Ta lil Dr. uiiou JOi Dl. HIM’S BflüK - Mum J. De Zuiderzee drooglegging. M Wiger Sünderhert. IIM ZAT j. h. uaii oer ueeh, nannenhoi B z BOLSWARD P. FLORENCE Gemengd Nieuws. FEUILLETON MAKKUM HET ADRES voor PLUIMVEEVOEDER is en blijft V. P. N. I AGENT I Wac Vooi 005 Voor de Dames. Minzaam aanbevelend. Dins Sprei Prir Wirdt toarbei Een gestoorde vrijerij. Een boer te Simbach (D.) merkte, dat zijn stalmeid bezoek kreeg in den stal, doch bij gebrek aan een passenden weg liet de bezoeker zich steeds van den Een ander middel om wasdoek weer mooi te maken is het te wrijven met een mengsel van gelijke deelen warme melk en terpentijn. 2 O Wat de tong streelt Sinaasappelen. „Sinaasappelen... Wit maken wij Vri Lee Bui Vo< Lee Spre be fe ophouden nog mogelijk? „Kunnen wij nog terug? Zeker, wij kunnen nog terug. Indien men het werk onmiddellijk staakt, zal de visscherij, welke de laatste jaren nog rijke winsten boekt, er geen schade van ondervinden. Zuiderzeevloot en nevenbe- drijven zijn nog intact. Voor de reeds uitgegeven drie vier honderd millioen heeft men dan althans den Noord-Westpolder, de verbinding van Wieringen met den vasten wal, ter wijl voor het aanwezige materiaal overal wel een bestemming is te vinden. Gaat men echter door en komt de af sluitdijk gereed, dan is het onherroepelijk te laat. Nu moet er al 380 millioen bij. Mr. Van Gijn heeft berekend, dat de overschrij ding wel bijna een milliard (duizend mil lioen) zal worden. Daarvoor krijgen wij, indien alles vlot verloopt, dan mogelijk een twaalfde provincie van natte zoute slik, welke nog in geen eeuwen zal kun nen rendeeren en waar elke storm, zoo- als wij zagen, een nationale ramp kan doen ontstaan. Laat daarom het Nederlandsche volk de waarheid weten omtrent het drama, dat de geheele drooglegging der Zuider zee in werkelijkheid is! Nog is het niet te laat: wij kunnen nog terug!” Dit alles klinkt niet erg bemoedigend! houd ZIT ’t H( boud Spree Spree Wh im n wjuckzhu ^LORsrrcir BOLSWARD Dei El tot 1 ,DE Inrit ran B> SNE f Voor Bolsward bij B. BROUWER, Gr. Kampen. v G. BURGHGRAEF Brandassurantie.Mij. Woudsend Levensverz.-Mij. Holland Onderl. Brandwaarb.-Maatschappij „W O U D S E N D” Correspondent: D. B. EERDMANS, Kleinzand - Bolsward Fietsrijders opgelet! De roods reflector. In den laatsten tijd wordt door de po litie een verscherpt toezicht uitgeoefend op de deugdelijkheid van de roode re flectors op rijwielen en andere rij- en yoertulgen. Hierbij is gebleken, dat nog veie roode glaasjes in gebruik zijn, die niet het (iaarop vallende licht terugkaatsen, dus geen reflectors zijn en dat vele reflectors verkeerd zijn aangebracht; vele zijn zoo danig op het achterspatbord van rijwie len aangebracht, dat het roode vlak schuin naar boven wijst, in plaats van naar achteren. Een reflector moet recht standig aangebracht worden. Het is herhaaldelijk voorgekomen, dat een wielrijder door een auto werd aan gereden, tengevolge van de ondeugde lijkheid of van het verkeerd aangebracht zijn van den reflector. Heeren- en Dameskleeding naar Maat Heeren Modes J. WALMA, Grootzand. Chique coupe. Nieuwste modellen. Vraagt mijne uitgebreide collectie ter inzage We hebben reeds meerdere malen ver schillende uiteenzettingen van voorstan ders der Zuiderzeedroogmaking in ons blad opgenomen. Thans willen we ook eens overnemen wat een tegenstander, de heer de Herder le Harderwijk, over het plan zegt. Een verslaggever van „De Tijd”, die Pu toch eindelijk van den heer Den Her der het naadje van de kous eens wilde weten nd dat hij diens brochures ge lezen had heeft een lang onderhoud met hem .gehad, dat zeer breed en gede tailleerd is oververteld in het blad. Het is interessant om te lezen en als het eens waar mocht wezen wat de heer Den Herder voorspelt, dan ziet het er voor de toekomst niet al te best uit. We kunnen er niet aan beginnen het „heele verhaal” over te nemen, doch ge ven hier enkele uitspraken: 1. Een reuzenkapitaal wordt vernie tigd door het verdwijnen der zuiderzee- visscherlj en aanbehooren, n.l. minstens twintig millioen per jaar, d.i. rente van een kapitaal groot vierhonderd millioen. 