Buitenlandsche Revue.
Timeo mm uniiis libri.
01
De Bolswardsche Courant en Westergoo
III. U. 11. Ill ES F F
OFF. FORD DEALER
BOLSWARD - TELEF. 86
Reparatie
aan alle merken
Automobielen
Groote voorraad
Onderdeelen
en Banden
Stadsnieuws.
en
I
«F
ken r<og niet altijd 200’n nadeel is. Mits
Ik vrees den man van één boek.
l
l
Advortentlön per regel
Woensdagsnummer 10 cent.
Zaterdagsnummer 12 cent.
Tusschen de tekst dubb. prijs.
Verschijnt Dinsdags-
Vrijdagsavonds.
Speciale inrichting voor
men er maar uit haalt wat er in zit.
B- KRUITWAGEN, O. F. M.
Rotterdam, 25 October 1934.
DR
c
T-LEEUWARDEN- 'L
FRIESCH GRONDBEZIT.
Het Friesch Grondbezit hield Zater
dag j.l. een vergadering in de Doele.
Uit het jaarverslag van de afdeeling
stippen wij aan:
De afd. Bolsward en Omstr. telt 58
leden. De kas wijst een batig saldo van
groot f28.5O. Als bestuurslid werd her
kozen de heer A. Hannema te Dedgum.
De heer A. R. Douma te Hardegarijp
hield vervolgens een lezing over het on
derwerp: „De strijd door alle eeuwen
heen om den privaten eigendom.”
Eenige vormen van gemeenschappelijk
30= Jaargang Woensdag 21 November 1934 No. 92
dwongen ziet, zijn, uitgaven te beperken
en dus veel meer dan vroeger moet uit
kijken, dat hij zijn geld zoo nuttig mo
gelijk besteedt;
vooral in dezen tijd, zeg ik, komt het
er op aan, zulke boeken aan te schaffen
waar men voor heel zijn verdere leven
iets aan heeft, en waaruit men dus voor
de volle 100 procent nut kan; trekken.
Misschien zullen die boeken iets duurder
zijn dan andere; maar men krijgt dan
ook waar voor zijn geld.
Natuurlijk heeft iedereen wel eens ’n
boek noodig, dat enkel en alleen dient
om een paar uur gezellig bezig te zijn
en allerlei muizenissen uit zijn hoofd te
laten waaien. Maar daarnaast zal me
nigeen toch ook eens een ernstig boek
willen lezen, hetzij om zich in een be
paalde richting te bekwamen, hetzij om
met allerlei wetenswaardigs op de hoog
te te blijven, hetzij alleen maar, om nut
tig bezig te zijn.
Maar onverschillig wat voor boeken
men ook wil koopen: over godsdienst oi
wijsbegeerte, over tooneel en dans oi
'over munt-politiek, over scheepsbouw
of tandverzorging, over economie of
costuumnaaien, over aardrijkskunde of
wapenfabricage, over kunstzijde of elec-
trisch lasschen, over jagen en visschen
of zuigelingensterfte, over litteratuur of
diepzeeonderzoek, over ziekenverpleging
of bloemenverzorging, over talen of be-
ton-constructies, over muziek of plant
en dierkunde, over onderwijs of veeteelt
over sport- of rechtswetenschappen,
over haringvisscherij of verkeerswezen,
ove' rharingvisscherij of verkeerswezen,
over dierenbescherming of kookkunst,
zorg altijd voor één ding: dat het een
degelijk boek is, en dat u dat boek gron
dig tot in alle hoeken en gaten bestu
deert, zoodat u het heelemaal in u op
neemt. Op die manier giet ge als het
ware allé kennis en wetenschap die de
schrijver in dat eene boek heeft neerge
legd, in uw eigen hoofd over, en wordt
ge de „vir unius libri”, de „man van één
boek”. Op den duur wordt ge daardoor
iemand die iets in zijn mars heeft, die
over bepaalde onderwerpen kan mee
praten en die bij tijd en gelegenheid een
of anderen vervelenden wauwelaar, een
van de velen die van niets en van alles
niets weten, en die toch overal het hoog
ste woord voeren, op zijn nummer kunt
zetten.
