E.
1
1
I
RAADSVERSLAG
GEMEENTE BOLSWARD
I
rs
iet
ct
'ct
VAN
WOENSDAG 26 FEBRUARI 1930.
Afwezig wegens ongesteldheid de heer Y. Ykema.
a.i,
Cf,
Punten van Behandeling.
1. Behandeling plannen tot verbouwing van het Stadhuis.
Het voorstel luidt:
•it
n
r
t
i
1
1
k
e
n
e
De notulen der vergadering van 23 Januari 1930 worden onver
anderd vastgesteld.
sche malaise. Echter is de kluis noodzakelijk voor *t archief en moe
ten de cellen verbouwd worden. Een verbouw daarvoor alleen zou
ondoelmatig zijn.
I
t
DER
g
n
,t
e
n
e
De VOORZITTER: Ik wil den heer v. d. Zee er op attendeeren,
dat ik reeds in 1927 van den procureur-generaal een aanschrijving
heb gekregen tot verbetering der cellen, ’k Heb toen gemeld, dat
plannen tot verbouwing aanhangig waren, waarom ik dispensatie
heb gekregen. Daarna heb ik 21 September 1929 opnieuw bericht
ontvangen, 'k Heb geantwoord, dat de Raad tot mijn leedwezen
j deze zaak nog niet tot afdoening had kunnen brengen, maar dat
nu deze kamer willen verlaten, deze
De heer LUNTER: M. de V.l Na 't door U gesprokene zal ik
een enkele maal in herhaling moeten treden, maar ik wil nog op
een paar dingen wijzen. De heer Boekema heeft gezegd, dat we
over een paar jaar toch de oostkant uit moeten. Als hij dat werke
lijk meent, dan begrijp ik niet waarom hij nu daarvoor dan niet een
post wil voteeren. En dan vergeten de heeren, dat de nu ge
noemde som van f 25000.niet enkel is voor verbouwing van de
secretarie.
De heer v. d. Zee zegt „voor 2 jaar kostte 't f 10000.en nu
f 25000.Het wordt dus voorgesteld alsof 't nu maar tot dat
bedrag is opgeloopen, maar dat is een onjuiste voorstelling van
zaken geven! We moeten de zaken neuten zooals ze zijn. En dan
weten we, dat nadrukkelijk er op gewezen is, dat ’t politiebureau
verbouwd moet worden. Daar is nu aan voldaan.
Dan hebben alle heeren aangedrongen op een kluis. Verder is
de toestand der W. C’s. zoodanig, dat die niet langer is te tole-
Voorzitter de heer S. J. Praamsma, burgemeester.
Secretaris: de heer H. Haitsma.
Aanwezig de h.h. P. Th. v. d. Wal, J. Boekema, J. Haima, P. D.
v. d. Klei, A. C. H. Pannekoek Loois, D. B. Eerdmans, A. Feenstra,
S. E. Lunter, W. Brandenburg, T. v. d. Zee, J. de Haan en G. C.
Eisma.
I Ct,
I Ct,
hadden wij nu een mooi geheel kunnen krijgen?"
En daarom ook, M. de V.l ben ik tegen deze verbouwing en
zou ik niets liever zien, dan dat deze zaak teruggenomen werd, want
ik acht ook nu de tijd niet geschikt, om deze groote sommen te
besteden voor een vertimmering, terwijl er over eenige jaren toch
verandering komen moet aan de oostkant. M. de V.l Ik zal dan
ook tegen deze voorstellen stemmen om de reden door mij reeds
aangetoond.
van zeggen.
Met de genoemde veranderingen is reeds f 25000.^- gemoeid,
zoodat men maar niet kan zeggen, dat dit bedrag aan de verbou
wing der secretarie moet worden besteed.
En dan kan men ten aanzien van de secretarie van inzicht ver
schillen. Men kan zeggen ,,’t kan zoo". Ja, alles kan tenslotte. Als
't moet, kan men op een klein plekje werken. Maar onze secre
tarie voldoet niet aan de eischen des tijds en wanneer men de an
dere kosten, zooeven genoemd, aftrekt, blijft er slechts een klein
gedeelte over voor de verbouwing der secretarie, terwijl men op
die wijze een mooi geheel krijgt. Door de voorgestelde verandering
wordt niets overdreven, maar alleen iets behoorlijks gevraagd. Het
bedrag wordt geleend en dan moet ieder tot de conclusie komen,
dat rente en aflossing daarvan niet onoverkoombaar zijn. Wij
achten, mede in verband met de veranderingen, die er moeten ko
men, de verbetering der secretarie zeer gewenscht.
