MIMA'S BABB MlNlIigi 1 J. H. VAD der ueeh, nannenhol B 2 A |R:* E 1 M Oude Gerrit BOLSWARD I J Enkele Kerstgebruiken. i '1 MAKKUM r Veemarkt - Sneek HET ADRES voor PLUIMVEEVOEDER is en blijft V. P. N. I KERSTREBUS. delig Jul” hebben. Voader, be- r. Iii£ hij toch ook, al hield f Onder de goud-overpoeierde dreigwol- ken baggerden de beide mannen in ei kaars richting, zonder het op te merken. De laan was modderig en moeilijk be gaanbaar, maar gewoon als zij waren te loopen door de zware klei, stoorden zij zich daaraan niet erg, en toen ze elkaar zagen waren zij tot dichtbij genaderd. Beiden stonden zij stil en daar, onder de donkere wolken, in het flauwe schijnsel van een ondergaand winterzonnetje, te midden van de grauwe eenzaamheid van een gestorven Groningsch landschap ge beurde het, dat vader en zoon weer tot elkaar kwamen. Voader. Koarel Ik wol noar jou tou En ik wol noar die. Voader, ik.wie.hebb’n ’n zeun kreg’n en wie hebben hemJan Hen drik neumt. Jong’n. En nou wol ik joe vrag*n, of ie nou weer goud wez’n woll’n, of ie. plumpudding, benevens hoofdgerechten uitmaken. f f f f f f 35 9 60 25 21 42 10 W. J. EELSEMA. Nadruk verboden. België. In de Belgische dorpen leeft nog E een bro ven scht voll van bev gift' de 1 IV keu kin; ook woi voll gev mer mer han Voc VOO Vol I wei dus dos Zo< ges nie hij Dei ker mij dt gej „tij nul 1 sta I geil een te t I Sta der bee de ten ma E het vol; telli telli gen dat mei H nad keu noo lijks rek< Rijk huis Ik walt nou, dat ik verkeerd handeld heb’. Voader. Goa nou noar mouder en vertel heur ’t groote neis.Ik goa noar Greta ik wil hom.'t lutje jong, ’t eerste zain. Zoo wilden ze van elkaar gaan, maar toen ze elkaar zouden passeeren, grepen ze elkaar’s hand en zagen ze elkaar aan met groote, helle oogen. Voader, snikte de zoon, bijna heesch van ontroering en ook de andere ont roerde met een nauwelijks verstaanba- ren klank: Mien jong. Ik ben zoo bliede voader, zoo bliede. Ik ook jong.Zwijgend hand aan hand bleven ze tegenover elkaar staan. Heel In de verte begon een klokje te luiden, ver kondigde zijn Kerstboodschap. En daar tusschen weerklonk van hier en daar het lang-rustig geloei van koelen uit vredige stallen. o kind, dat het roggebrood weet te be machtigen is voor een jaar koning, waar aan een eereplaats in de kerk verbonden is. Duitschland. Zooals op St. Nicolaas onze kinderen een verlanglijstje opstellen ter oriëntatie van St. Nicolaas, zoo doen de Duitsche kinderen dit op Kerstmis, „Weihnachten” In dit land wordt buitengewoon veel werk gemaakt van dit feest. Nergens ziet men fraaiere Kerstboomen, nergens is ook de Kerstmaaltijd met z’n „Lebku chen”, „Weihnachtsstollen”, enz. zoo uit gebreid. Engeland. Ook in Engeland slooft men zich uit om van Kerstmis iets bijzonders te ma ken. Het zingen van Christmas-carrols is niet van de lucht en de mistletoe kent vele geheimen! De maaltijd is overvloe dig en de plumpudding vormt ook hier „de kroon op het werk”. Noorwegen. De Noren weten wat feestvieren is. Kerstmis Joel noemen zij het duurt van 24 December tot 13 Januari. Uitge breide maatregelen zijn getroffen voor de maaltijden en de voorraad mjöd (wijn en De menschen vergeten steeds het voor naamste, namelijk dat het uur van schei den onverbiddelijk komt. *1/ f380 f f 80 f 19 f 120 35 30 98 17 Dinsdag 23 Dec. 1930. K.G. 4046 et- 5560 et- 20—225ct- ‘j M' J, 1 plaagd, dat hij, Ouwe Gerrit, toch nog niet zoo oud was en dat hij temet hier of daar ’s een kansje waagde, het best in orde zou komen. Hij liep dan wel te gen de zestig, maar d’r waren heel wat jonge kerels met minder fut in d’r botten dan hij enhad hij niet ’n aardig huisje met ’n Hinken lap grond