llllllllllllllllll Dag en Nacht ten all en tij d e staat bij ons voor U een wagen of bus disponibel Bestellen en wegrijdenl! llllllllllllllllll ir. j. uiinop Komim heeft de praktijk hervat F J te ot en b- ia n. .is 4 De Bolswardsche Courant en Westergoo GENOEG. Hl It. W. VAN DER WERFF Stadsnieuws. Verhuizen 12 Mei. Woensdag 6 Mei 1931 27= Jaargang No. 3 en A Nederlandsche regeering i Advertentiën per regel: Woensdagsnummer 10 cent. Zaterdagsnummer 12 cent. Tusschen de tekst dubb. prys. Benoeming. Benoemd met 1 Mei tot telefoniste in- terlocale dienst te Sneek mej. B. Boer- sma alhier. ’g li- Si- ler ijk >ch te )0t un ie- te ir> de n de tl- an iet ch de ter OP in. >m le r- i- i- sr ik in Daar zijn evenwel ook anderen. Voor belang van ons nieuw - Mei-feest. De 1 Mei-viering werd alhier reeds ’s middags Ingezet door een rondegang met muziek. 's Avonds 7 uur vereenigden zich ve len op het Hengstepad, alwaar door ds. Wiersma van Schiermonnikoog een pro- pagandawoord gesproken werd. In op tocht ging hierna een groote stoet rij kelijk versierd met roode en ander ge kleurde doeken met propagandistische leuzen, voorafgegaan door het muziek korps door de stad tot bij het eindpunt „de Doele”. Bet spreekt van zelf, dat deze ronde gang heel wat nieuwsgierigen op de been bracht. Met zijn veelkleurige vaandels en banieren maakte de stoet een aar- digen indruk. Het was reeds lang over den geannon- ceerden tijd toen alle deelnemers in de Doelezaal een plaatsje hadden beko men. Ds. Vink opende hier de bijeenkomst met een opwekkend woord tot partijge- nooten en niet-partijgenooten. Het zangkoor „Voorwaarts” gaf hier na een drietal liederen ten beste, waar van no. 1 door de aanwezigen staande werd meegezongen. Hierna was het woord aan den feest redenaar Ds. Wiersma van Schiermon nikoog. Het is vandaag feest, aldus spreker, in de socialistische samenleving, maar kunnen we wel met volle recht feest vieren in deze kapitalistische samenle ving van welks stelsel we ons veel te weinig doordringen. Onze provincie Friesland voor een groot deel bestaande uit en door de landbouw en de zuivelbe reiding, dus in dat deel van het land dat arbeidt op den bodem, hoe is het daar gesteld met het bezit van die bodem? Een overzicht van de boekhouding uit het landbouwbedrijf heeft aangetoond dat 70 van die bodem welke bear beid wordt niet is in handen van de werkers, dat wil dus zeggen, dat 70 vierk. Meter van de 100 vierk Meter grond in bezit is van een kleine groep landeigenaren, tegenover de duizenden die de grond bewerken. Wat Is hierv; het gevolg, dat die lOOOden die werken op den grond, werken voor de kleine groep grondbezittefrs, voor de zakken van hen die niet werken. In 1929 is voor een waarde van bijna 8 millioen uit den bodem gehaald. Hoe is de verdeeling hiervan? Het gaat bijna op de helft, maar de eene helft gedeeld door enkelen, de andere helft door duizenden. Dat is in korte trekken de bezitsver- houding in ons Friesche land. Spreker haalt in dit verband nog even aan de pachtwet en illustreert verschil lende wanverhoudingen in diverse pacht- contracten. Deze verhouding, geschilderd voor het Friesche land, geldt evenzeer voor an dere provincies, ook hier aan de eene kant 'n kleine groep nietsnutters en aari de andere kant de groote groep werkers die door de levensonderhoudfactor ge dwongen zich te schikken in de macht van het kapitalisme. Juist door die machtsvraag, die strijd om het bezit ontstaat een wedijver die noodzakelijk leiden moet tot oorlog en oorlogstoerusting. Op elk terrein in ons maatschappelijk leven komt die machtsvraag naar voren. De pachtheer heeft niet het recht zijn pachter uit te buiten, maar de fabrikant bezit evenmin het recht zijn werklieden uit te buiten. Ook onze heeft niet het recht in te breken in de koloniën. Zij bezit hiertoe de macht. On willekeurig komt de vraag naar voren: heeft dan het menscherleven in deze ka pitalistische maatschappij geen waarde meer? De blijheid van de 1 Mei-viering wordt getemperd door de groote werkloosheid die over de wereld minstens 10 millioen jongere menschen die willen werken, broodeloos maakt. De wereld is uit