d Het 35=jarig Regeeringsjubileum van Koningin Wilhelmina. landarts mouu Jn - Franeher hervat zijn practijk Donderdag 7 September. De Bolswardsche Courant en Westergoo Vanaf Dinsdag 5 Sept. a.s. rijden onze O.T.A.X. v.v. 29= Jaargang Woensdag 6 September 1933 No. 70 De Kilometerpnjs bedraagt per persoon: Voor Voor Voorkomen in Standplaats te SNEEK: Garage OZINGA, Parkstraat, Tel. 2211 Hotel POELMAN, Tel. 2011 Standplaats te BOLS WARD: Café „HET PARK”, Tel. 123 OFFICIAL FORD DEALER PARKSTRAAT - SNEEK Voor een persoon per K.M. 5 cent Voor twee personen per K.M. 3 cent drie personen per K.M. 2 cent vier personen per K.M. 2 cent de stad 10 cent Doorbrengen van passagiers naar alle plaatsen K.M.=tarief Leven van plichtsbetrachting en opoffering. Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD A Telefoon No. 12 en A en en in. De sombere 19e eeuw. n J Beleefd aanbevelend, t r Advertentiën per regel: Woensdagsnummer 10 cent. Zaterdagsnummer 12 cent. Tusschen de tekst dubb. prijs. or ik- o- ie, Verschijnt .Dinsdags- Vrijdagsavonds. Op heden, den 6en September 1933, is het vijf-en-dertig jaren geleden, dat in de Nieuwe Kerk te Amsterdam de laatste Oranjetelg bezit nam van Neêr- lands troon. g it g 1. d !t L e n d 12 r s i> i, t e I 6 September 1898 legide H.M. den eed af. Een overzicht, zelfs een zéér beknopt overzicht te geven van deze 35 regee- ringjaren zou ons veel te ver voeren. Slechts zij hier bij een paar historische momenten een oogenblik stil gestaan. Het begin der regeering van Koningin Wilhelmina viel samen met den oorlog in Zuid-Afrika. Engeland bevocht de Boeren-republieken en de oude president van Transvaal, Paul Kruger, was ge noodzaakt te wijken en zich op een stuk Portugeesch grondgebied aan de kust in veiligheid te stellen. Toen zond de Koningin een Nederlandsch oorlogsschip de „Gelderland” naar Zuid-Afrika, dat den ouden president aan boord nam en hem naar Nederland bracht. Een golf van ontroering ging door de geheele wereld om dit nobele gebaar en algemeen werd deze edele geste van de jonge vorstin van het kleine landje geprezen. Haar verloving, Haar huwelijk, Haar ernstige ziekte en de buitengewone geestdrift, waarmee het volk Haar alom begroette, toen zij voor het eerst weer uitreed, Haar moederschap, dat Zij in 1909 deelachtig werd, gaan wij stilzwij gend voorbij, om nog enkel te herinne ren aan de woelige Novemberdagen van 1918. In aansluiting op de Duitsche omwenteling van 9 November, dreigde ook hier te lande een revolutionaire be weging te ontstaan. Den Hen Novem ber hield mr. Troelstra de leider der Sociaal-Democratische Kamerfractie, te Rotterdam een geruchtmakende rede, waarin hij o.m. betoogde, dat nu be- slist moest worden of ook niet in Neder land de hoogste macht gelegd moest worden in de handen van arbeiders- en soldatenraden, waaraan de bourgeosie zich te onderwerpen zou hebben. Den volgenden dag sprak mr. Troel stra in denzelfden geest in de Tweede Kamer. „Onze noodzakelijkheid en onze onmisbaarheid geven ons het recht naar de macht te grijpen,” verklaarde hij De regeering vaardigde een door alle Ministers onderteekend manifest uit, waarin zij een beroep deed op het ge zond verstand der bevolking om het wettig gekozen gezag te steunen: Over eenkomsten met de geallieerde mo gendheden over groote, aan de Neder- landsche regeering te leveren voorra den, zouden bij ernstige onlusten hier te lande, krachteloos worden. Het manifest miste zijn uitwerking niet. Met uitzon dering van Amsterdam, waar bloedige botsingen plaats vonden, bleef alom de rust gehandhaafd. Alle z.g. burgerlijke partijen sloten zich aaneen om de constitutioneele rechten en vrijheden te beveiligen. Den 18en November had op het Malieveld te Den Haag een grootsche betooging plaats ter eere van de Koningin, welke