d’r bij? Nou liep de boel wel ’s mis, d’r moest eigenlijk een vrouwmensch wezen, dat voelde ’ie zelf ook wel. De pannen en ’1 koper blonken niet zoo mooi meer als toen Jenneke d’r nog was. Die hield van d’r spullen. Die was van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de weer! En de beesten werden niet altijd precies op tijd gemolken. Maar weer een vrouw over de vloer? Ouwe Gerrit voelde er niks voor! Met Jenneke was het goed gegaanMaar als je eenmaal tegen de zestig loopt, dan begin je d’r toch niet meer an! Kees hielp aardig mee en ze kwamen d’r zoo ook wel Het licht in de keuken was uit. Dan was ’t ie naar z’n bed, constateer de Ouwe Gerrit mopperend. Hij lichtte de klink op en stapte naar binnen. Stak dan de petroleumlamp aan en stopte een pijp. Haalde z’n beurs uit z’n zak. D’r was nog drie-en-veertig gulden en veer tig cent. Mooi van jonge Gerrit om 'm dat te zenden. Maar schrijven, terug schrijven, dat deed ’ie niet! Een norschen trek zette zich plotse ling op het gelaat van den ouden man vast. Nijdig trok hij aan z’n pijp en blies groote rookwolken uit. Had die ellendige jongen maar niet weg moeten loopen! ’t Was meneer te min, meneer wilde hooger op! Alsof dit huis en dit land niet goed genoeg voor ’m waren. Hij wilde wat zien van de wereld, had ’ie gezegd. En Ouwe Gerrit nijdig, had tegen ’m ge raasd en ’m ’n gulden gegeven; dan kon ’ie naar de stad. Woedend had de ander het geldstuk door de keuken gesmeten en was de deur uitgeloopen. Laat in den nacht eerst was ’ie thuisgekomen. Hij, Ouwe Gerrit, was blijven wachten en toen was de uitbarsting gevolgd. Hard tegen hard! en de ander ging weg. „Ga met God!” De deur viel in het slot Jenneke had in de gang gestaan. Zwij gend had ze den jongen omhelsd, maar geen woord om ’m tegen te houden had ze gesproken. En nooit ook had zij hem er een verwijt van gemaakt. Wel had hij dikwijls gemerkt, dat ze jonge Gerrit miste en och hij zich flink. Andere kinderen waren ’r niet en het ging ’n mensch toch aan z’n hart, dat je nooit wist, wat er nou van z’n goed te recht zou komen, als ’ie d’r niet meer was. Want jonge Gerrit kwam niet meer terug. Dien ging het te goed. Dan liet hij het nog liever na aan Kees, die had er hart voor. Dikwijls had jonge Gerrit nog geschreven en Jenneke had de brieven zorgvuldig in ’t kabinet opgeborgen. Bij d’r kerkboeken. En soms had ze terug ge schreven, want erg vlug was ze niet met de pen. Wel las hij altijd de brieven, die er over en weer gingen, maar hij, kop pig, had er nooit een letter bij gezet. Dat deed ’ie niet, alhad hij het soms bijna niet kunnen laten. Ook daarvan had Jenneke nooit iets gezegd. Ze kende ’m en wist dat, als zij erom vroeg, hij het zeker nooit zou doen. Alleen, alleen toen ze dan op sterven lag, had ze ’m gevraagd: „En Gerrit?” Hij had d’r toen beloofd, dat hij den jongen zou schrijven en hij had het ge daan ook. Eén keer. Dat z’n moeder dood was. En anders niks. Ze hadden elkaar niks te vertellen, niet voordat jonge Ger rit gezegd had, dat hij d’r spijt van had en dat hij terug kwam. Maar dat deed ’ie niet! Nooit van z’n leven. Hij was er getrouwd en d’r waren al kinderen ook! Wel waren de brieven regelmatig blij ven komen en gek, telkens als ’t er weer zoo’n brief kwam met zoo’n vreemde postzegel, dan werd Ouwe Gerrit kregel en dan zeiden de menschen in het dorp: ..Ouwe Gerrit hèt 't weer!” Dan moest hij er op zoo’n dag op uit, dan moest er niks op z’n weg komen, want anders liep het mis. Dan sloeg hij d’r op los als het moest Ouwe Gerrit stak z’n pijp, die uitge gaan was, nog ’s op. Hij zou zich ’n nieuwe koopen. Dat kon d’r nou wel af. Dan stak hij z’n hand in z’n