Maar als u mij nu vraagt: Wat is op
dit of dat gebied nu een degelijk boek,
een boek, waar ik inderdaad wat uit kan
leeren, dan kan ik daarop geen ander
antwoord geven dan dit: Vraag het aan
een vakman, die niet alleen het boek,
maar ook uw vermogens en uw behoef
ten kent. Want anders gaat ge mis
schien voor uw lieve geld een boek koo
pen, dat veel te geleerd voor u is, of
waar integendeel weinig of niets in
staat wat ge al niet lang en breed weet.
Natuurlijk zijn er ook gevallen, waar
in u zelf kunt oordeelen of u met een
degelijk boek te doen hebt, bijvoorbeeld
wannéér de naam van den schrijver al
gemeen gunstig bekend staat, of wan
neer het met opgave van redenen aan
bevolen wordt in een betrouwbare boek
bespreking, of wanneer het zijn 3e, 4e,
5e enz. uitgave beleeft. Toch is ook in
die gevallen de raad van een bekwaam
vakman gewensclït, want het gevaar
b 1 ij f t bestaan, dat ge toch nog een
kat in den zak koopt, al is he't maar
met betrekking tot uw persoonlijke be
hoeften en vermogens.
Wanneer het eindelijk ove'r boeken
gaat die eenigszins omvangrijk zijn, of
die over zwaarwichtige onderwerpen
handelen, dan heeft men meermalen ook
een'houvast aan het al- of niet-aanwe-
zig zijn van een Alfabetisch, Register.
Alleen al zoo’n Register wettigt de ver
onderstelling, dat de schrijver zijn taak
ernstig heeft opgevat, dat hij aan zijn
lezers inderdaad iets heeft willen leeren
en dat hij zijn boek niet zoo maar even
in de wereld heeft geschopt om er van
af te zijn, of met ’t hooghartige idee:
Studieren und.Maul halten.
’n Dertig A veertig jaar geleden heb
ik mij^elven wel eens beklaagd, dat ik
te weinig boeken had. Het waren er in
derdaad ook te weinig. Maar langza
merhand groeide mijn voorraad aan, en
zorgde ik er voor, vooral degelijke boe
ken bij elkaar te krijgen en die tot in
alle onderdeelen te bestudeeren.
En toen de tijd kwam, dat dezen en
genen mij om inlichtingen vroegen, heb
ik meermalen alleen hoeven te antwoor
den!: „Wat u weten wilt staat vlak voor
uw ileus. Kijk maar in dat of dat alge
meen gebruikt boek.”
Langzamerhand ben ik toen gaan be
grijpen, wat die spreuk van „vir unius
libri” den „man van één boek” betee-
kende.
En dat het hebben van weinig boe-
Verscherpte situatie in het
Saargebied. De moeilijk
heden met het Belgisch ka
binet. De ontwapening.
De Saarkwestie is en blijft nog maar
steeds een belangrijk punt van onderlig
gen strijd tusschen Frankrijk en Duitsch-
land en natuurlijk de Volkenbond.
Misschien dat enkele van onze lezers,
niet zoo goed ingewijd in die bui
tenlandsche kwesties, zich afvragen: Ja
maar wat is dat nu eigenlijk, die Saar
kwestie waarover de laatste weken zoo
veel gesproken wordt. In, zeer korte
trekken komt de zaak hierop neer. Het
Saargebied was voor den grooten oor
log een deel van het Duitsche Rijk. Bij
de vredesonderhandelingen en mede tot
zekerheid van de betaling der aan
Duitschland opgelegde schadevergoedin
gen is het Saargebied, een der indus-
trieele hartaders van Duitschland, ge
steld onder het bestuur van den Volken
bond. Men kan zich levendig indenken,
dat elke Duitscher er .weer naar hun
kert, dit gebied terug te winnen. Een
kleine kans daartoe is de binnenkort te
houden volksstemming, die zal moeten
uitwijzen of de inwoners van het Saar
gebied eveneens op die aansluiting bij
Duitschland gesteld zijn.
Het behoeft ons evenmin te verwon
deren, dat de Duitsche regeering met
gepaste en ook wel een beetje niet-pas-
sende middelen tracht de stemming te
beïnvloeden.