door soortgelijke volksuitingen in an dere plaatsen werd gevolgd. Den 20sten November vaardigde de Koningin daarop een proclamatie uit, waarvan het slot luidde: „Het is ons vast voornemen, voorgenomen hervor mingen door te zetten en aan te vullen met de snelheid, die past bij den pols slag van dezen tijd. Reactie zij uitgeslo ten. Wij moeten vooruit Met grooten luister heeft het Neder- 'andsche volk in 1923, nu tien jaar gele den, Haar 25-jarig ambtsjubileum ge vierd. Het was in die dagen, dat mr H. P. Marchant, de tegenwoordige Minis ter van Onderwijs een artikel schreef: „Kroon en Politiek”, waarin hij over de Koningin o.a,. het volgende zeide, dat ook heden nog van toepassing is: „Aan de eischen, die een volk zijnen souverein mag stellen, voldoet Koningin Wilhelmina zonder voorbehoud. Wie ter behandeling van staatszaken met Haar in aanraking zijn geweest, moeten, welk staatkundig beginsel zij mogen zijn toegedaan, weten, dat de noodige kennis en intelligentie haar eigen is Zij weten ook, dat Zij Hare, voor een ge woon sterveling niet benijdbare taak, met ijver en toewijding vervult. Dit is geen leven, waarin Zij zoekt wat Haar persoonlijk aangenaam is. Het leven van een prinses, die wordt voorbereid voor haar taak van een Koningin straks, van een Koninklijke echtegenoote en moeder, is waarachtig voor geen gewoon sterveling benijdenswaard. De bewijzen van gehechtheid en dankbaarheid eener groote massa moeten veel leed en veel ontzegging vergoeden. Het is ’n leven yan plichtsvervulling van den ochtend tot den nacht. De voorstelling, alsof hier ’n bestaan zou worden geleid van niets doen, van genot zoeken in weelde, kan zich slechts vastzetten bij onwetenden, en het strekt hun, die beter weten, niet tot eer, dat zij deze voorstelling laten beklijven. De Koningin heeft, bij al Hare echt vrouwelijke en moederlijke eigenschap pen, het sterke karakter, noodig voor een regent. Wie van de persoonlijkheid der Koningin meer weet, dan de bui tenstaander, gevoelt eerbied voor Hare treffende waarheidsliefde. Een adviseur, die mocht wagen, Haar een onzuivere voorstelling van zaken te geven dit kwam voor of die niet de geheele waarheid zegt en niets dan de waarheid dit kwam ook voor heeft afgedaan voorgoed. Vorsten hebben veelal de fout begaan, dat zij slechts willen hooren wat aange naam was om te hooren. Zij hebben daardoor dikwijls om zich zelf een sfeer geschapen van onwaarheid en vleierij, Staat en volk aldus aan de grootste ge varen blootgesteld, den weg gebaand voor intrige en kuiperij. Onze Koningin wil alles hooren; Zij wil alles weten, ook al is het onaange naam om te hooren en te weten. Zij zal laat men het tegenspreken! een overtuigd republikein te woord staan als Haar taak medebrengt met hem van gedachten te wisselen, op denzelfden toon als met den geestdriftigen Oranje klant. Zij laat slechts eene overweging gelden: hoe dien ik het best mijn land en mijn volk? Met deze opvatting van de Koninklijke taak wordt het volk ten beste geleid. Een aangrijpend oogenblik. Wie het aangrijpend oogenblik van den 6en September 1898 heeft medege maakt, toen de achttienjarige Konings- vrouwe, temidden eener wemeling van uniformen en toiletten, met opgeheven vingeren de plechtige woorden sprak: „Zoo waarlijk helpe mij God Almach tig!” voelt nog van ontroering zich den adem in de keel stokken en begrijpt vol komen, dat! bij die eedsaflegging dejn toenmaligen Voorzitter van de Veree- nigde Vergadering van de beide Kamers der Staten-Generaal, den heer Van Naa- Imen van (Eemnas, de tranen over de wangen vloeiden. Want in dat gedenk waardig oogenblik hadden Oranje en Nederland het oude en hechte verbond van zoovele eeuwen weer hernieuwd. Somber was de toestand in de negen tiende eeuw voor het al-oude Oranje huis