buis, haalde Waarom verbeelden wij ons toch altijd dat wij het noodlot naar onze hand kun nen zetten. Zweden, Een typisch Zweedsch gebruik stamt nog uit den tijd van de heidenen, n.l. het verschijnen van de Joelbock, een moo- sterlijk-uitgedoste gestalte, waarin later een of ander familie-lid wordt herkend. De straatjongens houden er een spe ciaal Sterrefeest op na. De Sterrekoning Judas en de Drie Koningen gaan zingend de langs de huizen en het is niet verwon derlijk te bespeuren hoeveel Sterrekonin- gen en Judassen er wel niet kunnen zijn, Amerika. In Amerika b.v. wordt Santa Claus in den Kerstnacht gevierd. De kiiftieren krij gen geschenken die voor zoover mo gelijk in een oude kous gestopt worden en de volwassenen doen zich te goed aan een Kerstmaal, waarvan mincepie en kalkoen de De dood is de eenige, die ons in het leven niet teleurstelt. Overal wordt het Kerstfeest gevierd, maar overal op een andere manier. Ieder vogeltje zingt zooals het gebekt is. Van al die verschillende manieren wil dit artikel iets verhalen. Niet van die feestelijkheden welke in alle landen een der zijn, maar telkens een typeerend staaltje. SPROKKELINGEN VOOR GEEST EN HART. Laffe honden zijn moedig als zij aan den ketting liggen. Het leven is voorbij vaak eer wij met onze voorbereidselen klaar zijn. Grappig, dat wij achteraf altijd precies weten wat wij hadden moeten doen. Wijsgeeren, kinderen en idioten ver bazen zich nergens over. De Kerstboom. Hoeveel veranderingen het Kerstfeest zelf ook heeft ondergaan, de Kerstboom was er steeds aan verbonden. En al te zeer moet men zich daarover niet ver wonderen, want vele eeuwen geleden reeds dacht men dat bepaalde boomen zegen aanbrachten. Volgens Prof. Arnold Meyer werd het eerst melding gemaakt van een Kerstboom omstreeks 1600, Het was de stad Straatsburg, die daarvan de primeur had. Verschillende schrijvers sta ven dit bericht. Van uit Elzas via Duitschland werden ook de nadere landen er mee bekend, Frankrijk in 1870 onder invloed van de Duitsche soldaten. Een Kerstverhaal door Jan R. Th. Campert. Met een harden, nijdigen slag sloeg de deur van de kleine herberg achter hem dicht. Even wankelde hij, toen de prikke- lend-zuivere lucht ijzig in zijn gezicht woei, dan herstelde hij zich en begaf zich op weg naar de boerderij, een kwartier gaans van het dorp. De dorpsstraat was verlaten Op groote afstanden hier en daar een lantaarn, die een erbarmelijk-schraal licht rondom zich heen straalde. De hui zen waren donker. Alleen bij den boven meester brandde de lamp nog. Zwaar klotsten de klompen van Oude Gerrit op de keien van den straatweg. Harde, on regelmatige slagen in de stilte van den vries-helderen nacht. Hij duwde zijn han den in de zakken van z’n korte jekker. Koud was het, weergaasch koud. Het hoofd voorovergebogen stapte hij verder. Daar bij Tineke Lans moest hij rechtsaf den zandweg in. Oude Gerrit had een goelen avond ge- lad. Voor zijn doen tenminste. Met Ma nus Ras, Houtepoot en Gieljan had hij zitten pandoeren. Twintig centen had hij gewonnen en z’n heele vertering vrij. En die was lang niet mis geweest. Anders dronk ’ie nooit zooveel, maar vandaag had hij de kolder in z’n kop gehad. Van morgen vroeg was ’ie al z’n huis uitge loopen; Kees, de knecht, zou het weinige werk, dat er ’s winters te doen was, wel opknappen. Hij moest er 's uit! Met z’n groote drif tige passen was hij het dorp door ge beend, „Ouwe Gerrit hèt ’t weer!” mom pelden de menschen, die ’m zagen Wat wisten zij ervan? Of zou Martien het ver teld hebben? Martien, die ook postbode was. Dat er weer ’n brief uit Canada ge komen was. Van Gerrit. Jonge Gerrit. D’r had een papier ingezeten, waar ’ie op de bank in de stad geld op kon krijgen. Eerst had ’ie 't willen verscheuren, maar ’s winters, was ’t een slechte tijd en al had jonge Gerrit ’m dan ook niet mooi behandeld, daar wist het geld niks van af! Dat veranderde er niet door! Ouwe Gerrit sloeg den zandweg in, die langs z’n boerderijtje leidde. Een hel dere maan stond hoog aan den strakken, sterre-bloesemenden hemel. Zwarte con touren teekenden de bosschen tegen den horizon af. Als ’ie thuis was, zou er nog wel iets over zijn om te eten. Dat kon ’ie opwarmen. Misschien was Kees nog niet naar den zolder. Maar dat zou wel niet, 't was al laat Vanmorgen was ’ie naar de stad ge gaan. Vijftig guldens had ’ie op dat pa piertje gekregen. Vijf mooie ritselende bankblljetjes. Dat was veel geld. Als ’ie Gieljan niet was tegengekomen, dan zou hij dadelijk weer naar het dorp zijn te ruggegaan, maar Gieljan moest bij den notaris wezen en toen hadden ze d’r na afloop een gepakt en nog een, en 's avonds in het dorp waren ze bij Manus Ras blijven hangen. Om ’n kaartje te maken. Het was laat geworden en morgen moest ’ie naar de kerk. Dan was het Kerstmis en dat had ’ie nog geen enke len keer gemist. Ook niet in al die jaren, dat Jenneke, z’n vrouw, nou dood was. Dat werd met ’t komend voorjaar nou in ue oeigiscne dorpen leeft nog een alleraardigst gebruik, dat vooral de in teresse van de jeugd heeft. Een rogge brood wordt ver weggeworpen en het BOAZ-8PAARBANK en dat was de brief. D’r stond niet veel inalleen dat het goed ging in Ca nada en dat z’n vader voor dat papiertje maar een kerstmispersent, nee pre sent moest koopen. Waarachtig dat zou 'ie. De pijp! Toch aardig van dien aap, toch aardigAls Jenneke d’r nog ge weest was, zou ze jonge Gerrit geschre ven hebben„en ook van uw vele groeten”. Daar had hij, Ouwe Gerrit, nooit iets van gezeid. Dat wareh vrou wenzaken, daar moest je je as man niet in mengen. Daar kwamen maar nesten van Maar na dat eene briefje, toen, toen Jenneke dood was, had ’ie daar in Ca nada nooit meer iets gehoordz’n eigen schuld, z’n eigen schuld, mompelde Ouwe Gerrit in zichzelf. Dan stond hij op, ging naar de voor kamer om het geld in het kabinet te ber gen. Achter het geldkistje lagen Gerrit’s brieven, een heele stapel naast Jenneke’s kerkboeken. Die had 'i morgen noodig. Kon ’ie d’r al vast wel uithalenD’r lag wat inEen portret van Gerrit, toen ’ie nog ’n jongen was Lang keek Ouwe Gerrit d’r naar, dook uit z’n zak den bril op om beter te zien, dan zette hij het op het penantkastje naast Jenneke en veegde de glazen van z’n bril schoon D’r most nog wel postpapier zijn Toen Ouwe Gerrit diep in den nacht klaar was met den brief naar Canada, begon in de verte een klok te luiden, een zingende en heldere muziek door den stillen nachtHet portret bleef staan. Kerstmis was geboren (Nadruk Verboden). Aan de -Veemarkt heden aangevoerd 113 M. en K. Koeien 25 Vette koeien Stieren 15 Vette kalveren 168 Nuchteren kalverenf 50 Graskalveren 180 Schapen 253 Lammeren 543 Varkens 185 Biggen 3 Paarden 3 Bokken en Geiten f Pinken Totaal 1538 stuks. Vette koeien, vrijwel prijshoudend. Pinken (Graskalveren) traag. Vette kalveren, prijshoudend. Nuchteren kalveren, kalm Varkens en zouters prijshoudend, Biggen zeer kalm. Wolvee, traag. Gebruiksvee, kalm. f250 tot f360 f260 f f "if G. BURGHGRAEF Onderl. Brandwaarb.