
voor koning George. Tot dusver ver
meldden de geneesheeren, dat de krach
ten van den koning onverminderd ble
ven. Thans laten zij doorschemeren, dat
het weerstandsvermogen minder goed
is geworden. Het laatste officieele bul
letin duidt op een hartverzwakking, hoe
wel de temperatuur wat lager is en de
pleuris gelen verdere .uitbreiding heeft
genomen.
De kroonprins is aan boord van de
„Enterprise” naar Europa vertrokken.
Hij kan binnen 12 dagen arriveeren.
Zondag ging reeds het gerucht, dat
de koning overleden was, maar dit werd
later door de geneesheeren tegengespro
ken.
In alle kerken werd Zondag voor den
koning gebeden.
aan den ondergang werden ontrukt om
in behouden haven rust, en warmte, en
verkwikking, eq veiligheid te vinden, na
zooveel uren van ontbering.
Helaas, ook meermalen om na bange
worsteling vruchteloos weer te keeren,
omdat de branding te groot, en de golf
slag te hevig was, en omdat de holle
zee de kleine notendop in hare draaikol
ken, zou hebben versplinterd]. En óók
pm zelf eenmaal een prooi der golven te
worden, waarbij alle redders welhaast
hulpeloos ronddreven om daarna op dé
kust te worden gesmakt, en één van al
len „Kreupele Piet” zijn helden
moed met den dood te betalen.
En ik zag in beeld, het wrak van de
Malmö voor de kust van Ameland, en
tusschen Zandvoort en Ymuiden het Ita-
l'iaansche stoomschip „Salento”' en de
„Chrsitian Michelsen” uit Noorwegen,
vastgeloopen voor de Hoek van Holland
en ik zag hoe vanaf het strand werd ga
degeslagen de worsteling tusschen leven
en dood...
En ik dacht aan die mannen in doods
nood daarginds, op dien zinkende wrak
ken en aan hunne betrekkingen heel in
de verte, nog onbewust van het dreigend
gevaar en de sombere tijding, welke
straks misschien de woning zal worden
binnengebracht en aan den heldenmoed
en de doodsverachting dergenen die nog
zochten te redden die ter dood geroe
pen waren.
En wéér woei de woedende wind met
geweld,
En wéér wordt er scheepsramp op
scheepsramp gemeld,
En wéér, ondanks loeienden bulder-
orkaan,
Zijn daar onze helden ter hulpe gegaan
En wéér kiest de reddingboot onver
saagd zee,
Wéér nemen de golven haar slacht
offers mee,
Wéér heerscht er in menig gezin
schrijnend leed
En wéér staan er nieuwe soldaten
gereed.
V
de elementen en uit hunnen doodsgreep bij het reddingswerk in de branding
te ontrukken, die mannen, en vaders, en
zoons, die daar ginder misschien hun
laatste gebed reeds deden, zich ge
waagd hebben in de ranke reddingboot
slechts gewapend met een gordel welke
hen drijvend moet houden, om te redden
was te redden was.
Toen zijn zij uitgevaren, de mannen
van IJmuiden, en Zandvoort, en Terschel
ling, en Ameland en Hindeloopen, en
hebben met gevaar van eigen leven zich
gewaagd om anderen te redden. Hier en
daar met schitterend gevolg, waar tien,
twintig, dertig man en wellicht nog meer
Toen gingen mijne gedachten naar iets
anders.
En ik zag heel die groote, woelende
menschenmassa te land en te zee in onze
steden en dorpen en vlekken en op het
groote watervlak, in hunne worsteling
om het bestaan, in hunnen strijd om het
leven, en ik zag hoevelen hunner daarbij
schipbreuk leden. En mijn oog viel op
die armen, verminkten, gekneusden, ver-
latenen, verworpenen, uitgebannenen,
die door eigen schuld of anderer toedoen
aan lager wal geraakt, moedeloos, en
Daar is de laatste dagen en weken
heel wat gebeurd op de Friesche kust
en die van heel ons land.