De verscherpte situatie waarover we
boven schreven is nu dat deze Duitsche
propaganda de laatste weken een be
denkelijk persoonlijk karakter krijgt, wat
niet alleen schaelijk is voor een zuivere
stemming, maar ook de hoog noodige
rust dreigt te verstéken.
De Volkenbond krijgt ook dit varken
tje weer te wasschen en velen zullen met
belangstelling de uitspraak van dit hoo-
ge college tegemoet zien.
Het is in België nog niet gelukt een
nieuw ministerie in elkaar te zetten.
Aan een bekend Belgisch politicus, de
heer Jaspar was door Koning Leopold
de opdracht gegeven een nieuw mini
sterie in elkaar te timmeren. Dat was
hem ook gelukt, maar het schijnt, dat
zijn voorloopige ministerslijst niet Ie
goedkeuring van den koning kon weg
dragen.
De heer Jaspar had te veel gezocht en
gevonden in een partij, die bij de laatste
'verkiezingen een nogal zware nederlaag
geleden had en verder behoorden op so
ciaal terrein deze ministers tot de groep
bankiers, munitiefabrikanten, enz., maar
deze groep vormt niet de meerderheid,
die wordt gevormd door de landbou
wers, de middenstanders, de handwerks
lieden en de arbeiders.
Wil dus de Belgische regeering een
afspiegeling zijn van de werkelijke
volksgeest, dan moeten ook deze groe
pen mee de verantwoordelijkheid voor
het landsbestuur dragen,.
De ontwapeningskwestie blijft nog
maar steeds de groote belangstelling
trekken, of eigenlijk is het juist anders
om, het is de bewapening. Engeland
bouwt met koortsachtige haast oorlogs
schepen, vliegtuigen, tanks, enz. Amerika
doet idem idem. Japan wil ook niet ach
terblijven en zet zich diep in de schuld
om toch maar een zoo krachtig en groot
mogelijke bewapening door te voeren-.
Zooals u misschien bekend is, bestaat
er tusschen de drie groote zeemogend
heden een overeenkomst om de vloot-
sterkte in onderlinge verhouding te re
gelen. Deze drie mogendheden zijn
Amerika, Engeland en Japan en de ver
houding in cijfers was bepaald op
5:5:3. Japan is met deze regeling niet
tevreden en wil de vrijheid zijn vloot op
dezelfde sterkte op te voeren. Nu is hei
wel eigenaardig, dat men boven al die
berichten leest het woord „ontwape
ning”. Onder dit motto bouwt Engeland
een krachtige luchtvloot; Duitschland
z.g. koopvaardijschepen, Amerika kust-
\vachtschepen. Onder dit motto be
spreekt men de contröle voor de wapen
industrie, enz. .enz. Maar misschien is
de oude spreuk: „wilt ge vrede, bereidt
U dan tot oorlog” in onze dagen ook
nog actueel. Het is wel interessant te le
zen wat de Russische inspecteur-gene-
raal der Roode Cavalerie dezer dagen
gezegd heeft.
„In de vuurgloed van de aanstaande
internationale oorlog, die reeds thans in
China begonnen is, zal de eerste slag te
gen de Sowjet-Unie zijn, daarom, aldus
bezit of religieus communisme vanaf de
vroegste tijden liet spreker de revue pas-
seeren en toonde aan, dat deze geen
stand konden houden maar spoedig op
eerlooze wijze eindigden. Hij signaleer
de tal van mislukkingen, ook van latere
jaren op dit gebied, die allen zoovele
waarschuwende voorbeelden opleveren.
Gevaarlijker acht spreker evenwel een
Staatkundig streven, dat er op gericht
*is den particulieren eigendom te vernie
tigen, dat in verschillende landen reeds
tot de grootste onbillijkheden heeft ge
leid.
Ook in ons land openbaart dit zich
zij het in minder heftige mate. Het is
speciaal de grondeigendom die wordt
aangetast door allerlei wetten en ver
ordeningen en het ergste doen vreezen.