haar voegen gelicht fen dreigt vast te loopen. De eenige organisatie die deze ontred derde wereldorde weer in goede banen kan leiden, die verlossing kan brengen uit deze benarde toestand is de Sociaal Democratische Arbeiderspartij. De macht, die eenmaal ook het kapi talisme in ons land zal verslaan, is groeiende. Overal vandaag gaan de millioenen op te demonstreeren voor het beginsel der S. D. A. P. De Sociale vakbeweging heeft gezorgd dat in deze economische crisis het levenspeil van den arbeider intact gebleven is. Met een peroratie op de lichtende ho rizon die als het rood der morgenzonne zal schijnen over de eenmaal socialisti sche maatschappij en een strofe uit het lied: Morgenrood, besluit spreker zijn aandachtig toegehoorde rede. wie het werken een lust is, en die met den arbeid spelen alsof het kinderspel was. Wat geven zij om een handvol ar beid, of een uur langer of korter werk. ’1 Leven is hen een genot en heel den ar beid lijkt hen een van zelfheid toe, voor al wanneer het werk beloond wordt en genoeg voordeelen aanbrengt. Want daar gaat het om, vooral in onze materi alistische dagen. Wie denkt nu nog aan het idieele? Wie spant zich nu nog in om de menigte iets anders te geven? Wie bekommert zich nu nog om het geestelijk welzijn van zijn naaste? om de man of de vrouw, of het kind uit de buurt, of van den buurman? Elk is zich zelf het naast, en ieder zoekt naar zijn eigen voordeel. Daar komt bij dat heel de maatschappij niets anders is dan ge lijk aan één groote mierenhoop waar al leen gewerkt wordt voor eigen profijt, en omdat het nu eenmaal moet. Als het niet noodig was en de plicht niet gebood, dan wierp men de spade, of de pen daar heen en liet Gods water over Gods akker loopen, wachtende op de dingen die dan komen zouden, of misschien ook wel niet zouden komen. Want gewoonlijk lijkt het geluk en het leven van een ander altijd veel aan lokkelijker en voordeeliger en begeer- lijker dan dat van een ander. Ik las eens van een rijkelul’s kind dat met begeerige oogen vol brandende gloed voor de spiegelruiten stond te ga pen naar een paar arme kinderen uit de achterbuurten zooals deze met hunne ka potte schoenen in een modderpoel dans- sten en bezig waren elkaar met het straatvuil te besmeuren. Wat zou dat rijke kind zich graag vermaken met dat spel daar In den modder, maar van zelf, hij kon niet en hij mocht niet, omdat hei beneden zijn stand zou zijn en papa of mama het hem zeker zou verbieden. Daartegenover was zijn plaats op de kinderkamer bij de Juf, of onder het toe zicht van een huisknecht, maar nooit eens mocht hij zijn eigen heer en mees ter zijn, zooals andere kinderen van zijn leeftijd. Hoevele groote menschen zijn aan de ze knaap gelijk. Als zij maar konden en mochten zouden zij geheel anders han delen. Veel vrijer, en veel ongebondener en veel meer overeenkomstig de begeer ten van hun eigen hart en leven. Ten opzichte van den arbeid die verricht moei worden en voor tal van vreemden meer een last is dan een lust en wat het ver dienen betreft, ja, maar dat is een punt waarover men ten minste zoo maar niet in een oogenblik is uitgesproken. Want wat is verdienen en waar ligt de grens van het loon? Gaat dit laatste naar vraag en aanbod, of naar prestatie of naar behoefte van den persoon en het gezin, of naar de kunst van het vak, of naar den willekeur van den werkgever. En wat het vrije bedrijf, bijvoorbeeld van den werkgever aangaat, is deze ge heel zijn eigen heer en meester, die kan doen en laten, geven en nemen wat hij wil, al wederom naar eigen believen en eigen goedvinden, ten einde daardoor huizen en akkers aan elkander te ver binden en rijk te worden zoo spoedig en zoo gemakkelijk mogelijk om geld met geld te verdienen? Gelijk er geweest zijn die op deze wij ze hunne bezittingen tot in het onein dige zagen vermeerderen, en schatrijk zijn geworden? Maar hebben wij juist in onzen tijd ook niet tal van voorbeelden rondom ons liggen van menschen en ge zinnen en families, die op dezelfde wijze al hun have en rijkdom weer kwijt wer den en als tot den bedelstaf gebracht? In elk geval is in duizend gevallen be wezen dat ’s