s Illlllllllllllllll Admlnisiraliekanloor UAn DER IÏIEER OE HRUin HEERENVEEN Illlllllllllllllll De Bolswardsche Courant en Westergoo M. WERELDNOOD. Reparatie-Inrichting Du co Schilderwerk nl W. VAN DERWERFF Stadsnieuws. Uit den Omtrek, [DRAISHIAyanVALKEHBURC^'S^J Verhuur van 4 tot 8 pers, wagens met of zonder chauffeur. j! 25g=g Jaargang Woensdag 22 Januari 1930 No. 6 Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12 en A te Toch wagen wij de vraag te stellen of het haast geen tijd wordt dat de men- schen met elkaar den moed krijgen aan dat rustloos gejacht in steeds sneller tempo het hoofd te bieden en te gaan zeggen: „Tot hiertoe en niet verder!” A dve r t e n t i n per regel: Woensdagsnummer 10 cent. Zaterdagsnummer 12 cent. Tusschen de tekst dubb. prijs. Aangesloten bij het Bureau voor oplaagcontröle. WITMARSUM, 17 Jan. De op 15 Ja nuari j.l. in de gemeente Wonseradeel gehouden inventarisatie van aardappelen heeft uitgewezen, dat nog 71.57 van de oogst bij de verbouwers in die ge meente aanwezig is. RECTIFICATIE. In ons nummer van Zaterdag j.I. staat onder uitslag damwedstrijd 1ste klas: 2e prijs J. Buwalda, Witmarsum. Dit moet zijn J. Bruinsma, Witmarsum. t t. i. 1. 2. 3. 4. Eiken Donderdag van 11 tot 1 uur te spreken Sociëteit „DE DOELE”, Bolsward, Schilderijen-exposlfle. De Arnhemsche kunstschilder Wolter Jansen, die tijdelijk hier verblijf houdt, exposeert in den kunsthandel van den heer S. Visser, Dijkstraat 29, enkele schilderijen van onze stad. Van zijn werk zegt de „Nieuwe Arn hemsche Courant” van 16 Mei 1929: „Prettig geschilderd, sterk van leven dige variaties”; de „Arnhemsche Courant” van 15 Mei 1929: „dit werk toch bezit goede kwali teiten, niet alleen wat de compositie, doch ook wat het kleurgevoelige be treft” Verschijnt Dinsdags- Vrijdagsavonds. WITMARSUM, 19 Jan. Zaterdagavond werd de jaarvergadering gehouden van het ziekenfonds „Helpt Elkander” in het logement „de Harmonie” van H. Bruin sma. De belangstelling voor deze vergade ring was bijzonder groot de zaal was elvol. De voorzitter, de heer J. J. Adema, opende de vergadering met een woord van welkom, in het bijzonder aan het echtpaar B. van der Veen van Huizum, die na de agenda een reeks voordrachten ten beste zou geven. Hierna verkreeg de secretaris, de heer H. v. d. Witte, het woord die een keurig verslag uitbracht over het afgeloopen jaar, waaruit bleek, dat 97 leden met 41 begunstigers te boek staan op 31 De cember 1929. Daarna: kwamen de cijfers van den penningmeester, den heer T. Jellema, naar voren en hieruit bleek, dat de in komsten f860.28 en de uitgaven f715.01 hadden bedragen, zoodat er een batig saldo is van f 145.27. De bescheiden werden gecontroleerd door de heeren Auke Kooistra, Sj. Rijpma én A. Buwalda. Eerstgenoemde bracht hiervan rapport uit en verklaarde, dat alles in de beste orde was bevonden, waarvoor dank werd gezegd. Beide functionnarissen werden door den voorzitter bedankt voor hun nauw keurige administratie. t Naar wij vernemen is de Zeer Eerw, Pater Maximus Albada Jelgersma, O. F. M. in afwachting van zijn definitieve be noeming als vloot-aalmoezenier als zoo danig werkzaam gesteld. Voor ons, Bolswarders, elscht dit kor te bericht een weinig nadere bespreking immers Pater Jelgersma is een oud-Bols- warder, den 4 Juli 1879 geboren. Na het Gymnasium der Paters Franciscanen te Megen te hebben doorloopen, werd hij, den Isten October 1899 te Maastricht gekleed. Den 25sten Maart van het jaar 1906 werd hij in de Kloosterkerk te Weert door Mgr. Drehmanns tot priester ge wijd. Na Zijn priesterwijding werd Pater Jelgersma in Venraay geplaatst, achter eenvolgens in Megen, Vorden en Woer den. Van 1925 tot nu toe was Pater Iel- gersma Vicaris van het Klooster te Vor den. Pater Jelgersma die in hooge mate de gave van het woord bezit was gewoon lijk niet lang binnen de kloostermuren. Geregeld stond