De Bolswardsche Courant en Westergoo
FO. F. J. HOFSTEDE!
g| OPTIC1ËN - Telef. 3054 j
E Grootzand 18 - SNEEK J
|k en BUIKGORDELS J
MEER LICHT!
I
j
29^2 Jaargang
Woensdag 18 Januari 1933
Stadsnieuws.
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12
No, 5
en
A
I
A dve r t e n t i n per regel:
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
er reeds'iets gaan stralen van het volle
licht, dat we wenschen en verwachten.
Roepen we in het nieuwe, blijde voor
jaar ook in onze geesten weer eens iets
op van de oude vreugde, welke welvaart
ons bracht, en die toch ook ééns weder
om ons deel zal zijn.
oordeel op Zich te nemen, opdat de we
reld door Hem zou behouden worden.
Komt allen tot Jezus om te drinken;
alleen bij de put van levend water is
des menschen dorst te stillen. Niet bij dé
wereld, die is daarin onmachtig.
Spr. sloot tenslotte met dankzegging.
Verschijnt Dinsdags-
Vrijdagsavonds.
Kort verslag van de Ringvergadering
van het Ned. Jong. Verbond.
Woensdag 11 Januari hield de ring
Bolsward en O. van het Ned. Jong.
Verb, in „Ons Gebouw” haar buitenge
wone ringvergadering. Des middags
werd een vergadering gehouden van de
verschillende bestuursleden der afd.,
waar Alg. Seer. C. Tabak mededeelin-
gen deed, vragen beantwoordde en
nieuwe mogelijkheden aanwees. Des
avonds had de groote vergadering
plaats. De Voorz. Ds. J. van Kuiken,
opende deze samenkomst. Na lezing
der notulen verkreeg Alg. Seer. C. Ta
bak opnieuw de gelegenheid om tot de
ringleden te spreken over: „De uitbouw
van onze vereenigingsarbeid.” Spr- be
sprak de mogelijkheden voor onze ver
een. in steden en dorpen en vervolgens
de vraag, of onze vereen., na de her-
constructie van onze maatschappij uit
deze crisis, nog wel het voorgestelde
doel zouden kunnen bereiken. Dan zui
den wij ons nu reeds op de eischen van
die tijd moeten instellen. Nieuwe moge
lijkheden zijn dan: het ontspannings
werk en de sociale zijde van het Chr.
Jeugdwerk. Spr. ontwikkelde deze mo
gelijkheden verder, om dan te besluiten
met: „De mogelijkheid die vlak bij ligt
is, dat wij als Bondsleden mobiel zijn.
Persoonlijke medewerking aan dit werk
is de beste uitbouw.”
Na een aangename gedachtenwisse
ling werd de vergadering op gebruike
lijke wijze gesloten.
f In het Volksgebouw Wipstraat
sprak Maandagavond voor een aan
dachtig gehoor Mej. Mien Labberton
over „Geestelijk evenwicht”. Deze ver
gadering uitgeschreven door Volkson
derwijs afd. Bolsward, werd door den
heer Statema geopend met een woord
van welkom tot de aanwezigen en in
zonderheid de spreekster van dezen
avond. De Voorzitter spreekt de wensch
uit dat het een nuttige en aangename
avond mag worden.
Na het zingen van ’t Volksonderwijs-
lied begint Mej. Labberton hare rede
met er in de eerste plaats op te wijzen,
dat er nog heel veel menschen gevon
den worden die meenen, dat er aan
iemands karakter weinig veranderd kan
worden. Maar deze opvatting brengt
ons niet ver en zeker niet bij de op
voeding der kinderen. Over het algemeen
is er in het leven een zekere overdrijving,
terwijl toch de werkelijkheid bijna
steeds in het midden ligt.
Rijkspostspaarbank.
Opgave bestreffende het postkantoor
Bolsward over de maand December
1932.
Aan bovengenoemd kantoor werd in
den loop der maand op spaarbankboek
jes ingelegd 3662.81
en terugbetaald -3684.47
De staking in de bouwvakken.