Daarom is het wenschelijk, dat de
eigenaren van gronden paraat zijn en
er steeds op wijzen, dat het particulier
bezit is verankerd in de menschelijke na
tuur en dus van den Schepper zelve is;
dat dit door de Heilige Schriften wordt
geboden en beschermd en de onaantast
baarheid hiervan is aangetoond door
Paus Leo de XIII in zijn beroemde en
cycliek „Rerum Novarum” en socialisa
tie niets anders is dan een wanhopig ex
periment.
Gm dit oordeel van ons en onze kin
deren af te wenden spoort spreker aan
zich krachtig te organiseeren.
Enkele vragen na afloop van deze re
de door de aanwezigen gesteld, werden
door den spreker beantwoord.
IA-vamW.KENBURG'S**
k ♦•iLEVÈRTRAMI
yy La r
Of iedere lezer de beteekenis van de
bovenstaande spreuk ook in haar Ne-
derlandsche vertaling aanstonds zal be
grijpen, zou ik niet durven zeggen. Maar
de vertaling is ook tamelijk houterig.
Iets meer verstaanbaar zou zijn:
„Ik ben bang voor den man, die één
boek door-en-door-kent.
Doch ook dit heeft eenige toelichting
noodig. Daarom dus dit stukje, dat te
vens een aansporing wil zijn, om niet
uitsluitend boeken te koopen, voor een
ontspanning van eenige uren, maar ook
boeken, waaraan men voor zijn heele
leven iets heeft.
Wie de Latijnsche spreuk het eerst
heeft uitgedacht, is niet bekend. Som
mige hebben gemeend, dat ze van Cicero
is, dus van ongeveer een halve' eeuw
vóór onze jaartelling. Anderen hebben
ze toegeschreven aan Augustinus, die ’n
400 jaar later leefde. Weer anderen
gingen acht eeuwen verder en hebben
ze gezet op naam van Thomas van
Aquino. Maar volgens nieuwe onderzoe
kingen is het wel zeker, dat noch Cicero
noch Augustinus, noch Thomas er schul
dig aan zijn. Daarom houdt men zich
tegenwoordig maar een beetje op de
vlakte', door alleen te beweren, dat het
een „mjddeleeuwsche” spreuk is. Dus
nu heeft men een duizend jaar dé
ruimte.
Doch wat er van zij, in die spreuk zit,
net als in alle andere spreuken, adagia,
stelregels, aphorismen, apopthegmata,
maxiemen, of hoe die dingen ook heeten
mogen, een stuk praktische levenswijs
heid, dat door onze voorvaderen in en
kele' woorden is gecondenseerd, en dat
voor alle tijden, en, ik zou bijna zeggen:
.vooral voor onzen tegenwoordigen, altijd
in-vliegende-haast-werkemden tijd, nut
tig en leerzaam is.
Maar hoe kwamen de middeleeuw-
sche menschen er toe, aan het lezen van
boeke'n het begrip vreezen, bang
z ij n te verbinden?
De zaak is deze.
Een van de meest gebruikelijke mid
delen om vooral de studenten aan de
urtiversiteiten in de wetenschap te be
kwamen, was, hen onderling disputen
te laten houden, die dan door een be
langstellend publiek werden bijgewoond.
Deze zoogenaamde vesperiae, aulae of
actus, waarbij twee of meer tegenstan
ders tegenover elkaar werden geplaatst,
vormden een voornaam onderdeel van ’t
hooger onderwijs. Ze stonden gelijk met
openbare examens.
Wanneer nu de eene tegenstander van
den andere wist, dat hij, om zijn stellin
gen te verdédigen één boek door-en-
door bestudeerd had, begreep hij van
zelf, dat zoo iemand niet voor de poes
was, vooral omdat de middeleeuwsche
boeken over het algemeen veel degelij
ker en rijker van inhoud waren dan de
tegenwoordige. Het stond dus al voor
uit vast, dat het betoog van dien „man
van één boek” stevig op pooten zou
staan, dat zijn redeneeringen al was
het dan misschien slechts schijnbaar
zouden sluiten als een bus en dat men
voor hem dus op zijn hoede moest zijn.
Intusschen heeft die middeleeuwsche
spreuk rtog voor onzen tegenwoordigen
tijd haar volle waarde behouden, ook al
is men heelemaal niet van plan met
iemand te gaan disputeeren.