zijn notitieboekje vol met retraites, missies, tridua, enz. Waar hij preekte stroomde elk kerkgebouw ge makkelijk vol. Van zijn persoonlijkheid gaat mede een zekere charme uit. Elk die met Pater Jelgersma in aan raking kwam werd getroffen door de le vensblijheid en hartelijkheid van dezen stoeren werker. Pater Max, zooals zijn vrienden hem gaarne noemen, is geen onbekende onder de Jantjes. In 1927 heeft hij als aalmoe zenier met een onzer oorlogsbodems de „Tromp” een kruistocht meegemaakt haar de Middellandsche Zee. Twee jaar later de 13 Januari 1929 ging Pater Max met de „Hertog Hendrik” mee. De nieuwe vlootaalmoezenier zal zich na zijn benoeming te Vlissingen vesti gen. enkele vriendelijke raadgeving, een en kele hartelijke handdruk hier veel goeds kunnen doen en voor veel kwaads kun nen bewaren! Aan oude menschen, maar ook aan jonge menschen, die op ’s levens tweesprong verdwaald, de richting kwijt werden en in een maalstroom kwamen, die hen afvoerde naar de diepte, waaruit geen redding meer mogelijk is. Ach, dat wij allen voor deze allen „tijd” mochten hebben. Misschien dat deze woorden gelezen worden door menschen die hier een blad zijde uit hun eigen levensboek zien op geslagen en zulk een behoefte hebben aan eenig medeleven en aan raad of aan troost. Hoe gaarne zouden wij hen willen helpen en elk die dit verlangen mocht, mag ons hierover aap het adres van de Redactie schrijven, waarop wij gaarne alles willen doen wat mogelijk is, om een stukje van den wereldnood weg te ne men of te helpen verzachten. Te midden van het drukke leven wil len wij voor deze allen tijd hebben en hun toeroepen dat zij niet verlegen en eenzaam behoeven te zijn, hoe diep ook de weg of hoe ver ook de afdwaling, of hoe groot ook de zonde is, en dat er nog aan hen gedacht wordt Maar wat wij bovenal deze allen wil len toeroepen, het is het woord van dat bekende, maar schoone en troostvolle lied: Ga niet alleen door ’t leven, Die weg is u te zwaar, Laat één u sterkte geven, Ga tot uw Middelaar. Wie kan er tranen drogen Als Jezus? immers géén, Richt dan de treurend’ oogen Naar Jezus heen. Laten wij dat zeggen aan allen die misschien in groote verlegenheid en ra deloosheid op het punt staan weg te zin ken in den vloed! Veranderd stadsbeeld. Hoe door een bepaalde samenloop van omstandigheden een stadsbeeld zich ge heel kan wijzigen, bemerkten we Zon dagmiddag. Het was helder mooi weer en natuurlijk dan moet je met moeder de vrouw wandelen. Of je nou gedacht had, rustig je pijp te rooken, te lezen of naar de radio te luisteren, doet niks terzake. Zeg man, wat is het druk op straat, hè. Je kunt toch direct zien of het weer mooier wordt, hè. Nou, neem me niet kwalijk, maar als je dan niet merkt, dat ook zij graag wil wandelen, ben je een groote bullebak... Natuurlijk, als je liever niet wilt man... Maar je was immers al uit je stoel op gesprongen, de jas al half aan. Je had al driemaal de gang op en neer getip peld, tot je eindelijk vroeg: Maar vrouw, waar blijf je nu? Ja, ja, kom direct hoor. Och, zeg, wil je even m’n hoed van boven halen uil kast die en die en doos zus en zoo. Pas ben je weer onder, of: ’n Oogen- blikje nog hoor, nou heb ik mijn hand schoenen vergeten. In drie, vier stappen was je de trap weer op, en gelukkig, je greep juist het gewenschte paar. Nu het taschje nog, de Jarretelles worden even nagezien, immers die kousen, die kousen en we gaan. Wat prijs ik mij gelukkig, dat mijn vrouw geen lippenstift, geen poedercom- pact, geen wenkbrauwenkleursel, enz. gebruikt, onder ons gezegd, dan werd ’t laat voor we aan het wandelen gingen Nou denkt U misschien, dat mijn vrouw en ik tot dat veranderd stads beeld behoorett. Nee, nee, nu ter zake. Komende van den Sneekerweg even voorbij het Tramstation kijkende in de richting der stad valt het iedere wande laar onmiddellijk op, hoe door het rooien Jeugdvoetbal C.A.B.