De heer VAN DER ZEE: M. de V.l Ik had eigenlijk geen plan
om in 2e instantie het woord te vragen, maar ik word daartoe wel
genoodzaakt, omdat de heer Lunter me heeft verweten, dat ik eene
onjuiste voorstelling van zaken heb gegeven.
Als de heer Lunter dat uit mijn korte bespreking heeft opgevat,
dan wil ik mededeelcn, dat zulks door mij niet is bedoeld. Ik heb
alleen willen zeggen, dat, waar in 1927 hetzelfde college van Bur
gemeester en Wethouders met een raming van kosten ad f 10000.
voor de inwendige verbouwing kwam en ik daartegen financieele
bezwaren had dat de heer Lunter die niet heeft, is natuurlijk een
verschil van inzicht mijne bezwaren, nu er f 25000.mede ge
moeid is, in meerdere mate aanwezig zijn.
Daar is inmiddels bijgekomen eene noodzakelijke verbouwing
van het politiebureau. De burgemeester, als voorzitter van den
Raad, heeft ons daarmede in kennis gesteld. Het spreekt vanzelf,
dat, indien die verbouwing ons wordt opgelegd, wij den post zullen
aanbrengen evengoed als alle andere posten, die van boven af
worden opgelegd. Het zal dan bij niemand ernstige tegenwerking
ontmoeten om daarvoor f 6000.f 7000.uit te trekken. Maar
dan geschiedt 't nolens volens. Laat ons die post dus buiten de
verbouwing laten.
Dan gaat ’t om ’t verschil van inzicht in de noodzakelijkheid
der verbouwing. Laat alles niet zijn comme il faut, periculem lm
moral is er niet. Nu kunnen we in den breede over ’t al of niet
noodzakelijke discussieeren, dat geeft niets. Ieder heeft een gedeci
deerde meening. Ik heb bezwaar een dergelijk bedrag te voteeren,
omdat ik de noodzakelijkheid der verbouwing betwist.
De heer BRANDENBURG: M. de V.l Wat deze post betreft
heb ik het volgende op te merken. In het bedrag dat voor deze
post geraamd wordt, komen een paar uitgaven voor waaraan niet
te ontkomen valt, n.l. die voor verbouwing der cellen in het politie
bureau en verder een bedrag voor het bouwen van een kluis, ’t
welk een dringende vereischte is. Tegen het uitgeven dezer beide
bedragen zou ik dus- geen bezwaar kunnen hebben. Maar wel heb
ik bezwaar tegen het uitgeven van het restant. Ik heb deze zaak
nog eens rijpelijk overwogen en meen, dat waar in onze gemeente
nog werk is, dat ook reeds jaren wacht op afdoening, ik noem b.v. de
zeer noodzakelijke verbetering van den toestand aan de Hollandia-
buurten, het niet aangaat voor een verbouwing van secretarie etc.,
hetgeen lang zoon dringend vereischte niet is, zooveel geld uit te
geven. Men kan het geld maar éénmaal uitgeven en de economische
toestand is momenteel over 't algemeen niet van zoodanigen aard,
dat zoowel het eene werk als het andere afgedaan kan worden, dit
zou immers een stijging van belasting tengevolge kunnen hebben,
terwijl wij juist rekening te houden hebben met een mogelijke daling
van inkomens
Het zou mij daarom aangenaam zijn M. de V., dat U deze post
aldus wijzigde en men dus over ieder onderdeel zijn stem zou kun
nen uitbrengen. Men zal het met mij eens zijn, dat de stemming dan
zuiverder zal zijn, want zoo het voorstel nu ter tafel is gekomen,
zal ik tegen de geheele post stemmen.
De heer VAN DER KLEI: M. de V.l Ook ik heb de plannen en
rapporten nagezien. Geheel bevredigd ben ik niet, omdat in 't ge
heel geen nota is genomen van de bezwaren door mij indertijd
naar voren gebracht. Maar na de mij gegeven verzekering, dat
deze zijn te ondervangen, zal ik mijn goedkeuring geven aan de
plannen van Burgemeester en Wethouders.
