UflH DER MEER OE BRUItt
i
T
I
lil
De Bolswardsche Courant en Westergoo
i
I
fldminisiralieKanloor
Woensdag 26 Februari 1930
No 16.
25^® Jaargang
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD
SLAVERNIJ.
Stadsnieuws.
éi
I
II
N.E.B.A.T.
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
A Telefoon No. 12
en
uiur-
L
igifte
r van
gor-
ilijke
ibat-
nden
Dit no. bestaat uit 2 bladen.
Porto Binnenland P/a et.
Buitenland 2^6 ct.
Algemeene ledenvergadering van „Het
Groene Kruis” afd. Bolsward, op
Maandag 24 Febr. 1930, in
„Den Hof van Holland”.
De voorzitter, Dr. Ten Cate, opende
met ’n kort woord deze jaarvergade
ring, waarbij hij z’n vreugde uitsprak
over het vrij talrijk bezoek.
Advertentiën per regel:
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Aangesloten bij het Bureau
voor oplaagcontröle.
ïrich.
evige
opee-
Jvjet-
r het
zacht
:ot 10
spun)
:ware
elem-
van
zich
t en
iple-
:oop
:ren,
be-
8.
gi
ftige
aude
vind,
dria-
it en
Iheid
dat
band
der
be-
dat
met
jntie-
r van
leden
ge-
I mo-
pa-
hel
inten
zijn
achte
t be-
vele:
mur-
oop-
rmlj-
d in
n de
hou-
oog-
erlng
:aan,
door
aan
op
hel
ter-
jele-
van
HEERENVEEN
1! H
k ge-
kou-
vordt
oskou
pera-
der 0
hi de
snij-
gaat
usche
beeld
eid.
avond
n van
er an-
geen
ren.
vorst
erkeer
r alle
Een
t ge
ars en
geen
inwo-
:htten
n de
bui-
uden,
deze
ig en
ge-
inden
staan
vijftig
niets
enen.
i het
gis-
een
i sla-
ilach-
wilde
it het
was
or de
r ge-
genschap ging. Zoo kunnen wij dus slaat 1
zijn van ons zelf, door ons zelf. In onze
vermeende vrijheid, op tallooze manieren
gebonden, ’t Schenen wellicht gouden
ketenen die ons gevangen hielden. Wij
vonden ze zelf mooi, toen wij ze lieten
aanleggen. Wij hadden „er aardigheid’'
in, wij rammelden er mee uit louter ge
not, zooals het spelend kind dat doet met
de rinkelbel, en zich daarin vermaakt. 1
We pronkten er allicht mee, omdat wij
in onze dwaasheid, de slavernij heerlijk
vonden en de moeite waard om anderen
dezen te laten zien.
Ach wij beseften menigmaal niet hoe
wij langzaam maar zeker, door de macht
der gewoonte, en de zuigkracht der be
geerte, in een gebondenheid kwamen, 1
waaruit geen macht der gewoonte ons
weer verlossen en redden kon. Wat is
dat anders dan slavernij.
Daar zijn wellicht door ons gewoon
ten aangenomen, misschien aanvankelijk
wel zonder bedoelen, maar die ons te
machtig werden, zoodat wij ons van hen
niet meer kunnen los worstelen. Mis
schien onschuldige kleinigheden, waar ’n
ander om lacht, maar die ons van gewel
dige beteekenis voorkwamen, misschien
van zeer ernstigen aard, wadr een ander
over huivert, maar waarvoor men zelf
geen oog heeft.
We herinneren, om Iets positiefs te
noejmen, aan het drankvraagstuk, aan
het rooken, aan het spelen in loterijen,
aan het dienen van de modegod, en het
meegaan in hare luimige grillen; aan het
zich ten offer brengen van de geheele
persoonlijkheid, niet enkel van geld en
goed, maar zelfs ook van z’n gezondheid,
zijn levensgeluk, zijn toekomst en die van
zijn gezin, teveel om op te noemen.
Elk ga zijn eigen leven maar na, en
werpe daarbij een blik rondom zich, om
te zien, hoe gemakkelijk een redelijk,
denkend mensch, die dan zoo prat gaai
op zijn hoogheid en grootheid en waarde
in gebondenheid zijn weg gaat, als het
slachtbeest, hetwelk gewillig zich aan ’n
touw ter slachtbank laat geleiden.