-L.S.C.-Junioressen, 14. Zondag had alhier op het Sportter rein bovenstaande wedstrijd plaats, waarbij de L. S. C.-junioressen een niet onaardig spel vertoonden. Bij C.A.B. was de keeper goed op dreef. Rust ging in met 10 voor L. S. C. Na de rust zag L.S.C. kans nog drie doelpunten te veroveren, terwijl de C.A.B.-juniorissen de eer wisten redden. Het is een kenmerk onzer dagen dat men „geen tijd” heeft. Nog hooit is in een minimum van tijd tot stand kunnen worden gebracht, wat men thans ziet ge beuren. Dank zij de ontwikkeling van de tech niek bestaat de mogelijkheid om de ge weldige bouwwerken binnen een korte tijdruimte tot stand te brengen. Hetzelfr de wat voorheen eerst na tientallen van jaren onder geweldige krachtsinspanning verkregen werd, of tot de onmogelijk heden behoorde, omdat menschenvernuft en menschenkracht te kort schoot om het te bereiken, dat wordt nu menigmaal als eert bagatel beschouwd, en door de doode machine, maar die tot in de onder deden schijnt te leven, op een wenk van die haar bedient, verricht alsof het kin derspel was. Wie heeft zich daar nog nooit over verbaasd, als hij zoo’n mechaniek kun stig samengesteld, ziet draaien en wen telen en zonder rusten tot in het onein dige dezelfde horizontale of verticale be weging ziet maken waardoor in weinig tijds een resultaat verkregen wordt, waarvan men onwillekeurig versteld staat. Niet alleen dat de arbeid veel vlugger en veel gemakkelijker en met veel meer resultaat verricht wordt, maar ook de zelfde uitvindingen zijn toegepast op het verkeer, waardoor wij in een minimum van tijd ons van de eene plaats naar de andere begeven en in weinige uren of da gen pen weg afleggen waarmede voor heen lange tijden gemoeid waren. We herinneren slechts aan onze trei nen en booten en auto’s en vliegmachines De afstanden zijn weggevallen; de gren zen zijn uitgewischt; het taalverschil is t zelfs in onzen geleerden tijd geen belet- sel meer om met andere landen en vol ken gemeenschap te hebben en zoo heeft er tusschen de naties op allerlei wijze een toenadering plaats op elk levenster rein, hetwelk in de toekomst nog steeds grooter en inniger zal worden, als men elkander beter leert verstaan en begrij pen. Niettegenstaande dit alles, schieten wij hoe langer zoo meer tijd „te kort”. Wij hebben „geen tijd” meer. Bij al die vlug heid en veelheid en volheid, geen tijd meer. Geen tijd voor alles wat ligt buiten de sfeer van onzen gewonen arbeid, die zelf ook in alle haast geschiedt. Is het niet maar dat we zelfs ons horloge aan den arm binden om zoodoende elk oogenblik vlug te kunnen zien hoe laat het is, en niet in de noodzakelijkheid verkeeren het uurwerk eerst uit den zak te halen en ons daarvan te overtuigen? Want wij hebben het zoo druk, en wij zijn zoo be zet en daar wordt zooveel van ons ge vraagd, en men wacht ons op het bepaal de uur hier of daar, en wij hebben een afspraak, en daar is een vergadering en wij moeten nog correpsondentie afdoen, ach menschen, wij hebben geen tijd! Geen tijd voor een ander; geen tijd voor het wereldleed; geen tijd om ron dom te zien; geen tijd voor ons zelf om eens tot rust te komen, geen tijd voor de onzen en voor hunne belangen! Geen tijd, geen tijd! En wie hef zou willen wagen om even stil te staan en na te denken en zijn aandacht te wijden aan het leven hetwelk naast hem heengaat, die hoort weldra de zweep van den drij ver, die tot voortgaan en vervolgen van den arbeid aandrijft. In de eerste plaats met het oog op zich zelven, maar dan ook in de tweede plaats met het oog op den wereldnood, wellicht in de onmiddellijke nabijheid. Wat dat eerste betreft, wij hebben het allen per soonlijk noodig, om telkens rustig tot ons zelf in te keeren. Niet enkel tot herstel van verloren of verbruikte kracht van lichaam en geest doch ook om zich tel kens te controleeren, ten opzichte van het werk hetwelk