De heer VAN DER WAL: M. de V.l Het is U bekend, dat ik
van de Commissieleden bij de officieuze bespreking der plannen
slechts alleen tegenwoordig was. Ons is toen toegestaan nadere
inlichtingen te vragen. Wij hebben daaraan een heele middag ge
wijd. De commissie was toen van oordeel, dat ze moest vasthouden
aan de plannen beneden. Zij kon toen niet inzien, dat 't plan boven
de voorkeur verdiende.
Zooveel mogelijk moet ’t publiek worden gediend en daarom
heeft een secretarie beneden veel voor bij eene secretarie boven.
Het mag voor de ambtenaren aangenamer zijn, maar het publiek is
er niet om de ambtenaren, maar de ambtenaren zijn er om 't publiek
te dienen. En dat kan nooit beter dan met een secretarie op den
beganen grond.
Dat plan heeft dit nog voor, dat de archiefkamer dan behouden
blijft. Dit heeft voor ’t ter inzage liggen der stukken en voor com
missievergaderingen veel voor.
Nu is inmiddels de begrooting
Ct
De heer BOEKEMA: M. de V.l Wanneer wij straks voor de
vraag worden gesteld om mede te werken tot verbouwing van het
stadhuis, dan dunkt mij, moeten wij ons af vragen is dat wel nood
zakelijk? Want wie denkt er aan om groote posten te voteeren
wanneer dat niet noodzakelijk is en die noodzakelijkheid is mij tot
op dit oogenblik nog niet aangetoond. Er worden er enkele redenen
genoemd waarom men de verbouwing wil en dan kom ik tot een
viertal punten.
Ie. De secretarie is te klein; M. de V.l is dat waar?
Dezer dagen heb ik de toestand daar eens in oogenschouw ge
nomen en dan kan ik mij maar niet begrijpen, dat het daar te klein
is, mij dunkt met eenige onkosten is daar vrij wat verbetering aan
te brengen en vind ik geen vrijheid om mijn stem daarvoor te
geven.
2e. De Burgemeesterskamer is zoo hoorig en ongezellig.
M. de V.l Het spijt mij, maar ik vind dat geen reden om te
zeggen „nu verbouwen wij het stadhuis”, want de hoorigheid, mij
Ter voldoening aan het in de laatst gehouden vergadering uit
gesproken verlangen, leggen wij U thans over het plan der Raads
commissie tot verbouwing van het stadhuis benevens dat van ons
college.
Beide plannen gaan vergezeld van een rapport van den ge-
meente-architect en een vergelijkend overzicht van kosten der
plannen.
Wij spreken den wensch uit, dat de Raad thans een definitieve
beslissing zal kunnen nemen.
Burgemeester en Wethouders van Bolsward.
dunkt, dat valt wel wat mee en wanneer U nu bij U zelven denkt, rceren. Die is lang niet zooals die behoort; meer zal ik daar niet
het is hier hoorig en U bespreekt een geheime zaak, dan kan U er
toch ook nog wel voor zorgen, dat het niet gehoord wordt en
daarom alleen zou ik het betreuren, dat U verhuizen moest naar
een ander gedeelte van het stadhuis.
Deze kamer immers is steeds gebruikt door de vroegere Burge
meesters en zou U n udeze kamer willen verlaten? U beroept zich
nog al eens op de historie en onze voorvaderen hebben dit of dat
gesticht of gedaan en zou U
kamer waar Uw voorgangers steeds hebben gezeteld en sommigen
het als een prachtkamer beschouwden en daar met plezier hebben
gewerkt?
Neen, M. de V.l ik kan mij niet indenken, dat U dat gaarne zou
doen en mocht U het wel willen, dan zou ik dat toch ten zeerste
betreuren en beschouw ik het als een plicht om deze kamer in eere
te houden en is de Burgemeester, dunkt mij ook zedelijk verplicht
deze kamer te houden, als de Kamer voor den Burgemeester.