2. Enorme waterschapskosten. Er zal op de zuiderzeepolderdijken n.l. steeds een waterdruk van zes meter staan, en men zal heel veel last hebben van zeer overvloedig kwel- en regenwater. Eeu wigdurend moet deze nieuwe provincie NUTTIGE WENKEN. Koude, oude thee, die men andere weggooit, is een goed middel, om was doek (tafelzeiltjes, enz.) mee at te no men. wortlen leeggepompt, om nog van den hooizolder door liet voederMk In tien stal zakken. De boer spijkerde nu stil-] dame wordt door den verkeebagent voor letjes een vrij nauwen meelzak onder ’t gat en wachtte het verloop der dingen af. En jawel, opeens vulde zich de zak, een vloek klonk en de minnaar was als een kat in den zak gevangen. Hij moest bij het omlaagglijden de ar men strak langs het lijf drukken om door het luik te kunnen glippen en even eng zat hij in zijn hulsel. De boer stelde zich tevreden met een boetpredicatie tegen den minnaar en bevrijdde hem onder spot en hoon van het toegestroomde perso neel uit zijn miserabele positie. In een oogwenk was de man uit den stal verdwenen. De danseommissie. De ministers van Binnenlandsche Za ken en Landbouw en van Justitie heb ben zooals men weet ingesteld een commissie, aan welke opgedragen wordt, de Regeering van voorlichting te dienen over de vraag, in hoever van overheids wege met betrekking tot het dansen maatregelen dienen te worden getrof fen. In deze commissie zijn benoemd: tot lid en voorzitter, mr. H. de Bie, rechtei in de rechtbank te Rotterdam; tot leden mr. G. van Baren, burgemeester van Delft, mej. J. M. J. A. Meijer, lid van de Tweede Kamer te Rotterdam; G. van Veen, adjunctdlrecteur van het nutsse- minarium voor paedagogiek aan de ge- meen.lte-uitf’versiteit van 'Amsterdam en H. J. 'Versteeg, hoofdcommjtesaris van politie te Amsterdam. Tot ^secretaris is benoemd mr. R. 'J. Th. v. d. Heijden, advocaat er procureur te Den Haag. bewijs. De scJirttteUJke tuesJimrmTrrg Cer :rkeereagent voor Een conceptreglement, den heeren com missieleden benoemd, de Nederlandsche regeering van advies te dienen over de eventueelé beperking der danswoede, eerbiediglijk opgedragen. Reglement bevattende eenige algemeene en bijzondere bepalingen, waarnaar elke dame of heer zich zal moeten gedragen indien zij of hij zich bevindt in een openbare gelegenheid tot het be oefenen der danskunst Art. 1. In elke openbare dansgelegenheid moet een verkeersagent gestationneerd worden.Deze heeft ervoor te zorgen dat al de hierna te noemen bepalingen wor den opgevolgd. Bij overtreding volgt proces-verbaal. De straf op deze overtre ding gesteld is het langer of korter in trekken van het dansbewijs. Art. 2. Elke heer die ’n dame ten dans vraagt behoort dit schriftelijk te doen onder overlegging van een deugdelijk geboorte- Hjar donkerblauwe eagen seagen yen Jlmmerwei sa goedlik en frjeonlik oan. En dat Symkje goedlik wier, dat wisten de bern üt it gea krekt sa goed as de ear- me ljue. En de fügeltsjes dy’t alle dagen weroan troch Symkje foerre waerden, wisten it ek en koenen hjar al oan hjar lüd. As se üt ’e hüs kaem en mar efkes oan hjarren róp, hie se foartwol hündert om hjar hinne. De drysten doarsten hja wol op it skouder sitten gean en pikten hjar de keltsjes üt ’e hannen. Sa 't hja der nou oer ’e keamer stie, wylst yette inkele wite snieflokjes op hjar glénsjend brün hier laeijen, koene hjar Alden mei rjucht greatsk op hjar wêze. Mar deroer skynde hjar heit op dat pas net to prakkesearjen. „Hwet sitstou Onder de snie! hwer komst’ wei” boldere er syn bern tomjitte. Hja seach him in bytsje blnijd oan. „Ik haw de moskjes hwet iten brocht, helt. Dy earme bistkes kinne neat siikje. 