afgeleverd werd, den tijd die heenging, de richting die het le ven kreeg, de beteekenis die het heeft ge had, de toekomst die wacht, de hoop en de verwachting welke ten dien opzichte bestaat, en tal van dingen meer. Onge twijfeld zal een dergelijke levensbe schouwing en levensoverdenking vrucht bare gevolgen hebben en ons altijd beter en ijveriger en getrouwer maken in de vervulling onzer plichten, zoodat de oogenblikken die aan dit onderzoek be steed worden, niet als verloren dienen te worden beschouwd maar rijke winsten zullen afwerpen, zoowel voor het heden als voor de toekomst. Niemand zegge dat hij of zij hier geen tijd voor heeft. Die tijd moet dan maar gemaakt worden. Toen voor eenige ja ren de acht-urige arbeid in vele vakken en bedrijven ter sprake kwam om beter tot wet te worden verheven, waren er ook velen die zeiden, dat dit niet kon, en daarmede hunne zaak of bedrijf ten gronde zou gaan. Het is wel wat meege vallen, omdat men zich noodgedwongen leerde aan te passen aan de omstandig heden. Welnu zoo hebbe elk den tijd er af te nemen om zich als in een binnenka mer terug te trekken en met niemand bezig te zijn dan met zich zelf en met Hem, Wien het leven toekomt, en Die het eenmaal zal opeischen tot het afleg gen van rekenschap. Maar dan in de tweede plaats óók, om tijd te krijgen voor den wereldnood, wellicht vlak aan zijne zijde. Wij zijn nu eenmaal op elkaar aangelegd. Wij hebben verantwoordelijkheid jegens el kander. Ons geslacht bestaat niet enkel uit zoovele losse op zich zelf staande personen, gelijk dé tallooze bladeren aan een boom geen betrekking tot elkaar hebben, of als de ontelbare grassprietjes in het weiland die allen afzonderlijk hun eigen kortstondig bestaan leven, maar daar is een onderlinge band die ons al§, geslacht aanéén bindt, en solidair doet zijn. In allerlei levensuiting en le- vensopenbaringen en levensiotgevallen. In blijdschap ensmart in zegen en ramp spoed, in genot en gemis. Daarom gevoelen wij ons, als het nijpt, altijd tot elkaar aangetrokken. Daarom is men in de eenzaamheid blij een mensch te ontmoeten, ook is het een puur vreemde; daarom zullen wij onder bepaalde omstandigheden voor deze zelfs ons hart openen, en uit de volheid van ons geprangd gemoed hem zeggen wat er leeft en woelt en werkt in ons vol gekropt, innerlijk leven. Daar zijn, vlak in onze nabijheid, niet het minst in onze dagen, van die volge kropte menschen, die niet weten hoe het moet, en waar zij de kracht voor hun le ven zullen vinden. Zij-zijn wanhopig, of althans op den weg daarheen. De zor gen, en de moeilijkheden en het lijden, of de zonden van het leven hebben hen in een toestand gebracht, dat zij geen raad meer weten en geen hoop meer, hebben, en geen uitkomst meer zien. Al les rondom hen is* nacht Geen ster schijnt meer voor hun hen. Zij zien ner gens meer licht en zijn de vertwijfeling nabij. Arme schipbreukelingen op de le venszee. Verdwaasd vaak; verdoold me nigmaal door eigen schuld; op een dwaalspoor gebracht door eigen of an- derer toedoen, en dan daarbij nog niet zelden aangeklaagd door eigen geweten, of door hardvochtige beschuldigingen van anderen, waardoor de levenslast nog zwaarder wordt. Zeg niet, wie dit leest, dat dit uitzon deringen zijn. Zeg niet dat zooiets in on zen tijd niet voorkomt. Zeg ook niet, dat hieraan toch niets te doen is, en ga hier niet over heen met dat oude, koude: Ben ik mijns broeders hoeder?” Juist dit laaatste maakt het voor die ongelukkigen zoo moeilijk en zwaar. O, als zij maar eens iemand hadden die tijd voor hen had. Voor wien zij hun hart eens konden uitstorten. Die zij in vertrou wen zeggen mochten, wat hun drukt of dreigt. Maar te midden van dit diepe leed, hetwelk zij al met zich om dragen en voor elk verbergen, maar dat hun bij dag en nacht vervolgt, dan óók nog te moeten ervaren, dat „niemand tijd voor hen heeft”, dat niemand hen verstaat; dat men hen misschien wel hardvochtig veroordeelt en verstoot! Wat zou een enkel goed woord, een WITMARSUM, 17 Jan. In de heden gehouden ledenvergadering van het Friesch Volkssanatorium, afd. Wonsera deel, waren alle bestuursleden aanwe zig. De voorzitter, de heer R. Ypeij, open de met een woord van welkom en ver zocht den secr.