Hun getal is legio. Hun slachtoffers
vallen dagelijks bij duizenden. We meen
den door een paar dingen die ons zoo
maar voor de aandacht kwamen, maar
waarvan niemand ontkennen kan, dat
hunne macht en invloed onberekenbaar
groot is. Niet slechts voor den enkeling
maar voor geheele geslachten, en voot
tijd en eeuwigheid. Daar is een tijd ge
weest dat het geheelonthoudersvraag-
stuk belachelijk werd gemaakt. Nu niet
meer. Omdat de uitwerking daarvan ge
zien wordt en omdat ook de rampzalige
gevolgen overzien, althans dieper ge
peild worden, dan voorheen. De geheel
onthouding behoeft zich zelf niet meer te
verdedigen en daar zijn te veel personen
en gezinnen en families die den zegen
van haar hebben ondervonden.
Daar hebt ge het rooken. Schrik niet,
maar het onschuldige, het gezellige, het
prettige, het lollige rooken. Wie rookt
nu niet graag, en wat zijn het toch voor
mannen die niet eens rooken kunnen...
En wij denken aan de honderden mil-
lioenen guldens die alleen in ons kleine
landje, de lucht worden ingejaagd. Waar
klein en groot, jong en oud man, en zoo
langzamerhand ook de vrouw aan mee
doet. En waardoor ongetwijfeld duizen
den een stuk brood verdienen, in de fa
brieken en de werkplaatsen en in win
kels, denk nu de tabaks- en sigaren- en
sigarettenhandel eens uit ons industrieele
leven weg, en hef zou een leegte worden
en een gemis waartegen wij wellicht
even hulpeloos stonden als de Zuider-
zetevisschers zich gevoelen bij Jde ge
dachte dat er eens geen Zuiderzee meer
wezen zal, maar dat neemt niet weg, dat
de vraag wel eens boven komt: Zou men
zich in het rooken niet hebben te matigen
en is hier vaak ook niet een dwingelan
dij aan het woord, waarbij wij meer dan
wij zelf weten, slachtoffers der gewoonte
zijn?
Hetzelfde zou van het spel gezegd
kunnen worden. Wat wordt er door ons
volk geweldig gespeeld, denk maar aan
de toenemende kunstberekeningen en ge
legenheden om voor vijftig cent of nog
minder bezitter te worden van een auto
of een span paarden, of een radio, of een
heenenhuis, of een heele veestapel, ja
wat niet al.
Daar zou hier nog heel wat meer te
zeggen zijn. Over de persoonlijke strijd
1 die elk mensch dagelijks te voeren heeft,
tegen zonden en verkeerde neigingen en
slechte begeerten, te veel om op te noe-
men, die hem allen dreigen te overheer-
schen en te machtig te worden en in bit-
tejre slavernij te voeren, waarvan 'het
1 einde niet is te overzien. En wij eindi-
1 gen dan ook dit onderwerp te behande-
len, met een herinnering aan het Konink-
lijk Woord: „Iridien de Zoon u zal heb-
Dan gaf hij het woord aan de secre-
taresse, mevrouw M. C. v. d. Zee-de
de Vroede, die eerstens lecture deed van
het jaarverslag betreffende de vergade-
ring van Vrijdag 22 Februari 1929, ’t
welk onder dankzegging werd goedge
keurd.
Vervolgens las zij het 26e jaarverslag.
Daaruit stippen wij aan:
Door de schier algemeene samen
werking werden wij in staat gesteld, in
het voorbije jaar één onzer idealen: het
daarstellen van een modern, naar dé
eischen des tijds ingericht wijkgebouw
met volksbadhuis te verwezenlijken. De
aanbesteding had plaats op Zaterdag
27 Juli 1929. Den Heeren De Boer en
Hollander werd voor de som van
f 20983 de bouw gegund. Onder leiding
van den architect C. J. Wierda had alles
bij den bouw een bevredigend verloop.
(Met grooten dank en in blijde stem
ming wijdt de secretaresse nog menig
woord aan de beteekenis van bedoeld
gebouw).
Het aantal leden bleef stationnalr.
Mutaties in het Bestuur kwamen niet
voor.
Eén ledenvergadering en zeven be
stuursvergaderingen zijn er gehouden.
De financiën der afdeeling gaven
geen reden tot zorg.