't Sit allegearre ünder de snie bidob- be „Litte dy flarden ten honger tsjerre! By ’t simmer hawwe se de helte fen myn wet wol opfretten, en nou scilstou sok- kB aifevs® fetocb de winter bdpe? As ik Wanneer ergens nieuw linoleum ge legd wordt, houdt men dikwijls wel hoek jes en stukjes over, die oogenschijnlijk nergens meer voor gebruikt kunnen wor den. Maar netjes in rondjes of ovale vor men gesneden, hebben we er keurige ta- felmatjes van, om er hcete pannen enz. op te zetten. RECEPT. Gestoofd konijn (op zeer eenvoudige wijze). 1 konijn, 200 Gr. (2 ons) mager rookspek, 2 groote uien, Yi theelepel peper, Yz theelepel door elkaar geroerde nootmuskaat, wat zout, 3 d.L. water, 1 eetlepel bloem en 1 theelepel Maggi’s Aroma. Verdeel het konijn in gelijke stukken (6 dwars over den rug, 4 pooten, 2 van den doormidden gespleten kop)wrijf ze in met wat peper en zout. Snijd het spek in dunne plakjes en leg daarvan de helft als een laagje onder in de pan (liefst een niet te groot geëmail leerd ijzeren potje). Leg op het spek één van de in dunne schijfjes gesneden uien, schik daarover de stukken konijn en strooi er de bloem over, die met de nootmuskaat en de kruidnagelen door elkaar is geroerd. Bedek het vleesch met een tweede laagje uien en leg daarover het nog over gehouden spek. Giet over dit alles 3 d.L. kokend water dek de pan goed dicht, zet ze op een zacht vuur en laat het gerecht langzaam gaar worden (ongeveer 2 uur). Roer vóór het opdoen alles met de Maggi’s Aroma door elkaar en geef er bij voorkeur een flinke schaal aardappel puree bij of mooie korrelig gekookte rijst. Appelmoes of gestoofde uien zouden bij wijze van groentegerecht er bij ge geven kunnen worden. bruikbaarheidsgraad van den grond maar niet te spre. en. Nimmer kan water natuurlijk d.i. door sluizen, wegvloeieir, altijd zullen de gemalen moeten wer ken. 3. Hoewel na de eerste brochure van den heer Den Herder, de afsluitdijk over een deel der breedte 2.25 Meter is ver hoogd, is dat nog niet voldoende. Be denkt men dan dat de Meerdijken wel drie vier meter te laag zijn om tegen eiken stormvloed en doorbraak van den afsluitdijk beveiligd te zijn (denk aan den watervloed van 1825, maar die van 1600 was nog veel erger) dan wordt de nieuwe provincie te eeniger tijd nog eens één groot kerkhof! 4. Want ook de vluchtheuvels in de polders worden enkele meters te laag aangelegd. 5. Waarheid is alzoo: afsluitdijk twee drie meter te laag, meerdijken drie vier meter te laag, vluchtheuvels vier a vijf meter te laag en mlllioenen tekort. En de uitkomst twijfelachtig. Daarom worden nu duizenden ge broodroofd en aan de schoonheid van Nederland het grootste onherstelbaar verlies toegebracht, om van de bloeden de schatkist nog te zwijgen. Maar de oogen gaan open! De heer Den Herder toont ons talrijke brieven van vooraanstaanden in den lande, wien door de brochures eens een andere kijk werd gegeven op hetgeen daar boven bij Wieringen geschiedt, en die, nu hen de donkere waarschuwende keerzijde werd getoond van de zoo bedriegelijk schitte rende droogleggingsmedaille, zich een