werelds goed slechts eb en vloed is, en dat men bijeen brengt, maar niemand weet het al eens tot zich nemen zal.” le ch ;r- als de de waarop fijn gekapte aardappels, het overblijfsel van den middagschotel. Maar wat mij bizonder trof, dat was de gretigheid waarmede allen, zonder on derscheid op de spijzen aanvielen en blijkbaar allen smaakte als honig. En ik heb me vermaakt met die prettige scha re en bij mij zelf gedacht: Wat zijn die arme menschen onder dit needrig dak, gelukkig en rijk. En ik maakte onwillekeurig een ver gelijking met anderen, die zich baden in de weelde en den overvloed en beschik ken over tal van rijke voorrechten, maar niet hebben wat deze eenvoudige dag- looners bezaten. Hoeveel een mensch noodig heeft om werkelijk gelukkig te zijn? Het is moei lijk te zeggen en hangt van zeer veel dingen af, maar vast staat, dat het le vensgeluk niet gelegen is, in den over vloed van aardsche goederen. En dat is een rijken, onschatbaren zegen. f Het programma voor de feestelijke herdenking van het 50-jarig bestaan van het Sted. Muziekkorps op Hemelvaarts dag is als volgt: Voorm. 11.30 uur optocht door de stad, vanuit de Muziekschool, waarbij uitvoering van de Kleppermarsch, 1 tot 2.30 uur receptie in „de Doele”. 5.30 uur optocht door de stad, vanaf „de Doele”. 8 uur Soirée Amusante in „de Doele”. Zij, die 12 Mei a.s. ver huizen, gelieven in het eener geregelde bezorging i blad tijdig behalve hun adres, tevens hun vorige woonplaats op te geven. DE ADM. Een zeer belangrijke vraag voor aller leven 4s deze: Hoeveel heeft een mensch noodig om op de plaats waar hij be hoort waarlijk gelukkig te zijn? Deze vraag klemt temeer omdat het feitelijk gedurende het gansche leven bij al den arbeid bij de meesten hierom gaat, om door den arbeid, en dóór al het werken van hoofd en hart en hand het groote levensdoel te bereiken, dat is het waarachtige levensgeluk. Daarvoor wordt door de meesten ge werkt; dat is de verborgen drijfveer voor aller doen en laten; daar gaat het om in heel het leven. Gesteld eens, een oogenblik dat deze drang niet achter al den arbeid zat; dat het werken slechts plaats had uit tijd verdrijf, of uit aardigheid, of om nog eens edeler en idieeler motieven te noe men, uit louter menschlievendheid of uit hulpbetoon en goeddadigheid en mede- Ongetwijfeld zijn de antwoorden op deze vraag zeer verschillend en vele en velerlei. Allereerst gaan onze gedachten onwillekeurig uit tot het groote leger kranken, hetwelk gebonden aan het zie kenvertrek als buiten de samenleving gesteld zijn en niet meer werken kunnen wegens lichaams- of geesteszwakte. Zij zijn uit het maatschappelijk verband weg genomen en overgegeven aan schijnbaar doellooze rust. Hun taak is tijdelijk, of voor altijd beneden afgeloopen. En een ander neemt hun werk en hun brood. Daar is heel wat voor dezen noodig om onder dit alles stil en gelaten te zijn en te leeren om te berusten in den weg dien hen wordt aangewezen. Natuurlijk is dat geen makkelijke weg geweest. Daar is heel wat overgave en zelf verloochening voor noodig geweest, om daartoe te komen, en zoo te leeren zich zelf te verloochenen en te verliezen. Vooral waar bij dat alles nog komt, dat men zoo langzamerhand vreemd wordt bij anderen en tot deze niet meer gerekend. Niet opzettelijk misschien, niet met opzet wellicht, maar omdat er geen tijd meer is voor de afgezonder- den. Men bedoelde dat zoo niet, men had hier geen plannen mee; men meen de het juist zoo opperbest en had zijn beste voornemens, maar het leven nam zoo in beslag en daar was zooveel het welk de aandacht vroeg en eigenlijk la gen die kranken daar ook allen goed op hun bed, of in hunne tent. Daar werd voor hen gezorgd en gewaakt, en het noodige werd hen niet onthouden. Diaconie of armvoogdij, of oude, trou we vrinden uit vroeger jaren zorgden voor het noodige, of het Groene Kruis zorgde voor goede en doelmatige verple ging, of charitas was ijverig werkzaam, om maar kort te gaan, daar zijn kranken die het beter hebben dan in hunne ge zonde dagen, en zieken, die niet willen ruilen met de dagen van weleer, toen zij tot de „bodders” gerekend werden, en hard