De zusters legden 5194 bezoeken af
in 115 gezinnen.
Voor de afdeeling t.b.c.-bestrijding
werden 389 bezoeken afgelegd; 4 pa
tiënten werden ingeschreven; 2 af ge
schreven wegens vertrek, 4 als hersteld.
In sanatoria verblijven 2 patiënten; in
de ligtenten kuren er 4. Aan 12 gezin
nen verleent „Het Groene Kruis” huur-
toeslag.
Aan 665 personen werden 953 arti
kelen versrekt.
Door wijziging en uitbreiding van
den technischen dienst werd het met in
gang van 1930 noodig, een beambte
aan te stellen als magazijnhouder-bad-
meester-bode; als zoodanig werd be
noemd de heer E. Feenstra.
Dientengevolge werd aan den tegen-
woordigen magazijnhouder den heer S.
Mollema, en aan den bode den heer G.
Vormeer met ingang van 1 April a.s. op
de meest eervolle wijze ontslag verleend.
Nebat” toe te zeggen. Bij vorige gele- Hun gewerd ook in dit verslag hartelijk
dank.
Ook werd nog stilgestaan bij het ver
scheiden van den WelEerw. Heer Ds.
Fleischer, die in 1929 stierf. Hij was de
algemeene voorzitter van „Het Groene
Kruis”. Zijn offervaardig werken voor
de lijdende menschheid werd als voor
beeld den leden voorgehouden.
De voorzitter noemde het e^n voor
recht,- zulk een verslag te mogen aan-
hooren. Het keurig gestyleerde werk
ademt naar zijn meening een geest, die
zeer juist de sfeer van „Het Groene
Kruis” beheerscht.
Dan deed de penningmeester, de heer
H. F. v. d. Werf, rekening en verant
woording over het afgeloopen jaar. De
ontvangsten beliepen f 4782.30)^; de
uitgaven hetzelfde bedrag; zoodat „de
schulden zijn verdwenen, en we sluiten
zonder saldo”.
Rekening t.b.c.-bestrijding: in ont
vangst en uitgaaf op f 5176.77.
Rekening pensioenfonds verpleeg
sters: in ontvangst en uitgaaf op
f 5921.31
De heeren S. J. T. Plantinga, M. IJs-
sels en P. D. v. d. Klei vormden de
commissie voor contröle. Laatstgenoem
de zeide, dat de commissie ten huize
van den penningmeester de onderschei
dene stukken hadden nagezien en in de
beste orde bevonden. Hij sprak nog zijn
velen óf hun lidmaatschap hadden'op
gezegd óf hun jaarlijksche contributie
Ladden verminderd.
De voorzitter dankt heeren commis
sieleden voor den verrichten arbeid, de
heer v. d. Klei voor diens hartelijke
woorden, en stelde voor den penning
meester voor dienst beheer te déchar-
geeren.
Aldus besloten.
Volgde: begrooting 1930. Ontvang
sten: f6588. Uitgaven: f6650. Tekort:
f 65.—.
De heer G. C. Eisma vroeg inlich
tingen naar aanleiding van provinciale
subsidie.
De penningmeester beantwoordde tot
genoegen.
De heer Veltman vroeg, of ook ge
dacht is aan ’n pensioengrondslag voor
den concierge.
Hiervoor is niets uitgetrokken zei de
penningmeester.
Allerlei verzekeringen zullen onge-
„De gevaarlijke helling”.
Gister, Maandagavond speelde het
gezelschap Hollandsche Tooneelver-
eeniging, Dir. Ed. W. de Blauw in de
Doele het blijspel „De Gevaarlijke hel
ling”, een zeer geestig geschreven stuk,
opgebouwd uit verschillende origineele
vondsten.
Wat is het jammer dat er in Bols
ward niet meer liefhebbers van werke
lijk goed tooneelspel gevonden worden.
Vergeleken bij de laatste keer dat wa
het genoegen hadden dit gezelschap
hier (’k meen voor het nut) te zien op
treden, had men nu een volle Doe’ezaal
verdiend. Willen we op den duur in
Bolsward zoo nu en dan iets goeds op
tooneelgebied zien, dan is een betere
opkomst van het uitgaande publiek be
slist noodzakelijk. Zooals het nu is be
neemt het elke ondernemer den lust
zich aan een dergelijk experiment te
wagen. Zooals ik reeds zeide, dit gezel
schap had nu beter opkomst verdiend.