3e. Er moet een kluis worden gemaakt. Het kan zijn dat het
moet, maar men kan toch het brandgevaar ook nog meer beperken,
door b.v. meer controle en ook de waterleiding is er en op meerdere
plaatsen zou men brandkranen kunnen aanbrengen en alzoo dunkt
mij, kan men het brandgevaar meer voorkomen. Maar mocht het
eventueel waar zijn dat er een kluis gemaakt moet worden, dan
M. de V.l kan dat zeker ook wel gebeuren zonder deze groote
verbouwing.
4e. Het politiebureau moet veranderd worden en de cellen
moeten verbeterd of verplaatst worden! Ook dat kan en zal we
waar zijn en dit acht ik ook niet overbodig, maar toch durf ik de
vraag stellen, kan dit niet gebeuren zonder al te groote kosten, kan
dit niet verbeterd worden met geringe onkosten?
M. de V.l Hiermede heb ik, naar ik meen, duidelijk aangetoonc
dat ik niet zal en kan medewerken, om deze groote onkosten te
voteeren, maar er is nog een reden waarom ik er mij tegen za
verklaren.
Wanneer wij hier als leden van den raad zitten en mede moeten
in stand houden en besturen, wat door onze voorgangers is gesticht
en tot stand gebracht, dan dunkt mij zijn wij verplicht, wanneer wi
iets aan het stadhuis moeten veranderen en verbeteren, dat wij dat
moeten doen het stadhuis waardig en dan gaat het niet aan, om
aan de Wipstraat de secretarie te brengen met Burgemeesters
kamer. Neen, als wij moeten bouwen, dan de Oostkant uit. Dat
pand hiernaast is destijds aangekocht om wanneer eventueel de
secretarie vergroot of veranderd moest worden, dat men daar dan
de gelegenheid had en nu zouden wij besluiten om dat niet te doen,
neen dat niet, dan moeten wij zóó verbeteren, dat het stadhuis, ons
mooi stadhuis er door verfraaid wordt en dat kan als wij dien kant
uit gaan; dan kunnen wij krijgen een mooi geheel. En na enkele
jaren zal daar toch verandering moeten worden gemaakt en dan
kan, dunkt mij, beter alles tot zijn recht komen, want veronderstel,
dat de secretarie nu naar de Wipstraat wordt gebracht en over
eenige jaren zou de oostkant vertimmerd moeten worden, zou er
dan niet gesproken kunnen worden „ja nu was het toch beter ge
weest, dat wij niet die groote onkosten hadden gemaakt, dan
De heer EERDMANS: M. de V.l Ik heb de stukken kunnen
nazien ^n beoordeelen, terwijl ik me tevens tot den architect heb
gewend om over de plannen een juist oordeel te hebben.
In de vorige vergadering heb ik opgemerkt, dat naar mijn oordeel
aan ’t nieuwe plan van Burgeemeester en Wethouders nagenoeg
dezelfde fouten kleefden als indertijd door Burgemeester en Wet
houders ten aanzien van ’t commissieplan waren besproken. Daar
tegenover heb ik gesteld, dat *t commissieplan belangrijk goed-
kooper was dan dat van Burgemeester en Wethouders.
Uit de nu overgelegde kostenberekening blijkt, dat ’t verschil
bijna vervallen is. De cijfers zijn nu resp. f 19000.en f21000.
Daarbij heb ik met den architect besproken, dat de cellen door
Burgemeester en Wethouders in ’t waaggebouw zijn gedacht, ter
wijl in 't plan der commissie daarvoor geen plaats is. In elk geval
zal die cellenbouw meer geld kosten dan volgens de idee van Bur
gemeester en Wethouders, Daardoor wordt 't kostenverschil nog
minder, ja misschien wordt 't gelijk en niet onmogelijk is 't, dat 't
commissieplan 't duurste wordt. Tegen beide plannen heb ik wel
bezwaren, maar daar eene oplossing noodzakelijk is, zal ik voor 't
plan van Burgemeester en Wethouders stemmen, niettegenstaande
ik voel voor de argumenten en bezwaren van partuculieren, die
tegen deze uitgaaf opzien in verband met de heersebende economi-
De VOORZITTER: Ik had niet verwacht, dat de Raad weer
zou beginnen te spreken over zaken die reeds zijn afgedaan. Im
mers is er in de vorige vergadering gezegd, dat *t plan aan de
Oostkant niet meer aan de orde zou worden gesteld. Het spijt mij,
de heer Boekema houde 't mij ten goede, dat ik daar niet op inga.