hadden te werken voor hun dage- lijksch brood. lijden, wat zou er dan vaak van den arbeid terecht komen. Nu zit het heilige moeten er vaak achter, en gaat het om loon, of om winst in elk geval om het bestaan, om nog maar niet te spreken van velerlei bijbe doelingen als het verkrijgen van naam en roem, en eer, en zooveel andere dingen dief vioor de2e wereld wel befteekenis hebben en ook wel geld in de lade kun nen brengen, maar op den keper be schouwd toch een menschenhart ledig laten en Innerlijk geen bevrediging kun nen geven, laat staan zijn leven vullen. En daarom is ’t wel eens goed vooral in deze dagen van ons jachtend leven en zijn vele en velerlei vraagstukken en begeerten, de vraag eens te gaan over wegen hoeveel er voor een mensch noo dig is om gelukkig en tevreden te wor den. Spec. Arts voor inwendige ziekten LEEUWARDEN HET 50-JARIG BESTAAN VAN HET STEDELIJK MUZIEKKORPS. Hoewel de officieele viering van dit feit plaats zal vinder, op Hemelvaarts dag, meenen we toch vandaag op de eigenlijke oprichtingsdag onze lezers 't een en ander te moeten vertellen. Wanneer we dan terug gaan tot het jaar 1881 den 5den Mei dan moeten we volgens verklaringen van oud-Bolswar- ders niet spreken van oprichting, maar eigenlijk van her-oprichting. Immers reeds jaren tevoren was bij de schutterij ook een muziekkorps geweest, wat bij gebrek aan ambitie weer is op- gedoekt. Bewijs hiervoor is, dat bij de weder oprichting van het nieuwe schut- terij-korps (thans stedelijk muziekkorps) nog enkele oude instrumenten, afkomstig van het vorig corps, aan de nieuwe ver- eeniging werden toegewezen. Deze in strumenten, bewaard op de zolder bo ven de Waag verkeerden evenwel in dusdanige conditie dat ze niet meer gebruikt konden worden. Doordat we (om eenigszins te billij ken redenen) geen inzage kunnen krij gen van de aanwezige oude oprichtings- verslagen, hebben we hier en daar eens gesnuffeld en verschillende feiten gevon den, die het vermelden waard zijn. In de Bolswardsche Courant van 11 April 1881 vinden we volgend bericht: Bolswardsche schutterij-muziek. Eindelijk is door den Raad der gemeen te de lang gewenschte en gevraagde toestemming en subsidie daarvoor ver leend. Zal dit evenwel tot stand komen? Dit hangt geheel af van de ambitie om met de beoefening van de muziek te begin nen en vol te houden. Een prikkel om tot hiertoe over te gaan, is ook nog wel dat aanstaande schutters die zich voor de muziek bekwamen vrij zijn van excer- citie, terwijl zij de bewustheid hebbende schutters geïnakkelijker te doen mar- cheeren en de excercitiën aangenaam te maken en vele ingezetenen meer belang doen stellen in de voorgeschreven oefe ningen. Algemeene feesten zullen er door worden opgeluisterd. Als heeren officieren nu verder slagen, om een ge schikt kapelmeester en onderwijzer te krijgen en voldoend fonds voor aankoop van instrumenten bezitten, dan is het ge wenschte doel bereikt. In de Bolswardsche Courant van 21 April lezen we deze advertentie: Muziekkorps schutterij Bolsward. Personen, die genegen zijn, lid te worden van bovengenoemd corps, worden verzocht zich vóór de 26e April aan te melden bij ‘den heer A. Brussen. Voor het Bestuur: J. R. A. DONKER. Nog vinden we in de B. Crt. van 5 Mei volgend bericht: Waar zijn de muzikanten? vroegen velen. De tijd, dat men met een toover- staf zoo het een en ander te voorschijn riep is voorbij en het valt moeilijk waar geen enkele muzikant is, een muziek korps te zien. Het zal daarom allen, wel ke de vraag déden en den luister onzer schutterij en zelfs die onzer stad gaarne zouden verhoogd zien door een korps van toonkunstenaren, aangenaam zijn te vernemen, dat er muzikanten zullen ko men. Een veel beloovende kiem vertoont zich reeds en in enkele deelen van de stad kan men die hooren groeien. Reeds zeventien liefhebbers gaven hun wenscht te kennen om een plaats in der muzen tempel te verkrijgen. Eenigen van hen zijn in dien tempel reeds niet meer geheel vreemdeling, 13 zijn er, die voor eigen rekening een in strument aanschaffen en muziekles ne men, 4 betalen een en ander gedeeltelijk. Zoo zijn sluimerende krachten wakker geroepen