Gelijk wij dat in den Herfst wel meer
gewoon zijn stak plotseling de storm op
en beukte de kokende zee onze stran
den. Slechts zelden nam de barometer
zulk een lagen stand aan. Naar „storm”
wees het peiltje, en het weerbericht sein
de naar alle kustplaatsen: „Weest op uw
hoede 1” Want wij kennen hem, dien reus
die, als hij losgelaten wordt en gelegen
heid ontvangt de schatkameren des Al.-
machtigen te verlaten en zich vrij en on
belet in zijn kracht te openbaren, met on
weerstaanbaar geweld komt aanrennen
om te verpletteren en neer te werpen,* en
op zij te slingeren en tot gruizelementen
te verbrijzelen en tot spaanders te ver
splinteren alles wat tegenstaat en hem in
zijn loop zoekt te stuiten. En wij ken
nen ook de zee, die mooie zee, die lok
kende, lonkende, lachende zee, als haar
watervlak als een spiegel zoo effen is,
als zij weerkaatst al de beelden die de
geheimenissen van hare diepe kolken
zoeken te ontdekken; als bij ondergaan
de zon in duizendvoudige tinten en kleu
ren van purper en smaragd robijn en het
licht in haar paarlenschat flonkert. Maar
wij kennen ook de zee, als de geweldige
als de razende, als de ziedende pot,
wanneer zij, opgewekt uit hare sluime
ring zich verheffen gaat, om met haar
bruischende, schuimende golven een aan
val te doen op onze erve, en ondet-W.oe-
dend gebrul weg te nemen en in de draai
kolken harer branding onder te doen
gaan, alles wat haar binnen bepaalde
grenzen zoekt te houden.
Maar wij weten ook meer. Wij weten
ook hoe in die vreeselijke oogenblikken,
als de elementen zijn losgelaten, en zij in
vereeniging met elkaar, het land gaan
beuken, en het menschenwerk zoeken
te vernielen, te midden van die ontketen
de golven menschenlevens worstelen met
den dood en met inspanning van boven-
menschelijke kracht het veege lijf nog
trachten te redden uit de geopende kaken hopeloos aan den heirweg van het leven
des doods beneden hen, die elk oogen
blik gereed zijn om hen te verslinden.
Ook ditmaal hebben wij dit gevreesd
toen de storm gierde door onze straten, r r
en rukte aan onze woningen en weldra telijk, of beide tegelijk weg te zinken in
kwam de telegraaf melden hoevelen in
doodsnood waren. Van alle zijden blik
semden de vuurpijlen in het nachtelijk
duister om de aandacht der levenden op
den oever te trekken voor hen, die bo
ven het watergraf worstelden met den
dood, terwijl waar nog mogelijk de ra
dio het wanhopige „S. O. S.” naar de
bewoonde wereld zond. Hier was het ’n
Noorsche stoomboot, daar een Zweed-
sche schoener, elders een Italiaansch
schip hetwelk uit de branding des doods
om redding smeekte en vanaf de Hol-
landsche zee, tot aan de Friesche Wad
den, verdrongen zich de menigten om
voor zoover dit mogelijk was, getuige te
zijn van die worsteling op leven en dood
en
om de ongelukkige schipbreukelingen te
redden.
Want te midden van dat vliegend weer
is ook meer gebeurd. Toen zijn onze
kloeke zeehelden uitgetogen, mannen
wier namen voor ’t meerendeel niet eens
bekend zijn, niel geridderd niet getau-
werd, niet bewierookt, niet gehuldigd, die
dit ook niet willen, die dit ook niet zoe
ken, maar die toen, doordrongen van'hun
plicht, en in zich voelende ontwaken de
begeerte, ik zou haast zeggen van de
hartstocht, om den ongelijken strijd te
wagen in de worsteling met de woeden-
selijke mannen, die geen oog hadden voor
de lijken die aanspoelden en de bewuste
lozen die werden weggedragen, maar
wel hunkerden naar ’t oogenblik waarop
het schip onder het golvengebeuk in
tweeën zou splijten, en zij als echte
strandjutters iets van de kostelijke of
kostbare vracht zouden kunnen opvis-
schen en wegdragen naar huis...
Zijn er ook niet de zoodanigen, die
nog uit de woeste wejreldwieling, waarin
zoovelen omkomen, trachten bijeen te
vergaderen zooveel zij kunnen om daa- besch^rm.en tegen een nieuwen Duitschen
mede zich in veiligheid te begeven? Zon-
der deernis met allen, die daarbij het
leven lieten?
De Ijsclub „Bolsward” hield Zaterdag
avond haar jaarvergadering in de bo
venzaal van café Slippens.
De voorzitter, de heer P. D. van der
Klei, opende de vergadering met een
woord van welkom, in het bijzonder tot
de aanwezige bestuursleden van de zus-
terclub „De Friesche Jeugd” en drukt
zijn spijt uit over de geringe opkomst.
De secretaris, de heer A. Andriesma,
leest de notulen der vorige jaarvergade
ring, welke onder dankzegging worden
goedgekeurd en vastgesteld.
Hierna leest de secretaris het jaarver1
slag, dat, behalve de bijzonderheden der
gehouden hardrijderij, weinig vermel
denswaard bevatte.