-penningm. notulen en jaarverslag van het afgeloopen jaar uit te brengen. Hierna volgde rekening en verant woording. De ontvangsten bedroegen f 2764.07 en de uitgaven f 1804.23. Batig saldo f959.84. In de plaats van de aftredende be stuursleden Ds. van Munster en Ds. J. Dikboom, (secr.-penningm.) wenden resp. gekozen de heeren S. Brune te Lollum en J- Schurink te Witmarsum als secr.-penningm. Plannen werden overwogen met het oog op de propaganda het aantal be stuursleden uit te breiden en in alle eenigszins belangrijke plaatsen geschikte personen aan te zoeken, opdat de afdee- ling een periode van nieuwe bloei tege moet gaat. De voorzitter dankte den aftredenden secr.-penningm. voor het vele werk, dal hij had verricht en de andere leden vooi hunne belangstelling, waarna de verga dering met een woord van dank werd gesloten. der boomen aan het Hoog Bolwerk een geheel ander beeld onzer stad verkregen is. Stak vroeger alleen de massale toren der St Martinikerk boven de boomen- groep van het Hoog Bolwerk uit, nu ligt de geheele kerk als het ware open en vrij voor je oog, nergens in de stad kun je een zoo zuiver beeld van de kerk krij gen als juist op deze plaats. Op de voor grond het lage groenende land, dan het Hoog Bolwerk, kaal en troosteloos, daar achter met de kruin van het Bolwerk ge lijk, het dak van het oude Convent en op de achtergrond de oude St. Martini kerk imponeerend door zijn rustige vorm en massieve bouw. a. Lid damescommissie voor het Handwerkonderwij s. Aanbevolen worden de dames: 1. J. Eerdmans-Nooitgedacht. 2. H. H. Op 't Holt. Leden plaatselijke schoolcommissie. f De Raad onzer gemeente komt a.s. Donderdag 23 Januari des avond 7 uur ten stadhuize bijeen ter behandeling van de volgende punten. 1 Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot het verleenen van eervol ontslag aan J. Lemstra als brugwachter en tot benoeming van G. Korfmaker in die functie. 2. Voorstel tot onderhandsche ver pachting van bruggen. 4. Verzoek van J. Postma, gemeente- architect in verband met het bepaalde in art. 14 van het ambtenarenreglement. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verbouwing van het ge meentehuis. 6. Adres van de afd. Bolsward v. d. R.K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden om wijziging der ver ordening op de winkelsluiting, met ad vies van Burgemeestr en Wethouders. 7. Comptabiliteitsbesluiten. 8. Benoemingen: OPENBARE VERGADERING van den Raad der gemeente Wonsera deel, op Zaterdag 25 Januari 1930, des voormiddags 10.15 uur, ten gemeentehuize te Wit- marsnm. Agenda. Notulen. Ingekomen stukken. Mededeelingen. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche verhu ring van een gedeelte van het Waag gebouw te Makkum aan J. Cappendijck, aldaar. 5. Idem tot onderhandsche verpach ting van het recht van tolheffing voor doorlating van vaartuigen door de op haalbrug over de Bolswarder-Workumer trekvaart bij Tjerkwerd. 6. Idem tot het bouwen van 10 ar beiderswoningen op een terrein gelegen aan de Nieuwbuurt te Makkum. 7. Benoeming van een onderwijzeres aan de o. L school te Komwerderzand. 8. Begrootingswijziging. LEEUWARDQfr I l 8 i i i 1 i J Official Ford Dealer BO LS WARD TELEF. 86 i 8 tt Inrichten, bijhouden en controleeren van Boekhoudingen Belastingzaken Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct. Voor het Buitenland f7.- per jaar. Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal. DE JONG s NIEUWSBLAD waarin opgenomen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1930 | | pagina 1