en in werking gebracht. Nog moeten ze geoefend worden, want alleen oefening kweekt kunst. Dat levert wel eens moeilijkheden op, en „die zich aan gordt roeme niet alsof hij zich ontgord de”, maar lust en vaste wil komen veel moeilijkheden te boven en de kunst loont ook de moeite. Reeds voorzien we hoe de dag, waarop voor het eerst in het vredig Bolsward de krijgsmuziek van een eigen korps wordt gehoord, een vreugdedag zal zijn, een vreugdedag voor die leden van den Raad, wier ge loof dan aanschouwen zal geworden zijn en evenzeer voor die anderen, die niet hebben durven gelooven, dat Bolsward tot zooiets in staat zou zijn. Een vreug dedag voor het jonge muziekkorps en voor de afdeeling van Ned. gewapende macht, waaraan het werd toegevoegd; een vreugdedag voor Bolsward’s blijden te verblijden, (verbazend langdradig nietwaar die beeldspraak van 1881). Hier htbben we dus op de 5de Mei de niet-offldeele oprichtinösoorkondc. Rest ons thans nog enkele ons beken de feiten te memoreeren. Het initiatief tot de oprichting la uit gegaan van den onlangs overleden heer J. R. A. Donker. Als kapelmeester werd benoem de heer A. Brussen. Tot de leden behoor den voor zoover we kunnen opdiepen de heeren: J. P. Westerbaan, W. van der Meulen, Th. van der Meulen, J. Fen- nema, W. Nauta, C. van der Werf, A. L, Hansma, Hendrik de Vries e. a. Met groote ijver en ambitie werd ge repeteerd, zoodat al vrij spoedig de oefe ningen der schutterij met muziek wer den opgeluisterd. Natuurlijk komen in de eerste levensjaren van elke vereeniging eigenaardige moeilijkheden weer, zoo ook bij de schutterijmuziek. Een daarvan willen we hier vertellen, In het laatst van datzelfde jaar sfierf te Bolsward een oud-militair en gerid derde die zooals heel veel Bolswarders in die tijd een bijnaam droeg, n.l. Ger rit de Ridder. Deze geridderde moest met militaire eer begraven worden, maar in de korte tijd van zijn bestaan had het korps zich nog niet met droevige muziek bezig ge houden. In allerijl werd door den kapel meester een drie-regelige treurmarsch geschreven en ingestudeerd. Toen dan de begrafenismorgen was aangebroken en de stoet van het sterfhuis vertrok (de plaats waar thans de brugwacnterswo- ning aan de Blauwpoort staat) vooraf gegaan door het muziekkorps met om floerste trom, zette deze de haastig ge componeerde treurmarsch in. Eerst wat schuchter maar allengs duidelijker neu riede het in grooten getale toegestroom de publiek deze treurmarsch mee en voordat de stoet op de Groote Markt was aangekomen, brulde heel oneerbie dig een geweldig koor steeds weer van voor af aan: Laat ze mar prate want G-e-e-e-e-e-e-rrriet is doad, G-e-e-e-e-e-e-rrriet is doad, G-e-e-e-e-e-e-rrriet is doad, Aldus werd ons deze week nog door een oud-Bolswarder verteld. Verschijnt Dinsdags- Vrijdagsavonds. In elk geval is het voldoende bewezen dat geld en goed een mensch niet ge lukkig maken kan en hij iets anders en iets hoogers en iets blijvends noodig heeft, om waarlijk gelukkig te zijn. Hij kan als het moet met oneindig minder toe, dan met al dien overvloed van we- reldsche geneugten en aanbiedingen. Het zal mij niet licht vergeten dat ik op eten donkeren winteravond in een spaarzaam verlicht gangetje kwam, waar een groote klompenschaar de aanwezig heid van een aantal kinderen verried. Blijkbaar werd daar gebeden en stil bleef ik staan luisteren tot het gelepel verried dat de maaltijd begonnen was: „Heere zegen deze gaven om Jezus wille Amen”, werd op de rij af gebeden, na dat allen eenige oogenblikken eerbiedig het stilzwijgen bewaard hadden en toen begon de maaltijd en trad ik schuchter binnen. Daar zaten ze allen om den disch; klein en groot, de een al blozender dan de ander, en elk had voor zich een bord Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12 l ■g- ae ge 'O- >e- i li eg >e- I lat Official Ford Dealer BOLSWARD - TELEFOON 86 Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct. Voor het Buitenland f7.- per jaar. Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal. i 'llfi DE JONGs NIEUWSBLAD waarin opgenomen 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1931 | | pagina 1