De toestand is nog precies gelijk. Er
zijn, behoudens ’n heel enkel geval, geen
werkwilligen. Bij enkele bouwwerken in
de stad wordt zoo nu en dan door de
patroons onderling gewerkt.
Deze worden nog al eens door gezel
len en publiek opgewacht en onder ge
leide thuis gebracht.
’t Spreekt vanzelf dat onder dit pu
bliek meerderen zitten die belust zijn op
een relletje.
Laten we hopen dat deze staking zoo
spoedig mogelijk op een voor beide par
tijen bevredigende wijze mag worden
opgelost.
Ook het allervroegste voorjaar is een
mooie tijd. De korte dagen van Decem
ber kunnen ons drukken, maar de vroe
ge donkerte van Januari hindert ons wei
nig meer, omdat we weten, dat we win
nen op de duisternis, eiken dag slechts
een paar minuten, maar gestadig aan.
Het is de nieuwe hoop, welke ons doet
leven; de wetenschap; dat alles in de
natuur mooier en beter zal worden.
Als we in December, een stralende zon
nedag hebben, dan zeggen we tegen el
kaar: mooi weer. Maar verder praten we
er niet over. Als in Januari het zonnetje
even om een hoekje gluurt, dan wrijven
we ons verheugd in de handen en ver
klaren elkaar heel optimistisch: je kunt
wel zien, dat het voorjaar wordt.
Als we het maar gelooven, of nog be
ter: als we het weten, dat een betere
toekomst naakt, dan kunnen we veel
verdragen en zijn we ai gauw verblijd.
Wat zou eén winter bar zijn, als we
niet wisten dat hij door een voorjaar en
zomer zou worden gevolgd. Maatschap
pelijk leven thans vele menschen in zoo’n
winter. De omstandigheden zijn slecht,
heel slecht en velen wanhopen, dat het
nog eens anders en beter zal worden. Dat
is héél erg voor degenen, die aldus den
ken. Die menschen moeten we uit hun
ellende halen, allereerst uit de ellende,
waarin ze zich zelf hebben gestort, de
wanhoopsellende, het niet meer gelooven
aan een beteren tijd. En dat doen we
vaak niet. De wereld is vol van pessi
misten en als die hun klaagliederen ver
heffen, dan somberen we mee. Dikwijls
minder uit overtuiging, dan uit gewoon
te. Waarom toch laten we onze mede-
menschen in den donkeren winter van
vertwijfeling?
De aarde draait millioenen jaren en
de menschen. die er op leven hebben
haar bearbeid in voor- en tegenspoed,
in ellende en rijkdom. Plagen van aller
lei aard hebben de wereld geteisterd,
schoonheden en heerlijkheden van onge
dachte pracht en schittering hebben de
mnschheid bekoord. Gelijk er altijd nog
winters zijn geweest en zomers, zoo is
dén eens ramspoed ons deel geweest op
de aarde, dén weer welvaart. Een paar
jaar maken we nu wel maatschappelijke
narigheid door en wij, kortzichtige men
schen, we meenen nu, dat deze bezoe
king het einde van alles zou moeten we
zen? Een paar jaar, het is niet meer
dan een zucht van de eeuwigheid.
Wie de wereldgeschiedenis wil be-
oordeelen en de mogelijkheden van de
toekomst wil afmeten, moet voor het ma
ken van zijn beschouwingen op een
breeder platform gaan staan dan dat van
zijn eigen levensbasis. Omdat we maar
zoo kort op de wereld vertoeven, lijkt
alle goeds zoo ijlend te verschieten en alle
kwaads zoo beangstigend traag te pas-
seeren.
Er zAl echter zeer zeker een betere
tijd weerkeeren. Of het gebouw van het
maatschappelijk bestel er wat anders zal
gaan uitzien, dat doet er niet toe, als het
geluk er maar mede woont.
In de natuur kunnen we het voorjaar
niet forceeren, maar het komt op tijd.