Vooral heden ten dage, nu niet alleen
door onze talrijke onderwijsinrichtingen
maar ook door onze openbare leeszalen
en volksuniversiteiten, door de keurige
uitstallingen van onze boekhandelaren,
en door allerlei kostelooze en niet-koste-
looze leergangen en cursussen allerwe
gen de lust wordt opgewekt tot het we
ten, begrijpen en genieten van honder
den dingen die goed en mooi zijn; om
nog te zwijgen van het algemeen ver
langen naar meer kelnnis teneinde er
gens een postje te kunnen bemachtigen;
nu onze Nederlandsche uitgevers door
een vloed van boeken aan al die be
hoeften trachten tegemoet te komen, ert
onze boekhandelaren die boeken op de
meest aanlokkelijke wijze aan den man
trachten te brengen;
maar nu anderzijds iedereen zich ge-
FEESTAVOND COÖPERATIE.
Vrijdagavond werd door het bestuur
van de Coöperatie „Excelsior” alhier ter
inleiding van de,nieuw verbouwde win
kel een feestavond in de Doele aange
boden aan leden, verbruikers en hunne
dames. De zaal was tjokvol.
De heer Boschma, voorzitter van dé
PI. commissie, opende deze bijeenkomst
met een hartelijk woord van welkom tot
de aanwezigen, in ’t bijzonder de leden
uit de omliggende dorpen en het Leeu
warder bestuur. Spreker hoopt, dat deze
avond tot het succes van de Coöperatie
moge bijdragen.
Hierna sprak de voorzitter van „Ex
celsior” uit Leeuwarden. Deze memo
reert de eerste stappen tot samenwer
king met de plaatselijke coöperatie „Ons
Belang” en de belofte bij de fusie door
„Excelsior” gedaan, welke belofte met
de opening van deze nieuwe winkel is
vervuld.
Spreker hoopt, dat nu ook de leden
van hun kant willen begrijpen, dat van
hun nu de daad gevraagd wordt, dat is
te koopen in hun eigen zaak, niet zóó
nu en dan, maar voor de volle 100
Spreker dankt allen die hebben me
degewerkt dit filiaal voor Bolsward mo
gelijk te maken en draagt de belangen
van deze afdeeling over aan de zorgen
van het plaatselijk bestuur.
De heer Boschma dankt den spreker
voor zijn hartelijke woorden en de
mooie zaak hier gesticht en beveelt de
nieuwe winkel in aller belangstelling
aan.
Door mevr. Hoekstra werd namens de
leden van het pl. bestuur een winkel-
klok en een bloemstuk aangeboden.
Het verdere van dezen feestavond
werd gevuld door solodansen, voor
drachten, goocheltoeren, enz. enz. van
den heer en mevrouw Alex Wins.
Het was een leuke en gezellige avond.
woarln opfjcnomcn
Officiéél orgaan der gemeenten Bolsward, Wonseradeel en Hennaarderadeel
Uitgever A. J. OSINGA, Marktstraat, BOLSWARD «F Telefoon No. 12
deze generaal, moet elk stukje land in
het maar degelijke boeken zijn en mits staat van verdediging gebracht wor
den.”
Nu we toch een beetje ver van huis
zijn, kunnen we meteen wel vermelden
dat dezer dagen in het militaire aere-
drome van Nantsjang in China ’n brand
is uitgebroken, waardoor een aantal
machines van (te Chineesche luchtmacht
en eeifige hangars zijn vernield. Men
vermoedt dat hier brandstichting in het
spel is. Op dezelfde plaats heeft eind
Augustus een brand een aantal bombar
dementsvliegtuigen vernield.
In) Hongarije is dezer dagen het feit
gevierd dat Horthy de Rijksbestuurder,
aan het hoofd van het nationale leger
Boedapest binnentrok en daarmee een
eind maakte aan de cummunistische
heerschappij.
Alle officieele instellingen en scholen
waren gesloten.
De bladen wijden waardeerende woor
den aan den Rijksbestuurder, die doot
zijn energie Hongarije gered heeft van
den ondergang. Aan de bekwaamheid
van de Rijksregent als Staatsman, is het
te danken dat Hongarije thans weer in
hoog aanzien staat en rust en orde in
het land heerschen.