-Maatschapnii „W O U D SE N D” Correspondent: D. B. EERDMANS, Kieinzand - Bolsward alhier waren Servië. De Serven hebben hun Badniach, een blok eikenhout, dat op Kerstavond in de haard moet branden en dat met veel plechtigheid en vertoon wordt binnenge bracht. Dat walt ik hail goud. Vergist doe die nait?.. denk die, veur dat doe wat dufst, Doe kenst dL Nee. Waits; doe wd, dat de jongelui, gauw 'n zeuL o.f ’n dichter kriegen? Dat tói ik aait, en hed ik ook nait te waiters Moar nou waitst doe ’t denNou most doe die ains verstell’n, dat zai 'n zeun kriegen en dei noar die neum’n Dat heuv’n zai nait te doun Moar als het den gebeurt? Dat wil ik nait hebb’n Wat most doe den wol doun? Vrouw, hol op te zeuren.Meteen sprong de oude man woest op, smeet zijn courant op de tafel en liep hij de kamer uit, de vrouw alleen achterlatend. Zwijgend bleef deze achter het koffie blad zitten.Dat was nou die onwrik bare natuur van voader, die nooit van buigen wilde weten.Hoe lang moest die onnatuurlijke verhouding tusschen vader en zoon nog voortbestaan?. Droevig schudde ze het hoofd. Op hetzelfde oogenblik, dat de oude vrouw daar alleen zat, wandelde Ger ritsen zelf met driftige voetstappen op en neder in zijn stallen. De vredige stem ming, die ook daar heerschte als in alle andere stallen, had eerst schijnbaar geen invloed op hem, want het was, alsof hij steeds boozer en boozer werd. Alle ken- teekenen waren er.Maar ten slotte kwamen er toch andere gedachten. Toen alles uitgeraasd was, kwam een ander gevoel bij hem. Een warm gevoel, dat hem ontroerde.Hij dacht aan de woorden van zijn vrouw.Zijn zoon zou vader worden!.... Zijn groote for- sche zoon, die hij schijnbaar wel ver foeide en die hij leelijke dingen naar het hoofd slingerde, als hij probeerde den vrede te herstellen, maar dien hij in nerlijk toch bewonderde en liefhad. En stel je voor, dat het een jongen werd en ze noemden hem Jan Hendrik!.... Zijn oogen werden vochtig van ontroering, maar met een driftige beweging van zijn mouw baande hij de tranen weg. Sentimenteel wilde hij ondanks alles niet worden, maar.maar.het was toch mooi, dat hij een kleinzoon kreeg, die Jan Hendrik heette.Heel mooi. Even stond hij gedachtenloos voor zich uit te staren, en het was, alsof de vre dige stemming rondom hem op dat oogenblik had gewacht, om hem den vol maakten vrede te schenken en om in hem het besluit, dat nog maar heel eventjes ontkiemde, te doen groeien en rijpen. Een enkele zonnestraal van buiten brak door de spinneweb-rag-bestoven dakpanruitjes en zette alles in een won- der-gouden gloed; de koebeesten, de bakken, tot zelfs den vloer en de mu ren. En de oude man, die tusschen dit alles stond, het als een wonder aan schouwde, voelde, dat nu het oogenblik van vrede was aangebroken, dat hij nu naar zijn zoon moest gaan, om hem te zeggen, dat hij, zijn vader, verkeerd had gehandeld, dat.Verder bedacht hij niet, wat hij wou zeggen, maar met een wilskrachtige beweging ging hij uit de stallen en stapte naar buiten.Wat hij zeggen moest, zou vanzelf wel komen, als hij tegenover Koarel stond, nu was het: terstond gaan, terstond handelen! 1 t I I' f f f f f f f 20—21 ct. Niet alleen voor de menschen wordt gezorgd, maar op het platteland staan bij iedere hofstede twee korenschoven... Koeien Kalveren Vette Varkens Zouters i ’•I AGENT n V n urne louuwt Ii ber hui: gen zon tal hoe de lid het kaa lijk beh (m; en aar hee Ier ven Gei afw hi fl 1 Spaart bij de Schild wijk 19 Geopend Zaterdagsavonds van 7-8 uur en dage lijks op de gewone kantooruren der Coöp. ooaz-tsank. r - Voor Bolsward bij B. BROUWER, Gr. Kampen. Brandassurantie-Mij. Woudsend Levensverz.-Mij. Holland SPECIALE BRANDSTOFFENHANDEL Prima kwaliteiten. Concurreerende prijzen. Heeren- en Dameskleeding naar Maat Heeren Modes J. WALMA, Grootzand. Chique coupe. Nieuwste modellen. Vraagt mijne uitgebreide collectie ter inzage Minzaam aanbevelend. f i V T n n if X/2 'l.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1930 | | pagina 10