Ook in het maatschappelijk leven kunnen
we geen welvaart brengen, als de om
standigheden ongunstig zijn, maar wél
kunnen we aan het wederkeeren van be
tere tijden iets medewerken door een blij
vertrouwen en sterken optimisme, gelijk
we dien weerkeer ook kunnen vertragen
door een wanhoopstemming en vertwij
feling of somber pessimisme te kweeken
of te onderhouden.
Betere tijden zullen komen. Laten we
die komst verhaasten door geloof en
moed. Niet pessimistisch meezeuren met
elkaar, maar vertrouwen zaaien, blijheid
toonen, desnoods blijheid forceeren, dar
kweekt de stemming, welke energie
staalt en prikkelt. Als we vertrouwen
wekken op een betere toekomst, dan zal
Evangelisatie.
Woensdagavond werd in ’t Gebouw
Wipstraat, de eerste van de drie aan-
gekondigde Evangelisatie-avonden ge
houden. Het onderwerp voor deze avond
was: „Indien gij de gave Gods kendet”,
naar aanleiding van het bekende ver
haal over de Samaritaansche vrouw Joh.
4 1—10.
Nadat de heer Booms met gebed had
geopend, las hij hét betreffende Schrift
gedeelte voor. Deze geschiedenis, aldus
spr., is het Evangelie van Gods genade
in al zijn volheid. Hij (Jezus Christus),
is gekomen om te zoeken, datgene, dat
verloren was. Verloren was deze vrouw
zeker, ook naar aardsche begrippen van
fatsoen en deugd. Doch deze begrippen
hebben voor God weinig waarde. Alleen
het bloed van Christus is het, dat waarde
voor ons heeft. Dat reinigt ons van alle
zonden. De gave Gods, dat is Zijn ge
liefde Zoon, die in het vleesch gekomen
is, te kennen, is iats wat alle menschen
noodig hebben om zalig te worden. In
Adam, de drager van, de gansche
menschheid, zijn bij Goddelijk besluit
alle menschen tot zondaars gesteld. En
dat dit besluit goed was blijkt wel hier
uit, dat niemand de bezoldiging der zon
de, d.i. den dood, kan ontkomen.
Reeds in het 2e geslacht woedde de
zonde zoodanig, dat de Heere aan Kaïn,
den eersten moordenaar, vroeg waarom
zijn aangezicht zoo vervallen was.
Romeinen 1 geeft een voldoende dui
delijk beeld van de openbaring der zon
de. Maar der menschen zondetoestand
bracht geen verandering in Gods liefde;
want liefde heeft behoefte die liefde te
openbaren en uit te storten. Slechts in
de positie der menschen kwam verande
ring. Die behoefte van God kon eerst
dan bevrédigd worden, wanneer aan de
eisch van Gods recht was voldaan.
Daarom staat er ook geschreven, dat
Hij Zijnen eeniggeboren Zoon heeft ge
geven, opdat een iegelijk, die in Hem ge
looft niet verderve, maar het eeuwige le
ven hebbe.
Wij allen kunnen in God hersteld wor
den, maar alleen door het persoonlijk
geloof in den Heere Jezus Christus. Dan
is het aan den Heiligen Geest toever
trouwd om openbaar te maken wie Hij
is, volgens 2 Cor. 8 9.
In Psalm 22 wordt ons door den H.
Geest de grootte van het kruislijden be
schreven, een lijden zoo geweldig, dat
aan den Zoon van God, als Plaatsver
vanger der zondaars aan het kruis
hangend, beladen met de zonde der we
reld, de jammerklacht wordt ontperst:
„Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij
Mij verlaten?”
Kan het nu eenvoudiger, dan dat eefi
iegelijk die in Hem gelooft niet verderft,
maar het eeuwige leven heeft..
God heeft Zijn Zoon niet gegeven om
de wereld te veroordeelen, doch om dat
De kabouters van berg Jok Jo
Dit verhaaltje indertijd door Mej.