parig afvragen, of ophouden niet moge lijk èn wenschelijk is. Beter ten halve ge keerd dan ten heele gedwaald. De publieke opinie dient echter in haar breede lagen ingelicht te worden omtrent het drama, dat de Zuiderzeedroogleg- ging in wezen is en steeds meer worden zal, opdat ons nageslacht niet door scha de en schande de wijsheid moet opdöen, welke men thans, met de oud-Holland- sche voorzichtigheid schijnbaar moedwil lig voorbij gaat. Simmerdeis as de beammen hjar grlene pronk oan ha, stiet it ien en ’t oar alhiel biskül. Fen it welnhüs op lelt in floerre reed, mêi in hege izeren homeije mei goud öfset, op it ein by de ryddyk. Mannichlen dy’t der léns komt, sell yn hims seis allicht riz slzze ef tlnke: nou, sa’n spiltsje en der in goed blsoldlgd baentsje by, der scoe ’k It al mei weagie wolle. Mar as sokken ris wisten ho’t dal der efter dy droge mürren hüshélde, den seoenen se der licht ek ai ta komme en sizze: „né, den wenne ik mar Ijeaver yn in ienféldich dykhüske, der’t lok en frede hjar thüs ek foun ha.” Sa kein en treftich dit slotsje mei ta- bihearen der fen büten ütsjocht, sa kreas en yn oarder is ’t yn ’e hüs ek. Alle kea- mers binne allike moai en glêd yn ’e ferwe en bihongen. Djüre en swiere ta- piten oer ’e flier; de kleeden en de oer- gerdinen foar de finsters binne ek fen ’t béste en fynste soarte fen güd makke. It hüsrie past der alhiel by; ’t is net üt- wrysk mar tsjep en degelik. Al hwet yn in flinke boargerhüshélding jtlhüsheart, fynt min hjir, mar mei frjemde flarden en nijmoaderige fratsen pielt de frou net. Hwet hja keapet, is fen ’t beste, en deryn stimt hjar man alhiel mei hjar yn en kin ne hja it wol aerdich tens fine. Hwent Sünderhert is der tige foar, dat de ljue fen büten foart sjen scille, det hy in man is, dy’t wol hwet yn ’e möike to krom- melen het. Nou, hy kin it ek tige stouwe. Büten dat slotsje is hy eigener fen in s+ik ef fïif beste klaeijpleatsen en den 'het er der om KLaeijengea binti® yette „sinaasappelen... wat maken wij er van?” vraagt R. L. H. in „Voeding en Hygiëne”. „Als ze nog zuur zijn, nog niet zoo erg geschikt om zoo te worden gegeten, dan wordt er door moeder al wel eens een concessie gedaan. Kapje er af snijden, het vruchtvleesch wat los maken, en suiker er op. Het uit lepelen van zoo’n sinaasappel is nog grooter attractie dan de sinaasappel zelf. We zouden er echter ook wel wat meer van kunnen maken. Daar is de marmelade bijv, voor een groot gezin misschien wat bewerkelijk? Men kan het zich ook gemakkelijk ma ken door de sinaasappelen te koken, pit ten er uit te halen, te malen door den vleeschmolen (een enkele op de gewone wijze snipperen) en dan verder te ver werken als, jam. De marmelade wordt niet mooi helder, maar is heel wat vlug ger klaar, dan wanneer we alle sinaas appelen moeten snijden. Sinaasappel- limonade is van de wat zure sinaasap pelen ook best te maken; er komt toch vrij veel suiker in. Sinaasappelschillen (alleen het oranje deel) met suiker weg gezet, kunnen heel lang bewaard worden en doen heerlijk dienst voor het aroma- tiseeren van allerlei gerechten. Sinaas- appelrijst als citroenrijst al of niet met wat vruchtensla (van sinaasappelen en appelen bijv.) gegeven, is een heel lek ker gerecht. Sinaasappelsaus kan mei succes de bessensapsaus vervangen. Sinaasappelpudding kan fijn, minder fijn en eenvoudig worden opgediend, met slagroom als bavaroise, met griesmeel gezien gestempeld. Art. 3. Gedurende den dans moet de onder linge afstand tusschen dame en heer overal ten minste 10 c.M. bedragen. De verkeersagent is gerechtigd zoo nu en dan steekproeven te nemen, hij is