1
VOETBAL.
Een naar de tijd van het jaar behoor
lijk veld, voldoende belangstelling en
twee aan elkaar gewaagde clubs, waren
de drie hoofdpunten waaronder Zondag
middag de wedstrijd C. A. B.Rood
Geel gespeeld werd.
Wanneer onder leiding van scheids
rechter Koehoorn deze wedstrijd om 2
uur een aanvang neemt, ontwikkelt zich
direct een vlup op en neer gaand spel,
met C. A. B. in den aanval. De afwer
king laat iets te wenschen over. Een
corner voor C.A.B. levert ook niets op,
maar direct daarop een goed gecombi
neerde bal tot dicht bij het R.G.-doel, de
midvoor speelt de bal handig vrij, maar
het schot gaat naast. Onmiddellijk volgt
een R.G.-aanval die door prutswerk vah
de voorhoede verloren gaat.
Door een fout van de linksback een
corner voor R.G., mooi voor doel ge
plaatst levert dit voor R.G. het eerste
doelpunt op. 1-0.
Dit inspireert R.G. tot beter spel en
de aanvallen van die kant worden dan
ook iets gevaarlijker. C. A. B. weet zich
dan aan de druk te ontworstelen en uit
een mooi doorgevoerde aanval belandt
de bal tegen de lat. Even later evenwel
een mooie voorzet van de linksbuiten eri
met een prachtgoal is de gelijkmaker
er. 1-1.
Een prachtkans voor R.G. gaat juist
naast; waarop spoedig een C. A. B.-
aanval volgt en door ’n misverstand in
de R.G. achterhoede heeft C. A. B. de
leiding met 2-1.
Nu is C. A. B. bepaald sterker en ge
durig zweeft de bal voor het R.G.-doel.
We noteeren een goede kans voor de
rechtsbinnen, die meters over het doel
heengaat. De achterhoede van R.G.
maait zooveel mogelijk weg. Een cor
ner voor R.G- houdt onze keeper schit
terend; dan een schermutseling voor ’t
R.G.-doel, zonddü lesul'taat; weer een
corner voor R.G. alweer door een fout
van de rechtsback, maar de stand blijft
tot de rust gelijk, 2-1 voor C. A. B.
Na de rust verandert het spelpeil, het
plaatsen wordt aan weerskanten onze
kerder. Wel worden enkele goede aan
vallen opgezet, maar of door buitenspel
of slordig afwerken verknoeid. Dit geldt
voor beide elftallen. Een gevaarlijke aan
val van R.G., de bal wordt corner, mooi
voor doel gezet en met ’n mooie omhaal
maakt R.G. gelijk. 2-2.
C. A. B. tracht telkens aan te vallen
maar het geluk is niet mee, dan heeft
R.G. een goedkoop succesje te boeken,
wanneer de bal bij een R.G. aanval via
een onzer spelers in het net belandt. 3-2
Rood Geel gaat nu met man en macht
verdedigen, teneinde de voorsprong te
behouden, zoodat het laatste gedeelte
van dezen wedstrijd weinig bijzonders
opleverde.
Een gélijk spel had ons inziens de zui
vere verhouding geweest.
Wanneer we ons C. A. B.-elftal
eens even nader beschouwen dan is de
voorhoede in de tegenwoordige opstel
ling best. Alle vijf geven zich en verstaan
elkaar goed. De linksbuiten en -binnen
hadden door een stevige botsing bij het
begin van den welstrijd iets van hun be
kende vlugheid verloren. Ondanks dat
speelden ze goed. De rechtervleugel is
uitstekend en de midvoor speelt de laat-
c -
F
l
I
Dit no. bestaat uit 2 bladen.
Porto Binnenland l‘/a et.
Buitenland 2J^ ct.
1
1
Leesgeld fr. p. p. per half jaar f 1.50
Buiten de provincie f 2.-; inning 15 ct.
Voor het Buitenland f 7.- per jaar.
Leesgeld per looper 40 ct. p. kwartaal.
DE JONG s NIEUWSBLAD