Veen, muziekonderwijzeres alhier uit
het Duitsch vertaald en getoonzet is, als
we ons goed herinneren in het jaar 1926
door onze stadgenoot D. Gerritsma in
opereftevorm omgezet en onder diens
leiding door de zangklasse van mej.
aandacht geschonken aan het kind, ten
minste aan de opvoeding van het kind.
Het karakter van het kind werd niet
voldoende onderzocht, de volwassenen
drukten te veel hun stempel op het in
nerlijk zijn van het kind. Wat eerst en
vooral noodig is, is dat we de kinderen
leeren kennen en daardoor hun karak
ter begrijpen.
De bekende prof. Hasselman zegt, et
zijn drie voorname factoren in de op
voeding.
We moeten eerst kennis opnemen,
daarna verwerken en ten slotte uitdra
gen.
Wanneer een dezer factoren bij het
kind ontbreekt is het evenwicht ver
stoord.
Ook dienen we bij de opvoeding ver
schil te maken tusschen de verschillen
de karakters- Die karaktervorming stuit
meestal op drie moeilijkheden.
Die voortkomen uit de eigenschappen
van ons zelf, die van buiten afkomen,
de omgang met anderen, en die moei
lijkheden die het leven ons brengt.
Het is noodig dat we van ons karak
ter een persoonlijkheid maken. De ka-
rakteropvoeding is de groote kracht
voor elke mensch.
Er wordt wel eens gezegd, dat met
de opvoeding aan het karakter van het
kind niet veel veranderd kan worden,
dat is niet juist. Erfelijkheid bestaat,
maar is niet algemeen. Wanneer we
zien wat b.v. het leger des Heils doet
met volwassen wrakken in dit leven,
dan wordt onze gedachte daarover wel
iets anders.
Bij de geboorte van elk kind zijn goe
de en slechte eigenschappen aanwezig,
maar door de opvoeding kunnen deze
in goede banen gelegd worden.
Om de kinderziel te leeren begrijpen
is noodig een groote toewijding en ge
duld.
Karaktervorming is alleen mogelijk
wanneer men een algeheel inzicht heeft
van het wezen van het kind.
Spreekster behandelt hierna de ver
schillende soorten van kinderen, de
koppige, de gemakkelijke, de hoogmoe-
t In ’n openbare vergadering, uitge
schreven door de Ned. Chr. Vrouwen
bond afd. Bolsward trad Maandagavond
in de Gebouwen a. d. Gasthuissingel op,
de Eerw. Heer F. Faber van Sappemeer,
met als onderw. „Mozes de man Gods”.
De presidente opende de vergadering
met gebed, na te hebben laten zingen
Psalm 77 8. Na een kort welkomswoord
aan spreker, werd deze het woord ge
geven.
God belooft, de mensch moet geloo
ven, aldus spr.’s eerste woorden. Aan de
hand hiervan ging hij ’t leven van Abra
ham, Jozef en Mozes na, om deze levenè
te stellen in het licht van Gods beloften.
Vooral de laatste, als hoofdpersoon van
het onderwerp, werd ten voeten uit ge-
teekend.
In enkele practische opmerkingen be
lichtte spreker het heden met fragmen
ten uit de Geschiedenis van Mozes.
(Een aantal lichtbeelden illustreerden
Op fraaie wijze het gesprokene.
!.j Y°^ere,Per,10den lsue^ te weinig, - pe presidente dankte hierna de Eerw.
Heer Faber voor z’n leerzame woorden;
Na Ps. 77 van vers 12 t. h. einde ge
lezen te hebben werd nog gezongen Ge
zang-. 3 1.
Ds. Broekema sloot de vergadering met
dankgebed.
Het tweede wintertje.
We hebben hedenmiddag omstreeks 2
uur even een kijkje genomen bij de ijs
baan. Deze was opengesteld voor kin
deren van leden van de Bond v. Licha
melijke opvoeding.
Doordat er niet bekend was dat de
scholen vrijaf hadden, was het bezoek
zeer matig.
De baan ziet er schitterend uit, alleen
is het jammer dat aan den eenen kant
een vrij groot wak is, zoodat voor wed
strijden de baan vermoedelijk nog niet
gebruikt kan worden.