voor dat doel voorzien van een maatstok. Voor zeer minitieuze dansers zijn bij den ver keersagent prikkeldraadversperringen te huur tegen matig tarief. Art. 4. De houding der handen eischt veel zorg. De vingers moeten geheel gestrekt zijn en losjes achter den rug der dame zweven. Voor hen die eenige steun we.i- schen zijn bij den verkeersagent hand- vatsels te huur, die bij wijze van bretels op den rug der dame bevestigd worden. Art. 5. In elke openbare dansgelegenheid worden groene borden geplaatst aange vende de maximumsnelheid. Iedere dan ser is verplicht zichtbaar te dragen een snelheidsmeter en toerenteller. Na elke 500 of 1000 wentelingen geeft de ver keersagent het stopteeken. Art. 6. De kleeding moet voldoen aan plaat selijke voorschriften, als algemeene norm voor de dameskleeding kan gelden, dat de roklengte niet korter mag zijn dan 50 c.M. van den grond, de ruginsnijding niet lager dan I c.M. van den 7den hals wervel en het décoleté niet lager dan 10 c.M. vanuit diezelfde wervel. De verkeersagent Is bevoegd hierop controle uit te oefenen. Voor dit doel houdt hij steeds de be schikking over een voldoend aantal vei ligheidsspelden. Art. 7. Lijders aan St. Vitusdans of dergelijke onrustige ziekten, mogen zonder genees kundige verklaring niet aan den dans meedoen. Mochten deze bepalingen niet de goed keuring der bovenbedoelde commissie wegdragen, dan zijn we gaarne bereid nieuwe ontwerpen in te zenden. Wiger Sünderhert yn dit gea in sterke earm het en in bulte ynfloed op de ta- stén fen de earme biwenners fen it doarp Klaeijegea ütoefenje kin, den scille de lêzers det ek hlelwol bigripe kinne. Büten him wenje der yette notaris Haeimarneijo, doomny Laweerstra en dokter Minckema, dy’t alle trije mei rjucht in cint yn it ponkje dwaen kinne. Oars bistiet itdoarpke Klaeijegea meast üt ljue, dy’t It mej de hénnen fortsjinne matte, sadat It by fallen ek al neat to rom soppet, Binammen net as it by win terde! ris tige op 'e neil barnt en der sa- hwet neat fortsjinne wirdt By de lésten stiet Wiger Sünderhert net wakkere heech op ’e stél, om’t hy faker as ienkear hjarren mei dieden toand hat, dat er hjarren Ijeaver libbensliif it fel oer de nekke helje scoe as in goed deihier fortsjinne litte. Mei doomny en notaris kin Sünderhert barre skoan oer- wei. Dat binne syn sibste frjeonen, dy’t er der yn ’t gea en yn de omkrite het It mist den ek net falie in wike, ef dy twa komme der in joun to praeten, om mei iens ris to priuwen ho’t hjar frjeon Sünderhert syn wyn smakket. gjin salve oan to striken is. Dos dou bliuwst by hjarren wei, hearste? Ik haw myn nocht fen dy tógerij. Seis goarret min om it by elkoar to hélden en dou scilste it nei güds tabringe, dy’t it for- dogge? I It sell der net ynstean, hjerl En ik hoopje, datste my forstien hes te P’ „Ja heit!” sei Symkje seft en gyng ti ge mismoedich nei hjar mem, dy’t gjin kik jown hie salang heit en dochter to- gearre praetten, stil ta de keamer üt. „Jy matte hjar nou mar tige bikleije, frou!” róp Wiger hjarren nel, „mar jim- me scille foartoan in man oan my fine, dat scille jimme sjen!” De lêzers scille üt dit petear wol op- mirken ha, det it der yn dy hüshélding fen Wiger Sünderhert allegearre ek lang gjin roazegeur en sinneskyn wier, mar dat der by in bulte jild en güd ek al net folie lok hearske. Ik wol jimme nou hwet neijer mei dy minsken bikend meitsje. Wiger Sünderhert wennet fa Klaeije gea yn in kreas slotsje oan 'e dyk. Hy het in greate tün efter hüs en for de gïê- zen in moaije Ingelske tün, der’t min by ’t simmerdei sierlike blommen en moaije heesters bloeijeii sjen kin, hwer twisken