„Gevaarlijke helling” is werkelijk een
amusant stuk dat met zeer veel enthou
siasme door de spelers werd vertolkt.
Niet alleen dat de hoofdrollen in uit
stekende handen waren, ook de kleinere
rollen, die nog dikwerf wat stiefmoeder
lijk behandeld worden waren nu af.
Zonder ook maar in het minst aan de
andere iets te kort te willen doen mo
gen we zeker wel een bijzonder compli
mentje geven aan Dr. Grünning den
substitutt officier z’n vrouw Ba
ron Max en Harry Brown, de Ameri
kaan. Elk voor zich een kostelijk type,
tot het einde toe volgehouden; ook de
iets ondankbare rol van de H. B. S.-er
werd zeer goed gespeeld eveneens de
deurwaarder Beerman.
In het laatste bedrijf was van onze
plaats de souffleur een beetje hinderlijk.
Alles bijeen genomen een mooie
avond. We willen het gezelschap De
Blauw een hartelijk tot weerziens toe
roepen.
Het lijkt ons niet noodig een beknopt
resumé te geven van de inhoud van dit
blijspel; meestal krijgt een niet-bezoe-
ker van zoo’n beknopte weergave een
niet zeer juiste voorstelling van het ge-
bodene. Een paar opmerkingen (geen
aanmerking) moeten ons van het hart.
t het
ge
in ie
ge-
twijfeld voor Feenstra worden gesloten,
liet de voorzitter hooren.
Thans was aan de orde: Bestuurs
verkiezing wegens periodiek aftreden
van de heeren F. de Jong, J. Mooij en J.
Jans. Ze zijn evenwel herkiesbaar. De
eerste stemming had tot uitslag, dat er
34 stemmen waren uitgebracht, waar
van de beide eerstgenoemden elk 28
verwierven en de laatste 27.
Allen aanvaardden wederom hunne
herverkiezing.
Bij de rondvraag bracht de heer Pan-
nekoek Loois in herinnering, dat ’n aan
tal jaren geleden, door het Bestuur was
medegedeeld, dat hij het besluit had
genomen, een Consultatiebureau op te
richten. Resultaten van het besluit dier
vergadering heeft vrager steeds gemist.
Hoe zit dat?
Den voorzitter is niet bekend, wat
toen precies is gezegd en besloten. Wel
weet hij, dat Minister Slotemaker de
Bruine destijds subsidies heeft verleend
aan de provinciale Besturen te Leeu
warden, Heerenveen en Sneek. Welnu,
dat bureau daar werkt zeer voortreffe
lijk. Er is derhalve geen reden, om dat
tot Bolsward uit te breiden.
Dokter Beekhuis voegde aan de
woorden des voorzitters nog het een en
ander toe.
De heer. M. IJssels wilde wel verne
men, wat of de kosten straks zullen zijn
voor een „volksbad”.
De voorzitter kan hierop geen defini
tief antwoord geven, aangezien de prij
zen nog niet zijn vastgesteld. „Het
Groene Kruis” zoo verzekerde hij
staat echter op democratischen grond
slag; steeds geldt hier: Dóór allen vóór
allen I
Spr. had graag, dat ieder in eigen om
geving zooveel mogelijk propaganda
ging maken voor ons Volksbadhuis.
De praeses wilde bij het sluiten der
bijeenkomst nog even in herinnering
brengen het vele werk der beide zusters
hier; ’t maximum aantal bezoeken is
over het afgeloopen vereenigingsjaar
bereikt; ook het aantal uitgeleende ar
tikelen was nog nimmer zóó hoog.
De heeren Mollema en Vermeer heb
ben gedurende vele jaren naar beste
krachten de vereeniging gediend. Alleen
tengevolge eener andere werkinrichting
is het, dat den heeren op de meest eer
volle wijze ontslag moest worden ver
leend.
Sluiting der 26ste algemeene leden
vergadering.
Verschijnt Dinsdags-
Vrijdagsavonds.
Eiken Donderdag van 11
tot 1 uur te spreken Sociëteit
,DE DOELE”, Bolsward.
ben vrij gemaakt, dan zult gij waarlijk
vrij zijn.”