De weersgesteldheid is hedenmiddag
van dien aard, dat het voor de ijssport
niet zoo hoopvol lijkt. Misschien dat
vanavond de maan ons weer een heldere
lucht bezorgt en mocht het deze nacht
wat doorvriez^n, dan zal ongetwijfeld
de ijsbaan morgen, Woensdag, druk be
zet worden.
Nu het ijs er eenmaal in ligt, is het
te hopen dat de vorst ook maar ’n paar
dagen blijft aanhouden, opdat de lief
hebbers van de schaats (en die zijn er
gelukkig nog veel) eens kunnen profi-
teeren.
dige, de bescheidene; al deze karakters Veen met veel succes opgevoerd, ’t Is
hebben een afzonderlijke leiding noo
dig.
Een groote fout in de opvoeding is
nog steeds dat oorzaak en gevolg wor
den verward. De oorzaak opsporen, dit
is de eerste taak, dan zullen we vrijwa
ren voor veel leed en last. Elk karakter
moet om te kunnen slagen in dit leven
in evenwicht worden gebracht. We
moeten daartoe onze kinderen leeren
kennen en dit kan door nauwlettend toe
te zien op die kleine voorvallen uit het
dagelijks leven. Dit evenwicht in het
karakter is allereerst noodig niet alleen
voor kinderen maar ook voor ons als
ouderen die geroepen zijn tot kinder
opvoeders. Verschillende voorbeelden
worden door de spreekster op onder
houdende wijze verteld- Tenslotte wil
Mej. Labberton nog wijzen op een zeer
voornaam punt in de opvoeding en dat
is, dat we toch vooral niet te veel gaan
schipperen in het leven. We moeten
onze kinderen voor deze sleur bewaren.
Hoe dikwijls wordt er niet gezegd: nou
ja, dan morgen maar, dat is verkeerd,
dat schipperen is zwakheid en lafheid
en hoort niet thuis bij de opvoeding on
zer kinderen. Leeren we onze kinderen
de moeilijkheden van dit leven te over
winnen. Ook moeten we onze kinderen
leeren liefde voor de natuur, voor bloem
en plant. De opvoeding onzer kinderen
is een moeilijke maar o zoo dankbare
taak. Wie kinderen opvoedt, voedt zich
zelf op.
De Voorzitter dankte met eenige har
telijke woorden de spreekster waarmee
de vergadering door een hartelijk ap
plaus instemde.
f De R.-K. Kiesvereen. „Gelijk
Recht” vergaderde Donderdagavond in
het St. Joseph gebouw..
De opkomst der leden was zeer goed-
Na de gewone werkzaamheden, als
jaarverslag, rekening en verantwoor
ding penningmeester, welke onder dank
werden goedgekeurd, volgde candidaat-
stelling voor de 2e Kamer. Resultaat
dezer bespreking is de volgende lijst:
Mr. Verschuur.
M. Van Poll.
Mr. Kropman.
Mr. Keestra.
Loerakker.
In verband met reglementswijziging
moest het geheele Bestuur aftreden.
De heer Nota, voorzitter, had we
gens te weinig beschikbare vrije tijd als
bestuurslid bedankt. In diens plaats is
gekozen de heer Roelants.
Het Bestuur bestaat thans uit de hee-
ren:
H. Wierema, Voorz.; T. van der Zee,
Penningm.; S. O. v. d. Meer; J. Roe
lants; S. H. de Jong; B. Boekema en
J. Visser.
De door het Bestuur gevoerde actie
tot vermeerdering van het ledental had
zeer succesvol resultaat. Niet minder
dan 120 nieuwe leden zijn aangewor
ven.
wel eens aardig na eenige jaren een
courant in handen te krijgen waaruit
blijkt dat dit aardige werkje niet geheel
in het vergeetboek is geraakt-
We lezen in de „Middelburgsche Cou
rant” van 5 Jan 1933 volgend verslag
van deze uitvoering.