Uit de rekening en verantwoording van
den penningmeester, den heer T. Popma,
blijkt, dat de ontvangsten, met inbegrip
van het aanwezige saldo, hebben bedra
gen f429.55, de uitgaven f320.64, saldo
alzoo f 108.91.
Door twee leden werd deze verant
woording nagezien en in orde bevonden
en dqn penningmeester décharge ver
leend van zijn beheer, wat deze nu reeds
ruim 20 jaar met accuratesse heeft ver
richt en waarvoor de voorzitter hem har
telijk dank zegt.
De heer J. Koch werd als bestuurslid
herkozen en is genegen zich deze benoe
ming te laten welgevallen.
Bij de rondvraag kwamen nog enkele
zaken van huishoudelijken aard ter spra
ke.
Besloten werd dat als eerste wedstrijd
een ledenwedstrijd met dames zal plaats
hebben.
De vergaderden waren zeer tevreden
over het resultaat der rijderij op de elec-
trisch verlichte ijsbaan, waarbij in drie
avonden bijna 1000 kaarten werden ver
kocht.
Nadat de voorzitter de heeren Slot en
Molenaar dank heeft gebracht voor het
Ingereedheid brengen der baan met toe-
behooren, sluit hij de vergadering met
den wensch, dat er voor de z.g. Com
binatie „Ijsclub Bolsward” een gelukki
ge periode moge aanbreken, die voor de
ijssport goede vruchten zal dragen.
Wij zouden hiermee dus kunnen ein
digen, ware het niet, dat er in de verga
dering stemmen opgingen, die uw ver
slaggever verzochten om met een enkel
woord melding te maken van de jaar
vergadering der Ijsclub „De Friesche
Jeugd”, welke Maandag 10 December
a.s. plaats zal hebben.
Hét doel, hetwelk bij dat verzoek voor
zat, was te trachten daardoor een ver
gadering te bekomen, die zich kenmerk
te door een druk bezoek.
Opgemerkt werd, dat hier ter stede nog
steeds veel belangstelling bestaat voor
de ijssport, wat zoozeer tot uitdrukking
komt wanneer de wateren gestold zijn en
de jeugd van een gladde ijsbaan kan
profiteeren.
Gewezen werd op de vele genoegens
welke de ijssport aan de jonge dochters
en jonge mannen verschaft, vooral als
men daarbij bedenkt voor hoevelen de
ijssport een aanknoopingspunt geweest,
is voor een eerste kennismaking die leid
de tot een hechte verbintenis voor het
verder leven.
Algemeen werd erkend, dat de leden
den vloed. Mannen en vrouwen, jongelin
gen en jongedochters, uit allerlei stand
en kring en familie. Verloren zonen en
dochteren, ver van huis, en ver van het
vaderland, en ver van de blijdschap en
den overvloed welke daar gevonden
wordt. Arme schipbreukelingen te land
eri te zee, niet meer in staat zich zelf te
redden van een wissen ondergang.
Maar toen zag ik ook nog iets an
ders. Toen zag ik de helden die met een
hart vol liefde, in de kracht des geloofs,
door den drang des Geestes er op uitto
gen, in heg en steg, in slopen en stegen
in schuit en dakkamertjes, of op de hoe
ken der straten waar de loerende vrouw
haar prooi zoekt te bemachtigen, om al
de kansen te berekenen die er waren die gebondenen of verweesden, of ver
worpenen, of vertoornen de hand der
redding toe te steken, en te trachten op
te halen uit de diepten des levens, uit de
draaikolken van het verderf, alles, wat
daartoe in zich zelf geen kracht en geen
durf, en geen begeerte meer had. Omdat
de wagen toch zoo diep in den modder
was weggezonken dat men geen kans
meer zag deze in effen spoor te brengen.
Neen het is geen gemakkelijk werk, dat
uitgaan om anderen te redden, ’t Kost
eigen rust, en eigen gemak, en eigen vei
ligheid, en in het eind eigen leven. Even
als dat van „Kreupele Piet” die omkwam
van
de kokende zee voor de haven van IJmui
den.
En het zwaarste is misschien nog dat
zoovelen toezien, en aanmerkingen ma
ken, of zelfs heelemaal geen gevoel heb
ben voor ’t groote werk der barmhartig
heid. Gelijk op dat strand, waar giebe
lende meisjes te midden van de doods-
worsteling en doodsverachting lachten en
schaterden om die rukkende windvlagen
die hen het voortgaan beletten en onder-
tusschen zich te goed doen aan choco
lade, of straks klaagden over koude voe
ten in het natte zand. Of zooals die.vree-
waarin opgenomen
rg
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal.
Dit no. bestaat nit 2 bladen.
Porto Binnenland P/a ct.
Buitenland 4 ct.
I I
DE JONG s NIEUWSBLAD