Door hem en anderen zijn bezwaren tegen 't plan geopperd.
We erkennen die graag, maar er moet een oplossing komen. De
leer Brandenburg heeft gevraagd om splitsing. Maar dat is on
mogelijk. De heer Brandenburg is immers voor verbouwing van
iet politiebureau en voor 't maken van een kluis. Zulks afzonderlijk
te behandelen gaat niet; immers 't een houdt verband met 't ander.
Die zaken zijn onderdelen van 't geheel.
Dan is er gezegd, dat de archiefkamer zou vervallen.
Maar daarvoor treedt de tegenwoordige secretarie in de plaats,
terwijl de raadstukken ter visie kunnen liggen op de tegenwoordige
secretariskamer.
Van de aanwezige ruimten binnen de bestaande muren krijgen
we dus alle profijt. Geen enkel deel blijft onbenut.
De heer v. d. Zee heeft gezegd, dat de verbouwing een kwestie
was van de laatste paar jaren. Neen, ook onze voorgangers hebben
zich daarmee meermalen onledig gehouden. Deze zaak hangt reeds
meer dan 30 jaren. En nu meenen wij alles zoo economisch moge
lijk in te richten. Er is gezegd, dat wij 't publiek moeten dienen.
Ik meen, dat 't publiek met 't plan van Burgemeester en Wethou
ders 't gemakkelijkst wordt gediend doordat alle afdeelingen bij
elkaar worden gebracht.
Ook dit plan zal niet in alles bevredigen. Ik heb dit zelf gezegd.
Ik verdedig hier een plan van Burgemeester en Wethouders,
Er wordt in dit plan rekening gehouden met de door den Raad mede
noodzakelijk geachte kluis en de mij opgedragen taak tot verbete
ring van de cellen en 't politiebureau. Het spijt mij daarom, dat
enkele heeren zich zoo pertinent hebben uitgesproken. Zelf heeft
de Raad zich meermalen pertinent uitgesproken, dat 2 belangrijke
onderdeden er moeten komen. En die kunnen er niet anders komen
dan bij uitvoering van 't geheele plan. Teneinde zoo economisch
mogelijk te kunnen werken, wordt alles in een betrekkelijk kleine
ruimte, zoo dicht mogelijk bij elkaar gebracht. Ook de architect is
met dit plan direct bereikbaar.
En de historische kamer, waar de heer Boekema over sprak,
wordt niet aan de bestemming onttrokken, maar zal steeds voor de
vergadering der vroedmanschap en voor officieele gelegenheden
worden gebruikt. Burgemeester en Wethouders en de Commissies
zullen daar kunnen vergaderen.
Met 't plan van Burgemeester en Wethouders krijgen wij ééne
bediening, één schoonhouden, om financieele redenen is zulks zeer
aan te bevelen.
Het plan wordt beheersch door de 2 zeer sterk uitgesproken on
derdeden. Meer dan de helft der geraamde som is daarmee ge
moeid. En zou dan de gemeente Bolsward niet in staat zijn om in
staat te Stellen dat op de meest practische en economische wijze
wordt gewerkt?
Is er wel één stadhuis ik zeg niet gemeentehuis dat op zoo
gemakkelijke wijze bereikbaar zal zijn voor 't publiek als nu wordt
voorgesteld? Ik gdoof 't niet. Ik beveel daarom in vollen gemoede
dit plan in *t belang der gemeente Bolsward bij U aan.
1 Ct.
De VOORZITTER deelt mede, dat sedert de vorige vergade
ring zijn ingekomen navolgende stukken, die hij voorstelt:
1. Voor kennisgeving aan te nemen:
a. Schrijven van Burgemeester en Wethouders der gemeente
Sneek, waarin wordt medegedeeld, dat de Raad dier gemeente
besloten heeft heeren Commissarissen over den weg Bolsward-
Sneek te berichten dat hij bereid is mede te werken tot opheffing
van de tollen op dien weg;
b. Alsvoren van Mevr. Eerdmans-Nooitgedagt, dat zij hare
benoeming tot lid der Commissie van Toezicht op het Handwerk-
onderwijs aanneemt;
c. Alsvoren van G. Korfmaker, dat hij zijne benoeming tot
brugwachter aan de brug „Het Hooghout" heeft aangenomen;
d. Resolutie van Gedeputeerde Staten van Friesland tot goed
keuring der raadsbesluiten d.d. 23 Januari j.l. waarbij een stand
plaats op de kermis werd verpacht voor drie jaren aan H. Bakker
te Deventer en een drietal bruggen onderhands werd verhuurd
aan de tegenwoordige pachters;
e. Adres van den Ned. Zwembond vergezeld van en verslag
over 1929 om de gelegenheid te openen voor het ontvangen van
zwemonderwijs door schoolklassen.