7-12 Juli te Bolsward.
streken des lands bezocht zal worden, teleurstelling uit over het feit, dat zoo-
Bolsward heeft op het gebied van Ten
toonstellingen ’n goeden naam, reden
waarom de Friesche Bakkersbond hare
jaarlijksche wedstrijden en Bondsdag
volkomen aan de Afdeeling Bolsward
wil toevertrouwen.
Met den wensch, dat de ontvangst
van den Ned. Bond te Bolsward zal bij
drage tot steeds beter verhouding tus
schen Nederlandsche en Friesche Bak
kersbond, eindigt ook deze spreker en
bleef men nog enkele oogenblikken ge
zellig bijeen ter behandeling van ver
schillende voorbereidende maatregelen,
welke er nog getroffen dienen te wor
den.
Dat niet alleen de verschillende
commissies die zich interesseeren voor
onze tentoonstelling reeds druk verga
deren, maar dat ook belanghebbende
groepen uit de Bakkerswereld niet stil
zitten bewijst wel de vergadering van
Hoofdbesturen der respectieve bon
den, j.l. Woensdag te Bolsward ge
houden.
We laten hier volgen een kort ver
slag omtrent deze vergadering.
De Besturen van Nederlandsche en
Friesche Bakkersbond kwamen te
Bolsward bijeen ter bespreking van
enkele Tentoonstellingsplannen, het
vaststellen van datums voor te houden
Bondsvergaderingen met daaraan ver
bonden feestelijke attracties.
De Heer H. Eisma, voorzitter van
het Tentoonstellings-Comité, heette de
Bondsbestuursleden hartelijk welkom
en verklaarde dat niet enkel het Ten-
toonstellingscomité, maar Bolsward’s
geheele burgerij het bijzonder op prijs
stelde dat alle vooraanstaande man
nen uit de Bakkerswereld zoo spontaan
medewerking en steun aan de Bols
wardsche Tentoonstelling hadden toe
gezegd. Spreker erkent dat Bolsward
wat ligging enz. betreft voor het hou
den eener Internationale Tentoonstel
ling wel iets tegen heeft, maar daarte
genover staat, dat door de intense sa
menwerking van geheel de Burgerij
meermalen met tentoonstellingen te
Bolsward meer succes bereikt is dan
wanneer deze in grootere plaatsen ge
houden werden.
Ook nu wil men in Bolsward alles
in het werk stellen om exposanten en
bezoekers zooveel mogelijk te bevredi
gen. Moeilijkheden zijn er ongetwij
feld, doch de heer Eisma en met hem
alle leden van het Comité hopen deze
met de gewaardeerde steun van alle
Besturen der respectievelijke vakver-
eenigingen uit den weg te ruimen.
De Heer Fr. Stahle, voorzitter van
den Ned. Bakkersbond, die daarop het
woord verkreeg, zegt dat het Bonds-
bestuur geen oogenblik geaarzeld heeft,
met steun en medewerking aan „de
genheden in 1889 en ook in 1926 heb
ben de Bplswarders getoond dat ze
een Tentoonstelling weten te organi-
seeren die niet voor exposities in groo
tere plaatsen behoeft onder te doen.
Bovendien is Bolsward wijd en zijd
vermaard wegens het houden van ge
paste feestelijkheden, welke voor een
Tentoonstelling 'n machtige attractie
vormen. Ook uit organisatorisch oog
punt heeft Bolsward recht op eene
Tentoonstelling en daarbij behoorende
Bondsvergaderingen. Bij de oprichting
van de Ned. Bakkersbond, bijna ’n
halve eeuw geleden gaven de Bols
wardsche bakkers blijk van hunne be
langstelling; een Afdeeling van den
Bond werd er gevormd en al was het
ledental dier Afdeeling niet groot, toch
ging er van haar steeds ’n machtigen
invloed uit op de bakkersvakbeweging
in ons land. Spreker eindigt met dank
te betuigen voor de welwillende ont
vangst; zegt namens het Centraal Be
stuur volle medewerking toe en spreekt
de beste wenschen uit voor het welsla
gen van de Nebat.
De Heer De Vos, voorzitter van den
Frieschen Bakkersbond wil zich gaarne
aansluiten bij hetgeen door den Heer
Stahle gezegd is en vertrouwt even
eens dat de Bolswardsche Tentoonstel
ling door duizenden bakkers uit alle
Maar is dat nu wel een onderwerp
voor een hoofdartikel in ons blad, dat in j
alles rekening houden wil met de stroo-
mingen, ook met de behoeften van onzen j
tijd? i
Immers dat woord „slavernij” herin-
nert ons aan lang vervlogen tijden, wel-
ke wij gelukkig niet meer kennen, toen
de menschen elkander gingen overheer-
schen en knechten, en het recht van den I
Sterke slechts gold.