geweest. Achtereenvolgens werd Koningin Sophie in 1877, Prins Hendrik in 1878, de Prins van Oranje in 1879, Prins Frederik in 1881, Prins Alexander in 1884 en tenslotte Koning Willem III in 1890, in den vorstelijken grafkelder te Delft bijgezet. Laatste loot van het Huis van Oranje Nassau was in 1890 de toen pas negenjarige prinses en de toe komst scheen, èn voor Nederland, èn voor Oranje,, hoogst onzeker. Nu reeds vijf-en-dertig lange jaren de Koningin met vaste hand ’t Nederland- sche Schip van Staat bestuurt en op die wijze de schoonste tradities van Haar geslacht voortzet, nu door een Prinses van 24 jaar de instandhouding van het geslacht verzekerd schijnt, valt het met terdaad moeilijk te beseffen hoe groot de onrust was, rond veertig jaren gele den, toen de band tusschen Nederland en Oranje dreigde te breken, slechts een jong Prinsesje leefde, dat oude glorie aan een onzekere toekomts moest bin den. In scherpe tegenstelling met de jaren tusschen 1877 en 1890, toen de Delft- sche grafkelder zich zes malen opende, is gansch de vorstelijke familie, gedu rende de 35-jarige regeering van Ko ningin Wilhelmina gespaard gebleven. Sterker is wellicht nog het verschijn sel, dat in Nederland de dynastie hech ter met land en volk verbonden is, sedert in het jaar 1918 de kronen van de Euro- peesche vorstenhuizen over de straten rolden, gelijk een gevleugeld woord in die dagen luidde. Ontegenzeggelijk heeft de Oranjeboom in Neêrland’s bodem dieper wortel geschoten. Behalve van alleruiterst linksche zijde, hoort men niets meer van een principieelen strijd tegen de dynastie der Oranje’s. De persoon van Koningin Wilfhelmina^ Het is bovenal de persoon van de huidige Vorstin, die er het hare toe heeft bijgedragen, dat men tot de Draagster van de Kroon met eerbied Immer één met haar volk. scherpzinnig oordeel, de onmiskenbare gratie en nog tal van andere eigen schappen, die de Koningin sieren. Maar wat juist de Nederlanders weer beter beseffen dan de vreemdelingen kunnen doen, is de vlekkeloosheid van het leven de gelouterde opvatting van de vorste lijke roeping en de onbuigzaamheid van eigen vasten wil, die de Koningin zoo ten volle bezit. Niet voor niets heeft de Koningin zich haar grooten voorvader Willem de Zwijger tot voorbeeld gesteld. Diens vrijheidszin, diens afkeer van dwang komen bij de Landsvrouwe van heden immer tot uiting, wanneer het oogenblik daarvoor gekomen is. En waf voor de thans 53-jarige vorstin typeerend mag heeten, is haar groote liefde voor de eigen taal. Wie ooit de Koningin heeft hooren spreken (en dat zijn er na de redevoeringen voor de radio gelukkig millioenen) weet, dat het beste Neder landsch misschien wel gesproken wordt door het Hoofd van den Nederlandschen Staat. Vijf-en-dertig jaren nu is het geleden dat de Koningin de regeering aanvaard de, dat Zij dezen eed aflegde en Zij heeft zich gedurende dien tijd gekweten van Haar taak op een wijze, die boven allen lof is verheven. Wie onbevangen de fei ten beziet, zal moeten erkennen, dat ons constitutioneel recht door onze Ko ningin standvastig „onderhouden en ge handhaafd” is, zooals voor 35 jaren door Haar aan het Nederlandsche volk werd bezworen. opkijkt. Meer misschien dan de eigen volksgenooten, weten de vreemdelingen met geestdrift te spreken over den con- stitutioneelen zin, over het betoonde re- geeringsbeleid, over het uitermate i Ozinga’s Goedkoop Taxibedrijf O.T.A.X 8NEEK-B0LSWARD 3 F. OZINGA Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50 Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct. Voor het Buitenland f 7.- per jaar. Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal. i» i j e DE JONG s NIEUWSBLAD waarin opgenomen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Bolswards Nieuwsblad nl | 1933 | | pagina 1