Een flink volle Schouwburg voor een
operette, qua libretto, muziek en opvoe
ring niet ander te noemen dan aller
aardigst! Die we dus direct maar
aanbevelen voor de kindervoorstelling,^
Zaterdagmiddag. Het gebodene zelf ter
wille, en de kas der zoo nuttige hier ter
stedelijke instelling:-de St. Ehsabeths-
vereeniging.
Prins en Prinsesje uit legendarische
tijden zijn heel erg. stout: jokken. Zeg
gen thuis bloemen te gaan plukken, loe
pen inderdaad achter het leger der dap
peren aan, waarmee de koning ten strij
de trekt.
Ze raken verdwaald en krijgen de
straf der jokkers. Welke? ’t Zou niet
aardig zijn dat te verklappen: er moet
wat te verrassen blijven voor het jong
auditorium, overmorgen. Makkelijk en
prettig maken de kabouters ’t de twee
koningskinderen niet; eer ze weer huis-
toe mogen, dient er veelwaarheid
gesproken!
Een sprookje met een leerende (ge
lukkig niet beleende!) strekking, met
fond, in vlotte versregels op vriendelijk-
luchtige muziek, direct aanvoelbaar.
Hoe-geslaagd in alle opzichten werd ’tl
Wat een gemak helpt deze nog heel
jonge jeugd-dilettantjes, voor wie ’t
woord plankenkoorts nog een onbegre
pen klank blijft. Hoe rustig en fijn-ele-
gant acteerden en zongen prins en prin
sesje, hoe lustig en leutig dansten en
speelden de kabouters, hoe sober-juist
ook waren de kleurcombinaties.
En hoe geestig de decors (2e, 3e en
4e bedrijf!); veel bereikt met eenvoudige
middelen. Dan was er ’t verhalend kóor
in de orkestruimte. Zij zongen onder
leiding en geaccompagneerd door me
vrouw Lambermont, over ’t algemeen
zuiver, woord voor woord verstaanbaar,
en met goede voordracht.
Zoo werd ’t een avond van groot
succes voor leider en leidster: den heer
en mevrouw LambermontMes, voor
de spelers zelf, die merkbaar plezier in
hun werk hadden. Vandaar ook, dat ’t
zoo goed ging!
Brand.
Het gebeurt niet vaak dat in onze stad
de brandweer voor een brand wordt ge
alarmeerd. Hedennacht heeft onze brand
weer dienst gedaan bij een brand in de
steenhouwerswerkplaats van den hee;
A. Couperus aan de Franekerstraat. Toen
de brand door de politie ontdekt werd,
stond de geheele werkplaats reeds in
brand.
Spoedig was de brandweer ter plaatse,
die nog wel veel water in het brandende
perceel deponeerde, maar tegen deze
vlammen niets kon uitrichten. De werk
plaats brandde dan ook geheel uit. Ge
lukkig was de wind zeer gunstig, zoodat
de aangrenzende perceelen behouden
konden blijven. Dit was vooral van be
lang voor een klein boerderijtje, welks
dak een rietbedekking heeft.
Omstreeks 4 uur rukte de brandweei
in. De oorzaak is tot nu toe onbekend.
De politie stelde hiernaar een onderzoek
in.
Hedenmorgen zijn we nog ’n kijkje
gaan nemen. Van de werkplaats staan
nog eenige verkoolde planken omhoog.
Verschillende halafgewerkte steenen lig
gen onder de verkoolde balken bedolven.
Naar de heer Couperus ons mededeel
de is de schade nog niet te overzien.
Daarvoor moet eerst een onderzoek naar
het steenwerk worden ingesteld. Naar
wij vernemen was de werkplaats verze
kerd.
T; SOLIED ADRES voor
BRILLEN - BREUKBANDEN
Derhalve minder ingelegd
dan terugbetaald f 21-66
Het aantal nieuw uitgegeven spaar
bankboekjes bedr^cr 2.
Dit no. bestaat uit 2 bladen.
Porto Binnenland l‘/a ct.
Buitenland ct.
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal.
j
DE JONG s NIEUWSBLAD
waarin opgenomen