kreas opklaude slingehpaeden, mei wyt grintgüd oerditsen, aerdich by oustekke. Oan ’e side fen ’t slotsje stief in foars weinhüs, dat foare .tsjinst docht for it bergjen, fen Sünderhert syn riderij en efter for syn beide swarte hynsders en in stik of saun, acht kij, dy’t Wiger der by 't winterde! op ’e stél hot Een meer Ingewikkeld middel, voor erge schroeivlekken Is het volgende; Maak een papje van een kopje azijn, 15 gram zeep, Yi ons volders aarde en het sap van een citroen. Kook dit goed, spreid het mengsel over de geschroeide plekken en laat het opdrogen. Dan het linnen wasschen, waarna de vlek ver dwenen zal zijn. ek al géns lén lizzen en yn ’e bflrren steane ek noch in stikmannlch arbei ders- en boargélrhuzen, dy’t hy 8in(es neame kin. Dat de man noch net oan de diakenij- en earmfoudijpong ta is, scil eits wol leauwe wolle, mar as Ik siz, def DIRK FEENSTRA, Timmerman en Aannemer. Makelaar. Agent Stormschade. Taxat. Brandw. Mij. „Woudsend”. Harlingerstraat 17 - Tel. 84 - Aanbevelend SPECIALE BRANDSTOFFENHANDEL Prima kwaliteiten. Concurreerende prijzen. Spaart bij de BOAZ-SPAARBANK Schildwijk 19 Geopend Zaterdagsavonds van 7-8 nnr en dage lijks op de gewone kantooruren der Coop. Boaz-Bank. op de manier van rtW-grOtl (maar IuïB. tig geklopt), met maïzena, enz. Het vruchtensap kan met suiker, wat wijn of citroensap, witte en roode ge latine tot sinaasappelgelel worden ge maakt. In de leege schillen opgediend, ziet het er erg aardig uit, vooral als het met wat slagroom is versierd. Ook in puddingvorm koud geworden en gevuld met partjes sinaasappel, banaan, appel, mandarijn, staat het aardig en smaald het goed. Er moet echter wel altijd een saus of slagroom bij worden gegeven. Schijven sinaasappelen kunnen ook, evenals ap pelschijven, in deeg worden gewenteld en als beignets worden gebakken. Het sap van sinaasappelen, met room of melk en suiker, kan, als het heel goed koud is, of met wat ijs wordt gekoeld, een sma kelijke drank zijn. Een nagemaakte ice- cream-soda, vooral als we er wat soda water of spuitwater bij doen. Als een drank voor patiënten, wordt het hier ook wel met room gemengd gegeven.” se bynei komme kin, scil Ik se mei blaue beane foerje, dy’t hjar sa dreech yn ’e mage sltte, det se nea wer iten hoeve;, den bistou der mei lens frij fen, dyn skoandere tiid mei omiulterjen to siik to bringen.” Symkje scoe hwet sizze, mar hjar helt forfolge: „Moast’ ek net nei de arbeiders, om to sjen of dy ek Ünder de snie sitte en am per fen honger stjerre? Gean der mar gau hinne en nim mar goed hwet mei! Den scilste ris hearre, hwet moaije kleisangen as hja dy tofoaren sjonge! En aste den wer foart gieste, den priisje se dy oan de wolkens ta, datste sa’n goed hert bisit- ste en in ingei biste, mar dou hesf de hakken pas fen ’e drompel of hja gnize dy üt en sizze: sokke mar mear!” It moed waerd hja sa fol, dat hjar lüd hast wei wier, do’t se andere: „Heit kin der mar fen op oan, dat hjir genóch ar-* beidersljue om üs ta wenje, dy’t it neat rommer ha as de moskjes. As de win ter hwet dürret.mat heit de hénnen deryn stekke, oars komt it net goed. Der is nou al earmoed genöch en my tinkt: dy ’t oerfloed hat, mat jaen oan dyjinge dy’t neat het. It binne minsken allike goed as wy en heit!” Hjar lüd wier pratende wei klearder wirden en dy léste wirden kaemen der mei fjür üt. Mar nau wier hjar heite gedild ek oan ’e ein. „Dat hoechstou my net to sizzen, fladde,” boldere er hjar tomjitte. „Dat wist ek wol foar detstou noch sjen koeste. Mar dat binne minsken, der ’t 1 De i ti ■-!

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1930 | | pagina 4