Dat woord doet ons denken aan wat
in verre landei| plaats had, waar gewe
tenloze handelaars het zoogenaamde
„zwarte ebbenhout”, „het ongelukkige
nageslacht van den vervloekten Cham”,
op het marktplein ging opkoopen, zooals
thans onze vee-kooplieden op de week
markten wat van hun gading is, gaan
uitzoeken, en naar welgevallen gaan on
derzoeken en bevoelen en betasten en be-
critiseeren, om het dan misschien te doen
loopen en draven en dan eindelijk door
looven en bieden het begeerde stuk vee
in handen te krijgen.
Elk, die „De Negerhut” wel eens ge
lezen heeft, het onsterfelijke boek van
mevrouw Becher Stowe, hetwelk mede
het middel wezen mocht tot de officieele
afschaffing van Regeeringswege van de
slavernij in Amerika, die weet hier wel
meer van en zoowel de onsterfelijke
„Oom Tom” en tante Sanni, als niet min
der de vlucht van Elize met haar kleine
Harry over de golven van de Ohio naar
Canada het land der vrijheid, zijn van
die personen en momenten in dit boek
met zulk een ongeëvenaarde inspiratie
weergegeven, dat degenen die hiermede
kennis maakten, deze nooit meer kwijt
worden. Dat was „Slavernij I” Of wel,
wij denken aan een ander tijdperk, ook
uit onze eigene geschiedenis.
De tijd der Middeleeuwen, de tijd van
de edellieden en de lijfeigenen. De tijd
toen de geldmannen op hunne kasteelen
heerschappij hadden, zooals in de verre
streken de kleine vorsten deze uitoefen
den, waar zij als despoten heerschten en
beschikten over de levens der onderda
nen naar eigen wil.
„Lijfeigenen” werden de in slavernij
geborenen genoemd, och ook hun lijf
was vaak hun persoonlijk eigendom niet
eens, en als de oude, verweerde grijze
muren der nog restende „Schiere en
Stinzen” eens vertellen konden wat bin-
en hen is voorgevallen en hoeveel on
recht en smart door dronken tirannen
soms bij nachtelijke bachanaliën is aan
gedaan, dan zouden wij ons allicht scha
men, dat zoo iets, ook in eigen land en
onder eigen volk, voorviel en met des
te grooter dankbaarheid vervuld zijn we
voor het zeer vele dat wij met heel de
natuur, uit alle rangen en standen en
klassen, in de geordende maatschappij
bezitten. Dat deze en die niet als een
gunst gegeven wordt, maar hem als
mensch en als burger toekomt.
Dit stellen ook wij dus dankbaar voor
op. De slavernij zijn wij ontworsteld. Die
knechting kennen wij niet meer. Dat ge
weld plegen van persoon tegen persoon,
en van familie tegen familie, is ons ge
lukkig vreemd, en waar zij misschien nog
al in meerdere of mindere mate gevon
den wordt, dan heeft dit plaats in het
geniep en wordt niet door de wet en dus
door het gezag gedekt.
Toch zouden wij op grond van al het
voorafgaande niet durven beweren, dat
de slavernij daarmede voor goed de we
reld is uitgeholpen en zij niet meer be
staat. Integendeel.
Slavernij is een toestand, welke zich
voor den redelijken mensch niet enkel bij
wet en reglement laat uitbannen. Omdat
zij in den diepen grond zetelt in het hart
én opkomt uit het binnenste van het in
nerlijke leven. Wat is feitelijk slavernij?
Slavernij is een gebondenheid aan
overheerschende machten welke men
meer of minder vrijwillig over zich ko
men liet en waardoor men dan in gevan-
te
i
spit.
1
Leesgeld fr. p. P- per hal* jaar f 1.50
Buiten de provincie f2.-; inning 15 ct.
Voor het Buitenland f7.- per jaar.
Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal.
Inrichten, bijhouden en controleeren
van Boekhoudingen Belastingzaken
DEJONG® NIEUWSBLAD
waarin opgenomen
;i i i