2. Ter visie te leggen voor de leden van den Raad:
a. Verslag schoolarts over het jaar 1929;
b. Alsvoren van het Ned. Genootschap tot Zedelijke verbete
ring der gevangenen;
c. Alsvoren van de Gezondheidscommissie te Bolsward.
3. Te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om
advies:
a. Adres van D, Tjeerde de Workum e.a. om het adres van
de Friesche Maatschappij van Landbouw omtrent „hoogere prijs
der huiden door Bergum” voor kennisgeving aan te nemen;
b. Alsvoren van de Vereeniging „De Amsterdamsche Huiden
en Lederbeurs” te Amsterdam betrekking hebbende op het onder a
genoemde adres.
Bij acclamatie aldus besloten.
Nu is inmiddels de begrooting van 't commissieplan veranderd.
Deze was f 13384 -|- f 1500.voor een centrale verwarming.
Nu is daarbij opgenomen de vernieuwing van het bovenste ge
deelte van den gevel en daarvoor is gerekend f 5000.Ik wil
daartegen niet ageeren noch den architect daarover aanvallen,
maar, waar men tegenwoordig een heele flinke nieuwe woning,
grond inbegrepen, bouwt, voor f 5000.daar snap ik niet, dat dit
deel van den gevel f 5000.moet kosten.
En wanneer een gelijktijdige aanbesteding van beide plannen
plaats vond, dan zou 't verschil in kosten minstens f 5000.zijn,
terwijl 't nu volgens de berekening slechts f 2000.is. Dan, wat de
ruimte in de waag betreft, 't daarvoor aangevoerde argument, nog
aangedikt met een advies van 't brandweercollege, heeft voor mij
geen waarde. Ik stel mij disponibel, om, als de gemeente daarvoor
een timmerman beschikbaar stelt, alles wat in de waag is, netjes
geplaatst, te brengen op I/3 van de ruimte. dier ruimte is er
dus over.
De heer DE HAAN: M. de V.l Ik heb de verschillende plannen
en stukken nagezien en heb me door een deskundige doen inlichten.
Jaar en dag is er nu reeds over deze verbouwing gesproken. De
verandering van het politiebureau en 't bouwen van een kluis is
noodzakelijk.
Wij voelen allen, dat er verandering moet komen.
Ik wil verklaren, dat ik vóór 't plan van Burgemeester en Wet
houders zal stemmen omdat ik meen daarmee in 't belang der
gemeente te handelen.
De heer VAN DER ZEE: M. de V.l De zaak waarover thans
wordt gesproken, is reeds- sedert 1927 in behandeling. Burge
meester en Wethouders spreken den wensch uit om haar heden
avond definitief te regelen. Bij die uitgesproken wenschelijkheid
wil ik me gaarne aansluiten. Ook ik hoop dat ze haar beslag zal
krijgen. Had de zaak aan mij gelegen, dan ware ze reeds in de
vergadering van 18 October 1927 afgedaan. Ik heb toen mijn
standpunt uiteengezet en medegedeeld, dat ik tegen de verbouwing
bezwaren had van financieelen aard. Toen kostte ’t plan volgens
raming f 10.000.Nu is ’t opgeloopen tot f25.000.De bezwa
ren, die ik in 1927 had zijn dus thans nog in grooter mate aanwe
zig. Ik ben van de noodzakelijkheid der verbouwing niet zoodanig
overtuigd, dat ik daarvoor een dergelijke post wil uittrekken. De
wenschelijkheid zie ik wel in; niet de noodzakelijkheid. Ik kan
daarom noch met 't plan der commissie, noch met dat van Burge
meester en Wethouders meegaan.
1
i
t
I
1
1
1
I